Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De vorderingen en de standpunten van partijen
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
€ 154.939,23 die zij heeft weten terug te brengen tot een betaling van € 61.983,47 ex btw. Ter onderbouwing van de claim van [stichting] verwijst [eiseres] naar productie 7, een excel-overzicht waarin [stichting] haar kosten specificeert met facturen aan [stichting] . [gedaagde] stelt dat hierop een toelichting in de dagvaarding ontbreekt. De kantonrechter overweegt hierover het volgende. [eiseres] heeft in de dagvaarding toegelicht dat [stichting] na ontvangst van de dreigberichten hiernaar onderzoek heeft laten doen, zowel door externe partijen als door haar interne ICT-afdeling, beveiligingsmaatregelen heeft getroffen, communicatie heeft voorbereid voor haar cliënten en juridische bijstand heeft ingeschakeld. Uit de facturen aan [stichting] , achter productie 7, blijkt dat deze betrekking hebben op advocaatkosten, ICT-producten van [onderneming 1] en onderzoeks- en advieskosten van [onderneming 2] . Uit de factuur van [onderneming 1] van 9 april 2021 blijkt niet precies waarvoor kosten zijn gemaakt, wel is duidelijk dat het gaat om producten voor de ICT-afdeling. Uit de omschrijving op de facturen van [onderneming 2] blijkt alleen dat deze zien op ‘onderzoek en advisering’. Voor de onderbouwing van de kosten voor [onderneming 2] , is het niet nodig dat het rapport van [onderneming 2] wordt overgelegd, zoals [gedaagde] stelt. [gedaagde] betwist niet dat [onderneming 2] is ingeschakeld en dat daarvoor kosten gemaakt moeten worden. Op het excel-overzicht heeft [stichting] ook een schatting gemaakt van de personeelskosten voor de tijd die haar medewerkers hebben gewerkt aan het onderzoek naar de oorzaak en beperking van de gevolgen van de afpersing. Wat er over de hoogte van de kosten aan twijfel kan bestaan is er wel uitgehaald, want uiteindelijk heeft [eiseres] met [stichting] afgesproken maar
€ 75.000,- inclusief btw te betalen. Het excel-overzicht met bijlagen (productie 7) geeft voor dit bedrag voldoende aanknopingspunten. [eiseres] heeft de hoogte van de door haar gestelde schade van € 61.983,47 (het bedrag dat zij met aftrek van btw uiteindelijk aan [stichting] heeft betaald), dan ook voldoende onderbouwd. Het lag op de weg van [gedaagde] om duidelijk te maken waarom dit schadebedrag te hoog is. De door [eiseres] betaalde schadevergoeding van € 61.983,47 is daarom toewijsbaar.
1.985,00(2,5 punt x tarief € 794,00)