Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking uitgesproken in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming tegen de ouders van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Raad verzocht om beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders, omdat de kinderen sinds 7 juni 2021 onder toezicht staan van de gecertificeerde instelling (GI) en met spoed uit huis zijn geplaatst. De ouders zijn het niet eens met dit verzoek, maar de rechtbank oordeelt dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd in de thuissituatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de zorg en opvoeding van de kinderen te dragen, mede door ernstige zorgen die naar voren zijn gekomen uit een NIFP-onderzoek. De rechtbank heeft besloten het gezag van de ouders te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank benadrukt dat het belangrijk is dat de kinderen in een veilige en stabiele omgeving opgroeien, en dat de ouders betrokken blijven in hun leven, ook al hebben zij geen gezag meer. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.