Op 29 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak over de korting op het AOW-pensioen van eiser, die in 2023 66 jaar en 10 maanden oud was. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) had een korting van 20% toegepast op het AOW-pensioen van eiser, omdat hij over een periode van 10 jaar geen AOW-premie had betaald. Dit besluit was genomen in een eerdere beslissing op bezwaar van 6 juni 2023. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het besluit van de SVB vernietigd, omdat de SVB niet op de juiste wijze had vastgesteld dat eiser schuldig nalatig was in het betalen van premie voor de jaren 2001, 2002 en 2003. Deze besluiten waren niet correct bekendgemaakt, waardoor de SVB geen korting mocht toepassen voor deze jaren.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de SVB voor de overige 7 jaren de korting van 2% per jaar terecht had toegepast, maar dat de wetgever per 1 januari 2024 de mogelijkheid om schuldig nalatig te verklaren bij het niet betalen van premie afschaft. Dit roept de vraag op wat de gevolgen zijn voor AOW-pensioenen die voor 2024 al zijn gekort. De rechtbank oordeelde dat de SVB een korting van 14% had moeten toepassen in plaats van 20%, en dat eiser recht heeft op een volledig AOW-pensioen voor 2023. De rechtbank benadrukte dat het niet haar taak is om de keuze van de wetgever te toetsen, maar dat de wetgever bewust heeft gekozen om de korting pas vanaf 2024 te laten vervallen.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de SVB, die een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van eiser, waarbij het nieuwe artikel 13 van de AOW moet worden toegepast. Dit betekent dat er geen grondslag meer is voor een korting vanwege schuldige nalatigheid bij het voldoen van premie. Eiser zal hierdoor over 2023 alsnog een volledig AOW-pensioen ontvangen, wat een direct gevolg is van de wetswijziging en de uitspraak van de rechtbank.