ECLI:NL:RBMNE:2023:7139

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
567888 / HA RK 23-244
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken behandelend rechter

In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 19 december 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechter in functie, de rechtbank en de rechtspraak in een lopende zaak. De wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland heeft op 28 december 2023 besloten om het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk te verklaren. De reden hiervoor is dat er nog geen behandelend rechter is toegewezen aan de hoofdzaak, die op 20 december 2023 is gedagvaard. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er pas een wrakingsverzoek kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt, en aangezien dit nog niet het geval is, kan verzoeker niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.

Daarnaast is het wrakingsverzoek tegen de rechtbank en de rechtspraak ook niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer heeft geoordeeld dat een wrakingsgrond moet liggen in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Aangezien er geen individuele rechter is die de hoofdzaak behandelt, is er geen basis voor een wrakingsverzoek tegen de rechtbank als geheel. De wrakingskamer heeft de griffier opgedragen om deze beslissing aan verzoeker en de president van de rechtbank te sturen, en heeft bepaald dat de procedure van verzoeker met zaaknummer 10783458 UC 23-7618 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer/rekestnummer: 567888 / HA RK 23-244
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van
28 december 2023
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv) van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
(hierna: verzoeker).

1.De procedure

1.1.
Verzoeker heeft met de op 19 december 2023 ter griffie van deze rechtbank ingekomen brief een verzoek tot wraking ingediend van de rechter in functie, de rechtbank en de rechtspraak in de zaak met zaaknummer 10783458 UC 23-7618.
1.2.
De wrakingskamer heeft, gelet op het onderstaande, afgezien van een mondelinge behandeling.
1.3.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

Ten aanzien van de wraking van de rechter
2.1.
Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
In de hoofdzaak is een dagvaarding aangebracht tegen 20 december 2023, op welke datum verzoeker (schriftelijk of mondeling) een conclusie van antwoord kon indienen. Na ontvangst van de dagvaarding heeft verzoeker zijn wrakingsverzoek ingediend. Zodra een datum voor een mondelinge behandeling is bepaald of er een vonnis volgt, zal er een rechter aan de hoofdzaak worden toegewezen die de zaak inhoudelijk behandelt. In dat stadium bevindt de hoofdzaak zich nog niet.
2.3.
Nu er nog geen sprake is van een behandelend rechter, zal de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in het wrakingsverzoek.
Ten aanzien van de wraking van de rechtbank en de rechtspraak
2.4.
Uit artikel 36 Rv volgt dat een wrakingsgrond gelegen moet zijn in feiten of omstandigheden die de persoon van de rechter betreffen. Hieruit volgt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. Voor zover het wrakingsverzoek is gericht tegen (alle rechters van) de rechtbank Midden-Nederland en de rechtspraak overweegt de wrakingskamer dat er geen sprake is van een wrakingsverzoek in de zin van de wet. Verzoeker is daarom ook niet-ontvankelijk in dit verzoek.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoeken;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoeker met zaaknummer 10783458 UC 23-7618 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. N.M. Spelt en
mr. L.C. Michon als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. E.F.Q. van Dooren, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.