Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
- [minderjarige] en de vader hebben één keer per week op vrijdag twee uur omgang onder begeleiding van Konfia;
- [minderjarige] en de vader hebben één keer per week één uur omgang op een openbare plek in [plaats] (bijvoorbeeld een bibliotheek, kinderboerderij of speeltuin), waarbij de moeder zelf aanwezig kan zijn of iemand anders daarvoor kan benaderen als zij dat wenselijk vindt, waarbij de vader de aanwezigheid van die persoon dient te accepteren. Dit omgangsmoment vindt plaats op dinsdag van 9.00 uur tot 10.00 uur;
- met dien verstande dat indien de moeder niet uiterlijk 24 uur voor het omgangsmoment op dinsdagochtend aan de vader heeft doorgegeven wie als begeleider mee komt, de vader daartoe iemand aanwijst.
4.De beoordeling
Ten geleide
dickpicsvan de vader in het geding te brengen, die hij kennelijk aan een nicht heeft gestuurd. De voorzieningenrechter is niet bijzonder geïnteresseerd in ’s mans geslachtsdeel. Die piemel is ook totaal niet relevant voor de beoordeling van de vorderingen. Ook de impliciete suggestie van de moeder dat de vader een zedenrisico is (door de redenering: hij is vroeger seksueel misbruikt, slachtoffers worden vaker dan gemiddeld dader, dus…), is werkelijk beschamend. Als dit de manier is waarop deze ouders met elkaar om menen te moeten gaan, dan maakt de voorzieningenrechter zich grote zorgen over hun toekomst en die van hun zoon.
5.De beslissing
- [minderjarige] verblijft iedere maandag en vrijdag bij zijn vader van 9.00 uur tot 12.30 uur;
- hij verblijft bij zijn vader op Tweede Kerstdag (dinsdag 26 december 2023) van 11.00 uur tot 18.00 uur en op vrijdag 29 december 2023 van 9.00 uur tot 12.00 uur;
- de omgang vindt plaats
- [minderjarige] wordt gehaald en gebracht door diens opa en/of oma van vaderszijde of, als zij niet kunnen, door een door de vader aan te wijzen derde,