Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
Inleiding
Overwegingen
- [adres 2] te [plaats 1] , verkocht op 27 september 2021 voor € 410.000,-;
- [adres 3] te [plaats 2] , verkocht op 6 november 2020 voor € 385.000,-;
- [adres 4] te [plaats 3] , verkocht op 30 oktober 2020 voor € 467.500,-.
6.1. Ter zitting is deze beroepsgrond door eiser ingetrokken, aangezien deze referenties in de beroepsfase zijn komen te vervallen en niet in de taxatiematrix zijn opgenomen. Deze grond wordt daarom niet besproken.
8.1. Verweerder heeft in dat kader aangevoerd dat in een eerdere fase foto’s zijn opgevraagd ter onderbouwing van een eventueel afwijkende kwalificatie. Deze foto’s, of een andere onderbouwing, zijn niet door eiser overlegd. De verweerder stelt dat terecht als uitgangspunt is genomen een gemiddelde kwaliteit en onderhoudsstaat. De rechtbank kan verweerder hier in volgen. Daarbij neemt zij in aanmerking dat eiser zijn stelling niet verder heeft onderbouwd en dat de gevraagde foto’s niet zijn overlegd. De beroepsgrond slaagt niet.