ECLI:NL:RBMNE:2023:6956
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake ontbrekende kopie besluit en bezwaarschrift
Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker, wonende te [woonplaats], en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het verzoek om een voorlopige voorziening werd ingediend op 27 september 2023. De voorzieningenrechter heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het verzoekschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. Dit betekende dat de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kon behandelen.
Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die een verzoek om een voorlopige voorziening indient, een kopie van het besluit en het bezwaarschrift in te dienen. De griffier heeft verzoeker op 3 oktober 2023 een brief gestuurd met het verzoek om binnen een week de benodigde documenten te overleggen. Verzoeker heeft echter niet gereageerd op deze brief, wat leidde tot de conclusie dat het verzoek niet inhoudelijk kon worden behandeld.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen geldige reden was voor het ontbreken van de benodigde documenten en heeft het verzoek daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zoals bepaald in artikel 8:83 Awb. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van mr. L.M. Janssens-Kleijn, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.