In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Amersfoort, op 21 december 2023 een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [handelsnaam 1] B.V. en [gedaagde]. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. H.J.M. Hofman van Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders, vorderde de teruggave van een auto, een Dodge Ram, die in het kader van een financial lease overeenkomst aan [gedaagde] was geleverd. De overeenkomst, gesloten op 3 mei 2021, verplichtte [gedaagde] om maandelijkse termijnen te betalen, maar hij is in gebreke gebleven. Na meerdere aanmaningen en een ingebrekestelling heeft [handelsnaam 1] de auto laten in beslag nemen, maar de auto bleek inmiddels bij de Domeinen te zijn neergezet.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet is verschenen en dat de procedure correct is verlopen. De rechter oordeelde dat [handelsnaam 1] spoedeisend belang heeft bij de teruggave van de auto, gezien de betalingsachterstand en de waardevermindering van de auto. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot teruggave van de auto toewijsbaar is, omdat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet is nagekomen. Tevens is een dwangsom van € 500,- per dag opgelegd, met een maximum van € 10.000,-, voor het geval [gedaagde] niet aan de veroordeling tot teruggave voldoet.
De proceskosten zijn toegewezen aan [handelsnaam 1], die in totaal € 935,61 aan kosten vergoed krijgt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kantonrechter heeft al het meer of anders gevorderde afgewezen.