ECLI:NL:RBMNE:2023:7536

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10333929 \ AC EXPL 23-358 VL 58599
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 10333929 \ AC EXPL 23-358 VL 58599
Vonnis van 26 juli 2023
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
tegen
[gedaagde] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: nl.legal LLP (D.J.H. Dijkstra).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 6 februari 2023;
  • de conclusie van antwoord;
  • de brief van de griffier van 15 mei 2023 waarmee de griffier de partijen heeft opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
  • het bericht van 15 mei 2023 met aanvullende producties van [eiser] ;
  • de akte houdende wijziging eis, tevens houdende aanvullende producties van [eiser] , van 5 juni 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juni 2023. [eiser] was aanwezig met zijn echtgenote. Namens [gedaagde] was haar bestuurder [A] aanwezig. Hij is bijgestaan door de heer D.J. H. Dijkstra. Door of namens partijen zijn de standpunten toegelicht en is antwoord gegeven op vragen. De griffier heeft aantekening gemaakt van hetgeen besproken is.
1.3.
Dijkstra heeft tijdens de mondelinge behandeling medegedeeld dat hij de aanvullende producties van [eiser] en de wijziging van eis niet heeft ontvangen en dat hij daarop niet meteen op zitting kon reageren. De kantonrechter heeft met partijen besproken dat in de brief van de griffier van 15 mei 2023 staat dat zij
ieder bericht aan de rechtbank ook aan elkaar moeten toesturen. [eiser] heeft zijn akte alleen aan [gedaagde] zelf gestuurd. Voor [eiser] geldt dat hij zijn berichten aan [gedaagde] aan diens gemachtigde (Dijkstra van) nl.legal moet sturen, adres [adres] [postcode] [plaats 1] .
1.4.
Aan het einde van de zitting is met partijen afgesproken dat [gedaagde] de koopovereenkomst nog in het geding mag brengen. Met een e-mail van 6 juli 2023 heeft Dijkstra een factuur aan de kantonrechter toegezonden. Uit die e-mail blijkt niet dat Dijkstra de factuur ook aan [eiser] heeft toegezonden. Voor zover dat nog niet zou zijn gebeurd, dient Dijkstra dat zo snel mogelijk alsnog te doen. Verder is besproken dat de kantonrechter een tussenvonnis zal wijzen en dat partijen nog de gelegenheid krijgen om zich schriftelijk uit te laten over de wijziging van eis en de nieuwe producties.
1.5.
Ten slotte is een datum voor tussenvonnis bepaald.

2.De beoordeling

Waar de zaak over gaat

2.1.
[gedaagde] en [onderneming 1] B.V. (hierna [onderneming 1] ) zijn gelieerde bedrijven. Zij handelen beide mede in auto’s vanuit [plaats 2] en worden geheel of gedeeltelijk door dezelfde (rechts)personen bestuurd. [onderneming 1] handelt (mede) onder de naam [gedaagde] .
2.2.
[eiser] heeft in oktober 2022 op Marktplaats de advertentie gezien die als productie 1 bij dagvaarding is overgelegd. In die advertentie staat dat deze afkomstig is van ‘
[gedaagde]’. Met de advertentie is een tweedehands Opel Astra Sports Tourer met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) te koop aangeboden. In de advertentie staat twee keer het woord ‘
topstaat’ in hoofdletters. Op 29 oktober 2022 heeft [eiser] de vestiging van [onderneming 1] en [gedaagde] in [plaats 2] bezocht en heeft hij een proefrit met de auto mogen maken. Daarna heeft hij de auto gekocht voor € 8.450. Binnen drie tot vier weken daarna heeft [eiser] problemen gekregen bij het schakelen. [eiser] is met de auto naar [onderneming 2] te [plaats 3] gegaan. Daar is de diagnose gesteld dat de krukas te veel axiale speling heeft en dat om die reden de motor vervangen moet worden. Op 30 december 2022 heeft [eiser] [gedaagde] schriftelijk hiervan in kennis gesteld en gevraagd of de auto gratis kon worden gerepareerd of vervangen. [gedaagde] heeft niet op dat bericht gereageerd. Daarna heeft [eiser] [gedaagde] bij brief en e-mail van 17 januari 2023 in gebreke gesteld. Ook op deze berichten heeft [eiser] geen reactie gekregen. Omdat kosteloos herstel is uitgebleven, heeft [eiser] de koopovereenkomst met een aangetekende brief van 1 februari 2023 ontbonden.
2.3.
[eiser] wil, na vermeerdering van eis, de koopsom van € 8.450,- terug en vordert ook schadevergoeding voor de kosten die hij heeft moeten maken om de gebreken vast te laten stellen, een vervangende auto te huren en om het kenteken van de auto te laten schorsen.
2.4.
[gedaagde] heeft in deze procedure twee verweren gevoerd op grond waarvan de vordering volgens haar moet worden afgewezen.
[eiser] heeft de verkeerde partij gedagvaard. Hij heeft de auto gekocht van [onderneming 1] . [gedaagde] is geen contractspartij. [eiser] kon dat weten doordat hij de koopsom heeft betaald op een bankrekening die op naam van [onderneming 1] staat. Ook stond het KvK-nummer van [onderneming 1] op de factuur die [eiser] heeft getekend.
De verkoper heeft op 29 oktober 2022 aan [eiser] medegedeeld dat de auto een schadeauto was. Dit stond ook op de factuur die [eiser] heeft getekend. [eiser] mocht dus niet verwachten dat hij de auto ongestoord zou kunnen gebruiken. Dat de auto binnen drie tot vier weken een probleem is gaan vertonen kan daarom niet als gebrek in de nakoming worden gekwalificeerd en betekent ook niet dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt. [eiser] kon de koopovereenkomst dus niet ontbinden op grond van een toerekenbare tekortkoming van de verkoper. De verkoper hoeft de koopprijs daarom niet terug te betalen en hoeft ook geen schadevergoeding te betalen.
[eiser] mocht zowel [gedaagde] als [onderneming 1] dagvaarden
2.5.
Het eerste verweer van [gedaagde] slaagt niet. [eiser] mocht in de omstandigheden van dit geval aannemen dat [gedaagde] B.V. (ook) zijn contractspartij was. Dat mocht hij doen omdat de persoon of personen die de auto in [plaats 2] aan hem hebben verkocht met hem hebben gehandeld namens ‘ [gedaagde] ’. Deze handelsnaam van [onderneming 1] lijkt zo veel op de naam van [gedaagde] dat het gevaar voor verwarring heel groot was. De verkoper(s) hebben bij het sluiten van de koopovereenkomst veel te weinig gedaan om verwarring te voorkomen over de vraag namens wie zij handelden. Het vermelden van het KvK-nummer van [onderneming 1] op een factuur en het opgeven van een bankrekening van [onderneming 1] voor de betaling was onvoldoende. Het is in het zakelijk verkeer immers niet ongebruikelijk dat gelieerde ondernemingen beide contractspartij zijn en/of voor elkaar betalingen willen ontvangen. [gedaagde] heeft in het geheel niet gereageerd op de brieven en de e-mail van [eiser] met de ingebrekestelling en de ontbinding. Door dat niet te doen heeft ook zij eraan bijgedragen dat [eiser] (ook) haar als contractspartij is blijven beschouwen en de dagvaarding aan haar heeft laten uitbrengen. [gedaagde] en [onderneming 1] hebben dus beide onvoldoende gedaan om meer duidelijkheid te scheppen over het onderscheid tussen de twee rechtspersonen. De kantonrechter is van oordeel dat dit voor rekening moet komen van [gedaagde] en [onderneming 1] , zodat [eiser] beide B.V.’s mocht aanmerken als contractspartij en ook mocht kiezen slechts één van de rechtspersonen te dagvaarden.
Is sprake van een non-conforme auto?
2.6.
Nu vaststaat dat de juiste partij is gedagvaard, zal de kantonrechter inhoudelijk moeten beslissen op het tweede verweer en derhalve over de vraag of sprake is van een non-conforme auto.
2.7.
[eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling betwist dat hij de auto als schadeauto heeft gekocht. Volgens [eiser] heeft hij op grond van de advertentie en de proefrit aangenomen en mogen aannemen dat de auto voor een tweedehands auto van het betreffende bouwjaar en gelet op het aantal gereden kilometers in topstaat verkeerde. Hij heeft betwist dat de verkoper aan hem duidelijk heeft gemaakt dat de auto een schadeverleden had en dat hij daarom niet mocht aannemen dat hij de auto ongestoord zou kunnen gebruiken. Hij heeft tijdens de mondelinge behandeling ook betwist dat hij iets dergelijks op de factuur heeft kunnen zien toen hij die factuur tekende. Volgens [eiser] heeft hij de factuur niet meegekregen en is de factuur ondanks toezegging van de verkoper ook niet aan hem toegestuurd.
2.8.
De kantonrechter zal de beslissing op het tweede verweer aanhouden omdat nog wederhoor moet plaatsvinden op de wijziging van eis en de nieuwe producties. [gedaagde] heeft, als onderbouwing van haar stelling dat bij het sluiten van de overeenkomst duidelijk was dat het om een schade-auto ging, op 6 juli 2023 ook een aanvullende productie, de factuur van 29 oktober 2022, in het geding gebracht. [eiser] krijgt eerst de gelegenheid hier binnen vier weken per akte op te reageren. Daarna mag [gedaagde] binnen vier weken een antwoordakte nemen. Hierin mag zij ook nog reageren op de aanvullende producties van 15 mei 2023 en de eiswijziging van 5 juni 2023. Daarna zal de kantonrechter (tussen)vonnis wijzen.
2.9.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 23 augustus 2023voor het nemen van een akte door [eiser] over wat is vermeld onder 2.8, waarna [gedaagde] op de rol van
vier weken daarnaeen antwoordakte kan nemen zoals omschreven in 2.8;
verder uitstel zal niet worden toegestaan;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.