Beoordeling door de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter komt in deze uitspraak tot het oordeel dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
De burgemeester heeft zijn besluit om de woning van verzoekers te sluiten gebaseerd op een bestuurlijke rapportage van de politie-eenheid Midden-Nederland van 21 november 2023. De burgemeester heeft deze rapportage aan de voorzieningenrechter overgelegd en voor een deel daarvan verzocht dat alleen de voorzieningenrechter daarvan kennisneemt. De rechtbank heeft dit verzoek beoordeeld en beslist dat de gevraagde beperkte kennisneming voor dat deel gerechtvaardigd is. Verzoekers hebben toestemming verleend als bedoeld in het vijfde lid van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht.
Wettelijk kader
3. Op grond van artikel 175, eerste lid, van de Gemeentewet is de burgemeester in geval van ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken.
4. Op het punt van de “ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden” heeft de burgemeester beoordelingsruimte. De rechter moet daarom beoordelen of de burgemeester, op het moment dat hij het noodbevel uitvaardigde, in redelijkheid tot het oordeel kon komen dat ernstige vrees bestond voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden. Bij deze toetsing moet worden uitgegaan van de informatie die de burgemeester op dat moment ter beschikking kon staan.
5. Als met een noodbevel een woning wordt gesloten dan wordt daarmee het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de bewoners beperkt. Dat is aanvaardbaar met het oog op de positieve verplichting die de staat heeft om geschikte stappen te nemen om het recht op leven van individuen binnen zijn rechtsmacht te beschermen. Daarbij geldt als voorwaarde dat het noodbevel aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit voldoet. Bij subsidiariteit gaat het om de vraag of er minder verstrekkende middelen voorhanden zijn. Bij proportionaliteit gaat het om de vraag of het noodbevel niet verder gaat dan strikt noodzakelijk is.
Is sprake van ernstige vrees voor ernstige wanordelijkheden?
6. Verzoekers voeren aan dat de burgemeester niet bevoegd is hun woning te sluiten. Er is geen situatie aan de orde waarin sprake is van een ernstige vrees voor ernstige wanordelijkheden. Verzoekers hebben namelijk geen idee waarom de burgemeester heeft besloten hun woning te sluiten. Het is voor hen volstrekt onbegrijpelijk uit welke hoek de dreiging komt. Zij verkeren niet in criminele circuits, hebben geen strafblad, en hebben geen vijanden. Zelf hebben zij ook nog nooit enige vorm van dreiging ervaren. Ze betwisten de feiten die de burgemeester aan het noodbevel ten grondslag legt. De explosie op 9 augustus 2023 kan niet voor hen bedoeld zijn geweest, want zij waren toen met vakantie. De explosie op 17 oktober 2023 bij een andere woning kan evenmin voor hen bedoeld zijn geweest. Deze woning staat op 150 meter afstand van hun woning. Ook zijn zij er niet mee bekend dat er op dat andere adres regelmatig pakjes voor hen bezorgd zouden worden. Tot slot zijn zij ook niet bekend met de situatie van 20 april 2023. Dat er volgens verzoekers geen sprake is van een dreiging volgt ook uit het feit dat de politie op 7 november 2023 al bij hen is langs geweest, maar de woning toentertijd niet is gesloten..
7. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat uit de bestuurlijke rapportage volgt dat er een ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden is die de openbare orde en de levens van mensen in gevaar brengen. In de bestuurlijke rapportage maakt de politie melding van een explosie bij de toegangsportiek van het appartementencomplex waarvan de woning van verzoekers deel uitmaakt op 9 augustus 2023 in de vroege ochtend. Op 17 oktober 2023 heeft zich in de nacht opnieuw een explosie voorgedaan bij een woning in de nabije omgeving van de Gashouder. De politie gaat ervan uit dat de explosieven per vergissing bij die woning zijn geplaatst en waren bedoeld voor een andere woning. De bewoners van die andere woning hebben verklaard dat er regelmatig pakketjes worden bezorgd die zijn bestemd voor de woning van verzoekers. Verder maakt de politie melding van een overval nabij station [plaats] [locatie] op 20 april 2023 waarbij tassen zijn waargenomen waaruit stapels bankbiljetten vielen.
8. De bestuurlijke rapportage bevat verder informatie van het Team Criminele Inlichtingen (TCI), waarvan de burgemeester en ook de voorzieningenrechter kennis hebben genomen. Verzoekers kennen deze informatie niet. De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester zich terecht op het standpunt stelt dat de informatie van het TCI concreet is en het verband tussen de overval op 20 april 2023, de twee explosies en de dreiging op (de woning van) verzoekers inzichtelijk maakt. Voornoemde stellingen van verzoekers doen daar niet aan af. Daarbij komt dat de politie op 23 november 2023 per e-mail desgevraagd aan de burgemeester heeft laten weten dat de dreiging nog steeds onverminderd hoog is. De voorzieningenrechter is gezien dit alles van oordeel dat de burgemeester voldoende heeft onderzocht en gemotiveerd dat sprake is van een actuele dreiging die de sluiting van de woning rechtvaardigt en zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat er een ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden.
Voldoet het noodbevel aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit?
9. Verzoekers voeren aan dat het sluiten van de woning in strijd is met de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. Verzoekers hebben een baby van 10 maanden en de hele woning is daarop ingericht. Verzoeker heeft geen baan en verzoekster werkt veelal vanuit huis. Het gezin is dus vrijwel de hele dag thuis. Zij kunnen niet zomaar elders onderdak vinden. Daarnaast willen zij vrienden en familie niet informeren over de dreiging en ze daar ook niet aan blootstellen. Als de dreiging echt zo ernstig is, dan zou de burgemeester een andere verblijfplaats (een safe house) aan kunnen bieden. Verder houdt de burgemeester onvoldoende rekening met het feit dat het gezin in een huurwoning woont. Als het daadwerkelijk tot sluiting komt, dan kan de verhuurder overgaan tot ontbinding van de huurovereenkomst.
De burgemeester had andere maatregelen kunnen bedenken om ernstige wanordelijkheden te voorkomen als daarvan al sprake is.
10. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester, mede in het licht van de ernst van de dreiging, voldoende gemotiveerd dat andere maatregelen niet afdoende zijn om de openbare orde te handhaven. Met minder ingrijpende middelen, zoals extra politiesurveillance of voortdurende observatie bij het portiek van het appartementencomplex is het voor kwaadwillenden niet duidelijk dat de woning voor enige tijd onbewoond is en dat een nieuwe aanslag niet het beoogde intimiderende effect zal hebben. Daarbij komt dat er voor degelijke maatregelen onvoldoende capaciteit beschikbaar is, aldus de burgemeester. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester deze omstandigheden voor nu zwaarder mogen laten wegen en is voldaan aan het vereiste van subsidiariteit.
11. Hoewel de sluiting van de woning vervelende consequenties heeft voor verzoekers en hun kind, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester in de gegeven omstandigheden het algemene belang van de handhaving van de openbare orde en de veiligheid zwaarder heeft mogen laten wegen dan de belangen van verzoekers. Daarbij is van belang dat ter zitting is gebleken dat verzoekers toch tijdelijk onderdak kunnen vinden bij familie en vrienden. De burgemeester heeft daar in dit geval vanuit mogen gaan en was niet gehouden alternatieve huisvesting aan te bieden. Daarbij heeft de burgemeester de oorzaak en achtergrond van de dreiging mee mogen laten wegen en ook dat verzoekers de burgemeester niet om hulp hebben gevraagd. De omstandigheid dat verzoekers bij familie of vrienden wellicht tijdelijk niet als gezin bij elkaar kunnen zijn, vindt de voorzieningenrechter niet zwaarwegend genoeg. Ook de omstandigheid dat de verhuurder er mogelijk voor kiest om de huurovereenkomst te ontbinden is niet een omstandigheid die maakt dat de woningsluiting disproportioneel wordt in verhouding tot het met de sluiting te dienen doel. De voorzieningenrechter wijst er daarbij op dat - zoals ter zitting is besproken en anders dan verzoekers in eerste instantie stelden - een dergelijke ontbinding niet op buitengerechtelijke wijze kan plaatsvinden en dus met waarborgen is omgeven.
Conclusie en gevolgen
12. Gezien het voorgaande zal naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter het noodbevel (het besluit van 24 november 2023) naar verwachting in bezwaar stand houden. De voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van de woningsluiting levert daarom geen grond op voor het treffen van een voorlopige voorziening. Ook in de bij het verzoek om voorlopige voorzieningen betrokken belangen ziet de voorzieningenrechter geen reden voor een voorlopige voorziening.
13. De voorzieningenrechter wijst het verzoek dan ook af. Dat betekent dat de burgemeester de woning nu daadwerkelijk kan sluiten. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.