ECLI:NL:RBMNE:2023:6956

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
UTR 23/4743
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake ontbrekende kopie besluit en bezwaarschrift

Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker, wonende te [woonplaats], en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het verzoek om een voorlopige voorziening werd ingediend op 27 september 2023. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoekschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. Dit betekende dat de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kon behandelen.

Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die een verzoek om een voorlopige voorziening indient, een kopie van het besluit en het bezwaarschrift in te dienen. De griffier heeft verzoeker op 3 oktober 2023 een brief gestuurd met het verzoek om binnen een week de benodigde documenten te overleggen. Verzoeker heeft echter niet gereageerd op deze brief, wat leidde tot de conclusie dat het verzoek niet inhoudelijk kon worden behandeld.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen geldige reden was voor het ontbreken van de benodigde documenten en heeft het verzoek daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zoals bepaald in artikel 8:83 Awb. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens-Kleijn, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4743

uitspraak van voorzieningenrechter van 25 oktober 2023 in de zaak tussen

[verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker,

en

De algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, het CBR

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek om een voorlopige voorziening dat verzoeker heeft ingediend op 27 september 2023.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het verzoekschrift voldoet namelijk niet aan de wettelijke eisen, waardoor de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de voorzieningenrechter dat verder uit.
2. Iemand die een verzoek voor een voorlopige voorziening indient moet een kopie van het besluit en bezwaarschrift indienen. Dit staat in artikel 6:5 en artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen kopie van het besluit en bezwaarschrift is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar verzoeker niets aan kan doen.
3. De griffier heeft verzoeker op 3 oktober 2023 een brief gestuurd, waarin staat dat verzoeker binnen een week een kopie moet overleggen van het besluit waar hij het niet mee eens is en het bezwaarschrift dat hij aan verweerder heeft gestuurd.
4. Verzoeker heeft niet gereageerd op deze brief.
5. Het verzoek zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld en de voorzieningenrechter zal geen uitspraak over het verzoek doen. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:83 Awb).
6. Verzoeker krijgt geen gelijk.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens-Kleijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2023.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep of in verzet.