ECLI:NL:RBMNE:2023:7551
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woonurgentie op medische gronden door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om woonurgentie op medische gronden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht heeft deze aanvraag afgewezen met een besluit van 2 november 2022, en heeft bij het bestreden besluit van 4 januari 2023 de afwijzing gehandhaafd. Eiser heeft op 10 oktober 2023 nadere stukken overgelegd en het beroep is op 20 oktober 2023 behandeld. Eiser stelt dat hij lijdt aan ernstige psychische trauma's en migraine, en dat zijn sociale netwerk in Utrecht van groot belang is voor zijn behandeling. Het college heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoet aan de voorwaarden voor urgentie volgens de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019 en dat er geen aanleiding is voor toepassing van de hardheidsclausule.
De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag om woonurgentie op goede gronden heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de medische situatie van eiser niet samenhangt met zijn woonsituatie en dat de afstand tussen Hilversum en Utrecht niet zo groot is dat deze niet door zijn sociale netwerk kan worden overbrugd. De rechtbank concludeert dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de situatie van eiser geen levensbedreigende of vergelijkbare omstandigheden met zich meebrengt die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigen. Eiser heeft niet aangetoond dat zijn verhuizing naar Utrecht noodzakelijk is voor zijn behandeling, aangezien deze plaatsvindt in Diemen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen urgentie krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, en is openbaar uitgesproken op 30 november 2023.