In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen MKB Clickservice en een gedaagde, die een overeenkomst had gesloten voor marketingdiensten. De overeenkomst betrof de ontwikkeling van een webshop, call tracking en een advertentiecampagne bij Google Ads, waarvoor de gedaagde een maandelijkse bijdrage van € 240,79 zou betalen. MKB Clickservice vorderde betaling van in totaal € 5.074,95, bestaande uit dossierkosten en maandelijkse bijdragen, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met betalingen. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat hij was opgelicht en dat de diensten niet waren geleverd zoals beloofd. Hij beriep zich op dwaling, omdat hij dacht dat de advertenties op Google inbegrepen waren in de maandelijkse bijdrage.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad een onjuiste voorstelling van zaken had en dat deze onjuiste voorstelling te wijten was aan inlichtingen van de vertegenwoordiger van MKB Clickservice. De rechter concludeerde dat de gedaagde de overeenkomst niet zou hebben gesloten als hij had geweten dat hij naast de maandelijkse bijdrage ook een adverteerbudget moest betalen. Hierdoor werd de overeenkomst vernietigd op grond van dwaling, en werden de vorderingen van MKB Clickservice afgewezen. Tevens werd MKB Clickservice veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die niet door een gemachtigde was bijgestaan.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en schriftelijke afspraken in commerciële overeenkomsten, vooral als het gaat om de verwachtingen van partijen over de geleverde diensten en de bijbehorende kosten.