ECLI:NL:RBMNE:2023:7205

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
4 januari 2024
Zaaknummer
16-600919-11
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een psychische stoornis en recidivegevaar

Op 18 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde betrokkene, geboren in 1981 te Curaçao. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) met één jaar toegewezen. De tbs was eerder beëindigd onder voorwaarden, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de maatregel vereisen. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende rapporten, waaronder een reclasseringsadvies en een Pro Justitia-rapport van een psychiater, die beiden concludeerden dat er nog steeds sprake is van een stoornis en een hoog recidivegevaar. De betrokkene ontkent psychiatrisch ziek te zijn en heeft weinig probleembesef, maar accepteert de voorwaarden van de tbs, waaronder medicatiegebruik. De rechtbank benadrukt het belang van monitoring van de betrokkene's toestand en de noodzaak van begeleiding bij zijn overgang naar zelfstandig wonen. De beslissing om de tbs te verlengen is genomen met inachtneming van de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-600919-11 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 18 december 2023
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1981 te Curaçao,
volgens de Basisregistratie personen geregistreerd op het adres:
[adres] , [plaats 1] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 29 december 2011 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich heeft schuldig gemaakt aan diefstal met geweld;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 4 januari 2013;
  • de beslissing van deze rechtbank van 14 maart 2022, waarbij de termijn van tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar en waarbij de verpleging van overheidswege onder voorwaarden is beëindigd;
  • de voortgangsverslagen over de periode 14 maart 2022 tot en met 4 juli 2023;
  • het reclasseringsadvies van 24 november 2023, opgemaakt door C. Harwig (reclasseringswerker);
  • de vordering van de officier van justitie van 4 december 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met één jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 14 december 2023, opgemaakt door A. Gerritsen, psychiater.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 18 december 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A.C.M. Beneken genaamd Kolmer;
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle;
- C. Harwig, reclasseringswerker.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Ook is het recidiverisico nog aanwezig.
Volgens de reclassering is er een laag-gemiddeld risico op recidive als betrokkene zijn medicatie gebruikt, er aandacht is voor zijn psychisch welzijn, er stabiliteit bestaat op leefgebieden als wonen, werk en financiën en hij geen verdovende middelen gebruikt.
Echter, als het dwingend kader wegvalt en betrokkene geen enkele begeleiding meer krijgt is de verwachting dat hij zal stoppen met de anti-psychotische medicatie en hulpverleners buiten de deur zal houden. De problemen op leefgebieden als werk en financiën zullen dan toenemen en betrokkene zal meer spanningen gaan ervaren waardoor de realiteitstoetsing (nog) meer verstoord kan raken, met als gevolg toenemend wantrouwen en achterdocht naar zijn omgeving en een verhoogde krenkbaarheid. Daarom wordt het risico bij beëindiging van de maatregel ingeschat als oplopend tot hoog.
De reclassering adviseert de tbs te verlengen met één jaar.

4.Het standpunt van de onafhankelijk deskundige

De psychiater concludeert dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Ook is er nog sprake van recidive risico. Volgens de psychiater is te verwachten dat betrokkene zonder de structuur en controle van een verblijf in een instelling de inname van het antipsychoticum zal staken, opnieuw psychotisch zal worden en vanuit zijn achterdocht en/of krenkbaarheid in conflict zal komen met zijn omgeving en zowel verbaal als fysiek agressief zal reageren.
Als betrokkene zonder professionele begeleiding op straat komt te staan, dan wordt de kans op een nieuw geweldsdelict op zowel de korte termijn (binnen een half jaar) als op de (middel)lange termijn (6 maanden tot 2 jaar en langer dan 2 jaar) als hoog ingeschat.
De psychiater adviseert de tbs te verlengen met één jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting zijn vordering tot verlenging van de tbs met één jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering — kan de tbs worden verlengd?
Betrokkene is bij vonnis van 29 december 2011 veroordeeld voor diefstal met bedreiging met geweld. Het hof heeft dit vonnis bekrachtigd bij arrest van 20 december 2012. De tbs is niet gemaximeerd. Uit het arrest blijkt dat sprake was van een misdrijf dat was gericht tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Omdat de tbs niet is gemaximeerd kan de tbs worden verlengd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bij betrokkene. De psychiater komt tot de volgende diagnose:
- schizofrenie,
- een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis in langdurige remissie onder
gecontroleerde omstandigheden en
- een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met paranoïde, schizoïde, antisociale en narcistische trekken.
De reclassering heeft verwezen naar de diagnostiek van de Van Mesdagkliniek (2021) die in grote lijnen overeenkomt met de diagnose van de psychiater. De rechtbank is van oordeel dat het verschil in diagnose niet van doorslaggevende betekenis is voor de vraag of sprake is van een stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling op grond waarvan de tbs verlengd kan worden.
Het recidivegevaar wordt door de reclassering en de psychiater bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het reclasseringsadvies en de rapportage van de psychiater te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
De rechtbank is, gelet op het verlengingsadvies, het advies van de onafhankelijk psychiater en hetgeen verder ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de tbs eist. De rechtbank is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
De rechtbank concludeert op grond van de adviezen en hetgeen ter zitting is besproken dat het kader van de tbs nog nodig is om te voorkomen dat betrokkene in herhaling vervalt.
Hoewel het risico op herhaling onder de gegeven omstandigheden laag-gemiddeld wordt ingeschat gaan de psychiater en de reclassering ervan uit dat dit risico, als de tbs op dit moment wordt beëindigd, door een samenloop van opeenvolgende omstandigheden snel zal oplopen naar hoog.
Betrokkene ontkent psychiatrisch ziek te zijn, heeft (vrijwel) geen probleembesef en probleeminzicht. Wel accepteert betrokkene de geldende voorwaarden van de tbs, waaronder het gebruik van medicatie. Op dit moment is sprake van een instabieler beeld, een toename van achterdocht en negatieve gedachten, waarschijnlijk door de tijdelijke verlaging van de dosering van de medicatie rond mei 2022. In september 2023 is de oude dosering van de medicatie hervat; het effect daarvan zal pas na verloop van tijd (enkele maanden) duidelijk worden.
In de afgelopen periode was betrokkene 4 dagen per week werkzaam op een interne metaalafdeling van [bedrijf] in [vestigingsplaats] , maar zijn contract is in november 2023 niet verlengd. Betrokkene verblijft op dit moment nog op een locatie voor begeleid wonen van de [locatie] in [plaats 2] , maar het is de bedoeling dat hij zelfstandig zal gaan wonen, met ambulante begeleiding.
De rechtbank vindt het van belang dat vinger aan de pols wordt gehouden of het hervatten van de oude dosering van de medicatie leidt tot een afname van de achterdocht en een stabiel(er) functioneren van betrokkene. Verder is van belang dat wordt gemonitord in hoeverre sprake is van psychotische signalen, boosheid/irritaties en angst/spanning en dat betrokkene zich onthoudt van het gebruik van verdovende middelen. Ten slotte is het ook in belang van betrokkene dat hij wordt begeleid bij het zoeken van nieuwe dagbesteding en bij de overgang van de [locatie] naar zelfstandig wonen met ambulante begeleiding. Als dit allemaal goed verloopt is niet ondenkbaar dat de tbs over een jaar kan worden beëindigd (met een zorgmachtiging voor het, zo nodig, kunnen inzetten van onvrijwillige zorg, bijvoorbeeld bij weigering tot inname van medicatie).
De rechtbank zal daarom de maatregel met één jaar verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank
  • verstaat dat de verpleging van overheidswege van [betrokkene] bij vonnis van deze rechtbank van 14 maart 2022 onder voorwaarden is beëindigd en
  • verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling
    met één jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. L.M.M. Heppe en H.J. van Woudenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen – van der Hoek, griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2023.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat deze beslissing te ondertekenen.