ECLI:NL:RBMNE:2023:7499
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van een WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordelingen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een WIA-uitkering, die ingediend was met ingang van 10 juni 2022. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag afgewezen op basis van een vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 25,72%. Eiseres was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat haar beperkingen door de combinatie van ASS, endometriose en CTS niet correct waren ingeschat. De rechtbank heeft het beroep op 21 juli 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als die van het Uwv aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv zijn besluiten mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, mits deze zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres voerde aan dat haar klachten waren onderschat en dat er ten onrechte geen urenbeperking was aangenomen. De rechtbank concludeert dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische informatie van eiseres adequaat heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding is om aan de juistheid van de vastgestelde arbeidsongeschiktheid te twijfelen. De rechtbank volgt de argumentatie van het Uwv en oordeelt dat de beperkingen die zijn aangenomen passend zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Haar verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, en zij krijgt geen terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. V.E.H.G. Visser en is openbaar uitgesproken op 13 november 2023.