In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 16 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing van de vader met zijn kind [minderjarige 1]. De vader verzocht de rechtbank om toestemming te verhuizen naar een boerderij met voldoende ruimte voor zijn paarden, terwijl de moeder zich verzette tegen deze verhuizing. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader afgewezen, omdat er geen noodzaak voor de verhuizing is aangetoond. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de kinderen, die in hun vertrouwde omgeving moeten blijven, zwaarder wegen dan de wensen van de vader om te verhuizen. De rechtbank benadrukte dat de kinderen in [plaats 1] zijn geboren en getogen, en dat zij daar naar school gaan en hun sociale leven hebben. De rechtbank concludeerde dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen zou zijn, vooral gezien de recente veranderingen in hun leven door de scheiding van de ouders. De rechtbank heeft ook de verzoeken van de moeder voorwaardelijk afgewezen, omdat de vader geen toestemming voor de verhuizing heeft gekregen. De ouders zijn verplicht om hun eigen proceskosten te dragen.