Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 juni 2023 met producties 1 tot en met 5;
- de conclusie van antwoord bestaande uit twee e-mails van 19 juni 2023 respectievelijk 17 juli 2023 met bijlagen;
- de brieven van de griffie van de rechtbank van 10 augustus 2023 waarin is bepaald dat de mondelinge behandeling van de zaak op 4 oktober 2023 zal plaatsvinden.
[C] (medewerker debiteurenbeheer), bijgestaan door de heer mr. H.J. Griede, werkzaam bij de gemachtigde van [eiseres] . Er is niemand aan de zijde van [gedaagde] verschenen. De griffier heeft van wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken aantekeningen gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] een akte vermindering van eis met producties overgelegd.
2.Waar gaat deze zaak over?
[eiseres] vordert daarom na eisvermindering [2] – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 11.845,22 aan onbetaald gelaten bedragen, vermeerderd met primair de contractuele rente en subsidiair de wettelijke handelsrente alsook de buitengerechtelijke incassokosten. Ook vordert [eiseres] veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, waaronder de nakosten.
Ook is [gedaagde] het niet eens met de verschillende kosten die [eiseres] van haar vordert met betrekking tot de vervangende auto. De vervangende auto was volgens [gedaagde] minder van waarde dan de auto en [gedaagde] stelt de vervangende auto te hebben gekregen met een afwijking. Volgens [gedaagde] is de door de verhuurder aan [eiseres] gefactureerde schadevergoeding met betrekking tot de stuurstang van de vervangende auto dan ook niet terecht, omdat de stuurstang niet door haar schuld is afgebroken. [gedaagde] stelt in totaal een bedrag van € 4.500,00 aan [eiseres] verschuldigd te zijn en wil alleen dit bedrag betalen.
3.De beoordeling
niet terechtis, niet onderschrijven.
Dat de wijziging van het leasecontract met terugwerkende kracht met alle gevolgen van dien voor [gedaagde] inzake de (
huur)kosten van de door [eiseres]
gehuurdevervangende auto
niet fairis, kan de kantonrechter evenmin onderschrijven. Immers, [eiseres] heeft bij brief van 12 oktober 2022 aan [gedaagde] bericht dat het leasecontract tot en met 19 oktober 2022 loopt. De (
huur)kosten die zijn opgekomen in de periode na het einde van het leasecontract, dus na 19 oktober 2022, en die [eiseres] van [gedaagde] vordert had [gedaagde] dan ook kunnen voorkomen door de vervangende auto uiterlijk op 19 oktober 2022 bij de verhuurder van die auto in te leveren door afmelding daarvan bij de verhuurder en met inachtneming van overige relevante contractuele verplichtingen die op [gedaagde] rusten. Dat [gedaagde] dat niet heeft gedaan – zie onder 3.10. e.v. – komt voor haar rekening en risico.
periode tot en met19 oktober 2022 aan de verhuurder van de vervangende auto betaald en daarvoor geen kosten bij [gedaagde] in rekening gebracht, omdat die kosten op grond van het leasecontract voor haar rekening komen. Omdat het gebruik van de vervangende auto na 19 oktober 2022 geen contractuele basis meer had, is [gedaagde] ongerechtvaardigd verrijkt door het gebruik van de vervangende auto en moet zij de schade die [eiseres] hierdoor heeft geleden (de kosten voor de huur en de kilometervergoeding) aan haar betalen. Hierbij heeft de kantonrechter aanmerking genomen dat [eiseres] heeft gesteld en [gedaagde] niet heeft weersproken dat [gedaagde] de vervangende auto niet heeft afgemeld bij de verhuurder. [gedaagde] wordt dan ook veroordeeld tot betaling van voormelde kosten.
Hoewel ongerechtvaardigde verrijking niet een contractuele maar een wettelijke grondslag vormt, komt de gevorderde contractuele rente voor toewijzing in aanmerking omdat partijen dat zijn overeengekomen. Zie artikel 15.3 in verbinding met artikel 15.4 van de algemene voorwaarden.
omdatde vervangende auto minder waard was dan de auto; deze stelling ontbeert immers rechtsgrond.
- hoofdsom € 11.845,22
- tot 3 oktober 2023 vervallen
- de contractuele rente met ingang van
€ 1.810,75
4.De beslissing
20 december 2023.