In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 21 december 2023, is het beroep van eiseres, een Belgische, tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 6 december 2022 bezwaar gemaakt en op 21 juni 2023 beroep ingesteld, omdat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank oordeelde dat de rechtbank Amsterdam het beroep had moeten doorsturen naar de rechtbank Midden-Nederland, die bevoegd was om te oordelen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, omdat de Belastingdienst in gebreke was gebleven. De rechtbank droeg de Belastingdienst op om binnen zes weken na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens werd een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres kreeg ook een vergoeding voor de proceskosten van € 209,25 en het betaalde griffierecht van € 50,- moest door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.