ECLI:NL:RBMNE:2023:7561

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10409053 \ UC EXPL 23-1965 VL/58599
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar echtheid handtekening in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de rechtspersoon naar buitenlands recht, aangeduid als [eiseres], op 9 maart 2023 [gedaagde] gedagvaard voor de kantonrechter in Utrecht. De zaak betreft een vordering van [eiseres] op [gedaagde] voor een bedrag van € 442,07, bestaande uit een onbetaalde bestelling van € 380,-, incassokosten van € 57,- en rente van € 5,07. [gedaagde] heeft de betaling betwist, stellende dat zij de bestelling nooit heeft ontvangen en dat de handtekening op het leveringsbewijs niet van haar is. De kantonrechter heeft bepaald dat [eiseres] moet bewijzen dat de bestelling daadwerkelijk aan [gedaagde] is geleverd. Dit is in lijn met artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat de bewijslast bij de eiser legt.

De kantonrechter heeft besloten een deskundige te benoemen om de echtheid van de handtekening op het afleverbewijs te onderzoeken. Dit deskundigenonderzoek is noodzakelijk omdat [gedaagde] betwist dat de handtekening op het afleverbewijs van haar is. De kantonrechter heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de wenselijkheid van het deskundigenonderzoek en de kosten daarvan, die mogelijk hoger zijn dan het gevorderde bedrag. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en zal op 2 augustus 2023 opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door beide partijen.

De kantonrechter heeft voorlopig geoordeeld dat er één deskundige moet worden benoemd, die moet rapporteren over de vraag of de handtekening op het afleverbewijs van [gedaagde] is. De beslissing over de verdere procedure is aangehouden, waarbij de kantonrechter de partijen heeft aangespoord om te overwegen de zaak onderling te schikken.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10409053 \ UC EXPL 23-1965 VL/58599
Vonnis van 19 juli 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[eiseres] AG,
te [vestigingsplaats] (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres]
gemachtigde: E.A.P. van Lith,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
[eiseres] heeft [gedaagde] op 9 maart 2023 gedagvaard voor de kantonrechter. [gedaagde] heeft hier schriftelijk op gereageerd. Daarop heeft [eiseres] een conclusie van repliek ingediend, waarop [gedaagde] ook weer schriftelijk heeft gereageerd. Daarna heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.De beoordeling

Waar de zaak over gaat

2.1.
[gedaagde] heeft op 17 december 2021 een bestelling geplaatst bij [onderneming] voor een bedrag van € 380,-. [gedaagde] heeft gekozen voor de optie om achteraf te betalen aan Klarna. Door Klarna is diezelfde dag een factuur aan [gedaagde] gestuurd, met een betalingstermijn van 14 dagen. [gedaagde] heeft niet betaald. Klarna heeft haar vordering op [gedaagde] overgedragen aan [eiseres] . [eiseres] wil dat [gedaagde] € 442,07 aan haar betaalt (€ 380,- voor de bestelling plus € 57,- aan incassokosten en € 5,07 aan rente), te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten.
2.2.
Volgens [gedaagde] hoeft zij niet te betalen, omdat zij haar bestelling nooit heeft ontvangen. Op de dag van de levering was zij niet thuis en de handtekening op het leveringsbewijs is niet van haar.
2.3.
De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] moet bewijzen dat de bestelling aan [gedaagde] is geleverd en zal in dat kader een deskundige benoemen om te rapporteren over de vraag of de handtekening op het afleverbewijs van [gedaagde] is. Dit wordt hieronder toegelicht.
Alleen betalen als de bestelling is geleverd
2.4.
[gedaagde] is alleen verplicht om de koopprijs te betalen als zij de bestelling heeft ontvangen. Zij koos namelijk voor de optie ‘achteraf betalen’ en in de toepasselijke algemene voorwaarden van Klarna staat dat [gedaagde] dan pas hoeft te betalen wanneer zij de bestelling heeft ontvangen. De algemene voorwaarden van Klarna maken onderdeel uit van de overeenkomst tussen [onderneming] en [gedaagde] .
2.5.
[eiseres] stelt dat de bestelling op 22 december 2021 om 15:01 bij [gedaagde] is afgeleverd. Hiertoe legt zij een getekend afleverbewijs over. [gedaagde] stelt dat zij de bestelling niet heeft ontvangen en dat de handtekening op het afleverbewijs niet van haar kan zijn, omdat ze die hele dag, van 09:00 tot 18:00, op haar werk is geweest.
De bewijslast rust op [eiseres]
2.6.
De kantonrechter zal [eiseres] opdragen te bewijzen dat de bestelling aan [gedaagde] is geleverd, omdat op haar de bewijslast rust. Dit staat namelijk in artikel 150 Rv.
2.7.
[eiseres] heeft haar stelling dat de bestelling aan [gedaagde] is geleverd onderbouwd met het afleverbewijs. [gedaagde] zegt dat het niet haar handtekening is op het afleverbewijs. In dat geval is het aan [eiseres] om de echtheid van de handtekening op het afleverbewijs te bewijzen. Dit staat in artikel 159 lid 2 Rv.
2.8.
Als [eiseres] niet slaagt in dit bewijs, dan kan niet als feit komen vast te staan dat de bestelling aan [gedaagde] is geleverd. In dat geval zal haar vordering worden afgewezen. Slaagt [eiseres] wel in dit bewijs, dan zal haar vordering worden toegewezen. In dat geval staat vast dat de bestelling aan [gedaagde] is geleverd en dan zal zij daar ook voor moeten betalen.
Bewijs door deskundige
2.9.
De kantonrechter acht het nodig een onderzoek door een handtekening deskundige in te laten stellen en daarover te laten rapporteren.
2.10.
Voordat daartoe wordt overgegaan, zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenonderzoek. De kosten van het deskundigenonderzoek zullen namelijk hoogstwaarschijnlijk flink hoger zijn dan het door [eiseres] gevorderde bedrag en zullen uiteindelijk betaald moeten worden door de partij die ongelijk krijgt. Partijen zouden ook in overweging kunnen nemen deze zaak onderling te schikken.
2.11.
Mocht toch worden gekozen voor een deskundigenonderzoek, dan mogen partijen zich uitlaten over de te benoemen deskundige en over de aan de deskundige voor te leggen vragen. De kantonrechter zal de zaak hiervoor naar de rol verwijzen.
2.12.
De kantonrechter is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van echtheid van handtekeningen en dat de navolgende vragen dienen te worden voorgelegd:
Is de handtekening op het afleverbewijs van 22 december 2021 van mevrouw [gedaagde] ?
Met welke mate van waarschijnlijkheid kunt u dit zeggen?
Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
2.13.
De kantonrechter ziet vooralsnog geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [eiseres] moet worden gedeponeerd.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 2 augustus 2023 voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over hetgeen in 2.11 en 2.12 is overwogen;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J.A. Boots en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023.