ECLI:NL:RBMNE:2023:713

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
16/277207-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van Corona vaccinatiebewijzen door GGD medewerker

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die als medewerker van de GGD betrokken was bij de vervalsing van meerdere Corona vaccinatiebewijzen. De verdachte, geboren in 2001, heeft in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021, samen met anderen, valselijk in het CoronIT-systeem van de GGD vermeld dat bepaalde personen waren gevaccineerd tegen Covid-19. Dit leidde tot de creatie van valse vaccinatiebewijzen en QR-codes. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen in het systeem heeft ingelogd en gegevens heeft veranderd, wat resulteerde in de valsheid van de documenten. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 9 maanden, een taakstraf van 240 uren en een geldboete van € 900,- geëist. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden, een taakstraf van 240 uren en een geldboete van € 900,-. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en gezondheidsproblemen, maar heeft ook de ernst van de feiten en het misbruik van zijn functie als GGD-medewerker zwaar laten wegen. De uitspraak benadrukt het belang van integriteit in de publieke sector, vooral in de context van de volksgezondheid.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/277207-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 22 februari 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2001] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 februari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. R.E. Craenen en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. B.J. de Bruijn, advocaat te Den Haag, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn, Utrecht en/of Woerden, samen met anderen, valselijk in het CoronIT-systeem van de GGD heeft vermeld dat een bepaald persoon was gevaccineerd tegen Covid-19, waardoor een vals vaccinatiebewijs en/of QR vaccinatie-code in de coronacheck-app kon worden opgemaakt;
feit 2
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn, Utrecht en/of Woerden, samen met anderen, in een computersysteem en/of servers van de GGD is binnengedrongen en vervolgens een registratiekaart coronavaccinatie heeft overgenomen en/of uitgeprint;
feit 3
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn, Utrecht en/of Woerden, samen met anderen, gegevens in het CoronIT-systeem heeft veranderd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte zich het ten laste gelegde niet meer goed herinnert. Verdachte erkent dat hij op enig moment thuis heeft ingelogd in de systemen van de GGD en daar veranderingen heeft aangebracht. Maar hij kan voor het overige een en ander niet meer goed herinneren of uitleggen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De rechtbank noemt hierna de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel baseert. De bewijsmiddelen worden telkens alleen gebruikt voor het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze, zoals blijkt uit de inhoud, kennelijk betrekking hebben.
Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens de GGD Regio Utrecht:
Op 20 september 2021 om 10:30 kreeg de regio coördinator van dienst een melding dat
een oplettende buddy op locatie [locatie] afwijkende registraties constateerde.
In de melding stond het volgende:
Goedendag,
Ik ontvang een melding van 1 van onze locaties dat er dossiers worden ingevuld en
afgesloten door een medewerker die vandaag niet aan het werk is. Het gaat om [verdachte] , onder andere deze dossiers:
- [dossiernummer] : [A]
- [dossiernummer] : [B ]
Het was afwijkend dat de dienst nog maar net opgestart was en er al twee mensen
geregistreerd waren als 'gevaccineerd'. Praktisch gezien was dat op dat tijdstip nog
niet mogelijk. Daarnaast was het opvallend dat de persoon die deze cliënten
registreerde, [verdachte] , deze dag niet ingepland stond om te werken. Aangezien hij niet op locatie was, had hij geen bevoegdheid deze twee mensen af te vinken als zijnde gevaccineerd. [2]
[verdachte] had binnen de GGD als medewerker administratie COVID vaccinaties, de rol
als 'Admin'. Gezien het feit dat een admin enkel fysiek op locatie van de GGD werkt, had hij geen enkele reden om vanaf een andere locatie in te loggen. Daarnaast was hij niet ingeroosterd op 20 september 2021, waardoor hij niet bevoegd was om handelingen binnen CoronIT te verrichten. [3]
Een geschrift, te weten een overzicht uren [verdachte]
*Het geschrift is i.v.m. de herleidbaarheid naar personen verwijderd. [4]
Het proces-verbaal van binnentreden in woning:
Op 20 september 2021 trad ik binnen in de woning [adres] te [woonplaats] , bewoond door: [verdachte] [2001] . [5]
In de woning werd in beslag genomen: - iPhone 11 [6]
Het proces-verbaal van verhoor verdachte:
V: We hebben 2 telefoons en een iPad in beslag genomen. Wat vind je daarvan?
A: alleen de iPhone 11 is van mij. [7]
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [B ]:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11in beslag genomen. Er is een conversatie gevonden tussen gebruiker [gebruikersnaam 1] en [verdachte] . Ik zag een bericht van 19 september 2021 waarin [gebruikersnaam 1] aan [verdachte] vroeg om hem in te plannen. Ik zag dat [verdachte] op dezelfde dag om 17.45 uur een link stuurde voor het maken van een coronavaccinatie afspraak. Daarna stuurde [gebruikersnaam 1] een screenshot van een afspraak bij de GGD op 20 september 2021 om 09.15 uur. De volgende dag, op 20 september 2021 om 09.10 uur, vroeg [gebruikersnaam 1] aan [verdachte] of het was gelukt. [verdachte] stuurde om 09.42 uur een bericht dat het was gelukt samen met een afbeelding van een registratiekaart coronavaccinatie. [8]
Logging van de GGD
Ik zag in de loggegevens van de GGD dat [verdachte] op 20 september om 09:31 uur ingelogd was op het CoronIT systeem vanaf IP adres: [IP-adres] . Dit IP-adres is kwam uit op het huisadres van [verdachte] . Ik zag in de logging dat [verdachte] verschillende handelingen verrichte
in het dossier van [B ] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [C]
:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen. Er is een conversatie gevonden tussen gebruiker [gebruikersnaam 2] en [verdachte] . [verdachte] stuurde op 14 augustus 2021 om 21.13 uur een bericht met de tekst: "Stuur me is je naam achternaam en BSN". Direct daarna stuurde [gebruikersnaam 2] drie berichten met de teksten: “oke", [C] ” en " [BSN nummer] ". Het BSN hoort bij [C] . Kort samengevat zag ik dat [verdachte] op 14 augustus 2021 een link stuurde voor het maken van een coronavaccinatie afspraak. De afspraak kon niet doorgaan omdat het te "heet" was. Vervolgens werd er een nieuwe afspraak gepland voor 18 augustus 2021 om 10.30 uur. Om 13.03 uur stuurde [verdachte] een afbeelding van een registratiekaart coronavaccinatie op naam van [C] . [9]
GGD Logging
Uit de gegevens en logging van de GGD bleek het volgende:
- [verdachte] opende het dossier van [C] , voegde de gezondheidsverklaring toe en het
formulier voor een enkele vaccinatie. [10]
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [D]:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen.
lk zag een Whatsapp gesprek tussen [verdachte] en [D] . Samengevat zag ik in de gesprekken dat [D] een afspraak bij de GGD moest maken. Later in het gesprek zag ik dat [verdachte] een afbeelding naar [D] stuurde van een registratiekaart coronavaccinatie. [D] gaf aan dat [verdachte] de registratiekaart door de brievenbus mag doen op huisnummer [huisnummer] .
GGD Logging
lk zag in de loggegevens van de GGD dat [verdachte] op 18 augustus 2021 om 12.40 uur het dossier van [D] had geopend en om 12.42 uur een enkele coronavaccinatie had toegevoegd. [11]
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [E]:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen.
Ik zag een gesprek tussen [verdachte] en gebruiker [gebruikersnaam 3] . Vermoedelijk is gebruiker [gebruikersnaam 3] [E] . [gebruikersnaam 3] stuurde een bericht op 1 augustus 2021 met de tekst “ Ja, we beginnen met die van mij", Vervolgens stuurde [gebruikersnaam 3] de naam [E] en BSN [BSN nummer] , wat toebehoord aan [E] .
lk zag dat [gebruikersnaam 3] op 1 augustus 2021 een screenshot naar [verdachte] stuurde van een afspraak
coronavaccinatie. De afspraak stond gepland op 4 augustus 2021 om 15.30 uur in [locatie] .
Vervolgens zag ik dat [verdachte] op 4 augustus 2021 om 14.58 uur een afbeelding stuurde van een registratiekaart coronavaccinatie op naam van [E] . [12]
Logging GGD
lk zag in de logging dat [verdachte] op 4 augustus 2021 om 12.07 uur het dossier van [E] had geopend en een eerste ronde vaccinatie had toegevoegd. [13]
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [A]:
Op 20 september 2021 is bij de aanhouding van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen.
Er is een Snapchat conversatie gevonden tussen
“ [gebruikersnaam 4] ” en “ [gebruikersnaam 5] ” waarin " [gebruikersnaam 4] " op 19 september 2021 persoonlijke informatie en een foto van beide kanten van het rijbewijs van [F] doorgaf aan [verdachte] . Op 20 september 2021 heeft [verdachte] een foto van de registratiekaart coronavaccinatie op naam van [A] gestuurd naar “ [gebruikersnaam 4] ”.
Logging van de GGD
Ik zag in de loggegevens van de GGD dat [verdachte] op 20 september 2021 om 09:31:15 uur ingelogd was op het CoronIT systeem vanaf het volgende IP adres: [IP-adres] . Uit de gegevens is gebleken dat het IP adres [IP-adres] thuis hoort op het woonadres van
[verdachte] . In de logging is te zien dat [verdachte] verschillende handelingen verrichte in het dossier van [A] . [14]
Bewijsoverwegingen
De feiten
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte in de periode vanaf 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021, als medewerker administratie bij de GGD, valselijk registratiekaarten Coronavaccinatie heeft aangemaakt. Dit heeft hij gedaan voor vijf personen, waarmee hij via Whatsapp en Snapchat contact had (hierna te noemen: afnemers). Verdachte wilde van de afnemers hun naam, achternaam en BSN weten en de afnemers moesten een afspraak maken om zich te laten vaccineren. Zodra zij dit hadden gedaan, informeerden zij verdachte hierover. Vervolgens blijkt uit de logging gegevens van de GGD, dat verdachte in het CoronIT-systeem van de GGD de dossiers van de afnemers opende en gegevens veranderde en/of toevoegde. Daarna informeerde verdachte de afnemers dat de vaccinatiestatus was gewijzigd en stuurde daarbij een afbeelding van een geprinte registratiekaart Coronavaccinatie betreffende die afnemer. Deze registratiekaart diende als bewijs dat betrokkene was gevaccineerd tegen COVID-19.
Bewezenverklaring feit 1
De rechtbank is van oordeel dat verdachte meermalen geschriften, te weten de registratiekaarten Coronavaccinatie, valselijk heeft opgemaakt. Telkens als verdachte in het CoronIT-systeem gegevens veranderde of toevoegde en vervolgens met die gewijzigde gegevens een registratiekaart Coronavaccinatie aanmaakte stelde hij een nieuw vals geschrift op. De rechtbank vindt dat verdachte dit tezamen en in verenging met de afnemers heeft gedaan. De afnemers hebben verdachte persoonsgegevens verschaft waarmee verdachte een vaccinatieafspraak kon maken en vervolgens de vaccinatiestatus van de afnemer kon wijzigen. Zonder deze gegevens kon het nieuwe valse geschrift – het vaccinatiebewijs – niet door verdachte worden opgemaakt. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de afnemers.
Bewezenverklaring feit 2, vrijspraak medeplegen (feit 2)
De rechtbank is van oordeel dat ook wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte is binnengedrongen in het CoronIT-systeem van de GGD met een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid. Hij heeft zijn gebruikersnaam en wachtwoord gebruikt voor een ander doel dan waarvoor hij die had gekregen. Hij heeft die handeling bovendien ook verricht op momenten dat hij dat niet mocht doen De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte deze handelingen met iemand anders heeft gedaan of dat er bij deze handelingen sprake was van een nauwe of bewuste samenwerking met iemand Verdachte zal van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring feit 3
De rechtbank is tot slot van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte meerdere keren heeft ingelogd in het CoronIT-systeem van de GGD en in dat systeem gegevens heeft veranderd en/of toegevoegd. Hij heeft immers in dossiers van personen waarvoor hij niet bevoegd was de vaccinatiestatus van die personen veranderd en/of gegevens daaraan toegevoegd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn en Utrecht en Woerden, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een vaccinatiebewijs valselijk heeft opgemaakt, door (telkens) valselijk in het CoronIT-systeem te vermelden dat een bepaald persoon was gevaccineerd tegen Covid-19, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 2
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn en Utrecht en Woerden, meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten (een) computersysteem en de server(s) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), een systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen worden geregistreerd zijn, is binnengedrongen door met behulp van een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het inloggen met een ander doel dan waarvoor hem dat account en wachtwoord ter beschikking stond en waarvoor hem die toegang was toegestaan en hij vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk, waarin hij, verdachte, zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en een ander heeft overgenomen, , immers heeft hij, verdachte, een registratiekaart coronavaccinatie overgenomen en uitgeprint;
feit 3
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn en Utrecht en Woerden, meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk, zijnde
eencomputersysteem en
deserver(s) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), een systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen worden geregistreerd zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, heeft veranderd, immers heeft hij, verdachte, gegevens in het CoronIT-systeem, te weten de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen veranderd en gegevens daaraan toegevoegd met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
De eendaadse samenloop van
:
feit 1
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 2
computervredebreuk, meermalen gepleegd;
feit 3
opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, veranderen, meermalen gepleegd
en
opzettelijk en wederrechtelijk aan gegevens andere gegevens toevoegen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een taakstraf voor de duur van 200 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis;
- een geldboete ter hoogte van € 900,00, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 18 dagen hechtenis
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke misdrijven, hij volgt een opleiding en doet vrijwilligerswerk. Daarnaast heeft de hersenbloeding die verdachte heeft gehad een impact op hem en zijn familie. Bovendien heeft verdachte last van epileptische aanvallen. Naar dat laatste loopt nog nader onderzoek, maar het is wel noodzakelijk dat hij rustig aan doet. Gelet op vorenstaande heeft de raadsman verzocht geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft samen met anderen meerdere valse Corona vaccinatiebewijzen aangemaakt en om dit te kunnen doen zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk en het manipuleren van computergegevens. Verdachte heeft valselijk geregistreerd dat een persoon is gevaccineerd in het daartoe bestemd geautomatiseerd systeem van de GGD.
De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij door zo te handelen misbruik heeft gemaakt van zijn functie als administratief medewerker bij de GGD en het vertrouwen van zijn werkgever ernstig beschaamd. Daarnaast heeft verdachte het vertrouwen van de burger ernstig beschaamd. De samenleving moet immers kunnen vertrouwen op het zorgvuldige handelen van medewerkers in de publieke sector. Te meer daar waar het gaat om de volksgezondheid. De samenleving moet kunnen vertrouwen op de echtheid van documenten waaruit blijkt of betrokkene wel of niet is gevaccineerd nu deze vaccinatiestatus een belangrijke rol kreeg bij de bestrijding van de Corona-crisis waar de samenleving destijds onder gebukt ging. Dit alles lijkt verdachte, op basis van de verklaring en houding van verdachte ter terechtzitting, niet in te zien. Sterker, de rechtbank maakt uit het dossier op dat verdachte voornamelijk handelde vanuit zijn eigen financiële gewin. Uit het dossier volgt dat verdachte met een deel van de personen voor wie hij valselijk vaccinatiebewijzen heeft gemaakt, afspraken heeft gemaakt over het ontvangen van een geldbedrag voor het verkrijgen van de vaccinatiebewijzen. Dit rekent de rechtbank verdachte zeer aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op het strafblad van verdachte van 29 december 2022, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke vermogensdelicten.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van Reclassering Nederland van 6 februari 2023, opgesteld door reclasseringswerker K. Borghuis. In dit rapport wordt onder andere beschreven dat het recidiverisico niet ingeschat kan worden, omdat verdachte zich tot dat moment beriep op zijn zwijgrecht en de reclassering geen verbanden kon leggen tussen de vermeende feiten en de persoonlijke omstandigheden. Verder wordt bij een veroordeling geadviseerd een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering vindt een interventie of toezicht niet nodig. Tot slot wordt geadviseerd het volwassenenstrafrecht toe te passen. De rechtbank zal dit advies overnemen en een straf opleggen conform het volwassenenstrafrecht.
Verder houdt de rechtbank bij het bepalen van de straf rekening met de jonge leeftijd van verdachte en de gezondheid van verdachte. Ter terechtzitting is gebleken dat verdachte herstellende is van een operatie in verband met een hersenbloeding en dat er nog onderzoek loopt naar, wat lijken te zijn, epileptische aanvallen.
De straf
Alles overwegende acht de rechtbank de volgende straffen passend en geboden. De rechtbank zal een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van 2 jaren, opleggen. Hiermee zal verdachte gedurende de proeftijd een flinke stok achter de deur hebben om te voorkomen dat hij (nogmaals) een strafbaar feit pleegt. De rechtbank vindt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend, gelet op de jonge leeftijd van verdachte en zijn gezondheid. Ook speelt mee dat de bewezen verklaarde feiten alweer enige tijd geleden plaatsvonden en niet is gebleken dat verdachte in de tussentijd opnieuw het verkeerde pad op is gegaan.
Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uren opleggen. De rechtbank legt het maximum aantal uren op gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en het feit dat verdachte niet lijkt in te zien wat zijn gedragingen voor impact hebben. Uit de omstandigheid dat verdachte een opleiding volgt en vrijwilligerswerk doet, maakt de rechtbank ook op dat verdachte in staat is om een taakstraf uit te voeren. De rechtbank gaat er bovendien van uit dat de reclassering, voor zover nodig, bij de tenuitvoerlegging van deze taakstraf, rekening houdt met de gezondheid van verdachte.
Tot slot zal de rechtbank een geldboete ter hoogte van € 900,00 opleggen, omdat de rechtbank van oordeel is dat misdaad niet mag lonen. Rekening houdend met de genoemde bedragen in het dossier en het aantal personen waarvan is komen vast te staan dat verdachte de vaccinatiestatus heeft gewijzigd, acht de rechtbank genoemde boete passend en geboden.

9.BESLAG

Onder verdachte is een telefoontoestel van het merk Apple (PL0900-MDRDD21021_687678) in beslag genomen.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de in beslag genomen telefoon verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de in beslag genomen telefoon terug te geven aan verdachte, nu er nog veel foto’s en gesprekken op de telefoon staan waar verdachte waarde aan hecht.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp telefoontoestel verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp is het bewezenverklaarde begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 23, 24c, 33, 33a, 47, 55, 63, 138ab, 225 en 350a van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
240 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen hechtenis;
- veroordeelt verdachte tot een
geldboetevan
€ 900,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 18 dagen;
Beslag
- verklaart verbeurd het in beslag genomen telefoontoestel van het merk Apple (PL0900-MDRDD21021_687678).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Reitsma, voorzitter, mr. A.A.T. Werner en mr. P.J. Blok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 februari 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn en/of Utrecht en/of Woerden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een bestand in het CoronIT-systeem, in gebruik bij de GGD, althans een systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen
worden geregistreerd en/of een vaccinatiebewijs en/of QR vaccinatie-code valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst door (telkens) valselijk in het CoronIT-systeem te vermelden dat een bepaald persoon was gevaccineerd tegen Covid-19 waardoor
een vals vaccinatiebewijs en/of QR vaccinatie-code in de coronacheck-app kon worden aangemaakt met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
feit 2
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn en/of Utrecht en/of Woerden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten (een) computersyste(e)m(en) en/of server(s) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), althans een systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen worden geregistreerd is/zijn binnengedrongen door het doorbreken van een beveiliging
en/of door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse hoedanigheid te weten door het inloggen met een onrechtmatig gebruikt account en/of wachtwoord, althans met een ander doel dan waarvoor hem/hen dat account en/of wachtwoord ter beschikking stond en waarvoor hem/hen die toegang was
toegestaan en hij en/of zijn mededader(s) vervolgens de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk(en), waarin hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich wederrechtelijk
bevond(en), voor zichzelf en/of een ander heeft/hebben overgenomen, afgetapt en/of opgenomen immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) een registratiekaart coronavaccinatie overgenomen en/of uitgeprint;
feit 3
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021 te Alphen aan den Rijn en/of Utrecht en/of Woerden, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van (een) geautomatiseerd(e) werk(en), zijnde computersyste(e)m(en) en/of server(s) van de GGD (het zogenaamde CoronIT-systeem), althans een systeem waarin de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen worden geregistreerd zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, heeft veranderd, gewist, onbruikbaar of ontoegankelijk heeft gemaakt, dan wel andere gegevens daaraan heeft toegevoegd,
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) gegevens in het CoronIT-systeem, te weten de vaccinatiestatus/gegevens omtrent Covid-19 vaccinaties van personen veranderd en/of gewist en/of ontoegankelijk gemaakt
en/of (vervolgens) gegevens daaraan toegevoegd met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 23 februari 2022, genummerd 211208.1332. DOS, opgemaakt door politie Midden-Nederland, Team Digitale Opsporing, doorgenummerd pagina 1 tot en met 229. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens de GGD Regio Utrecht, p. 14.
3.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens de GGD Regio Utrecht, p. 15.
4.Een geschrift, te weten een overzicht uren [verdachte] , p. 24.
5.Het proces-verbaal van binnentreden in woning, p. 219.
6.Het proces-verbaal van binnentreden in woning, p. 220.
7.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 161.
8.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [B ] , p. 117.
9.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [C]
10.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [C]
11.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [D] , p. 128.
12.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [E] , p. 134.
13.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [E] , p. 135.
14.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [A] , p. 136.