ECLI:NL:RBMNE:2023:7558

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10826445 \ AV EXPL 23-33
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot teruggave van een auto in kort geding na betalingsachterstand in financial lease overeenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Amersfoort, op 21 december 2023 een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [handelsnaam 1] B.V. en [gedaagde]. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Hofman van Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders, vorderde de teruggave van een auto, een Dodge Ram, die in het kader van een financial lease overeenkomst aan [gedaagde] was geleverd. De overeenkomst, gesloten op 3 mei 2021, verplichtte [gedaagde] om maandelijkse termijnen te betalen, maar hij is in gebreke gebleven. Na meerdere aanmaningen en een ingebrekestelling heeft [handelsnaam 1] de auto laten in beslag nemen, maar de auto bleek inmiddels bij de Domeinen te zijn neergezet.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet is verschenen en dat de procedure correct is verlopen. De rechter oordeelde dat [handelsnaam 1] spoedeisend belang heeft bij de teruggave van de auto, gezien de betalingsachterstand en de waardevermindering van de auto. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot teruggave van de auto toewijsbaar is, omdat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen. Tevens is een dwangsom van € 500,- per dag opgelegd, met een maximum van € 10.000,-, voor het geval [gedaagde] niet aan de veroordeling tot teruggave voldoet.

De proceskosten zijn toegewezen aan [handelsnaam 1], die in totaal € 935,61 aan kosten vergoed krijgt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kantonrechter heeft al het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 10826445 AV EXPL 23-33 VL/58599
Verstekvonnis van 21 december 2023
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V., handelende onder de naam " [handelsnaam 1] ",
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [handelsnaam 1] ,
eisende partij,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde] , handelende onder de naam “ [handelsnaam 2] ”,
Zonder bekende woon- en/of verblijfplaats,
Hierna te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- De dagvaarding van 6 december 2023 met productie 1 tot en met 8, betekend aan het Arrondissementsparket Midden-Nederland en bekend gemaakt in de Staatscourant.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 14 december 2023 plaatsgevonden. Namens [handelsnaam 1] was aanwezig mr. H.J.M. Hofman van Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders. [gedaagde] is niet verschenen. Mr. H.J.M. Hofman heeft namens [handelsnaam 1] de standpunten kort toegelicht en antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter, fungerend als voorzieningenrechter. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van dat wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.3.
Tenslotte is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.Waar de zaak over gaat

2.1.
Op 3 mei 2021 hebben partijen een financial lease (huurkoop) overeenkomst (hierna: de overeenkomst) gesloten met betrekking tot een Dodge Ram met kenteken [kenkteken] (hierna: de auto). Op grond van de overeenkomst zou [gedaagde] de aanschafprijs, vermeerderd met een kredietvergoeding, in maandelijkse termijnen van € 440,26 betalen aan [handelsnaam 1] . Totdat alle termijnen zijn betaald, blijft [handelsnaam 1] eigenaar van de auto.
2.2.
Op enig moment is [gedaagde] gestopt met het betalen van de maandelijkse termijnen. [handelsnaam 1] heeft [gedaagde] op 30 november 2022 aangemaand tot betaling en op 3 mei 2023 heeft zij [gedaagde] in gebreke gesteld met het verzoek het openstaande bedrag van € 28.063,17 binnen drie dagen te voldoen en de auto in te leveren.
2.3.
Uiteindelijk bleek dat de auto in beslag was genomen en op last van het Openbaar Ministerie (hierna: OM) bij de Domeinen te [plaats] was neergezet. [handelsnaam 1] heeft een klaagschrift ingediend waarbij zij heeft aangegeven dat de auto haar eigendom is en heeft verzocht om teruggave van de auto. [handelsnaam 1] is niet-ontvankelijk verklaard omdat het beslag inmiddels was opgeheven.
2.4.
[handelsnaam 1] vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot teruggave van de auto, inclusief sleutels en kentekenbewijs, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 10.000,- en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.5.
De vorderingen van [handelsnaam 1] zullen grotendeels worden toegewezen. Dit wordt hieronder toegelicht.

3.De beoordeling

Verstek

3.1.
De kantonrechter verleent tegen [gedaagde] verstek, omdat de bij de wet voorgeschreven formaliteiten en termijnen voor oproeping van [gedaagde] in acht zijn genomen en hij niet in het geding is verschenen, geen antwoord heeft ingezonden en niet om uitstel heeft verzocht.
3.2.
Omdat [gedaagde] niet naar de mondelinge behandeling is gekomen en geen verweer heeft gevoerd, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van de gestelde feiten en omstandigheden waarop [handelsnaam 1] haar vorderingen baseert.
Spoedeisend belang
3.3.
De kantonrechter is van oordeel dat, zoals [handelsnaam 1] heeft gesteld, zij spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De betalingsachterstand van [gedaagde] is fors en de auto wordt met de dag minder waard. Het is voor [handelsnaam 1] van belang dat zij zo spoedig mogelijk de auto terug krijgt, zodat zij de auto kan verkopen en hiermee haar schade kan beperken.
De auto moet worden teruggegeven
3.4.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure een vordering tot teruggave van de auto zal worden toegewezen. De auto is eigendom van [handelsnaam 1] en omdat [gedaagde] niet aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst heeft voldaan, moet hij de auto teruggeven. De vordering van [handelsnaam 1] [gedaagde] te veroordelen tot afgifte van de auto zal daarom worden toegewezen.
Dwangsom
3.5.
[handelsnaam 1] gaat ervan uit dat een veroordeling van [gedaagde] tot afgifte van de auto, voldoende is om de auto te mogen ophalen bij de Domeinen. Voor het geval dat niet zo is of als [gedaagde] (of iemand anders) de auto daar al heeft opgehaald wordt een dwangsom verbonden aan het bevel tot afgifte van de auto. De dwangsom bedraagt € 500,- per dag met een maximum van € 10.000,- en gaat in op de dag dat duidelijk is dat [handelsnaam 1] de auto niet bij de Domeinen kan ophalen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
3.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [handelsnaam 1] worden begroot op:
  • de dagvaarding: € 146,61
  • griffierecht: € 128,00
  • salaris gemachtigde: € 529,00 (tarief kanton kort geding verstek)
  • nakosten € 132,00
  • Totaal: € 935,61.
Uitvoerbaar bij voorraad
De kantonrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de kantonrechter geldt in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.

4.De beslissing

De kantonrechter, recht doende in kort geding, geeft de volgende voorlopige voorzieningen:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot teruggave van de auto met kenteken [kenkteken] aan [handelsnaam 1] ;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 10.000,-, met ingang van de dag dat duidelijk is dat [handelsnaam 1] de auto niet bij de Domeinen kan ophalen tot aan de dag dat [gedaagde] de auto aan [handelsnaam 1] heeft teruggegeven;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten: hij moet binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe de proceskosten van € 935,61 betalen. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening aan [handelsnaam 1] betalen;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst al het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door I.L. Rijnbout, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023.