ECLI:NL:RBMNE:2023:7032

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
UTR 23/2113
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken beroepsgronden

Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers en de Heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW. Het beroep van eiser was gericht tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 4 maart 2023. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht om in het beroepschrift de gronden van het beroep te vermelden, zoals voorgeschreven in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Echter, eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift, wat heeft geleid tot een verzoek van de rechtbank aan eiser om dit verzuim te herstellen. Eiser heeft op 19 september 2023 zijn gronden ingediend, maar dit was te laat, aangezien de termijn hiervoor op 5 september 2023 verstreek. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen verzoek om uitstel heeft ingediend en ook geen reden heeft gegeven voor het verzuim. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft besloten om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/2113

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2023 in de zaak tussen

[eisers] , te [plaats] , eisers

(gemachtigde: mr. P.J. Walsweer MRE),
en

de Heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 4 maart 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiser heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser bij aangetekende brief van 8 augustus 2023 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Eiser had dus uiterlijk op 5 september 2023 zijn gronden bij de rechtbank moeten indienen.
4. Eiser heeft op 19 september 2023 zijn gronden bij de rechtbank ingediend. De gronden zijn dus te laat ingediend. Het is de rechtbank verder niet gebleken dat eiser binnen de termijn voor het indienen van de gronden om uitstel heeft verzocht.
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. De rechtbank gaat er daarom van uit dat er geen verontschuldiging is voor dit verzuim.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.