ECLI:NL:RBMNE:2023:7351

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
UTR 23/1554
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar door de heffingsambtenaar van de gemeente Gooise Meren

In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in [woonplaats], beroep ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Gooise Meren, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar. Eiseres heeft op 10 januari 2023 een ingebrekestelling verstuurd, maar de heffingsambtenaar heeft pas op 28 februari 2023 een beslissing genomen. Eiseres heeft vervolgens op 17 april 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroep tegen het niet tijdig beslissen alleen kan worden ingesteld zolang er nog geen besluit is genomen. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. T. Mennen, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 8 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1554

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: N.G.A. Voorbach),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Gooise Meren, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op haar bezwaar.
Op 28 februari 2023 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen op het bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. De rechtbank oordeelt namelijk dat het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiseres voert in het beroepschrift aan dat verweerder steeds maar niet op haar bezwaar beslist, terwijl zij verweerder veelvuldig in de gelegenheid heeft gesteld om over te gaan tot besluitvorming. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1] Eiseres heeft op 10 januari 2023 een ingebrekestelling verstuurd aan verweerder vanwege het niet op tijd nemen van een beslissing op bezwaar.
3. Ondertussen heeft verweerder wel een besluit op het bezwaar van eiseres genomen, namelijk op 28 februari 2023. Eiseres heeft pas na de uitspraak op bezwaar beroep ingediend tegen het niet tijdig beslissen van verweerder, te weten op 17 april 2023. Dat betekent dat het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaar niet-ontvankelijk is. Een beroep tegen het niet tijdig beslissen kan immers alleen maar worden ingesteld zolang er nog geen besluit is.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. T. Mennen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 december 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.