In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 december 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 7 juli 2022 tegen de definitieve beschikkingen compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van eiseres terecht was, omdat de Belastingdienst niet binnen de wettelijk gestelde termijn had gereageerd. De rechtbank verwierp het standpunt van de Belastingdienst dat eiseres de gronden van bezwaar niet had aangevuld, en concludeerde dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ontvankelijk was. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Belastingdienst deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 209,25 en het betaalde griffierecht van € 50,- moest door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.