ECLI:NL:RBMNE:2023:7341
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep op basis van de Wet open overheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 december 2023, in de zaak met nummer UTR 23/1823, beoordeelt de rechtbank het verzoek van verzoeker om een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Verzoeker had zijn beroep ingetrokken tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek in het kader van de Wet open overheid (Woo), omdat verweerder inmiddels een besluit had genomen. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar verweerder heeft hierop niet gereageerd.
De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op het verzoek om proceskostenveroordeling en wijst het verzoek toe. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft verzoeker aangegeven dat verweerder een beslissing heeft genomen op zijn Woo-verzoek, wat heeft geleid tot de intrekking van het beroep.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek om proceskostenveroordeling kennelijk gegrond is en kent verzoeker een vergoeding van € 209,25 toe, omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast is verweerder verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van mr. T. Mennen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 december 2023.