4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank noemt hierna de bewijsmiddelen waarop zij haar oordeel baseert. De bewijsmiddelen worden telkens alleen gebruikt voor het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop deze, zoals blijkt uit de inhoud, kennelijk betrekking hebben.
Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] namens de GGD Regio Utrecht:
Op 20 september 2021 om 10:30 kreeg de regio coördinator van dienst een melding dat
een oplettende buddy op locatie [locatie] afwijkende registraties constateerde.
In de melding stond het volgende:
Goedendag,
Ik ontvang een melding van 1 van onze locaties dat er dossiers worden ingevuld en
afgesloten door een medewerker die vandaag niet aan het werk is. Het gaat om [verdachte] , onder andere deze dossiers:
- [dossiernummer] : [A]
- [dossiernummer] : [B ]
Het was afwijkend dat de dienst nog maar net opgestart was en er al twee mensen
geregistreerd waren als 'gevaccineerd'. Praktisch gezien was dat op dat tijdstip nog
niet mogelijk. Daarnaast was het opvallend dat de persoon die deze cliënten
registreerde, [verdachte] , deze dag niet ingepland stond om te werken. Aangezien hij niet op locatie was, had hij geen bevoegdheid deze twee mensen af te vinken als zijnde gevaccineerd.
[verdachte] had binnen de GGD als medewerker administratie COVID vaccinaties, de rol
als 'Admin'. Gezien het feit dat een admin enkel fysiek op locatie van de GGD werkt, had hij geen enkele reden om vanaf een andere locatie in te loggen. Daarnaast was hij niet ingeroosterd op 20 september 2021, waardoor hij niet bevoegd was om handelingen binnen CoronIT te verrichten.
Een geschrift, te weten een overzicht uren [verdachte]
*Het geschrift is i.v.m. de herleidbaarheid naar personen verwijderd.
Het proces-verbaal van binnentreden in woning:
Op 20 september 2021 trad ik binnen in de woning [adres] te [woonplaats] , bewoond door: [verdachte] [2001] .
In de woning werd in beslag genomen: - iPhone 11
Het proces-verbaal van verhoor verdachte:
V: We hebben 2 telefoons en een iPad in beslag genomen. Wat vind je daarvan?
A: alleen de iPhone 11 is van mij.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [B ]:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11in beslag genomen. Er is een conversatie gevonden tussen gebruiker [gebruikersnaam 1] en [verdachte] . Ik zag een bericht van 19 september 2021 waarin [gebruikersnaam 1] aan [verdachte] vroeg om hem in te plannen. Ik zag dat [verdachte] op dezelfde dag om 17.45 uur een link stuurde voor het maken van een coronavaccinatie afspraak. Daarna stuurde [gebruikersnaam 1] een screenshot van een afspraak bij de GGD op 20 september 2021 om 09.15 uur. De volgende dag, op 20 september 2021 om 09.10 uur, vroeg [gebruikersnaam 1] aan [verdachte] of het was gelukt. [verdachte] stuurde om 09.42 uur een bericht dat het was gelukt samen met een afbeelding van een registratiekaart coronavaccinatie.
Logging van de GGD
Ik zag in de loggegevens van de GGD dat [verdachte] op 20 september om 09:31 uur ingelogd was op het CoronIT systeem vanaf IP adres: [IP-adres] . Dit IP-adres is kwam uit op het huisadres van [verdachte] . Ik zag in de logging dat [verdachte] verschillende handelingen verrichte
in het dossier van [B ] .
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [C]
:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen. Er is een conversatie gevonden tussen gebruiker [gebruikersnaam 2] en [verdachte] . [verdachte] stuurde op 14 augustus 2021 om 21.13 uur een bericht met de tekst: "Stuur me is je naam achternaam en BSN". Direct daarna stuurde [gebruikersnaam 2] drie berichten met de teksten: “oke", [C] ” en " [BSN nummer] ". Het BSN hoort bij [C] . Kort samengevat zag ik dat [verdachte] op 14 augustus 2021 een link stuurde voor het maken van een coronavaccinatie afspraak. De afspraak kon niet doorgaan omdat het te "heet" was. Vervolgens werd er een nieuwe afspraak gepland voor 18 augustus 2021 om 10.30 uur. Om 13.03 uur stuurde [verdachte] een afbeelding van een registratiekaart coronavaccinatie op naam van [C] .
GGD Logging
Uit de gegevens en logging van de GGD bleek het volgende:
- [verdachte] opende het dossier van [C] , voegde de gezondheidsverklaring toe en het
formulier voor een enkele vaccinatie.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [D]:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen.
lk zag een Whatsapp gesprek tussen [verdachte] en [D] . Samengevat zag ik in de gesprekken dat [D] een afspraak bij de GGD moest maken. Later in het gesprek zag ik dat [verdachte] een afbeelding naar [D] stuurde van een registratiekaart coronavaccinatie. [D] gaf aan dat [verdachte] de registratiekaart door de brievenbus mag doen op huisnummer [huisnummer] .
GGD Logging
lk zag in de loggegevens van de GGD dat [verdachte] op 18 augustus 2021 om 12.40 uur het dossier van [D] had geopend en om 12.42 uur een enkele coronavaccinatie had toegevoegd.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [E]:
Op 20 september 2021 is in de woning van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen.
Ik zag een gesprek tussen [verdachte] en gebruiker [gebruikersnaam 3] . Vermoedelijk is gebruiker [gebruikersnaam 3] [E] . [gebruikersnaam 3] stuurde een bericht op 1 augustus 2021 met de tekst “ Ja, we beginnen met die van mij", Vervolgens stuurde [gebruikersnaam 3] de naam [E] en BSN [BSN nummer] , wat toebehoord aan [E] .
lk zag dat [gebruikersnaam 3] op 1 augustus 2021 een screenshot naar [verdachte] stuurde van een afspraak
coronavaccinatie. De afspraak stond gepland op 4 augustus 2021 om 15.30 uur in [locatie] .
Vervolgens zag ik dat [verdachte] op 4 augustus 2021 om 14.58 uur een afbeelding stuurde van een registratiekaart coronavaccinatie op naam van [E] .
Logging GGD
lk zag in de logging dat [verdachte] op 4 augustus 2021 om 12.07 uur het dossier van [E] had geopend en een eerste ronde vaccinatie had toegevoegd.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] betreffende [A]:
Op 20 september 2021 is bij de aanhouding van verdachte een iPhone 11 in beslag genomen.
Er is een Snapchat conversatie gevonden tussen
“ [gebruikersnaam 4] ” en “ [gebruikersnaam 5] ” waarin " [gebruikersnaam 4] " op 19 september 2021 persoonlijke informatie en een foto van beide kanten van het rijbewijs van [F] doorgaf aan [verdachte] . Op 20 september 2021 heeft [verdachte] een foto van de registratiekaart coronavaccinatie op naam van [A] gestuurd naar “ [gebruikersnaam 4] ”.
Logging van de GGD
Ik zag in de loggegevens van de GGD dat [verdachte] op 20 september 2021 om 09:31:15 uur ingelogd was op het CoronIT systeem vanaf het volgende IP adres: [IP-adres] . Uit de gegevens is gebleken dat het IP adres [IP-adres] thuis hoort op het woonadres van
[verdachte] . In de logging is te zien dat [verdachte] verschillende handelingen verrichte in het dossier van [A] .
De feiten
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen kan naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte in de periode vanaf 4 augustus 2021 tot en met 20 september 2021, als medewerker administratie bij de GGD, valselijk registratiekaarten Coronavaccinatie heeft aangemaakt. Dit heeft hij gedaan voor vijf personen, waarmee hij via Whatsapp en Snapchat contact had (hierna te noemen: afnemers). Verdachte wilde van de afnemers hun naam, achternaam en BSN weten en de afnemers moesten een afspraak maken om zich te laten vaccineren. Zodra zij dit hadden gedaan, informeerden zij verdachte hierover. Vervolgens blijkt uit de logging gegevens van de GGD, dat verdachte in het CoronIT-systeem van de GGD de dossiers van de afnemers opende en gegevens veranderde en/of toevoegde. Daarna informeerde verdachte de afnemers dat de vaccinatiestatus was gewijzigd en stuurde daarbij een afbeelding van een geprinte registratiekaart Coronavaccinatie betreffende die afnemer. Deze registratiekaart diende als bewijs dat betrokkene was gevaccineerd tegen COVID-19.
Bewezenverklaring feit 1
De rechtbank is van oordeel dat verdachte meermalen geschriften, te weten de registratiekaarten Coronavaccinatie, valselijk heeft opgemaakt. Telkens als verdachte in het CoronIT-systeem gegevens veranderde of toevoegde en vervolgens met die gewijzigde gegevens een registratiekaart Coronavaccinatie aanmaakte stelde hij een nieuw vals geschrift op. De rechtbank vindt dat verdachte dit tezamen en in verenging met de afnemers heeft gedaan. De afnemers hebben verdachte persoonsgegevens verschaft waarmee verdachte een vaccinatieafspraak kon maken en vervolgens de vaccinatiestatus van de afnemer kon wijzigen. Zonder deze gegevens kon het nieuwe valse geschrift – het vaccinatiebewijs – niet door verdachte worden opgemaakt. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de afnemers.
Bewezenverklaring feit 2, vrijspraak medeplegen (feit 2)
De rechtbank is van oordeel dat ook wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte is binnengedrongen in het CoronIT-systeem van de GGD met een valse sleutel en door het aannemen van een valse hoedanigheid. Hij heeft zijn gebruikersnaam en wachtwoord gebruikt voor een ander doel dan waarvoor hij die had gekregen. Hij heeft die handeling bovendien ook verricht op momenten dat hij dat niet mocht doen De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte deze handelingen met iemand anders heeft gedaan of dat er bij deze handelingen sprake was van een nauwe of bewuste samenwerking met iemand Verdachte zal van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring feit 3
De rechtbank is tot slot van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte meerdere keren heeft ingelogd in het CoronIT-systeem van de GGD en in dat systeem gegevens heeft veranderd en/of toegevoegd. Hij heeft immers in dossiers van personen waarvoor hij niet bevoegd was de vaccinatiestatus van die personen veranderd en/of gegevens daaraan toegevoegd.