ECLI:NL:RBMNE:2023:7028

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
16.035513.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensenhandel met geweld en dwang

Op 27 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte gedurende meer dan een jaar de aangeefster heeft gedwongen tot het verrichten van sekswerk door middel van misleiding, bedreiging, mishandeling en afpersing. De aangeefster moest meer dan de helft van haar opbrengsten aan de verdachte afstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van dwangmiddelen en dat hij het oogmerk had op uitbuiting van de aangeefster. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster als betrouwbaar aangemerkt, ondersteund door diverse bewijsmiddelen zoals app-berichten, getuigenverklaringen en financiële gegevens. De verdachte heeft de aangeefster herhaaldelijk mishandeld en gedreigd haar te exposen als prostituee. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt en de verdachte als een gevaar voor de maatschappij beschouwd, wat heeft geleid tot de opgelegde gevangenisstraf en een contactverbod met de aangeefster voor vijf jaar.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.035513.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 en 13 december 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.N. Greeven, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer] en haar advocaat mr. A. Koopsen, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
in de periode van 1 januari 2022 tot en met 16 februari 2023 in [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of elders in Nederland zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel door
[slachtoffer] seksueel uit te buiten en/of
opzettelijk voordeel te trekken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Zij acht bewezen dat verdachte de handelingen uit artikel 237f lid 1 aanhef en onder sub 1 Wetboek van Strafrecht (Sr) – het werven, vervoeren en overbrengen – heeft verricht. Hij heeft door gebruik te maken van dwangmiddelen, zoals misleiding, geweld, bedreiging met geweld, een feitelijkheid en het dreigen met een feitelijkheid en afpersing, aangeefster gedwongen tot sekswerk. Wanneer van dwangmiddelen gebruik wordt gemaakt, kan van vrijwilligheid geen sprake meer zijn. Verdachte had het oogmerk op uitbuiting van aangeefster of het creëren van een uitbuitingssituatie.
Ook acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte handelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 237f lid 1 aanhef en onder sub 4 Sr – een ander ertoe brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde – en dat hij daar voordeel uit heeft getrokken, als bedoeld in artikel 237f lid 1 aanhef en onder sub 6 en 9 Sr.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van aangeefster niet betrouwbaar is en niet wordt ondersteund door objectief bewijs. Verdachte had een liefdesrelatie met aangeefster en heeft haar niet uitgebuit. Subsidiair dient hij te worden vrijgesproken van uitbuiting in de periode tot augustus 2022, nu aangeefster heeft verklaard dat zij zich eerst vanaf augustus 2022 gedwongen voelde sekswerk te verrichten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Bewijsmiddelen [1]
De rechtbank leidt uit het dossier – zakelijk weergegeven – het volgende af.
Rond de jaarwisseling van 2021/2022 leert aangeefster verdachte kennen en in januari 2022 krijgt zij een relatie met hem. [2] Verdachte weet op dat moment dat aangeefster als escort werkzaam is. [3] Aangeefster heeft hem dat namelijk verteld, waarop verdachte meteen vraagt naar de prijzen voor het escortwerk. Verdachte vertelt dan dat hij nog getrouwd is, in scheiding ligt en € 450,- nodig heeft om de scheiding rond te krijgen. [4] Aangeefster geeft dit bedrag aan verdachte. [5]
In de daaropvolgende periode appt verdachte naar aangeefster dat hij een toekomst met haar wil opbouwen. [6] Verdachte heeft ter terechtzitting van 6 december 2023 verklaard dat hij in die periode en gedurende zijn relatie met aangeefster niet ging scheiden van zijn vrouw.
Op 20 februari 2022 appt aangeefster verdachte dat ze wil stoppen met het werk. Aangeefster verklaart dat ze hiermee het escortwerk bedoelde. [7] Verdachte appt aangeefster dat ze niet gaat stoppen, maar dat ze verder gaat met hem zoals het hoort en zoals hij haar eerder al zei. [8] Tot voor kort had een vriend haar naar de seksdates vervoerd, maar verdachte eist dat zij het contact met die vriend zou verbreken. [9] Verdachte zegt dat hij aangeefster wil brengen en halen naar haar afspraken en dat hij de helft van de verdiensten van het escortwerk wil. De volgende dag, 21 februari 2022, laat verdachte aangeefster weten dat de eerste afspraken zijn gemaakt en dat zij het eerstvolgende weekend aan het werk kan. [10] Verdachte vindt dat aangeefster iedere vrijdag en zaterdag kan werken, omdat hij het geld goed kan gebruiken. [11]
Eind februari 2022 plaatst aangeefster een nieuwe advertentie op de websites [website 1] en [website 2] , waar zij al accounts had die waren gekoppeld aan haar eigen werktelefoon en wachtwoorden. Van verdachte moet zij de wachtwoorden van het account en het daaraan gekoppelde e-mailadres veranderen. Het aan de accounts gekoppelde telefoonnummer verandert. Er komt een nieuw werknummer en een nieuw telefoontoestel. Verdachte neemt de oude werktelefoon van aangeefster mee en geeft deze niet meer terug, ondanks dat aangeefster daarom vraagt. [12] Ook gaan de tarieven omhoog; op 21 februari 2022 van € 110,- naar € 150,-, en op 3 maart 2022 naar € 220,-. [13]
Verdachte brengt aangeefster naar seksafspraken en haalt haar op en hij is meerdere keren in het bezit van de werktelefoon van aangeefster. [14] Hij stuurt tikkies naar klanten. [15] Verdachte houdt de advertenties en de afspraken op de werktelefoon in de gaten en als er weinig afspraken zijn, instrueert hij aangeefster dat ze de advertenties “omhoog” moet “gooien”. [16] Aangeefster belt op meerdere momenten de advertenties op beide websites omhoog en betaalt dat ook. [17] Verdachte wil dat de locatievoorziening van de telefoon van aangeefster altijd aan is, anders wordt hij boos. [18] Regelmatig doorzoekt hij haar telefoon. [19]
Verdachte maakt een afspraak met een klant in [wijk] , stuurt een tikkie naar deze klant en rijdt aangeefster daarheen, ondanks dat aangeefster tegen verdachte zegt dat ze dat niet wil. Verdachte weet dat als het tikkie is betaald, aangeefster het geld niet durft terug te storten uit angst dat de klant dan haar naam kan zien. [20] In het weekend van 6 maart 2022 appt verdachte om 4:51 uur naar aangeefster dat er nog één klant is. Aangeefster antwoordt dat ze niet meer kan. Verdachte antwoordt dat hij gebikkeld heeft en appt “laatste aub”. Aangeefster reageert daarop dat deze klant al geblokkeerd was. Verdachte antwoordt met “voor ons” en geeft de locatie door. Aangeefster gaat vervolgens toch naar die klant. [21]
Omstreeks maart 2022 wil aangeefster op vrijdagavond ergens anders naartoe en niet werken. Verdachte zegt tegen aangeefster dat zij een afspraak hebben gemaakt dat ze iedere vrijdag en zaterdag werkt, dat ze zich daaraan moet houden en dat hij het geld goed kan gebruiken. Aangeefster gaat die vrijdagavond werken, hoewel ze niet wil. [22] Als aangeefster zelf de werktelefoon heeft, wist ze gesprekken met klanten waar ze niet heen wil, zodat verdachte daar niet achter komt. [23]
In maart 2022 vertelt verdachte aangeefster dat hij zijn ex € 2.865,- moet geven in verband met de uitkoop uit hun gezamenlijke huis en dat hij dan in juni € 29.000,- van zijn ex krijgt. [24] Aangeefster appt terug dat ze volgend weekend alles op alles kunnen zetten om € 2.000,- bij elkaar te krijgen, dat zij maandag € 450,- krijgt van de Belastingdienst, wat er ook bij kan, en dat als alles achter de rug is, ze zich eindelijk kunnen “focussen op ONS”. Verdachte antwoordt dat ze misschien donderdag al kan beginnen. Aangeefster doet twee weekenden prostitutie werk en geeft verdachte het geld. [25] Verdachte heeft ter terechtzitting van 6 december 2023 verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren waarom hij destijds € 2.865,- nodig had.
Op 15 april 2022 appt verdachte aangeefster dat hij niet tevreden is met de verdiensten, dat er te weinig klanten zijn geweest, dat hij op aangeefster let en dat hij stress heeft omdat hij volgende week de garage moet fixen. Aangeefster antwoordt dat ze de laatste werkdag “1110” hebben verdiend. Verdachte appt terug dat het niet genoeg was, dat er “meer dan 2k verdiend moet worden deze dagen zodat ik mijn ding kan doen” en dat hij teleurgesteld is. [26]
Op 1 mei 2022 appt verdachte naar aangeefster dat hij ‘voor ons grote doel 40k nodig’ heeft en dat ze langzamerhand de goede kant op gaan als ze dat hebben. [27] Verdachte zegt haar ook dat hij geld nodig heeft voor de reparatie van zijn auto. [28] Aangeefster betaalde hem voor andere dingen, zoals eten, kleding en parfum. [29]
Op 7 mei 2022 geeft aangeefster aan dat ze een klant wil verschuiven omdat ze kapot is, waarop verdachte het toch wil “fixen”. Aangeefster appt verdachte dat hij nu al vier keer over haar grenzen heen is gegaan als ze zegt dat ze kapot is en ze houdt vol dat ze niet wil. Verdachte reageert met ‘wauw, ik kom morgen niet’. [30]
Eind mei 2022 krijgen verdachte en aangeefster ruzie. Verdachte gooit aangeefster tegen een muur, pakt haar bovenarmen en keel vast en slaat met zijn vuisten op haar arm. Ze moet daarna gaan werken. [31] In haar telefoon staan foto’s van letsel [32] en appberichten van 22 mei 2022 van aangeefster aan verdachte, waarin zij schrijft dat ze het niet oké vindt hoe hij haar behandeld heeft, dat hij haar meesleurt naar de auto als ze nee zegt. Aangeefster stuurt hem een foto van een blauwe plek bij haar hals met de mededeling dat zij “veel van deze kleine blauwe plekken” heeft. Verdachte appt dat hij haar had gewaarschuwd en dat ze hem niet serieus neemt. [33]
Begin juni 2022 hebben verdachte en aangeefster weer ruzie, omdat aangeefster haar telefoon niet aan verdachte wil geven en ze niet naar alle werkafspraken wil. Verdachte gooit haar meerdere keren op de grond en geeft haar een elleboog in haar gezicht. Daarna moet aangeefster hem pijpen, terwijl hij haar in haar gezicht slaat. [34] Op 7 juni 2022 appt aangeefster verdachte over wat hij heeft gedaan, dat ze niet normaal kan slikken omdat haar nek dik is, dat haar gezicht er niet uit ziet en dat ze bang is. Ze appt dat haar moeder het letsel heeft gezien en dat ze heeft gezegd dat het kwam door een aanrijding met een fietser. Verdachte antwoordt dat hij dacht dat ze hem “aan het nakken” was met een klant of met een ander, dat hij het jammer vindt dat ze dit in hem losmaakte en dat hij teleurgesteld is dat aangeefster hem zover krijgt dat hij geen controle meer had. [35] Hij appt “Je kon het wegnemen. Heb je niet gedaan. Want je wou me je code niet weer geven.” en “heb je genoeg kansen gegeven. En nu zit je erin. Dus o wee je me weer zoiets flikt.” Hij appt ook “Besef je ZIT ERIN” en “je bent MIJN BITCH EN IK ZEG JE GAAT NERGENS HEEN. [36]
Op 19 juni 2022 gaat aangeefster met een klant naar een feestje. Verdachte komt haar met de auto ophalen. Op weg naar huis slaat hij aangeefster met zijn vuisten op haar benen en in haar gezicht. Hij pakt het geld uit haar tas en wil dat ze ook nog geld naar hem overmaakt. Ook neemt hij de sleutels van haar huis mee. [37] De volgende dag, op 20 juni 2022, appt aangeefster verdachte dat ze naar de huisarts is geweest en ‘een bullshitverhaal’ heeft verteld dat er een wasmachine op haar been was gekomen. [38] Dat staat ook in de medische gegevens van de huisarts, die een hematoom van 6 tot 10 cm constateert. [39] In de telefoon van aangeefster zitten foto’s van 20 en 23 juni 2022 van letsel aan een linkerbeen, linkerschouder en hals met blauwe plekken. [40] Die foto’s stuurt aangeefster ook naar verdachte, samen met een appbericht dat ze naar het ziekenhuis moet omdat ze amper kan staan. Hij vraagt of hij haar moet brengen, waarop aangeefster antwoordt “dat hij haar dan zeker letterlijk het ziekenhuis in kan slaan”. [41] Ook appt aangeefster dat verdachte met € 1.130,- van de € 1.860,- naar huis is gegaan, haar heeft behandeld als een stuk stront en zich weer niet heeft gehouden aan de 50/50 afspraak. [42] Verdachte antwoordt dat er respect moet zijn en dat er niets aan de hand is als zij zich gedraagt. [43] Aangeefster appt “met je zogenaamde boetes die je oplegt terwijl mijn hele lichaam dik en blauw is”. [44]
Op 8 juni 2022 appt verdachte naar aangeefster “Ik wil over je heen pissen”. Hij appt “je bent mijn territorium” en “afbakening”. Hij appt ook “Ik wil plussen baby [.] ” en “Je bent van mij Verwacht totale overgave”. [45]
In juni 2022 dreigt verdachte met een schaar het haar van aangeefster af te knippen of te scheren als zij haar werktelefoon niet aan hem wil meegeven. In september 2022 knipt verdachte daadwerkelijk een pluk haar af. [46]
Vanaf maart 2022 appt verdachte met enige regelmaat dat hij een Rolex wil. [47] In juli 2022 appt hij aangeefster dat zij misschien de eerste is voor wie hij op zijn knie gaat als hij die Rolex heeft. Aangeefster antwoordt dat hij - met haar dochter - het enige is wat zij nodig heeft in haar leven. Verdachte antwoordt: “gaat goed komen”. [48]
Halverwege 2022 krijgt verdachte een relatie met een andere vrouw, [A (voornaam)] . [49] Op 16 juli 2022 appt verdachte meerdere keren naar aangeefster dat hij vanaf nu elke week “1k per weekend aan de kant wil hebben” en “handgeld voor de week”. Ook appt hij “Verder je hebt stress om haar. Laat me deze 3 weekenden zien dat het lukt. Dan is ze meteen weg. Meteen.” [50] Ook appt verdachte dat er eerst duizend naar hem gaat en dat ze de rest 50/50 verdelen. Aangeefster appt dat ze het niet eens is met die verdeling. Verdachte antwoordt dat ze het zo gaan doen en dat hij het bewaart. [51] Ook vraagt verdachte aan aangeefster hoeveel ze in de kluis heeft liggen, want dat neemt hij ook mee. [52]
Op 18 juli 2022 stuurt verdachte naar aangeefster: “Laat me zien dat je bikkelt voor ons”. Aangeefster reageert dat ze dat doet, niet kan wachten tot hij zijn ex aan de kant kan zetten en dat ze hem mist. Verdachte begint over geld en vraagt of ze geld op de spaarrekening heeft gezet. Hij appt “Je moet ff 2 weekenden bikkelen”. [53] Hij zegt dat hij trots op haar is als ze laat zien dat ze zich wil inzetten voor sekswerk en dat ze alleen van hem is. [54]
In de zomer van 2022 gaat verdachte met [A (voornaam)] op vakantie naar Italië. [55] Aangeefster appt verdachte dat ze voor het eerst alleen gaat (de rechtbank begrijpt: naar afspraken met klanten). Verdachte appt terug dat hij trots is op haar omdat ze “lekker gaat ophalen”. [56] Op 17 augustus 2022 appt verdachte vanaf zijn vakantieadres naar aangeefster dat ze de afgelopen dagen niets heeft gedaan. Als aangeefster terug appt dat ze dinsdag sowieso niet zou werken en dat dit ook op het overzicht staat, appt verdachte terug dat hij bijna geen contact met haar zou hebben, maar haar meer geeft. Ook appt hij aangeefster dat ze haar gemak moet houden, hem een overzicht moet sturen en dat ze het bespreken als hij terug is. [57] Op 20 augustus 2022 vraagt verdachte aangeefster of het nog steeds niets is en appt hij “het is dat je doordeweeks pakt, anders zou ik teleurgesteld zijn”. [58]
In september en oktober 2022 appt aangeefster naar verdachte over de gezamenlijke spaarrekening. Ze beklaagt zich dat zij moet bijdragen aan een vakantie, dat hij zonder overleg € 6.500,- spaargeld gebruikt voor zijn eigen dingen, dat hij kwam met een bedrag voor het “afkopen” en dat hij haar te vaak heeft opgelicht als het om geld gaat. [59]
Op 2 oktober 2022 appt aangeefster dat ze van verdachte eigenlijk maar één emotie kent: agressie. En dat hij haar huissleutels weer eens heeft afgepakt. [60] Op 17 oktober 2022 appt verdachte naar aangeefster dat hij nog minstens 40k buit wil. Op 23 oktober appt hij aangeefster dat zij hem kan uitkopen en haar geheim veilig is, dat hij 100k wil, dat hij iedere week 2k wil, dat ze 800 moet storten en dat hij de baas is. Hij dreigt naar haar ouders, [instelling 1] en jeugdzorg te stappen. Als aangeefster hem niet uitkoopt voor 100k, wordt ze “exposeerd”. Hij dreigt om een facebookpagina over haar aan te maken. Hij zou haar advertentiefoto’s en appgesprekken als bewijs gebruiken. [61] Uiteindelijk wil hij € 200K. [62] Verdachte komt naar het huis van aangeefster en slaat haar met zijn vuisten, net zolang totdat zij € 800,- naar hem overmaakt. [63]
Verdachte dreigt ook aangeefster en mensen van wie ze houdt neer te schieten als ze naar de politie gaat. [64] Hij stuurt haar een foto van een vuurwapen. [65] Op de telefoon van verdachte is een foto van een vuurwapen aangetroffen en in een appwisseling tussen verdachte en zijn echtgenote is sprake van een pistool dat zij wil weggooien. [66] Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte wordt geen vuurwapen, maar wel een balletjespistool gevonden. [67]
Vanaf eind oktober 2022 moest er van verdachte wekelijks € 1.500,- naar de spaarrekening. Eind november zou er genoeg geld op de rekening moeten staan om een Rolex te kunnen kopen. Verdachte gaf toen aan dat de helft van het geld weg was. [68] Hij vertelde dat het was besteed aan een wapen, aan de eerdergenoemde vakantie met [A (voornaam)] en aan een reparatie van zijn auto. [69]
Aangeefster verklaart dat ze is afgeperst door verdachte en [A (voornaam)] gezamenlijk. Verdachte had aangeefster vertelt dat hij van [A (voornaam)] geld had losgekregen. [A (voornaam)] zou tegen verdachte hebben gezegd dat zij dat geld terug wilde, anders zou ze aan de ouders van aangeefster vertellen welk werk aangeefster deed. Ook zou [A (voornaam)] dit op een facebook pagina bekend willen maken, zei verdachte tegen aangeefster. [A (voornaam)] heeft aangeefster gebeld, en gezegd dat aangeefster in 20 weken € 20.000,- moest betalen. Verdachte geeft aan dat er geen keuze was en aangeefster moet meewerken. [A (voornaam)] is naar de [locatie] gegaan waar aangeefster werkt. Verdachte stuurt aangeefster foto’s, waaruit blijkt dat [A (voornaam)] naar de woning van aangeefster is gegaan. Verdachte geeft aan dat [A (voornaam)] een briefje over aangeefsters sekswerk bij haar buren in de bus zou stoppen. Een dergelijk briefje is alleen bij aangeefster bezorgd. [70] Op 21 november 2022 appt verdachte aangeefster “Ze wilt je gaan exposeren”. En: “Ze zegt ze weet je adres enz. En ze gaat naar je toe zo.” [71] Op 26 november 2022 appt hij haar: “En ze zegt ze wil 45000. Of ze gaan naar de school van [.......] . En de straat van je ouders. Ze wilt 2500 per weekend en deze zondag al. Dat moet makkelijk haalbaar zijn. En zondag al eerste betaling. Anders gaat ze naar de buren. Ze heeft gezworen. Ja maar ze is super serieus. Als we zondag niet betalen. En ze brengt het naar [.......] de school. Ze gaat je leven helemaal verneuken. Waarom dan niet fixen haar betalen. En dan is het klaar.” [72]
Verdachte onderhoudt in die periode ook contact met [A (voornaam)] . Zo appt hij haar op 21 november 2022: “We kunnen haar ons 2K per weekend laten betalen. En zegt in verschillende spraakberichten van dezelfde dag: “En ik ga je een paar dingen zeggen dat je moet zeggen om te dreigen. Je weet toch? Dat het serieus wordt. We moeten uitkomen op hoeveel we haar per maand willen laten betalen, dus ook per week. Als zij weg gaat bij mij door jou. Dan moet zij mij ook betalen en dat maakt het dubbel. [73] Wat ik wil is dat jij samen met [B (voornaam)] gewoon een keer naar haar huis toe gaat en een foto maakt bij haar raam. Neem een mes mee, doe een beetje eng op die foto. Zo van je weet waar ze woont, je weet toch? En dan stuur je dat naar mij. En dan stuur ik dat naar haar. En dan ga ik het wel een mooi verhaal kleuren. [74]
Dezelfde dag, 21 november 2022, stuurt verdachte aangeefster een foto van een onherkenbare persoon met een capuchon, die kennelijk in de buurt van aangeefsters woning staat, en appt: “O lord ze is bij je osso (rechtbank: huis)”. [75]
Ter terechtzitting verklaart verdachte dat hij naar aangeefster deed voorkomen alsof [A (voornaam)] bezig was met afpersen, om zo een excuus te hebben om contact met [A (voornaam)] te onderhouden. En naar [A (voornaam)] deed hij voorkomen dat ze gezamenlijk aangeefster afpersten, om zo een excuus te hebben om met aangeefster om te blijven gaan.
Aangeefster weet niet hoeveel geld er naar [A (voornaam)] is gegaan, maar zij heeft verdachte zes weken lang 1000 euro over moeten maken. [76]
Eind december trekt verdachte aangeefster aan de haren naar de slaapkamer en gooit haar op het bed. In de woonkamer slaat hij haar, waarbij de dochter van aangeefster tussenbeide komt. Verdachte wil de laptop van aangeefster hebben, omdat hij vindt dat er niet genoeg geld wordt verdiend. [77] Het slaan op het hoofd wordt ook gezien door een buurvrouw. [78] Aangeefster heeft foto’s gemaakt van haar letsel. [79] Door een vuistslag van verdachte is een tand van aangeefster beschadigd. De beschadiging wordt bevestigd door de tandarts, die zij heeft bezocht. Aangeefster heeft toen aangegeven dat de beschadiging het gevolg was van een woordenwisseling met haar partner. [80]
Tijdens haar verhoor bij de politie op 13 januari 2023 krijgt aangeefster een appbericht van verdachte waarin hij aangeeft dat hij één van de boys stuurt om te gaan controleren als ze niet reageert. Een verbalisant heeft daarop via de telefoon van aangeefster een bericht teruggestuurd alsof hij aangeefster was: “Ik ben t zat ik doe t nie meer”. Verdachte antwoordt onder meer “200K jij kiest hiervoor” en “dan kom ik naar de [locatie] . Praat ik met je ouders. En alles en iedereen. Ik heb bewijzen.” [81]
Aangeefster heeft over de hele periode overzichten in Excel bijgehouden van de inkomsten uit sekswerk. Daaruit blijkt dat de inkomsten uit sekswerk in de periode van 25 februari 2022 tot en met 11 januari 2023 € 98.601,- bedragen en dat in totaal € 59.412,- van die inkomsten bij verdachte terecht zijn gekomen. [82] Aangeefster stuurt de financiële overzichten over de app naar verdachte en er wordt over gecommuniceerd. [83] De oppas van aangeefster bevestigt dat aangeefster haar regelmatig niet kon betalen omdat aangeefster haar geld moest afstaan. [84]
4.3.2.
Bewijsoverwegingen
De samenstelling van het dossier en de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verklaringen onvoldoende betrouwbaar zijn, dat er onvoldoende steunbewijs is voor die verklaringen en dat het dossier ‘eigenlijk is gevormd door aangeefster’.
De rechtbank stelt voorop dat in zijn algemeenheid zorgvuldig moet worden omgegaan met verklaringen van aangevers en getuigen in strafzaken. Met name in mensenhandelzaken is bij de beoordeling van de betrouwbaarheid en de waardering van de verklaringen van aangevers behoedzaamheid op zijn plaats. De betrouwbaarheid van zowel belastende als ontlastende verklaringen van vermeende slachtoffers in mensenhandelzaken kan onder druk staan of negatief beïnvloed worden door angst, maar ook door gevoelens van voortdurende verliefdheid en/of loyaliteit.
Het dossier
De rechtbank stelt vast dat aangeefster tijdens een intakegesprek mensenhandel voor het eerst een verklaring bij de politie heeft afgelegd. Zij is daarna meerdere keren door de politie verhoord in het kader van haar aangifte. De politie heeft naar aanleiding van deze aangifte de telefoons van aangeefster en van verdachte en de notebook van aangeefster in beslag genomen en onderzocht. Ook heeft de politie medische informatie opgevraagd bij de huisarts en tandarts, getuigen gehoord, gegevens opgevraagd van seksadvertenties en een financieel onderzoek gedaan naar de bankrekeningen van aangeefster en van verdachte. De woning van verdachte is doorzocht en verdachte is verhoord. Ook is er een OVC en een tap aangesloten in de penitentiaire inrichting waar verdachte tijdens zijn voorlopige hechtenis verblijft. De politie heeft een ontnemingsrapport opgesteld met een overzicht van de verdiende bedragen en de bedragen die van en naar verdachte en aangeefster zijn gegaan. Daarnaast heeft de politie de echtgenote van verdachte en zijn vriendin, [A (voornaam)] , aangehouden en verhoord. Op verzoek van de verdediging heeft de politie onderzoek gedaan naar casino-bezoeken door verdachte en aangeefster, en is aangeefster gehoord bij de rechter-commissaris. Ook de verdediging heeft de gelegenheid gehad haar te ondervragen. Bij de politie, maar ook bij de rechter-commissaris is zij indringend en regelmatig ook kritisch ondervraagd.
De omstandigheid dat aangeefster een selectie heeft gemaakt van de appgesprekken tussen haarzelf en verdachte, neemt niet weg dat de politie uitvoerig onderzoek heeft gedaan zoals hiervoor weergegeven. Daarnaast had verdachte de mogelijkheid om nader onderzoek te laten verrichten en om gegevens aan het dossier te laten toevoegen, die volgens hem van belang waren voor het onderzoek. Gelet op het onderzoek zoals hiervoor weergegeven, volgt de rechtbank de verdediging niet in het betoog dat het dossier ‘eigenlijk is gevormd door aangeefster’ en is verdachte niet in zijn verdedigingsbelang geschaad door de manier waarop het dossier tot stand is gekomen.
De betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van aangeefster als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. Haar verklaringen zijn in de kern consistent en gedetailleerd, en worden op een groot aantal essentiële onderdelen ondersteund door tal van andere bewijsmiddelen, zoals (whatsapp)berichten, getuigenverklaringen, foto’s, medische gegevens en financiële gegevens. De rechtbank wijst in dit verband ook op de verklaring die aangeefster heeft afgelegd bij de rechter-commissaris, waarbij zij is gebleven bij de verklaringen die zij heeft afgelegd bij de politie. Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank de verklaringen van aangeefster betrouwbaar en zal de rechtbank deze gebruiken voor het bewijs.
Inhoudelijke beoordeling: mensenhandel bewezen
De rechtbank moet beoordelen of bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de mensenhandel in de zin van artikel 273f, eerste lid, subonderdelen 1, 4, 6 en 9 Sr.
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr: dwangmiddelen, gedragingen en oogmerk van uitbuiting
Artikel 273f, eerste lid, sub 1 Sr ziet op het werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van een ander met het oogmerk van uitbuiting van die ander met toepassing van dwangmiddelen. Bij de beoordeling of sprake is van mensenhandel zoals bedoeld in artikel 273f, eerste lid Sr wordt gekeken of sprake is van drie bestanddelen, te weten (a) één of meer dwangmiddelen, (b) één of meer handelingen en (c) het oogmerk van uitbuiting.
( a)
Dwangmiddelen
Als eerste moet worden vastgesteld of verdachte gebruik heeft gemaakt van dwangmiddelen. De rechtbank acht de dwangmiddelen geweld, een andere feitelijkheid, dreiging met geweld en een andere feitelijkheid, afpersing en misleiding bewezen.
Verdachte deed alsof hij een liefdesrelatie met aangeefster had en dat zij een gezamenlijke toekomst zouden hebben. Verdachte deed alsof hij in scheiding lag. Uit de vele appberichten volgt dat aangeefster met het geld dat zij verdienden met het sekswerk wilde bouwen aan een gezamenlijke toekomst als gezin, terwijl het voor verdachte alleen maar ging om het geld. In de zomer van 2022 knoopte verdachte een relatie aan met [A (voornaam)] , die hij maanden later zelfs instrueert om aangeefster af te persen. Verdachte liet aangeefster geloven dat hun relatie toekomst had en dat zij het geld van de escortwerkzaamheden zouden sparen voor een gezamenlijk doel en een gezamenlijke toekomst, maar in werkelijkheid hield verdachte aangeefster dat beeld alleen voor om haar ertoe te bewegen escortwerk te doen onder zijn voorwaarden, opbrengsten daarvan aan hem af te staan en van haar te kunnen profiteren. Als aangeefster niet onder die voorwaarde wilde werken, dan meldde hij dat hij niet kwam. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat aangeefster als escort werkte voordat de relatie begon en uit het dossier blijkt dat verdachte vrijwel meteen invloed uitoefende op haar escortwerkzaamheden en deelde in de opbrengst daarvan. Het doel van verdachte was van meet af aan om zo veel mogelijk geld en voordelen te vergaren via de escortwerkzaamheden van aangeefster. Verdachte verwachtte gehoorzaamheid en hij heeft aangeefster meerdere keren mishandeld om haar ertoe te bewegen die werkzaamheden onder zijn voorwaarden voort te zetten en om geld aan hem te geven. De mishandelingen vonden plaats als aangeefster haar werktelefoon niet wil geven, als verdachte denkt dat zij hem ‘nakt’ met een klant of een andere man, als hij niet weet waar ze is of als ze niet genoeg heeft verdiend. Uit de appberichten tussen aangeefster en verdachte volgt dat verdachte de geweldpleger was. In de appberichten spreekt verdachte dat niet tegen. Het verweer van verdachte dat juist aangeefster agressief was en hij zich hier hooguit tegen heeft verdedigd, acht de rechtbank daarom niet aannemelijk.
Verdachte heeft aangeefster een foto van een wapen gestuurd en gedreigd aangeefster en haar geliefden neer te schieten. Ook heeft verdachte gedreigd om aangeefster te ‘exposen’ en bekend te maken aan haar ouders, zus en buren dat zij als escort werkte. Zij moest blijven werken of betalen, anders zou verdachte naar haar ouders gaan of een melding doen bij jeugdzorg en [instelling 1] over haar dochter. Verdachte heeft aangeefster geappt dat hij ‘bewijzen’ heeft. Verder heeft hij gedreigd om het haar van aangeefster af te knippen en in september 2022 heeft hij ook daadwerkelijk een haarlok van aangeefster afgeknipt. Ook heeft hij aangeefster onder druk gezet door een bericht te sturen dat hij niet komt als zij niet werkt, omdat hij wist dat zij graag tijd met hem wilde doorbrengen.
( b)
Handelingen
Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat sprake is geweest van het werven, vervoeren en overbrengen van aangeefster. Verdachte heeft aangeefster geworven om onder zijn voorwaarden escortwerkzaamheden te verrichten. Verdachte bepaalde de werkdagen en de verdeling van de verdiensten, en hij hield de seksadvertenties in de gaten. Hij regelde het vervoer en zorgde ervoor dat aangeefster werd vervoerd naar de plaats waar de seksdates plaatsvonden.
( c)
Oogmerk van uitbuiting
Mensenhandel is gericht op uitbuiting. Het bestanddeel ‘(oogmerk van) uitbuiting’ is in de wet niet gedefinieerd. Volgens de wetgever en rechtspraak van de Hoge Raad gaat het bij de seksindustrie om een uitbuitingssituatie als de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren (
ECLI:NL:HR:2002:AD5235).
Gelet op de gebruikte dwangmiddelen en handelingen, is in deze situatie geen sprake van omstandigheden vergelijkbaar met de situatie waarin een mondige prostituee verkeert. Verdachte heeft aangeefster gedwongen om escortwerkzaamheden te verrichten en te blijven verrichten. Verdachte wilde dat aangeefster ieder weekend zou werken. Later wilde hij dat zij vaker zou werken en dat zij 1K per week zou verdienen. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het oogmerk van verdachte gericht was op het hebben van financieel gewin uit de seksuele uitbuiting van aangeefster. Tekenend hiervoor vindt de rechtbank de whats-appgesprekken tussen verdachte en [A (voornaam)] , waarin verdachte aangeefster zijn ‘sterkste inkomstenbron’ noemt. [85] Uit het ontnemingsrapport volgt dat van de oorspronkelijk overeengekomen “fifty-fifty” verdeling niets terechtkwam en dat aangeefster het geld dat zij met de escort werkzaamheden verdiende voor het grootste gedeelte aan verdachte moest afdragen. Afgezet tegen de bovengenoemde maatstaf van de situatie waarin een mondige Nederlandse prostituee verkeert, is in dit geval naar het oordeel van de rechtbank ook bij een “fifty-fifty” verdeling sprake van uitbuiting. Tegenover de door aangeefster afgestane verdiensten staan immers nauwelijks kosten of inspanningen van verdachte. Verdachte bracht en haalde aangeefster naar de seksdates. Dat verdachte, zoals hij ter terechtzitting voor het eerst heeft verklaard, wekelijks heeft deelgenomen aan betaalde seksdates, vindt geen steun in het dossier en is niet aannemelijk geworden. Gelet op het voorgaande, is de rechtbank van oordeel dat is bewezen dat verdachte het oogmerk had op de uitbuiting van aangeefster.
Artikel 273f, lid 1, sub 4, 6 en 9 Sr
Op grond van wat hiervoor over sub 1 is overwogen, kunnen ook het dwingen/bewegen tot het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van diensten (sub 4), het opzettelijk voordeel trekken uit uitbuiting (sub 6) en het dwingen/bewegen te bevoordelen (sub 9) worden bewezen.
Periode
Op grond van de verklaringen van aangeefster en verdachte over wanneer zij elkaar hebben leren kennen (op een feestje tijdens de jaarwisseling), de verklaring van aangeefster dat verdachte meteen vroeg naar prijzen toen ze vertelde dat zij als escort werkte, de realisatie van de seksadvertenties en de seksdates kort daarna, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het tenlastegelegde plaatsvond in de periode van 1 januari 2022 tot en met 16 februari 2023.
4.3.3.
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend is bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de pleegperiode van 1 januari 2022 tot en met 16 februari 2023 te [plaats 1] en [plaats 2] en [plaats 3] en elders in Nederland,
A) een ander, te weten [slachtoffer] , (telkens)
door dwang, geweld en andere feitelijkheden,
door dreiging met geweld en andere feitlijkheden,
door afpersing, misleiding,
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht,
- heeft geworven, vervoerd en overgebracht met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer]
en
- heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard
en
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer] ’, seksuele handelingen met en/of voor een derde
en
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten van die [slachtoffer] ,
hebbende en/of zijnde hij, verdachte,
een (romantische) relatie met die [slachtoffer] aangegaan en onderhouden en
die [slachtoffer] gebracht naar- en afgehaald bij haar seksafspraken en
die [slachtoffer] gedwongen veel prostitutiewerk te gaan doen (meer dan die [slachtoffer] zelf wilde doen) en
tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij geld nodig had voor zijn echtscheiding en voor zijn kapotte auto en voor een Rolex-horloge en
die [slachtoffer] veelvuldig mishandeld en vernederd
- door die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen op het hoofd en/of op het gezicht en/of tegen de nek en/of op haar benen en
- door de bovenarm en/of de keel van die [slachtoffer] vast te pakken en
- door die [slachtoffer] tegen de vloer te gooien en/of tegen een muur te duwen en/of aan haar haren te trekken en/of aan haar haren voort te slepen
- door een deel van het haar van [slachtoffer] af te knippen en te dreigen de rest van haar haar af te knippen en/of haar kaal te scheren en
de huissleutels van die [slachtoffer] afgepakt (en gedurende enige tijd onder zich gehouden) en
een foto van een vuurwapen aan haar gestuurd en
telkens tegen die [slachtoffer] gezegd en/of geappt
- dat zij hem, verdachte moest gehoorzamen, zij was van hem, verdachte, en zij moest alles doen wat hij, verdachte, zei en
- als zij, [slachtoffer] , naar de politie zou gaan hij haar neer zou schieten, en ook iedereen waar zij van hield en
- dat hij, verdachte, tegen haar familie en de rest van de wereld die [slachtoffer] zou exposen als prostituee,
door een facebookpagina hierover aan te maken en
appgesprekken over prostitutiewerkzaamheden door die [slachtoffer] en
advertentiefoto’s van die [slachtoffer] aan een ieder te tonen en
- dat zij dat exposen kon voorkomen door zeer regelmatig een groot bedrag aan hem, verdachte, over te maken en/of (cash) aan hem te geven en
een brief met daarin toespelingen op het prostitutiewerk van die [slachtoffer] in de brievenbus van die [slachtoffer] laten stoppen en
die [slachtoffer] telkens gecontroleerd door
- haar te verplichten altijd de locatievoorziening op haar telefoon aan te hebben en
- door haar telefoon te doorzoeken en
- door de werktelefoon te beheren en escortafspraken te maken voor die [slachtoffer] en
geëist dat die [slachtoffer] telkens
- steeds grotere geldbedragen aan hem gaf en/of aan hem overmaakte en
- kleding en/of parfum en/of eten voor hem, verdachte, kocht en
aan die [slachtoffer] mondeling en via een app laten weten dat als zij van hem, verdachte, af wilde dat zij hem, verdachte, moest uitkopen voor eerst 40.000 euro, daarna voor 100.000 euro en als laatste voor 200.000 euro en
een heel groot deel van het door die [slachtoffer] verdiende geld met prostitutiewerkzaamheden van haar afgepakt of door die [slachtoffer] aan hem laten afgeven.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
mensenhandel

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van het voorarrest en
- aan verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid van verdachte op te leggen, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer] en haar familie voor de duur van 5 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
Verdachte heeft geen gemakkelijke jeugd gehad. Hier heeft hij zich hardnekkig aan proberen te onttrekken en hij heeft inmiddels dan ook veel te verliezen. Als een lange gevangenisstraf wordt opgelegd, verliest hij zijn motivatie om voor een betere toekomst te vechten en verliest hij alle hoop. Een lange gevangenisstraf zal averechts werken.
In de strafmaat dient meegenomen te worden dat de inbreuk op de autonomie en grondrechten van aangeefster beperkt is gebleven. Verdachte kan hooguit worden kwalijk genomen dat aangeefster meer heeft gewerkt en meer geld aan verdachte heeft moeten afstaan dan zij wilde.
De verdediging heeft verzocht om te volstaan met een onvoorwaardelijke straf die gelijk is aan het voorarrest met daarnaast een voorwaardelijk strafdeel.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een periode van ongeveer een jaar schuldig gemaakt aan het uitbuiten van aangeefster in de prostitutie om er zelf financieel beter van te worden. Hij heeft aangeefster voorgespiegeld dat ze een toekomst samen hadden en dat ze samen werkten om aan die toekomst te bouwen. Ondertussen heeft verdachte aangeefster onder druk gezet om meer escortwerkzaamheden te verrichten dan zij wilde en klanten te bezoeken die zij had geblokkeerd. Ook heeft hij haar gedwongen om door te gaan met die werkzaamheden als zij aangaf dat ze daarmee wilde stoppen en hij heeft haar gedwongen het grootste deel van het geld dat zij met het escortwerk verdiende aan hem af te staan. Hij heeft aangeefster misleid, bedreigd, en geweld tegen haar gebruikt, waardoor aangeefster steeds verder klem kwam te zitten. Hij dreigde haar escortwerk bekend te maken en heeft zelfs een gemeen plan bedacht en uitgevoerd om samen met zijn nieuwe vriendin aangeefster angst aan te jagen en af te persen. Verdachte heeft de druk op aangeefster steeds verder verhoogd en eiste steeds meer geld. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan een vergaande en ontluisterende manier van seksuele uitbuiting. Dat aangeefster al vrijwillig escortwerkzaamheden verrichte toen zij verdachte leerde kennen en dat zij aanvankelijk met verdachte had afgesproken om die werkzaamheden samen met hem voort te zetten, maakt het handelen van verdachte niet minder ernstig omdat dit niet wegneemt dat hij aangeefster onder druk heeft gezet om escortwerk te verrichten onder zijn voorwaarden en dat hij haar heeft uitgebuit.
De wetgever heeft slachtoffers tegen dergelijk grensoverschrijdend gedrag willen beschermen, waarvan bekend is dat slachtoffers vaak nog lange tijd nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden. Verdachte is geheel aan de belangen van aangeefster voorbijgegaan en heeft alleen oog gehad voor zijn eigen financieel gewin. Hij zag haar slechts als zijn grootste inkomstenbron. Hij heeft met zijn handelen een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van aangeefster. De rechtbank acht het handelen van verdachte zeer ernstig en kwalijk.
De persoon van de verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 9 november 2023, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden twee keer is veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf voor diefstal met geweld. De laatste veroordeling was op 10 juli 2013.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een rapport van [instelling 2] van 22 november 2023. Uit dat rapport volgt dat vanwege de ontkennende houding van verdachte de reclassering geen verbanden kan leggen tussen de feiten waarvan verdachte wordt beschuldigd en zijn persoonlijke omstandigheden. Het risico op recidive kan niet worden ingeschat. Verdachte heeft ook geen hulpvraag voor de reclassering gericht op het verminderen van het recidiverisico. De reclassering adviseert daarom een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat zij geen mogelijkheden ziet om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.
Op te leggen straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor mensenhandel. Deze zaak past volgens de rechtbank bij categorie II. Als oriëntatiepunt voor seksuele uitbuiting van categorie II wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 14 maanden genoemd. De rechtbank weegt in dit geval strafverzwarend mee de lange duur van de uitbuiting, die begon met misleiding en waarbij de dwang steeds ernstiger en omvangrijker werd, en dat de uitbuiting steeds verder toenam. De uitbuiting heeft ernstige gevolgen voor aangeefster. Verdachte heeft er geen enkele blijk van gegeven dat hij het kwalijke van zijn handelen inziet en uit het dossier komt naar voren dat hij deze handelswijze ook op andere vrouwen lijkt toe te passen.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van het bewezenverklaarde meebrengt dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op het reclasseringsadvies.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan verdachte tevens de maatregel in de zin van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opgelegd, strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf jaren, inhoudende een contactverbod met aangeefster.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- een GSM merk: Apple, kleur grijs met kapot scherm (PL0900-MDRCC23001_766003);
- een GSM merk: Apple, kleur blauw/grijs in zwart hoesje (PL0900-MDRCC23001_766001) en
- een GSM merk: Redmi, kleur zwart (PL0900-MDRCC23001_765999),
verbeurd verklaren.
Met behulp van deze voorwerpen is het bewezenverklaard feit begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 67.550,-. Dit bedrag bestaat uit € 57.550,- materiële schade en € 10.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voldoende is onderbouwd en geheel kan worden toegewezen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard moet worden gelet op de door haar bepleite vrijspraak.
Subsidiair heeft de raadsvrouw gesteld dat bij een veroordeling aangenomen mag worden dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze, maar dat de hoogte van het gevorderde bedrag aan immateriële schade onvoldoende is onderbouwd. De raadsvrouw verzoekt daarom de immateriële schade te matigen.
Ten aanzien van de materiële schade heeft de raadsvrouw gesteld dat er sprake was van een 50/50-verdeling en dat verdachte voor dat geld verschillende rollen heeft vervuld. Een vergoeding van hooguit € 7.500,- is passend. Bij toekenning van een hogere vergoeding is er sprake van uitbuiting van verdachte.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de materiële schade merkt de rechtbank het volgende op.
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. Aangeefster heeft sekswerk verricht en zij heeft een groot deel van de inkomsten aan verdachte moeten afstaan. Voordat verdachte met benadeelde optrok, had zij een andere chauffeur. Deze chauffeur kreeg ongeveer € 100,- per avond. De 50/50-verdeling die zou zijn afgesproken betreft dan ook geen eerlijke verdeling. De rechtbank is van oordeel dat nu er sprake is van een oogmerk van uitbuiting, de ‘werkzaamheden’ die verdachte heeft verricht, gezien moeten worden als handelingen die gericht waren op uitbuiting van de benadeelde, waarvoor hem dan ook geen vergoeding toekomt. De raadsvrouw heeft geen concreet beroep gedaan op verrekening, heeft niet gesteld of onderbouwd waaruit de vordering van verdachte dan zou bestaan, terwijl zij voor het overige de vordering onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. De benadeelde partij heeft haar vordering gebaseerd op de berekening die is gemaakt op het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel. Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering daarmee voldoende onderbouwd en de rechtbank zal de vordering daarom toewijzen.
Ten aanzien van de immateriële schade merkt de rechtbank op dat vaststaat dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze. De benadeelde partij heeft voldoende onderbouwd dat zij als gevolg van het bewezenverklaarde immateriële schade heeft geleden, hetgeen onvoldoende gemotiveerd is betwist. De rechtbank stelt - mede gelet op vergelijkbare zaken – de vergoeding van deze immateriële schade naar billijkheid vast op € 10.000,-.
De rechtbank waardeert de totale schade op € 67.550,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 januari 2023 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 67.550,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 januari 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 343 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 38v, 38w en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 (dertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 (vijf) jaren;
  • beveelt dat verdachte
 zich onthoudt van contact, direct en indirect, met [slachtoffer] (geboren [1994] te [geboorteplaats 2] );
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door ten hoogste 1 (een) maand hechtenis per keer, met een maximum van 6 (zes) maanden;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • een GSM merk: Apple, kleur grijs met kapot scherm (PL0900-MDRCC23001_766003);
  • een GSM merk: Apple, kleur blauw/grijs in zwart hoesje (PL0900-MDRCC23001_766001);
  • een GSM merk: Redmi, kleur zwart (PL0900-MDRCC23001_765999);
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 67.550,-, bestaande uit € 57.550,- materiële schade en € 10.000,- immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 67.550,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 343 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.A. Groeneveld, voorzitter, mr. M.C. Danel en mr. drs. I. Helmich, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 december 2023.
Mrs. V.A. Groeneveld, I. Helmich en B.T. Feenstra zijn buiten staat het vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de pleegperiode van ongeveer 01 januari 2022 tot en met 16 februari 2023 te pleegplaats [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] en/of elders in
Nederland,
A)een ander, te weten [slachtoffer] , (telkens)
door dwang, geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
door dreiging met geweld en/of (een) andere feitlijkhe(i)d(en),
door afpersing, fraude, misleiding
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht,
door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°)
en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°)
en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [slachtoffer] ’, seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°)
en/of
B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten van die [slachtoffer] , (sub 6°),
hebbende en/of zijnde hij, verdachte,
een (romantische) relatie met die [slachtoffer] aangegaan en/of onderhouden en/of
die [slachtoffer] telkens gebracht naar- en/of afgehaald bij haar seksafspraken en/of
die [slachtoffer] gedwongen veel prostitutiewerk te gaan doen (meer dan die [slachtoffer] zelf wilde doen) en/of
tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij geld nodig had voor zijn echtscheiding en/of voor
zijn kapotte auto en/of voor een Rolex-horloge en/of
die [slachtoffer] veelvuldig mishandeld (en vernederd)
- door die [slachtoffer] te slaan en/of te stompen op het hoofd en/of op het gezicht en/of tegen de nek en/of op haar benen en/of
- door de bovenarm en/of de keel van die [slachtoffer] vast te pakken en/of
- door die [slachtoffer] tegen de vloer te gooien en/of tegen een muur te duwen en/of aan haar haren te trekken en/of aan haar haren voort te slepen
- door een deel van het haar van [slachtoffer] af te knippen en/of te dreigen de rest van haar haar af te knippen en/of haar kaal te scheren en/of
de huissleutels van die [slachtoffer] afgepakt (en gedurende enige tijd onder zich gehouden) en/of
die [slachtoffer] een mes getoond dat aan een touwtje onder zijn trui zat en/of een foto van een vuurwapen aan haar gestuurd en/of
telkens tegen die [slachtoffer] gezegd en/of geappt
- dat zij hem, verdachte moest gehoorzamen, zij was van hem, verdachte, en zij moest alles doen wat hij, verdachte, zei en/of
- als zij, [slachtoffer] , naar de politie zou gaan hij haar neer zou schieten, en ook iedereen waar zij van hield en/of
- dat hij, verdachte, (tegen haar familie en de rest van de wereld) die [slachtoffer] zou exposen als prostituee,
door een facebookpagina hierover aan te maken en/of
appgesprekken over prostitutiewerkzaamheden door die [slachtoffer] en/of
advertentiefoto’s van die [slachtoffer] aan een ieder te tonen en/of
- dat zij dat exposen kon voorkomen door zeer regelmatig een groot bedrag aan hem, verdachte, over te maken en/of (cash) aan hem te geven en/of
een brief met daarin toespelingen op het prostitutiewerk van die [slachtoffer] in de brievenbus van die [slachtoffer] gestopt en/of (laten) stoppen en/of
die [slachtoffer] telkens gecontroleerd door
- haar te verplichten altijd de locatievoorziening op haar telefoon aan te hebben en/of
- haar te verplichten telkens foto’s/selfies aan hem, verdachte, te sturen en/of
- door haar telefoon te doorzoeken en/of
- door de werktelefoon te beheren en (veel) escortafspraken te maken voor die [slachtoffer] en/of
geeist dat die [slachtoffer] telkens
- ( steeds grotere bedragen aan) geld aan hem gaf en/of aan hem overmaakte en/of
- kleding en/of parfum en/of eten voor hem, verdachte, kocht en/of
aan die [slachtoffer] (mondeling en via een app) laten weten dat als zij van hem, verdachte, af wilde dat zij hem, verdachte, moest uitkopen voor eerst 40.000 euro, daarna voor 100.000 euro en als laatste voor 200.000 euro en/of
zo goed als alle (althans een heel groot deel van het) door die [slachtoffer] verdiende geld met prostitutiewerkzaamheden van haar afgepakt en/of door die [slachtoffer] aan hem laten afgeven.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij de volgende door politie Midden-Nederland in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal:
2.B-dossier, bladzijde 674.
3.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 december 2023.
4.Start-dossier, bladzijde 111.
5.Start-dossier, bladzijde 313 .
6.Start-dossier, bladzijde 219 en bladzijde 226, en A-dossier, bladzijde 444 en bladzijde 464.
7.Start-dossier, pagina 118.
8.Start-dossier, bladzijden 226, 227.
9.Start-dossier, pagina 119.
10.Start-dossier, bladzijde 120.
11.Start-dossier, bladzijde 112.
12.Start-dossier, bladzijde 121, 122.
13.Start-dossier, bladzijde 190.
14.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 6 december 2023.
15.A-dossier, bladzijde 455.
16.Start-dossier, bladzijde 224.
17.Start-dossier, bladzijde 122, bladzijde 194-197, en B-dossier, bladzijde 800.
18.Start-dossier, bladzijde 91.
19.Start-dossier, bladzijde 115.
20.Start-dossier, bladzijde 112
21.Start-dossier, bladzijde 229.
22.Start-dossier, bladzijde 112.
23.Start-dossier, bladzijde 112.
24.Start-dossier, bladzijde 88.
25.Start-dossier, bladzijden 216 en 217.
26.Start-dossier, bladzijde 227.
27.Start-dossier, bladzijde 240.
28.Start-dossier, bladzijde 95.
29.Start-dossier, bladzijde 122.
30.Start-dossier, bladzijden 230 en 231.
31.Start-dossier, bladzijde 115.
32.B-dossier, bladzijde 734.
33.Start-dossier, bladzijden 234-235.
34.Start-dossier, bladzijde 113.
35.Start-dossier, bladzijden 233 en 234.
36.Start-dossier, bladzijden 236, 237.
37.Start-dossier, bladzijde 116.
38.Start-dossier, bladzijde 77.
39.Start-dossier, bladzijde 182.
40.Start-dossier, bladzijden 84 en 85, en B-dossier, bladzijde 734.
41.Start-dossier, bladzijde 211.
42.Start-dossier, bladzijden 202, 204.
43.Start-dossier, bladzijde 205.
44.Start-dossier, bladzijde 209.
45.Start-dossier, bladzijden 247 en 248.
46.Start-dossier, bladzijde 113, en A-dossier, bladzijden 465-466.
47.Start-dossier, bladzijde 246.
48.Start-dossier, bladzijde 245.
49.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 december 2023.
50.Start-dossier, bladzijde 241.
51.Start-dossier, bladzijden 242 en 243.
52.Start-dossier, bladzijde 244.
53.Start-dossier, bladzijden 217 en 218.
54.Start-dossier, bladzijde 219.
55.Start-dossier, pagina 122.
56.Start-dossier, bladzijde 219.
57.Start-dossier, bladzijde 228.
58.Start-dossier, bladzijde 229.
59.A-dossier, bladzijde 448.
60.Start-dossier, bladzijde 467.
61.Start-dossier, bladzijde 111.
62.A-dossier, bladzijden 460-463.
63.Start-dossier, bladzijde 89.
64.Start-dossier, bladzijde 94.
65.B-dossier, bladzijden 688-689.
66.C-dossier, bladzijden 51, 52.
67.Aanvullend dossier, bladzijde 568.
68.Startdossier, bladzijde 89, 90.
69.A-dossier, bladzijde 680.
70.B-dossier, bladzijde 693.
71.C-dossier, bladzijde 492.
72.C-dossier, bladzijden 495, 496.
73.C-dossier, bladzijden 61-64.
74.C-dossier, bladzijde 449.
75.C-dossier, bladzijden 504, 505.
76.B-dossier, bladzijde 694.
77.Start-dossier, bladzijde 94, verhoor aangeefster bij rechtercommissaris van 21 september 2023, bladzijden 11, 12.
78.Start-dossier, bladzijde 346.
79.Start-dossier, bladzijden 171, 172.
80.Start-dossier, bladzijden 184, 185.
81.Start-dossier, bladzijden 97-99.
82.B-dossier. bladzijde 803-824.
83.B-dossier, bladzijden 806, 807.
84.Start-dossier, bladzijden 358, 359.
85.C-verbaal, bladzijde 78.