ECLI:NL:RBMNE:2023:7129
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor de bouw van een sportschool; beoordeling van belanghebbendheid en relativiteitsvereiste
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een sportschool. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.T. de Jong, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning die door de Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tiel was verleend aan de vergunninghouder. Eiseres betoogde dat de vergunning zou leiden tot relevante leegstand en dat haar concurrentiebelangen in het geding waren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de omgevingsvergunning zou leiden tot relevante leegstand, en dat de norm van een goede ruimtelijke ordening niet strekt tot bescherming van haar belangen. Hierdoor kon het relativiteitsvereiste niet worden overwonnen, wat leidde tot de ongegrondverklaring van het beroep.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op schadevergoeding vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn met bijna zeven maanden is overschreden, wat resulteert in een schadevergoeding van € 1.000,-, te betalen door zowel het college als de Staat. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de omgevingsvergunning in stand gelaten en de verzoeken om proceskostenvergoeding afgewezen.