ECLI:NL:RBMNE:2023:753
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening exploitatievergunning golfcentrum in recreatiegebied
Op 24 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een voorlopige voorziening met betrekking tot een exploitatievergunning voor horeca-activiteiten in een golfcentrum. Verzoekers, [verzoeker 1] B.V. en [verzoeker 2] B.V., hebben bezwaar gemaakt tegen de weigering van de burgemeester van de gemeente De Bilt om een exploitatievergunning te verlenen voor de begane grond van het hoofdgebouw van het golfcentrum. De burgemeester had de vergunning wel verleend voor de verdieping en het afslaggebouw, maar niet voor de begane grond, omdat het bestemmingsplan daar geen horeca toestaat. De verzoekers vroegen de voorzieningenrechter om hen te behandelen alsof zij een vergunning hadden voor zowel de verdieping als de begane grond en om bepaalde beperkende voorschriften te schorsen.
Tijdens de zitting op 20 februari 2023 gaven de verzoekers aan dat zij geen horeca-activiteiten op de begane grond zouden verrichten totdat de burgemeester een beslissing op hun bezwaren had genomen. Hierdoor was er geen dringende noodzaak voor de voorzieningenrechter om te oordelen over de schorsing van de voorschriften. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen sprake was van onverwijlde spoed en dat de discussie over de voorschriften in de bezwaarprocedure verder kon worden gevoerd. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, waarbij hij ook rekening hield met de hoorzitting die op 21 februari 2023 had plaatsgevonden en de gevolgen van een andere uitspraak die de exploitatie door de ondererfpachter zou beëindigen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester geen griffierecht of proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, in aanwezigheid van griffier mr. S.C.J. van der Hoorn, en is uitgesproken in het openbaar op 24 februari 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.