ECLI:NL:RBMNE:2023:730

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
16.195354.22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van handel in cocaïne, bezit van hennep en MDMA, voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs, bezit van een wapen en witwassen

Op 24 februari 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere druggerelateerde misdrijven. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van handel in cocaïne in de periode van 23 mei 2021 tot en met 2 augustus 2022 in Baarn, alsook van het bezit van hennep en MDMA, voorbereidingshandelingen voor de handel in harddrugs, en het bezit van een wapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen opzettelijk cocaïne heeft bereid, bewerkt, verkocht en vervoerd. Daarnaast heeft de verdachte op 2 augustus 2022 een aanzienlijke hoeveelheid hennep, cocaïne en MDMA in zijn bezit gehad. Tijdens de doorzoekingen in zijn woning zijn ook een revolver, patronen en contant geld aangetroffen, wat leidde tot beschuldigingen van witwassen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de bewijsstukken, waaronder afgeluisterde gesprekken en observaties, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals toezicht door de reclassering. De rechtbank heeft ook beslist over het beslag van inbeslaggenomen goederen, waaronder drugs en wapens.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.195354.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 februari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 15 november 2022 en 10 februari 2023. Op deze laatste datum is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.P.L. Ter Laak en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.P.K. Ruperti, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder 1
in de periode van 2 november 2018 tot en met 2 augustus 2022 te Baarn, samen met anderen, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, dan wel opzettelijk aanwezig heeft gehad;
onder 2
op 2 augustus 2022 te Baarn opzettelijk 429 gram hennep aanwezig heeft gehad;
onder 3
op 2 augustus 2022 te Baarn opzettelijk 29,47 gram cocaïne en 4,85 gram MDMA voorhanden heeft gehad;
onder 4
op 2 augustus 2022 te Baarn en/of Amsterdam, samen met anderen, voorwerpen voorhanden heeft gehad ter voorbereiding van de handel in cocaïne;
onder 5
op 2 augustus 2022 te Baarn een revolver van het merk Nagant en diverse patronen voorhanden heeft gehad;
onder 6
op 2 augustus 2022 te Baarn een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad;
onder 7
op 2 augustus 2022 te Baarn en/of Amsterdam een geldbedrag en een tweetal merkhorloges heeft witgewassen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van het onder feit 1 ten laste gelegde heeft de raadsman opgemerkt dat verdachte erkent dat hij cocaïne heeft verstrekt aan ongeveer twaalf drugsgebruikers binnen zijn vriendenkring in [woonplaats] . Dit maakt verdachte echter geen drugsdealer; verdachte had met deze verstrekking geen winstoogmerk. Verdachte haalde zo nu en dan een grotere voorraad cocaïne in Amsterdam, waar hij regelmatig verbleef. Wanneer verdachte weer in [woonplaats] was, werd hij benaderd door deze personen. Als het verdachte dan uitkwam verstrekte hij drugs aan hen. Hij vroeg daar wel een vergoeding voor, maar verdachte heeft nooit de intentie gehad om winst te maken. Verdachte erkent wel dat deze gang van zaken over periode van 8 oktober 2021 tot en met 8 april 2022 enigszins uit de hand is gelopen. De periode is dus korter dan die waar de officier van justitie van uitgaat.
Daarnaast merkt de verdediging op dat het dossier geen bewijsmiddelen bevat dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen heeft gehandeld in harddrugs, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Er is geen sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] of de andere in het dossier genoemde medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte kent deze personen wel; zij wonen allen in [woonplaats] , zij behoren tot dezelfde vriendenkring en zijn allen drugsgebruikers. Om die reden hielp medeverdachte [medeverdachte 2] wel eens met de verstrekking van drugs aan anderen binnen de vriendenkring als het verdachte niet uitkwam.
In het verlengde hiervan merkt de raadsman ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde op dat de goederen die bij verdachte zijn aangetroffen geen betrekking hebben op de handel in harddrugs. Deze goederen waren bestemd voor eigen gebruik. Het contante geld had verdachte verdiend met schoonmaakwerkzaamheden en inkomsten uit de massagesalon van verdachte. De aangetroffen ID-kaarten waren in zijn bezit als een soort onderpand voor verstrekte geldleningen aan diverse personen.
Ten aanzien van het bij de doorzoeking aangetroffen briefje met telefoonnummers merkt de verdediging op dat dit inderdaad betrekking heeft op mensen die verdachte vroegen om drugs. Het klopt dat deze verstrekking uit de hand begon te lopen, maar verdachte heeft niet aan al deze personen drugs verstrekt.
Ten aanzien van het onder feit 7 ten laste gelegde witwassen stelt de raadsman dat van geen van de voorwerpen kan worden gesteld dat zij redelijkerwijs afkomstig zijn uit enig misdrijf; het contante geld had verdachte verdiend. Het Rolex horloge is een erfstuk en eigendom van de vader van verdachte. Verdachte mocht dit horloge soms dragen. Het Breitling horloge behoort wel aan verdachte toe, maar was oud en kapot en daarom ook minder waard dan een nieuw Breitling horloge.
Ten aanzien van het onder feit 2, onder feit 3 en onder feit 6 ten laste gelegde heeft de raadsman zich ten aanzien van een bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het onder feit 5 ten laste gelegde heeft de raadsman opgemerkt dat de revolver en de patronen aan de vader van verdachte toebehoorden en bij verdachte dan ook niet voorhanden waren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1, onder 4 en onder 7 ten laste gelegde
De rechtbank gaat op grond van de hierna opgenomen wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Ter terechtzitting heeft verdachte de volgende verklaring afgelegd
Het klopt dat ik in de periode van 8 oktober 2021 tot en met 8 april 2021 aan een beperkte groep personen cocaïne heb geleverd. Ik denk dat dat een groep was van 10 tot 15 man. De laatste vijf tot zes maanden voorafgaande aan mijn aanhouding op 2 augustus 2022 werd het intensiever in die zin dat ik wekelijks werd benaderd voor het verstrekken van cocaïne. Mensen vroegen aan mij of ik wat kon regelen en van het één kwam het ander. Ik kon er een klein bonusje uithalen. De laatste maanden werd het wel steeds intensiever. Het is toen uit de hand gelopen.
Soms kwam het niet uit, dan wist ik wel wie er wat kon brengen. Dat waren verschillende personen. Ik wist ook wel wie er altijd drugs had. [bijnaam] is een vriend van mij. Als ik niet kon, dan kwam het wel voor dat ik hem drugs liet bezorgen. Het klopt dat de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] van mij zijn. Het klopt ook dat daar veel contacten met gebruikers in staan.
Proces-verbaal van bevindingen
Op 11 mei 2022 om 19:03 uur had [verdachte] ( [telefoonnummer] ) telefonisch contact met de
gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Gesprek:
[verdachte] wgd [telefoonnummer] .
[telefoonnummer] : Waar spreken we af, eigenlijk.
[verdachte] : Uhh, is het goed als die [bijnaam] even komt.
[telefoonnummer] : 0, die [bijnaam] mag wel langskomen. Waar is die [bijnaam] nu dan?
[verdachte] : Uhhh kan je zo uitkijk komen.
[telefoonnummer] : Ja, ik zit nu bij de ronde hoek.
[verdachte] : Is goed. 5 minuutjes uitkijk zoiets. [2]
Gesprek 13 mei 2022.
Op 13 mei 2022 om 15:07 uur had [verdachte] ( [telefoonnummer] ) telefonisch contact met de
gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Gesprek:
[verdachte] wgd [telefoonnummer] .
Ze begroeten elkaar.
[telefoonnummer] : He, uhh had je even tijd voor mij?
[verdachte] : Jawel, jawel. Gewoon uhh.
[telefoonnummer] : Of die " [bijnaam] " even. Nu even eentje. Volgende week haal ik er twintig.
[verdachte] : Prima maat. Uhhh bij jou gewoon komen?
[telefoonnummer] : Uhh. Ik zit nu nog in de auto. Ik rij nu vanuit Muiden naar Baarn.
[verdachte] : Is goed.
[telefoonnummer] : Zeg maar waar ik heen moet rijden.
[verdachte] : Ik app je in een seconde. Even vragen waar die is.
Gesprek 19 mei 2022.
Op 19 mei 2022 om 14:02 uur had [verdachte] ( [telefoonnummer] ) telefonisch contact met de
gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Gesprek:
[verdachte] (SH) WGO [telefoonnummer]
[verdachte] : Hallo?
[telefoonnummer] : Hallo?
[verdachte] : Joo maat.
[telefoonnummer] : Hoe is het maatje?
[verdachte] : Lekker man met jou?
[telefoonnummer] : Ja lekker man. Wat ben je aan het doen?
[verdachte] : Ben ff aan het douchen zo klaar.
[telefoonnummer] : Lekker man lekker. Was jij in de buurt?
[verdachte] : Ja iemand vast wel.
[telefoonnummer] : Uh dan moet je even regelen dat ie de goeie meeneemt en niet de mix.
[verdachte] : Is goed.
(…)
[verdachte] : Oke is goed.
[telefoonnummer] : Ja? Joe hoi. [3]
Gesprek 15 juli 2022
Op 15 juli 2022 om 15:43 uur had [verdachte] ( [telefoonnummer] ) telefonisch contact met de
gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Gesprek:
[verdachte] wgd [telefoonnummer] .
[verdachte] : Yoh maat.
[telefoonnummer] : Yoh maat. ...NTV....
[verdachte] : ...NTV.... ben je op de [naam] . Ja, toch.
[telefoonnummer] : Ja, ik zit op de [naam] . Wie stuur je langs?
[verdachte] : Fietst die langs.
[telefoonnummer] : Nee, stuur je die [bijnaam] ?
[verdachte] : Ja, ja ja. [4]
Proces-verbaal van bevindingen
Uit onderzoek is gebleken dat de verdachte [medeverdachte 2] geboren op [1991 ] , de
gebruiker is van [telefoonnummer] .
In een tapgesprek noemt [medeverdachte 2] zich " [bijnaam] ".
Door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [A ] ) werden er meerdere sms berichten naar [medeverdachte 2] gestuurd. [A ] noemde [medeverdachte 2] in deze sms berichten " [bijnaam] ".
Voicemail:
Door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [A ] ) werd een aantal keer de voicemail van [medeverdachte 2] ingesproken. [A ] noemde [medeverdachte 2] in deze voicemail berichten " [bijnaam] ".
Uit het politiesysteem blijkt dat [medeverdachte 2] een lengte heeft van 208 centimeter.
Gezien bovengenoemde is het zeer aannemelijk dat de bijnaam van [medeverdachte 2] " [bijnaam] " is. [5]
Proces-verbaal van bevindingen
Wij observeerden op 18 mei 2022 tussen 14.00 uur en 22.00 uur en luisterden live de telefoongesprekken mee van de telefoonnummers [telefoonnummer] , [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
15:25 uur. Verbalisant [verbalisant 1]:
Ik hoorde het volgende gesprek over de tap komen:
[verdachte] : J joo
[B] : Joo, hee gozer. Hee, hee man, hee [verdachte] . Ik uhm, ik zou jou willen vragen omdat ik vind dat ik zelf zo zielig ben omdat ik dus vijf dagen heb vastgezeten omdat ik mijn dansje heb gedaan, of je mij een klein mixje kunt gunnen of lenen tot eind van de week.
[verdachte] : Ik bel zo even ja?
[B] : Oke oke super cool [6]
16:48 uur. Verbalisant [verbalisant 1]:
Ik hoorde het volgende gesprek over de tap komen:
[verdachte] (SH) WGO [B]
[verdachte] : Joo.. joo.
[B] : Hee joo! Hee man.
[verdachte] : Hee, leen wat maar misschien kan ik zo even wat bij je Koken.
[B] : Ow wat geweldig! Wat geweldig. Ja zeker.
[verdachte] : Maar misschien even wachten ja?
[B] : Oke is goed man.
16:53 uur. Verbalisant [verbalisant 1]:
Ik hoorde het volgende gesprek over de tap komen:
[verdachte] : Joo.
[B] : Zo, ja daar ben ik weer. Hee ja ik was zeg maar na jou nog niet klaar met bewegen, zoals ik het maar even noem, dus eh ik heb gewoon centen man en eh ik heb gewoon vijftig euro en wil dus wel een hele.
[verdachte] : Eh wa w w zeg maar
[B] : Eh ik loop nu om het op te halen, ehm de parkeerplaats voor het station.
[verdachte] : Jaa? En over hoelang?
[B] : tien minuten?
[verdachte] : Is goed
[B] : Oke perfect man, zie ik je zo. [7]
17.12
uur. verbalisant [verbalisant 2] :
Ik zag dat een man aan kwam lopen en zich ophield op de parkeerplaats naast het station te Baarn. Deze parkeerplaats ligt evenwijdig aan de spoorbaan. Ik zag dat deze man wat onrustig heen en weer liep.
Ik herkende de man als [B] . Via de app was aan mij een foto van [B]
gestuurd en ik herkende [B] van deze foto. Ik zag dat [B] een telefoon bij zijn oor hield en kennelijk aan het bellen was. Kort daarop hoorde ik [B] roepen: " Hee [bijnaam] , [bijnaam] , hier ben ik". Ik zag dat [B] tijdens die roepen met zijn arm zwaaide in de richting van het station. Aansluitend zag ik dat er een man op een scooter aan kwam rijden vanuit de richting van het station. Ik zag dat de bestuurder van deze scooter een [bijnaam]
man met een stoppelbaard en gekleed was in een zwarte broek en een legergroene kort jas. Ik zag dat de bestuurder van de scooter stopte bij [B] . Ik zag dat [B] bij de scooter op zijn knieën ging zitten en met zijn handen handelingen verrichtte aan de scooter dan wel deed alsof hij handeling verrichtte. Ik zag dat [B] na korte tijd weer overeind
kwam en dat de bestuurder van de scooter iets aan [B] gaf. Ik zag dat [B] zijn hand hierop in zijn broekszak deed. Direct hierop zag ik dat [B] een bankbiljet in zijn hand had, dit uitvouwde en aansluitend aan de bestuurder van de scooter gaf. Vervolgens zag ik dat [B] wegliep in de richting van het station en dat de bestuurder van de scooter wegreed in deze richting.
17.12
uur. Verbalisant [verbalisant 1] :
Ik hoorde het volgende gesprek over de tap komen:
[B] : Joo
[verdachte] : Hee hij waar sta je dan?
[B] : Ow ja [bijnaam] , [bijnaam] is niet goed aan het opletten
[verdachte] : Oke.
[B] : Hij ziet me al.
[verdachte] : Joo joo joo.
[B] : Hij ziet me al. [8]
19.26
uur. Verbalisant [verbalisant 1] :
Ik hoorde het volgende gesprek over de tap komen:
[medeverdachte 1] : Joo
[telefoonnummer] : Joo bra. Ken jij eh eentje in [nummer] gooien?
[medeverdachte 1] : Ja tuurlijk man.
[telefoonnummer] : Oke man top.
[medeverdachte 1] : Is goed man, rustig aan he.
[telefoonnummer] : Joojoo
Uit eerder onderzoek is gebleken dat het nummer [telefoonnummer] gebruikt wordt door [C] , [1991 ] , en dat zijn GBA-adres [adres] te [woonplaats] is.
20.43
uur. Verbalisant [verbalisant 2] :
Ik zag dat een witte auto, merk Opel reed over de Goeman Borgesiuslaan te Baarn en deze parkeerde nabij de kruising met de [straat] te [woonplaats] . Ik zag dat het kenteken van deze auto [kenteken] was. Ik zag in deze auto een vrouw als bestuurder en een man als bijrijder. Ik zag dat de man uit de Opel stapte en liep richting het portiek van het flatgebouw [straat] waarin o.a. perceel [nummer] is gesitueerd. Ik herkende deze man als
[medeverdachte 2], geboren [1991 ] . Ik zag dat [medeverdachte 2] dezelfde man was als die ik eerder die dag als bestuurder van de scooter bij het station Baarn had gezien. (17.12 uur). Ik zag dat [medeverdachte 2] bij het portiek en de aldaar gesitueerde brievenbussen bukte en iets in een brievenbus deed. Direct nadat de Opel was weggereden ben ik naar het portiek van de flatwoningen aan de [straat] gelopen. Op de plek waar ik [medeverdachte 2] iets in een brievenbus had zien doen zag ik dat daar o.a. de brievenbus van nummer [nummer] zat. Ik stond op de openbare weg en opende de klep van brievenbus [9] nummer [nummer] en zag dat direct achter de klep, op een
stapeltje post, een wit envelopje (ponypack) lag. Ik herkende dit als een verpakking van drugs. Ik stak mijn vingers door de klep van de brievenbus en pakte dit envelopje uit de brievenbus. (..)
Ik zag dat op het envelopje aan de ene zijn de tekst "colombian connection" stond en op de andere zijde een afbeelding van "che guevara". Ik zag dat de inhoud van dit envelopje wit poeder was. [10]
Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen
Op 24 mei 2022 werd door de Forensische Opsporing een onderzoek ingesteld in verband met een vermoedelijke overtreding van de Opiumwet. De aangeboden partij verdovende middelen bestond uit: Wikkel met wit poeder voorzien van de tekst "Colombian Connection", 0,99 gram.
SIN: AAOQ1443NL.
Bijzonderheden: Indicatie cocaïne. [11]
Uit nader onderzoek door een NFI-deskundige bleek het hierbij te gaan om:
Kenmerk: AAOQ1443NL
Omschrijving: poeder, wit, uit 0,99 gram; aantal bemonsteringen in onderzoek: een.
Conclusie: bevat cocaïne. [12]
Proces-verbaal van bevindingen telefoon [verdachte] [telefoonnummer]
In de telefoon van [verdachte] werden WhatsApp chats aangetroffen:
Chat van 23 tot en met 26 juli 2022 tussen de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] en de
gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] (Enzo)
23 en 24-7-2022
De gebruiker van [telefoonnummer] zoekt contact met [telefoonnummer] en vraagt om een halve puur als dat mogelijk is.
[telefoonnummer] zegt of het op de pof kan, omdat hij geen cash heeft ivm de vakantie.
[telefoonnummer] geeft aan dat [telefoonnummer] wel kan poffen.
[telefoonnummer] zegt dat hij alleen heel puu heeft en hele normale, die is 30
[telefoonnummer] zegt gewoon flakes zeg maar?
[telefoonnummer] nee die is 50.
[telefoonnummer] vraagt waar ze afspreken. [telefoonnummer] geeft aan dat zijn maatje komt. Spreken af [adres] , bij Albert Heijn in de buurt. [telefoonnummer] geeft aan dat hij/zij een
scooter hoort en zegt dat hij er nu is.
Chat van 16-06-2022 tot en met 01-08-2022 tussen de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] ( [B] ) en [telefoonnummer] .
16-6: [B] zit in de problemen met werken en vraagt of hij 10 euro kan lenen
16-6: [telefoonnummer] : kan ik een mixi poffen bij rif
10-07: [telefoonnummer] Zit in restaurant [restaurant] Met 30 euro wilde een mixie is dat een mogelijkheid?
[telefoonnummer] : Ja kan
Spreken af bij het station en later in de Pekingtuin.
[telefoonnummer] : [bijnaam] is nu hier
16-07: [telefoonnummer] Heb 20 afbetaal en 30 voor mixie, Kan iemand langs marktplein komen?
[telefoonnummer] Ja kan, ik check eff hoe lang, 6 min.
[telefoonnummer] Doe maar station
Chat van 29-5-2021 tot en met 25-6-2022 tussen de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] (Rns) en [telefoonnummer]
3-9-2021 vraagt [telefoonnummer] of er 5 g sos langs kan worden gebracht.
[telefoonnummer] zegt dat dat kan en heeft twee soorten en 2 prijzen. 1 is 250 origineel van colomb, die is heel ziek en 1 is 190 die is prima is wel een ander verhaal is kk goed
[telefoonnummer] vraagt of het versneden is of brokken.
[telefoonnummer] geeft aan dat het brokken zijn. Kookt uit 9 strip.
Chat van 18-5-2021 tot en met 25-3-2022 tussen de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] en [telefoonnummer]
In deze Chat worden diverse afspraken en leveringen besproken.
10-12-2021: [telefoonnummer] wil 10 voor 340. [telefoonnummer] geeft aan 350.
[telefoonnummer] wil geen poeder en goede kwaliteit.
[telefoonnummer] doet zijn best maar gekookt is gewoon 9.
Verder worden in de chat diverse afspraken gemaakt en bestellingen geplaatst. [13]
Chat van 15-5-2021 tot en met 29-7-2022 tussen de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] ( [D] )en [telefoonnummer]
23-5 (de rechtbank begrijpt: 23 mei 2021): 3557 wil gematst worden hij heeft gisteren 90 euro betaalt door twee mix en wil graag puur. Geeft aan dat hij niet zo goed tegen mix kan.
[telefoonnummer] zit te wachten maar er komt niemand.
[telefoonnummer] geeft aan dat er nu iemand komt.
Chat gaat verder over de schuld van [telefoonnummer] aan [telefoonnummer] . [14]
Chat van 27-12-2021 tot en met 18-04-2022 tussen de gebruiker van het telefoonnummer
[telefoonnummer] en [telefoonnummer]
27-12 vraagt [telefoonnummer] of M ook verkoopt, [telefoonnummer] beaamt dat en vraagt hoe duur 1 gram is. [telefoonnummer] vraagt
zijn maat hoe duur het is. 25
[telefoonnummer] wil volgende week een bestelling van 2 gram. Adres van [adres] wordt doorgegeven.
17-1: [telefoonnummer] vraagt of [telefoonnummer] woensdag of donderdag in de middag 2 gr langs te brengen
[telefoonnummer] laat weten dat dat kan.
18-1- (de rechtbank begrijpt 18-1-2022) vraagt [telefoonnummer] of [telefoonnummer] morgenmiddag of donderdag middag tijd heeft.
[telefoonnummer] laat weten sws of anders wel een jongen van me. Maken een afspraak voor 2 gr.
Doorzoekingen
Op 2 augustus 2022 heeft een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden in de woning [adres] , [woonplaats] . (het adres waarop verdachte staat ingeschreven).
Tijdens de zoeking werden ook de volgende goederen aangetroffen in de woonkamer:
1. Phone
Geld 940 euro (biljetten 15x50 9x20 1x10)
Briefje met daarop namen en telefoonnummers
2x verblijfsvergunning (niet op naam van de verdachte)
4x rijbewijs, 3x ID bewijs en een paspoort (niet op naam van de verdachte)
Breitling horloge
Phone. [15]
Op 2 augustus 2022 heeft ook een doorzoeking ter inbeslagneming plaatsgevonden in de woning [adres] te [woonplaats] . Uit onderzoek is gebleken dat verdachte [verdachte] regelmatig verblijft op dit adres. Hij staat daar samen met zijn vader, [E] ingeschreven. Uit mast gegevens blijkt dat zijn telefoon bijna dagelijks contact maakt met de mast dicht bij de [adres] te [woonplaats] . [verdachte] is regelmatig gezien bij het genoemde adres. Ook zijn auto staat daar regelmatig geparkeerd. Uit beluisterde gesprekken blijkt, dat hij bijna dagelijks in [woonplaats] is. [16] Tijdens de doorzoeking werd op de slaapkamer van de verdachte het volgende in beslag genomen:
Meerdere typen vermoedelijk verdovende middelen, versnijdingsmiddelen,
verpakkingsmateriaal, een weegschaal, een kentekenbewijs op naam van [F] en meerdere pinpassen die niet op naam van verdachte zijn. [17] Ook werd in de slaapkamer van verdachte een contant geldbedrag aangetroffen van € 340,-. [18]
Op 2 augustus 2022 vond een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in de woning aan het [adres] in [woonplaats] . Tijdens deze doorzoeking werd er onder andere een handgeschreven briefje met (bij) namen en telefoonnummers aangetroffen en inbeslaggenomen. In de tot mij ter beschikking gestelde politiesystemen heb ik deze telefoonnummers onderzocht en gekeken of er een tenaamstelling achterhaald kon worden. Van een aantal is een registratie in BVH van ‘bezit hardddrugs’/gevarenclassificatie: harddruggebruiker. [19]
Bewijsoverwegingen
Met betrekking tot de ten laste gelegde periode en het medeplegen
Op grond van de hiervoor uitgewerkte bewijsmiddelen kan worden bewezen dat op 23 mei 2021 door een afnemer drugs werd besteld bij verdachte en dat verdachte deze drugs door een andere persoon liet afleveren. Hieruit volgt dat verdachte, anders dan verdachte zelf heeft verklaard, in mei 2021 al handelde in cocaïne in samenwerking met een andere persoon. Uit de hiervoor uitgewerkte bewijsmiddelen volgt ook dat zowel verdachte als de medeverdachte [medeverdachte 1] gebruik maakten van, onder meer, [medeverdachte 2] , veelal aangeduid als “ [bijnaam] ”, om de bestelde drugs af te leveren.
Het dossier bevat onvoldoende informatie om te kunnen vaststellen dat verdachte ook al vóór de datum van 23 mei 2021
samen met anderenactief was in de handel in harddrugs. De aangetroffen ‘poflijst’ op de IPad 2 van verdachte, met aanmaakdatum 2 november 2018, is op zich onvoldoende om deze gevolgtrekking te kunnen dragen, nu verder bewijs voor enige samenwerking met anderen ten aanzien van deze drugshandel over de periode vóór 23 mei 2021 ontbreekt en ook niet uit deze zogenoemde poflijst kan worden afgeleid. In de periode vóór 23 mei 2021 zijn weinig aan handel in drugs gerelateerde gesprekken van verdachte in het dossier voorhanden. Het door de officier van justitie aangehaalde gesprek tussen verdachte en Visser, waarin Visser tegen verdachte zegt dat hij al drie jaar bij verdachte koopt, vindt de rechtbank onvoldoende om de pleegperiode te verlengen. De rechtbank stelt de aanvangsdatum van de ten laste gelegde periode waarbij verdachte samen met een ander of anderen in cocaïne handelde dan ook op 23 mei 2021.
Voornoemd beeld van de samenwerking, waarbij de drugs bij verdachte werd besteld en verdachte of een ander - op aansturen van verdachte - de drugs leverde, wordt bevestigd door de bevindingen van de verbalisanten op de observatie dag van 18 mei 2022, waarbij ook live werd meegeluisterd met de diverse telefoongesprekken. De verbalisanten horen dat bij verdachte drugs wordt besteld en horen en zien vervolgens dat deze drugs wordt afgeleverd door “ [bijnaam] ”, die bij de afnemer kennelijk bekend is als persoon die vaker drugs aflevert voor verdachte. Kort daarna ontvangt de medeverdachte [medeverdachte 1] een bestelling van drugs, waarna dezelfde persoon, te weten “ [bijnaam] ” deze drugs bezorgt op het afgesproken adres.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en een of meer anderen, die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het onder feit 1 en feit 4 ten laste gelegde medeplegen bewezen.
Voorbereiding van handel in harddrugs(feit 4)
Over de rol van verdachte bij de voorbereiding van de handel in cocaïne overweegt de rechtbank dat op beide verblijfsadressen van verdachte contant geld en diverse goederen en voorwerpen zijn aangetroffen die gerelateerd kunnen worden aan drugshandel. Verdachte heeft ter terechtzitting ook verklaard dat hij drugs heeft verstrekt aan anderen. Gelet op de hiervoor uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met een ander of anderen, ook heeft bezig gehouden met diverse voorbereidingshandelingen ten behoeve van het bewerken/verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van de verdovende middelen in de zin van de Opiumwet zoals onder feit 4 is ten laste gelegd.
Witwassen(feit 7)
In de woningen waar verdachte verbleef zijn contante geldbedragen aangetroffen ter waarde van 1.280 euro (in coupures van €50, €20 en €10), een Rolex horloge en een Breitling horloge. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de in de woning aangetroffen geldbedragen opbrengsten betreffen van legale schoonmaakwerkzaamheden en het Breitling horloge oud en kapot zou zijn en dus van (veel) minder waarde dan een nieuw Breitling horloge. Nu de rechtbank bewezen acht dat verdachte handelde in harddrugs en daartoe ook de nodige gebruiksvoorwerpen in huis had, en gezien de voor drugshandel vaak gebruikte kleinere coupures, ligt het op de weg van verdachte om een voldoende concrete en verifieerbare verklaring te geven voor de herkomst van het geld en de horloges. Dat heeft verdachte ten aanzien van het geld en het Breitling horloges niet gedaan. De rechtbank concludeert daarom dat het niet anders kan dan dat het in de woning van verdachte gevonden geldbedragen en het Breitling horloge, onmiddellijk of middellijk, geheel of gedeeltelijk, afkomstig is uit enig (eigen) misdrijf en dat verdachte dat ook wist.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het witwassen van het aangetroffen Rolex-horloge. Ter terechtzitting heeft de verdediging een brief van de vader van verdachte overgelegd, waarin wordt gesteld dat dit horloge een erfstuk is en eigendom is van de vader van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat ten aanzien van dit horloge sprake is van witwassen. De rechtbank zal verdachte in zoverre vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 2, onder 3, onder 5 en onder 6 ten laste gelegde
Deze feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 2 augustus 2022, genummerd 20220802.1102, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 44-45;
(feit 2 en feit 3)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen afwegen hennep, van 3 augustus 2022, genummerd 2022027345, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 176;
(feit 2)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2022, genummerd PL0900-2022027345-49, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 177;
(feit 2)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 4 augustus 2022, genummerd PL0900-2022027345-51, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 178-182;
(feit 3)
- een geschrift, te weten een rapport NFiDENT van 3 augustus 2022, pagina 183;
(feit 3)
- een geschrift, te weten een rapport NFiDENT van 3 augustus 2022, pagina 184;
(feit 3)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 11 november 2022, genummerd 20221111/1130, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, ongenummerd;
(feit 5 en feit 6)
- een in wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 14 oktober 2022, genummerd PL0900-2022027345-66, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 421-425;
(feit 5 en feit 6)
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 10 februari 2023 ten aanzien van feiten 2, 3, 5 en 6.
Overweging ten aanzien van het onder 5 bewezen verklaarde
De rechtbank stelt vast dat de revolver en de meerdere patronen zijn aangetroffen in de slaapkamer van verdachte en dat verdachte wist dat de revolver en de patronen daar lagen. Dit komt gelet op vaste rechtspraak voor wat betreft het voorhanden hebben voor rekening van verdachte. Of deze revolver en patronen ook aan verdachte in eigendom toebehoorden, is voor een veroordeling ter zake handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapen en munitie, niet relevant. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
onder 1
in de periode van 23 mei 2021 tot en met 2 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft bewerkt en/of verkocht en afgeleverd en verstrekt en/of vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
onder 2
op 2 augustus 2022 te Baarn opzettelijk aanwezig heeft gehad 429 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
onder 3
op 2 augustus 2022 te Baarn opzettelijk aanwezig heeft gehad 29,47 gram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en 4,85 gram MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
onder 4
op 2 augustus 2022 te Baarn en Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, om een feit als bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten:
- het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van hoeveelheden cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voorwerpen, stoffen en gelden voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, namelijk:
- 1.280 euro contant geld (in coupures van 50, 20 en 10) en
- ID-kaarten en rijbewijzen en paspoorten en bankpassen en een kentekenbewijs en verblijfsvergunningen van mogelijke afnemers en
- een briefje met telefoonnummers en namen van mogelijke afnemers en
- meer mobiele telefoons en
- een weegschaal en
- mannitol (een versnijdingsmiddel van cocaïne) en
- (drugs)verpakkingsmaterialen;
onder 5
op 2 augustus 2022 te Baarn een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver van het merk Nagant, , kaliber 7.62mm Nagant, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten twee patronen het merk CBC, kaliber .32 S&W en twee patronen van het merk GFL, kaliber 7.62 Nagant en drie patronen van het merk PPU, kaliber 7.62 Nagant en zes patronen van het merk Pobjeda, kaliber 9mm RK en negen patronen van het merk Wadie, kaliber 9mm P.A. PV, voorhanden heeft gehad;
onder 6
op 2 augustus 2022 te Baarn een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
onder 7
op 2 augustus 2022 te Baarn en Amsterdam 1.280 euro en een merkhorloge heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
onder 1
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
onder 2
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
onder 3
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
onder 4
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen/gelden/ stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
onder 5
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III en (met betrekking tot de munitie): handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
onder 6
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
onder 7
witwassen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft opgemerkt dat verdachte niet beter zal worden van een [bijnaam] gevangenisstraf. De raadsman stelt voor om een fors deel van een eventueel op te leggen gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen, in combinatie met de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan handel in harddrugs gedurende een bewezenverklaarde periode van vijftien maanden. Uit de diverse aangetroffen en afgeluisterde gesprekken en de observatie door de politie blijkt dat de rol van verdachte heel wat groter is dan sporadisch wat drugs aan vrienden verkopen. Het gebruik van harddrugs is schadelijk voor de gezondheid van gebruikers. De handel in drugs vormt bovendien een schakel in de keten van criminele ondermijnende activiteiten die de samenleving ernstig ontwricht en overlast kan veroorzaken. Verdachte heeft met zijn handelen daarmee een bijdrage geleverd aan de instandhouding van die keten van criminele activiteiten. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Voorts heeft verdachte zowel softdrugs als harddrugs in zijn bezit gehad. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan voorbereidingshandelingen die betrekking hebben op deze handel in harddrugs en heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen van een geldbedrag en een merkhorloge.
Daarnaast heeft verdachte een revolver en bijbehorende munitie en een stroomstootwapen voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van (vuur) wapens en munitie brengt in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en versterkt bovendien in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 12 oktober 2022, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden eerder is veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet;
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 3 februari 2023, opgesteld door R.T.M. Holthuijsen, reclasseringswerker.
In dit reclasseringsadvies wordt opgemerkt dat de reclassering op maatschappelijk gebied
meerdere risicofactoren ziet. Verdachte is vanwege de preventieve hechtenis zijn
huisvestiging kwijtgeraakt. Verdachte had ten tijde van het delict een eigen onderneming,
maar het is nu de vraag of deze onderneming nog levensvatbaar is. Het sociaal netwerk van
verdachte bestaat uit medegebruikers en mogelijk dealers. Het risico op recidive wordt
ingeschat als hoog, waarmee een toezichtkader geïndiceerd is. Ondanks dat verdachte geen risico’s voor zichzelf ziet, kijkt de reclassering daar anders tegenaan. Een locatieverbod rondom Baarn is naar de mening van de reclassering wenselijk.
De strafmotivering
De ernst van de feiten rechtvaardigt een gevangenisstraf en niet kan worden volstaan met oplegging van een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Verdachte was een gewaarschuwd mens vanwege de eerdere veroordelingen voor Opiumwet delicten, maar deze hebben verdachte er niet van weerhouden zich wederom aan dergelijke delicten schuldig te maken. De rechtbank zal een gedeelte van de gevangenisstraf echter in voorwaardelijke vorm opleggen. Met een deels voorwaardelijk strafdeel wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Tevens maakt dit verder toezicht en begeleiding door de reclassering mogelijk, wat de rechtbank noodzakelijk acht, inclusief de hierna te noemen bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, met aftrek van het reeds ondergane voorarrest, waarvan een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Reclassering, passend en geboden is.
De rechtbank wijkt hierbij af van de eis van de officier van justitie, nu de rechtbank ten aanzien van het eerste feit tot een (veel) kortere bewezenverklaarde periode komt dan de
officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de inbeslaggenomen drugs, weegschaal, administratie, wapens en van andere personen aangetroffen ID-bewijzen, rijbewijzen en bankpassen te onttrekken aan het verkeer. De officier van justitie verzoekt de inbeslaggenomen telefoons, het geld en de horloges verbeurd te verklaren. Het geld en de horloges kunnen worden aangemerkt als opbrengsten van de drugshandel en als voorwerpen die witgewassen zijn.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen opmerkingen gemaakt ten aanzien van het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de volgende inbeslaggenomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Dit betreft de goederen (drugs) zoals genoemd op de als bijlage 2 opgenomen beslaglijst onder de goednummers 44, 45, 46 en 47 en de wapens, genoemd op de beslaglijst onder de goednummers 3 en 23.
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- het inbeslaggenomen geld, op de beslaglijst weergegeven onder de goednummers 1 en 2 en het Breitling horloge;
- de mobiele telefoons, op de beslaglijst weergegeven onder de goednummers 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20 en 22; en
- de administratie, op de beslaglijst weergegeven onder goednummer 29, de weegschaal, weergegeven onder goednummer 42, de 5 zakjes ponypacks, weergegeven onder goednummer 32, de lege verpakking Inositol, weergegeven onder goednummer 36, de mannitol, weergegeven onder goednummer 33 en de diverse van andere personen aangetroffen identiteitsbewijzen, rijbewijzen, bankpassen en kenteken, weergegeven onder de goednummers 24 tot en met 28, 30 en 31, 35, 37 tot en met 41
verbeurd verklaren.
Deze voorwerpen (gelden, horloge) zijn geheel of grotendeels uit de baten van het strafbare feit verkregen en deze voorwerpen (de mobiele telefoons, administratie, weegschaal, mannitol en diverse identiteitsbewijzen/bankpassen/rijbewijzen/kenteken) zijn bestemd tot het begaan van het bewezen verklaarde misdrijf.
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten: een zwarte portemonnee, weergegeven onder goednummer 43.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 57, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2, 3, 10, 10a en 11 van de Opiumwet, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder 1, onder 2, onder 3, onder 4, onder 5, onder 6 en onder 7 heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het onder 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 24 (vierentwintig) maanden:
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een
gedeelte van 6 (zes) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van twee jarenvast;
- als
algemenevoorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- als
bijzonderevoorwaarden gelden dat verdachte:
* zich binnen twee dagen na het ingaan van de proeftijd telefonisch meldt bij Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179 in Den Haag. De meldplichtgesprekken met de reclassering vinden plaats op het politiebureau in Den Haag, zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
* zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
* zich niet bevindt in de gemeente Baarn en omstreken, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
* meewerkt aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
- waarbij de Reclassering Nederland opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer: de goednummers 3, 23, 44, 45, 46 en 47;
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd: de goednummers 1, 2, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 35, 36, 37 en 42;
- gelast de teruggave aan verdachte van een zwarte portemonnee; goednummer 43.
Dit vonnis is gewezen door mr. O. Böhmer, voorzitter, mrs. H.A. Gerritse en N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Gardenier, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 februari 2023.
Bijlage 1: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 2 november 2018 tot en met 2 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 2 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 429 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer
dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op of omstreeks 2 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 29,47 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of ongeveer 4,85 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangegeven krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 2 augustus 2022 te Baarn en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of
- het opzettelijk vervaardigen van cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, namelijk:
- ongeveer 1.280 euro (contant) geld (in coupures van 50, 20 en 10), althans een hoeveelheid (contant) geld, en/of
- (een) ID-kaart(en) en/of rijbewij(s)zen en/of paspo(o)rt(en) en/of bankpas(sen) en/of kentekenenbewij(s)z(en) en/of verblijfsvergunning (en) van (een) mogelijke afnemer(s) en/of
- een briefje met telefoonnummers en/of namen van (een) mogelijke afnemer(s) en/of
- een of meer mobiele telefoon (s) en/of
- een weegschaal en/of
- mannitol (een versnijdingsmiddel van cocaïne) en/of
- een of meer (drugs)verpakkingsmateria(a)l(en);
5
hij op of omstreeks 2 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver, van het merk Nagant, nader te bepalen type, kaliber 7.62mm Nagant zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten twee patronen, althans een of meerdere patro(o)n(en), van het merk CBC, kaliber .32 S&W en/of twee patronen, althans een of meerdere patro(o)n(en), van het merk GFL, kaliber 7.62 Nagant en/of drie patronen, althans een of meerdere patro(o)n(en), van het merk PPL), kaliber 7.62 Nagant en/of zes patronen, althans een of meerdere patro(o)n(en), van het merk Pobjeda, kaliber 9mm RK en/of negen patronen, althans een of meerdere patro(o)n(en), van het merk Wadie, kaliber 9mm P.A. PV voorhanden heeft gehad;
6
hij op of omstreeks 2 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland, een wapen van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, zijnde een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
7
hij op of omstreeks 2 augustus 2022 te Baarn en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (van) een ongeveer 1.280 euro, althans een hoeveelheid geld, en/of een of meer merkhorloge(s), althans een of meer voorwerp(en),de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld dan wel heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den), en/of ongeveer 1.280 euro, althans een hoeveelheid geld, en/of een of meer merkhorloge(s), althans een of meer voorwerp(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) -onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.
Bijlage 2: Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel
1. EUR IBG 02-08-2022 340 Deponeren
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731948)
2 940 EUR IBG 02-08-2022 940 Deponeren
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731896)
3 1 STK Wapen 117 Sv - Vernietigen(Omschrijving: PL0900-2022027345-G3054284
GASDRUKPISTOOL, KALIBER 5.5 MM
, Bruin, merk: Diana)
6 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731909
, Goud, merk: Apple)
7 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731895
, Zwart, merk: Apple)
9 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731994
, Zwart, merk: Motorola)
10 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731995
, Zwart, merk: Samsung)
11 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731883
, Zilverkleurig, merk: Apple)
12 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731884
, Wit, merk: Apple)
13 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731885
, grijs, merk: Apple)
14 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731888, Wit, merk: Apple)
15 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731889
, Zilver, merk: Apple)
16 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731891
, Zwart, merk: Alcatel)
17 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731892
GSM Nokia zwart groot
, Zwart, merk: Nokia)
18 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731915
, Goud, merk: Apple)
19 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731916
Telefoon zwaar beschadigd.
, Zilver, merk: Apple)
20 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731917
, Zilver, merk: Apple)
22 1 STK Telefoontoestel 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731919
, Zwart, merk: Nokia)
23 8 STK Niet te definieren goederen 117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731967Pijltjes voor kruisboog)
24 1 STK Kentekenbewijs
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731967
kentekenbewijs [kenteken] )
25 1 STK Rijbewijs
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731902
rijbewijs [naam] , Roze)
26 1 STK Identiteitsbewijs
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731903
ID kaart [naam] )
27 1 STK Rijbewijs
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731904
rijbewijs [naam] , Roze)
28 1 STK Rijbewijs
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731905
rijbewijs [naam] , Roze)
29 1 STK Administratie
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731897
briefje met o6 nummers en namen, wit)
30 1 STK Rijbewijs
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731899rijbewijs AH Brevoort, roze)
31 1 STK Verblijfsvergunning
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731900
verblijfsvergunning [naam] , Roze)
32 5 STK Niet te definieren goederen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_732020
5 zakjes Ponypacks in Nike schoenendoos, Rood, merk: Nike)
33 1 STK Medicijn
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731949
64 gram mannitol, Wit, merk: mannitol)
34 1 STK Weegschaal
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731950
, Zwart/Zilver, merk: Onbekend)
35 1 STK Bankpas
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731953
Bankpasje ABN-AMRO, Groen, merk: ABN AMRO)
36 1 STK Niet te definieren goederen
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731969
Lege verpakking INOSITOL 250 gr € 45,-)
37 1 STK Bankpas
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731970
Rabo Bankpas [naam] )
38 1 STK Bankpas
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731971
Bankpas ING tnv heer [naam] , ING)
39 1 STK Bankpas
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731972
Bankpas SNS tnv [naam] , Paars, merk: SNS)
40 1 STK Bankpas
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731974
Bankpas SNS tnv [naam] , Paars, merk: SNS)
41 1 STK Bankpas
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731975
Bankpas ING tnv [naam] , Oranje, merk: ING)
42 1 STK Weegschaal
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731886
, Zwart, merk: On balance)
43 1 STK Portemonnee
(Omschrijving: PL0900-MD3R022021_731887
zwarte portemonnee, Zwart, merk: ONBEKEND)
44 6 STK Cocaine
(Omschrijving: PL0900-2022027345-G3026544
COCAINE UIT WONING C. SUMM-IT NUMMER C.04.01.004)
45 1 STK Cocaine
(Omschrijving: PL0900-2022027345-G3026560
WIT LOS POEDER MET MESJE UIT WONING C.04.01.011, WIT)
46 1 STK Cocaine
(Omschrijving: PL0900-2022027345-G3026564
POEDER IN METALEN KIST UIT WONING C.04.01.014)
47 1 STK Cocaine
(Omschrijving: PL0900-2022027345-G3026574
ROZE PILLEN UIT WONING C.04.01.005)

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal bevinden, te weten een proces-verbaal voorgeleiding van 4 augustus 2022, een proces-verbaal raadkamer van 16 augustus 2022 (getiteld dossier raadkamer 18-8-2022), een einddossier van 31 oktober 2022, alsmede een proces-verbaal van bevindingen van 11 november 2022 (allen met onderzoeksnummer MD3R022021/2ON22BRONS), volgens de in dit dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pag. 303 (proces-verbaal van bevindingen)
3.Pag. 305 (proces-verbaal van bevindingen)
4.Pag. 307 (proces-verbaal van bevindingen)
5.Pag. 126-127 (proces-verbaal van bevindingen)
6.Pag. 132 (proces-verbaal van bevindingen)
7.Pag. 133 (proces-verbaal van bevindingen)
8.Pag. 134 (proces-verbaal van bevindingen)
9.Pag. 137 (proces-verbaal van bevindingen)
10.Pag. 138 (proces-verbaal van bevindingen)
11.Pag. 141 (proces-verbaal onderzoek verdovende middelen)
12.Pag. 143 (Een rapport NFiDENT)
13.Pag. 249 (proces-verbaal van bevindingen)
14.Pag. 250 (proces-verbaal van bevindingen)
15.Pag. 36 (proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming)
16.Pag. 39 (proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming)
17.Pag. 44 (proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming)
18.Ongenummerd: kennisgeving van inbeslagneming
19.Pagina 345 (proces-verbaal van bevindingen)