ECLI:NL:RBMNE:2023:6878

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
16/242437-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige oplichting via online verkoopplatforms met computervredebreuk en diefstal

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een eendaadse samenloop van oplichting, computervredebreuk en diefstal met valse sleutel. De verdachte heeft, samen met medeverdachten, op grote schaal oudere slachtoffers benaderd via online verkoopplatforms zoals Marktplaats. Door middel van valse voorwendselen en het versturen van phishinglinks hebben zij het vertrouwen van de slachtoffers weten te winnen. Vervolgens hebben zij toegang verkregen tot de internetbankierenaccounts van de slachtoffers en geldbedragen overgeschreven naar hun eigen rekeningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, mede door zijn rol in de organisatie, een gevangenisstraf van 20 maanden heeft gekregen, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden. De zaak is behandeld op tegenspraak en de rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen, waaronder verschillende banken en individuele slachtoffers, in behandeling genomen. De rechtbank heeft de vorderingen van de banken en de meeste benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/242437-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats] (Syrië),
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 juni 2023, 30 augustus 2023 en 14 november 2023. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 14 november 2023. Het onderzoek is gesloten op 13 december 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vorderingen en de standpunten van officier van justitie mr. L.H. van der Veldt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. R. van Veen, advocaat te Amersfoort, naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van hetgeen door of namens de benadeelde partijen ABN AMRO, Rabobank, Volksbank, ING, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op het volgende neer.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, op meerdere momenten in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, vanuit Utrecht, Amsterdam, Enschede en/of Madrid schuldig gemaakt aan strafbare feiten gepleegd jegens rekeninghouders bij de banken ABN AMRO, ING, Rabobank en/of Volksbank, te weten:

Feit 1
verdachte heeft zich via Marktplaats en andere verkoopplatformen schuldig gemaakt aan oplichting door middel van het versturen van een valse hyperlink en/of door middel van het bewegen tot afgifte van responscodes en/of kleurcodes;

Feit 2
verdachte is daarbij – door in te loggen met onrechtmatig verkregen gegevens – de computersystemen van deze banken en/of de rekeninghouders binnengedrongen;

Feit 3
verdachte heeft vervolgens meerdere geldbedragen van deze banken en/of de rekeninghouders weggenomen door geldbedragen over te maken naar SumUpaccounts, Binance-accounts en/of bankrekeningen op naam van verdachte en/of medeverdachten en/of door geldopnames te doen.
De feiten zijn primair ten laste gelegd als medeplegen en subsidiair als medeplichtigheid.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 (oplichting) en feit 3 (diefstal met valse sleutels) heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde medeplegen. Ten aanzien van de bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Uit de onderlinge taakverdeling blijkt dat verdachte middels het verstrekken van inlichtingen, bestaande uit telefoonnummers, bankrekeningnummers en inloggegevens, aan medeverdachte [medeverdachte 1] slechts medeplichtig is geweest aan de feiten. Er was sprake van een ondergeschikte, niet uitvoerende rol en van rechtstreekse betrokkenheid bij deze feiten is dan ook geen sprake.
Ten aanzien van feit 2 (computervredebreuk) heeft de raadsman integrale vrijspraak bepleit, derhalve zowel van het primair ten laste gelegde medeplegen als de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte geen substantiële bijdrage heeft geleverd aan computervredebreuk, althans daar geen opzet op gehad heeft, nu verdachte niet bij de uitvoering of afhandeling van de feiten betrokken is geweest; verdachte heeft immers slechts inlichtingen verstrekt. Daarnaast had verdachte geen opzet op medeplichtigheid aan dit feit. Verdachte wist weliswaar dat medeverdachte zich schuldig zou gaan maken aan oplichting(en), maar niet dat er ten aanzien van de slachtoffers computervredebreuk zou worden gepleegd.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat – indien de rechtbank een van de primair ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren – verdachte partieel vrijgesproken dient te worden van de periode 1 augustus 2019 tot en met 31 oktober 2022. Pas na deze periode kan worden aangenomen dat verdachte meer heeft gedaan dan slechts het opzoeken van telefoonnummers.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring / bewijsmiddelen
Vanwege de omvang van het dossier zijn de bewijsmiddelen ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis opgenomen in bijlage II, die aan dit vonnis is gehecht. [1] De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben.
De rechtbank acht – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen – het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, feit 2 en feit 3 primair ten laste gelegde. Hieronder zal de rechtbank waar nodig uitleggen waarom zij dat vindt.
Bewijsoverweging
Uit de in bijlage II van dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen volgt dat de verdachte zich in de aan hem laste gelegd periode van 23 februari 2021 tot en met 31 augustus 2022 grotendeels samen met zijn medeverdachten schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting, computervredebreuk en diefstal in vereniging door middel van valse sleutels. Bij hun oplichtingspraktijken, die zich afspeelden op online verkoopplatforms zoals Marktplaats, Koopplein en Facebook maakte de verdachten gebruik van drie werkwijzen:
( a)
De 1 cent-methode (phishinglink)
Bij deze methode doet de oplichter zich voor als koper van een product dat wordt aangeboden op een onlineverkoopplatform, zoals bijvoorbeeld Marktplaats. De oplichter benadert de verkoper, waarbij het contact vervolgens plaatsvindt via de berichtendienst Whatsapp. Zodra tussen de verkoper en de oplichter overeenstemming is bereikt over de prijs, stuurt de oplichter een betaallink naar de verkoper met het verzoek om één cent over te maken aan de koper (lees: de oplichter). Hiermee zou de verkoper dan zijn betrouwbaarheid aan de koper aantonen. De toegezonden betaallink leidt echter naar een malafide website die lijkt op de website van de bank van de verkoper. De verkoper wordt vervolgens gevraagd om op die website zijn bankgegevens in te vullen, zoals zijn bankrekeningnummer en bankpasnummer. Ook wordt de verkoper gevraagd om een verificatiecode waarmee opdrachten kunnen worden goedgekeurd. Vaak wordt de verkoper er door de oplichter toe bewogen om meerdere verificatie- of kleurcodes af te staan. De door de verkoper op de malafide website ingevulde gegevens worden door de oplichter vervolgens gebruikt om in te loggen op de online bankomgeving van de verkoper, waarna de oplichter met de verkregen verificatiecodes betalingen aan zichzelf doet of een mobiele pas aan de bankrekening van de koper koppelt, waarmee de oplichter betalingen kan doen.
( b)
Afstaan van verificatiecodes
Deze methode is voor wat de start betreft gelijk aan de 1 cent-methode. Op het moment dat de verkoper en de koper (de oplichter) overeenstemming hebben bereikt over de prijs, stuur de koper geen betaallink, maar verzoekt hij om een foto van de bankpas van de verkoper, al dan niet in combinatie met een foto van het product. Ook gebeurd het dat de koper vraag om het bankrekeningnummer en de bankpas van de verkoper. Hiermee zou de verkoper zijn betrouwbaarheid aan de koper aantonen. Met het verkregen bankrekening- en pasnummer heeft de oplichter vervolgens toegang tot de online bankomgeving van de verkoper. Vervolgens beweegt de oplichter de verkoper ertoe om verificatie- of kleurcodes aan de oplichter af te staan. Dit gebeurt onder het valse voorwendsel dat dit nodig is om een betaling te doen vanaf de zakelijke rekening van de koper. De verkregen code wordt vervolgens door de oplichter gebruikt om opdrachten goed te keuren, zoals het overboeken van gelden of het koppelen van een mobiele bankpas aan de bankrekening van verkoper.
De rechtbank somt hieronder (niet uitputtend) enkele conclusies op die zij trekt op basis van de bewijsmiddelen op, op grond waarvan zij tot het oordeel is gekomen dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de aan hem ten laste gelegde feiten heeft gepleegd:
- Verdachte heeft zowel ter zitting als bij de rechter-commissaris een bekennende verklaring afgelegd over de ten laste gelegde oplichtingspraktijken. Hij heeft onder meer heeft verklaard dat hij dagelijks met [medeverdachte 1] samenwerkte en dat hij zich in opdracht van [medeverdachte 1] bezighield met het opzoeken van telefoonnummers en het chatten met mensen, veelal via Marktplaats. Op het moment dat mensen hun rekeningnummer gaven nam [medeverdachte 1] het gesprek van hem over. Vervolgens werd er geld van de rekening van het slachtoffer gehaald. Bij chatten gebruikten zij daarbij vooral doorsnee Nederlandse namen zoals [fakenaam 1] of [fakenaam 2] en ook de woonplaatsen Terneuzen en Vlissingen. Dit maakte het makkelijker om de gegevens van mensen te krijgen. Daarnaast verklaarde hij ook dat hij bankrekeningen op naam had staan in verschillende landen, en dat ook [medeverdachte 1] toegang tot die bankrekeningen had. [medeverdachte 1] woonde samen met zijn partner [A] aan de [adres] in [woonplaats] , [verdachte] verbleef daar ook veel. Over de rol van medeverdachte [medeverdachte 2] , de broer van medeverdachte [medeverdachte 1] , heeft verdachte verklaard dat hij met enige regelmaat vanuit Nederland naar Spanje kwam en dan verbleef op het adres van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] heeft een aantal keer een bankrekening voor [medeverdachte 1] aangemaakt. Ook regelde hij simkaarten voor [medeverdachte 1] .
- Uit de aangiftes van [aangever 1] , [aangever 2] , [aangever 3] , [slachtoffer 1] , [aangever 4] , [aangever 5] , [aangever 6] , [aangever 7] , [aangever 8] , [aangever 9] en [aangever 10] blijkt dat de oplichters telkens een adres in Terneuzen of Vlissingen gebruikte. Daarnaast volgt uit de aangiftes van [aangever 2] , [aangever 3] , [aangever 5] , [aangever 7] , [aangever 9] en [aangever 11] dat de oplichters regelmatig de voornaam [fakenaam 1] gebruikte. In nagenoeg alle overige aangiftes zijn doorsnee Nederlandse voornamen genoemd zoals [fakenaam 3] , [fakenaam 4] , [fakenaam 5] , [fakenaam 6] en [fakenaam 7] . Wat verder opvalt is dat in zes aangiftes de achternaam [fakenaam 8] voorkomt (aangiftes: [slachtoffer 1] , [aangever 4] , [aangever 6] , [aangever 12] , [aangever 13] , [aangever 10] ), in vijf aangiftes de achternaam [fakenaam 9] (aangiftes: [aangever 3] , [aangever 5] , [aangever 9] en [aangever 14] ) en in twee aangiftes de naam [fakenaam 10] (aangiftes: [aangever 1] en [aangever 15] ).
- Uit de aangiftes van [aangever 16] , [aangever 4] , [aangever 17] , [aangever 7] , [aangever 5] , [aangever 12] , [aangever 13] , [aangever 10] en [aangever 11] blijkt dat geld van hun bankrekeningen is overgeschreven naar bankrekeningen in Madrid, dan wel dat in Madrid vanaf hun rekening (pin)betalingen zijn gedaan.
- Er zijn vijf SumUp-accounts voor een mobiele pinautomaat aangetroffen die waren geregistreerd op naam van medeverdachte [medeverdachte 2] , waaronder het account met de naam ‘ [accountnaam 1] ’. Het e-mailadres dat bij dit account hoort is [e-mail adres] @gmail.com. Aan dit account zijn onder andere de dynamische omschrijvingen [omschrijving] en [omschrijving] gekoppeld geweest. Uit de verstrekte locatiegegevens blijkt dat dit SumUp-account is gebruikt in Madrid en dat daar succesvolle transacties hebben plaatsgevonden. Dit SumUp-account is gebruikt bij de oplichting van [aangever 5] en [aangever 11] .
- Op de verblijfplaats van [medeverdachte 1] en [A] in Roemenië is een Motorola E20 telefoon aangetroffen. In de telefoon werd de username [e-mail adres] @gmail.com gebruikt. Ter zitting heeft [medeverdachte 1] verklaard dat deze telefoon alleen bij hem in gebruik was.
- Uit onderzoek is gebleken dat het IP-adres [IP-adres] (hierna: het Spaanse IP-adres) behoort bij het adres waarop [medeverdachte 1] samen met [A] in Spanje verbleven, te weten [adres] te [woonplaats] . Het Spaanse IP-adres is geregistreerd op naam van [verdachte] .
- Het Spaanse IP-adres is te koppelen aan de oplichting van [aangever 15] , waarbij van de rekening van [aangever 15] geld is overgeschreven op een Duits bankrekeningnummer eindigend op [rekeningnummer] . Dit bankrekeningnummer is geregistreerd op naam van [A] . [A] heeft verklaard geen wetenschap te hebben van het betreffende Duitse bankrekeningnummer. Het van [aangever 15] ontvangen bedrag is vanaf het Duitse bankrekeningnummer direct overgeschreven op een Spaans rekeningnummer eindigend op [rekeningnummer] op naam van [medeverdachte 1] .
- Vanaf het Spaanse IP-adres is een Marktplaatsaccount geregistreerd onder de naam [e-mail adres] @gmail.com. De naam [fakenaam 11] komt terug in de aangifte van [slachtoffer 1] en werd door de malafide koper gebruikt. Het daarbij gebruikte e-mailadres is [e-mail adres] @gmail.com.
- Uit navraag bij Google blijkt het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com gebruikt te zijn op een telefoon van het merk Realme. Aan dit toestel waren onder meer de volgende useraccounts gekoppeld waarmee op enig moment is ingelogd:
[e-mail adres] @gmail.com, [e-mail adres] @gmail.com, [e-mail adres] @gmail.com, en [e-mail adres] @gmail.com. Het volgens de gegevens van Google aan het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com gekoppelde telefoonnummer was een Spaans telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] .
- Het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com is gekoppeld aan het DigiD-account van [medeverdachte 1] . Dat account is vanaf het Spaanse IP-adres in de periode van 1 augustus 2019 tot en met 7 juni 2022 op diverse momenten benaderd.
- Uit onderzoek is gebleken dat vanaf het Spaanse IP-adres een Marktplaatsaccount is geregistreerd op naam van [medeverdachte 1] . Het daaraan gekoppelde e-mailadres is [e-mail adres] @gmail.com. Dit e-mailadres is tevens gebruikt op de Apple Macbook Air waarvan [medeverdachte 1] heeft verklaard dat die aan hem en zijn partner [A] toebehoorde en waarvan hij ook heeft verklaard dat die niet door anderen werd gebruikt. Het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com is eveneens als account aan de Apple Macbook Air gekoppeld.
- Op de Apple Macbook Air is phishingsoftware aangetroffen en ook diverse webpagina’s van onder andere ABN, ING en Marktplaats, die kunnen worden gebruikt om bankgegevens afhandig te maken door het doen van 1 cent verificatiebetalingen.
- De e-mailadressen [e-mail adres] @gmail.com, [e-mail adres] @gmail.com en [e-mail adres] @gmail.com zijn gebruikt om boekingen te doen via de website Booking.com. Volgens de bij Booking.com opgevraagde gegevens zijn vijf boekingen met het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com gedaan vanaf het Spaanse IP-adres dat te koppelen is aan het verblijfadres van [medeverdachte 1] in Madrid. De boekingen zijn gedaan op naam van [verdachte] . Het telefoonnummer dat is opgegeven bij de vier boekingen die zijn gedaan met het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com en dat eindigt op [telefoonnummer] , is gebruikt bij de oplichting van [aangever 2] , [aangever 16] , [slachtoffer 1] , [aangever 5] , [aangever 7] , [aangever 9] en [aangever 11] .
- Bij de aanhouding van [medeverdachte 1] op 28 februari 2023 in zijn woning in Barlad, Roemenië is een Samsung Galaxy A13 (SM-A136B) aangetroffen met IMEI [IMEI nummer] . Dit toestel is aan [medeverdachte 1] te koppelen vanwege de daarop aangetroffen foto’s en gesprekken. Bij onderzoek is gebleken dat een simkaart met het nummer eindigend op [telefoonnummer] in die telefoon had gezeten. In de Samsung browser was ingelogd op het
e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com. Uit een op de telefoon gestart Telegram gesprek volgt dat de gebruiker van de telefoon kon voorzien in inloggegeven bestaande uit e-mailadressen en wachtwoorden van accounts op online handelsplaatsen.
Daarbij werden onder andere de e-mailadressen [e-mail adres] @gmail.com, [e-mail adres] @gmail.com, [e-mail adres] @gmail.com en [e-mail adres] .@gmail.com gebruikt.
Daarnaast zijn in de telefoon voor de periode 26 januari 2023 tot en met 25 februari 2023 in totaal 818 e-mails van Marktplaats aangetroffen die onder andere betrekking hadden op het bevestigen van Marktplaats accounts en het opnieuw instellen van wachtwoorden voor Marktplaatsaccounts. Op de telefoon waren verder afbeeldingen aanwezig van QR-codes voor het verifiëren van transacties van onder andere Triodosbank en ING bank. Ook waren de applicaties van ABN AMRO, Rabobank, ING en ASN op het toestel geïnstalleerd.
- Het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] was volgens de registratiegegevens van Google gekoppeld aan het hiervoor genoemde e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com, maar ook het hiervoor genoemde e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com. Het telefoonnummer tevens gekoppeld aan verschillende SumUp-accounts op naam van [medeverdachte 2] , waaraan ook het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com te koppelen is, waaronder het SumUp-account ‘ [accountnaam 1] ’.
- Het paspoort van [medeverdachte 2] is zowel voor als na dat het op 11 maart 2020 als vermist was opgegeven, gebruikt voor het openen van bankrekeningen in diverse landen. Het paspoort is bij de aanhouding [medeverdachte 1] in zijn woning te [woonplaats] , Roemenië teruggevonden. Het paspoort is op 26 januari 2020 gebruikt voor de registratie van het hiervoor genoemde telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer] . Op 28 oktober 2020 is het paspoort gebruikt voor de opening van het SumUp-account met de naam ‘ [accountnaam 1] ’.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de door [verdachte] bij de rechter-commissaris afgelegde verklaring, waarvan hij tijdens de terechtzitting heeft gezegd dat hij bij de inhoud van die verklaring blijft, betrouwbaar is. Hij verklaart gedetailleerd, belastend voor zichzelf en zijn verklaring wordt bovendien ondersteund door andere bewijsmiddelen. Dit betekent dat de rechtbank voorbij gaat aan de door de verdediging van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] met betrekking tot die verklaring opgeworpen bezwaren.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande de aan verdachte tenlastegelegde oplichting, computervredebreuk en diefstal in vereniging door middel van valse sleutels in de periode van 23 februari 2021 tot en met 31 augustus 2022 wettig en overtuigend bewezen. Uit de opgenomen bewijsmiddelen volgt dat de verdachten in ieder geval gedurende de tenlastegelegde periode intensief met elkaar hebben samengewerkt waarbij de verdachten de slachtoffers door middel van verdichtsels, listige kunstgrepen en het aannemen van een valse naam en hoedanigheid hebben bewogen tot afgifte van bankgegevens, namelijk hun inloggegevens en verificatiecodes van hun bankrekeningen (feit 1). Onderdeel van de werkwijze van verdachten was daarbij het wederrechtelijk inloggen de computersystemen van banken aan de hand van de inloggegevens die verdachten onrechtmatig van de slachtoffers hadden verkregen (feit 2). Met de onrechtmatig verkregen inloggegevens en verificatiecodes hebben verdachten vervolgens geldbedragen van de rekeningen van de slachtoffers weggenomen door deze over te schrijven naar door hunzelf geopende bankrekeningen (feit 3). Feit 1 en 3 kunnen overigens niet bewezen worden ten aanzien van de slachtoffers [aangever 1] en [aangever 15] , omdat zij uiteindelijk zelf de geldbedragen op de rekeningen van verdachten hebben gestort. Deze geldbedragen zijn dus niet door verdachten zelf weggenomen, zoals artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht vereist.
Voor wat betreft het tenlastegelegde medeplegen stelt de rechtbank voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Naar oordeel van de rechtbank zijn de gedragingen van de verdachten, die bestaan uit het verzamelen van telefoonnummers, het chatten met potentiële slachtoffers, het verkrijgen van inloggegevens en verificatiecodes, het openen van online rekeningen en SumUp-accounts, het overschrijven en ontvangen van geldbedragen en het regelen van simkaarten, allen handelingen waarmee een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan de voorbereiding, uitvoering en afhandeling van de aan verdachten tenlastegelegde feiten. Deze door de verdachten uitgevoerde handelingen zijn daarom allen essentieel voor de uitvoering van de door hun gepleegde online oplichtingspraktijken.
Hoewel de rechtbank de overtuiging heeft dat [medeverdachte 1] in het geheel een leidende rol had, doet dat er niet aan af dat verdachte en [medeverdachte 2] een wezenlijke bijdrage hebben geleverd aan de uitvoering van de tenlastegelegde feiten. Zoals volgt uit de verklaring van verdachte werkte hij op dagelijkse basis samen met [medeverdachte 1] . Hij was naar overtuiging van de rechtbank feitelijk diens rechterhand bij de uitvoering van de online oplichting. Zijn handelingen waren in de keten van de oplichting een onmisbare schakel zonder welke die niet had kunnen plaatsvinden. Ook de rol van [medeverdachte 2] is essentieel geweest. Verdachte heeft over de rol van [medeverdachte 2] verklaard dat hij bankrekeningen heeft geopend en ook simkaarten regelde. Zonder deze bankrekeningen en simkaarten, had de oplichting niet op deze grote schaal kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast heeft hij een onderneming geregistreerd bij de Kamer van Koophandel die, bij gebreke aan enige zakelijke activiteit, naar de uiterlijke verschijningsvorm kennelijk geheel ten dienste stond van de oplichtingspraktijken. . Aan deze onderneming zijn immers SumUp-accounts verbonden (waarvan een deel op zijn naam) via welke de gelden van de slachtoffers van de oplichtingen zijn weggesluisd.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten is komen vast te staan. Hoewel niet in alle gevallen sprake is van een gezamenlijke uitvoering, is de bijdrage van verdachte aan het tenlastegelegde naar het oordeel van de rechtbank van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1 (primair)
op tijdstippen, in of omstreeks de periode van 23 februari 2021 tot en met 31 augustus 2022, in Nederland en/of Spanje, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
[aangever 2] (2250 euro)
[aangever 3] (2000 euro)
[aangever 18] (4950 euro)
[aangever 16] (2450 euro)
[slachtoffer 1] (4450 euro)
[aangever 4] (2500 euro)
[aangever 17] (2500 euro)
[aangever 5] (2420 euro)
[aangever 6] (1612,10 euro)
[aangever 7] (3450 euro)
[aangever 12] (2000 euro)
[aangever 13] (5390 euro)
[aangever 9] (2450 euro)
[aangever 10] (9942,75 euro)
[aangever 14] (350 euro)
[slachtoffer 2] (8500 euro)
[aangever 11] (2500 euro)
hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van (inlog)gegevens en (inlog)codes van hun ING bank accounts, Rabobank accounts en ABN AMRO accounts, door telkens valselijk , listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid – zakelijk weergegeven – (variant: 1 cent overmaken)
  • zich voor te doen als een potentiële koper van goederen die via een Marktplaatsadvertentie, Kooppleinadvertentie of een advertentie op Facebook Marketplace, werden aangeboden en
  • vervolgens aanbieders van die op Marktplaats, Koopplein en Facebook Marketplace, aangeboden goederen, te weten voornoemde rekeninghouders, via een WhatsAppbericht te vragen om een foto van de bankpas (in combinatie met het aangeboden goed) te versturen naar voornoemde rekeninghouder(s) en
  • vervolgens voornoemde rekeninghouders, via een WhatsAppbericht, een hyperlink met daarin een betaalverzoek van 0,01 cent te sturen en
  • vervolgens voornoemde rekeninghouders, althans personen handelend namens die rekeninghouders, door de inhoud van voornoemde WhatsAppberichten bewogen tot het klikken op de hyperlink, waarna voornoemde rekeninghouders werden doorverwezen en/of geleid naar een valse website van de ING bank, de Rabobank of de ABN AMRO en
  • vervolgens voornoemde rekeninghouders, althans personen handelend namens die rekeninghouders, te bewegen op voornoemde valse websites hun (inlog)gegevens en/of (inlog)codes in te vullen en
  • vervolgens voornoemde rekeninghouders, althans personen handelend namens die rekeninghouders, te bewegen meermaals een kleurcode te scannen en/of een verificatiecode door te geven;
en (variant: betaling zakelijke rekening)
  • zich voor te doen als een potentiële koper van goederen die via een Marktplaatsadvertentie, Kooppleinadvertentie en Facebook Marketplace, werden aangeboden en
  • daarbij aan te geven dat zij (verdachte en/of zijn mededaders) vanaf een zakelijke rekening wilden betalen en dat het om die reden nodig is dat de verkoper een kleurcode scant en/of een responscode doorgeeft om de betaling te kunnen ontvangen en
  • vervolgens voornoemde rekeninghouders, althans personen handelend namens die rekeninghouders, te bewegen de gegenereerde (inlog)code via WhatsApp te versturen en
  • daarbij bij voornoemde rekeninghouders, althans personen handelend namens die rekeninghouders, aan te geven dat het scannen van de kleurcode is mislukt en/of dat de responscode is verlopen om zodoende voornoemde rekeninghouders te bewegen opnieuw een kleurcode te scannen en/of een gegenereerde (inlog)code via WhatsApp te versturen,
waardoor bovengenoemde rekeninghouders werden bewogen tot voornoemde afgiften.
Feit 2 (primair)
op tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 februari 2021 tot en met 31 augustus 2022, in Nederland en Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een gedeelte van geautomatiseerde werken, te weten computersystemen van de ING bank, Rabobank en ABN AMRO zijn binnengedrongen, door het doorbreken van een beveiliging, door een technische ingreep en met behulp van een valse sleutel , te weten door het telkens inloggen met onrechtmatig verkregen (inlog)gegevens van rekeninghouders van de ING bank, Rabobank en/of ABN AMRO.
Feit 3 (primair)
op tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 februari 2021 tot en met 31 augustus 2022, in Nederland en/of Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen één of meerdere geldbedragen, welke geldbedragen, geheel toebehoorden aan een of meerdere rekeninghouders van de ING bank, Rabobank en ABN AMRO , te weten
[aangever 2] (2250 euro)
[aangever 3] (2000 euro)
[aangever 18] (4950 euro)
[aangever 16] (2450 euro)
[slachtoffer 1] (4450 euro)
[aangever 4] (2500 euro)
[aangever 17] (2500 euro)
[aangever 5] (2420 euro)
[aangever 6] (1612,10 euro)
[aangever 7] (3450 euro)
[aangever 12] (2000 euro)
[aangever 13] (5390 euro)
[aangever 9] (2450 euro)
[aangever 10] (9942,75 euro)
[aangever 14] (350 euro)
[slachtoffer 2] (8500 euro)
[aangever 11] (2500 euro)
waarbij hij, verdachte, en zijn mededaders die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door,
  • zich met onder valse voorwendselen verkregen (inlog)gegevens toegang te verschaffen tot en/of in te loggen op de (internet)bankrekening van voornoemde rekeninghouders en
  • daarna één of meerdere geldbedragen over te maken van de bankrekeningen van voornoemde personen naar (onder meer) Sumupaccounts, Binance accounts en bankrekeningen op naam van verdachte en/of zijn medeverdachten en vervolgens geldopnames te doen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1 (primair), 2 (primair) en 3 (primair):
De eendaadse samenloop van
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd,
en
medeplegen van computervredebreuk, meermalen gepleegd,
en
diefstal, gepleegd door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, te weten (i) een meldplicht bij de reclassering en (ii) een ambulante behandeling.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gevraagd bij de straftoemeting rekening te houden met de volgende omstandigheden. Verdachte heeft geen relevantie recente documentatie. Daarnaast heeft verdachte meegewerkt met het onderzoek. Verdachte heeft zijn aandeel bekend. Ook heeft hij spijt betuigd en inzicht getoond in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat hij de strafbare feiten heeft begaan. Verdachte heeft de bereidheid getoond aan zichzelf te werken om recidive te voorkomen. Na zijn schorsing heeft hij zich ingezet bij de reclassering en heeft hij werk gevonden. De reclassering heeft gerapporteerd en aangegeven dat een gevangenisstraf de positieve veranderingen in het leven van verdachte zou doen stagneren, zijn motivatie mogelijk zou doen afnemen en daarmee een negatieve invloed zou hebben op het recidiverisico. De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte bij een gevangenisstraf zijn baan zou kwijtraken. Gelet op het voorgaande is het dan ook niet in het belang van verdachte en de maatschappij om een straf op te leggen waarbij verdachte weer de gevangenis in moet. De verdediging verzoekt een straf op te leggen gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis. Indien daar naar oordeel van de rechtbank niet mee kan worden volstaan verzoekt de verdediging een aanvullende voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en/of een taakstraf. Bij dat laatste wordt verzocht om er rekening mee te houden dat verdachte fulltime werkt en soms overwerkt. Het is in het belang van verdachte en de benadeelde partijen dat verdachte zoveel mogelijk betaald werk verricht. Een taakstraf gaat ten koste daarvan.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich geruime tijd, samen met medeverdachten, op grote schaal schuldig gemaakt aan oplichting, computervredebreuk en diefstal met valse sleutel. Verdachte en medeverdachten hebben via een geraffineerde werkwijze doelbewust het vertrouwen van de (veelal oudere) slachtoffers weten te wekken, waarna – zonder toestemming – de toegang tot het internetbankierenaccount is verschaft en waarna er geld werd overgeschreven naar bankrekeningen van verdachte en medeverdachten. Doorgaans werden de geldbedragen kort na de overschrijving contant opgenomen bij een pinautomaat, al dan niet in het buitenland.
Met zijn handelen heeft verdachte de slachtoffers financieel op ernstige wijze benadeeld. Bovendien heeft verdachte met zijn handelen bijgedragen aan het schaden van het vertrouwen dat de aangevers hadden in de zogenaamde koper, maar in bredere zin ook in het vertrouwen dat men meent te mogen hebben in het gebruik van digitale handelsplatformen. Digitale oplichtingspraktijken als deze hebben bovendien tot gevolg dat mensen minder vertrouwen krijgen in elektronisch bankieren. Het handelen van de verdachte is enkel gericht geweest op geldelijk gewin, zonder zich (ten tijde van het plegen van de feiten) rekenschap te geven van de gevolgen voor de slachtoffers. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 20 oktober 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het reclasseringsadvies van 9 november 2023, opgemaakt door W.G.J. Kroeze, reclasseringswerker. Gelet op het positieve verloop van het schorsingstoezicht en de ontvankelijkheid van verdachte voor reclasseringstoezicht adviseert de reclassering om een deels voorwaardelijke straf op te leggen met de voorwaarden (i) meldplicht bij de reclassering en (ii) ambulante behandeling, bestaande uit diagnostiek en zo nodig behandeling.
Daarnaast houdt de rechtbank er in positieve zin rekening mee dat verdachte opening van zaken heeft gegeven en dit ook relatief snel na zijn aanhouding heeft gedaan. Ter terechtzitting heeft verdachte zijn excuses aan de (ter terechtzitting aanwezige) benadeelde partijen gemaakt. Dit pleit voor verdachte.
Strafoplegging
Het voorgaande rechtvaardigt, gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht en rechterlijke uitspraken in soortgelijke gevallen, de oplegging van een vrijheidsbenemende straf. Gelet op de aard en ernst van de feiten, zoals hiervoor uiteengezet, is een vrijheidsstraf van aanzienlijke duur op zijn plaats. Rekening houdend met het reclasseringsadvies, de eendaadse samenloop van de feiten, de rol van verdachte in het geheel en met de aan medeverdachten opgelegde straffen, acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan een deel van 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Aan het voorwaardelijk deel van de straf zullen de algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden – zoals geadviseerd door de reclassering – worden verbonden om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank legt de volgende bijzondere voorwaarden op: (i) een meldplicht bij de reclassering en (ii) ambulante behandeling.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van de Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten de Apple iPhone 6s (model A1688) verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp zijn de bewezen verklaarde feiten begaan. Deze beslissing is in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie. De verdediging heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

10.BENADEELDE PARTIJ

ABN AMRO Bank N.V.
ABN AMRO Bank N.V. (hierna: ABN AMRO) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 41.524,99 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
Coöperatieve Rabobank U.A.
Coöperatieve Rabobank U.A. (hierna: Rabobank) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 37.592,77 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
de Volksbank N.V.
De Volksbank N.V. (hierna: de Volksbank) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 4.874,24 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
ING N.V.
ING N.V. (hierna: ING) heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 43.802,99 aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.075,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.250,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.500,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 18]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 14.950,-. Dit bedrag bestaat uit € € 4.950,- aan materiële schade en € 10.000,- aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 16]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.450,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 4.450,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Tevens vordert [slachtoffer 1] een bedrag van € 14,16 aan proceskosten.
[aangever 4]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5000,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 17]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.500,-aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 6]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.000,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 7]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.450,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 12]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.000,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 13]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.390,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 9]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.450,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 15]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 650,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 10]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 9.943,-aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[slachtoffer 2]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 13.022,60. Dit bedrag bestaat uit € 11.622,60 aan materiële schade en € 1.400.- aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten.
[aangever 11]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.508,- aan materiële schade, ten gevolge van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Tevens vordert [aangever 11] een bedrag van € 80,- aan proceskosten.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconstateerd dat de vier banken bij de door hun ingediende vorderingen benadeelde partij niet zijn uitgegaan van de aan verdachte ten laste gelegde feiten. Dat betekent dat er door de banken vorderingen zijn ingediend die betrekking hebben op schade die aan cliënten is vergoed, , echter op basis van de ingediende stukken is niet in alle gevallen inzichtelijk geworden welke uitgekeerde schade is te koppelen aan (de slachtoffer(s) van ) een in deze procedure aan de verdachte ten laste gelegd feit. Voor de vergoeding van die schade bestaat in deze procedure dan geen grondslag.
ABN AMRO Bank N.V.
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen die betrekking hebben op cliënten [aangever 3] , [aangever 17] en [aangever 11] toe te wijzen voor een gezamenlijk bedrag van in totaal
€ 5.500,-. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht om een bedrag van € 1.800,- toe te wijzen vanwege de door ABN AMRO Bank N.V. gemaakte onderzoekskosten in 15 dossiers. Voor het overige dient ABN AMRO Bank N.V. niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
Coöperatieve Rabobank U.A.
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen die betrekking heeft op cliënt [aangever 6] toe te wijzen voor een bedrag van in totaal € 612,20. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht om een bedrag van € 60,- toe te wijzen vanwege de door Coöperatieve Rabobank U.A. gemaakte onderzoekskosten in 15 dossiers. Voor het overige dient Coöperatieve Rabobank U.A. niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
de Volksbank N.V.
De officier van justitie heeft verzocht de Volksbank niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering omdat er in de tenlastelegging geen feiten zijn opgenomen die betrekking hebben op cliënten van de Volksbank.
ING N.V.
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen die betrekking hebben op cliënten [aangever 1] , [aangever 18] , [aangever 15] en [slachtoffer 2] toe te wijzen voor een gezamenlijk bedrag van in totaal € 16.929,99,-. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht om een bedrag van € 280,- toe te wijzen vanwege de door ING N.V. gemaakte onderzoekskosten. Voor het overige dient ING N.V. niet ontvankelijk te worden verklaard in haar vordering.
De officier van justitie heeft verzocht om de materiële schade van [aangever 1] toe te wijzen tot een bedrag van € 1.876,50 en voor het meerdere niet-ontvankelijk te verklaren. Daarnaast heeft de officier van justitie verzocht om de materiële schade, zoals gevorderd door de overige benadeelde partijen, natuurlijke personen, geheel toe te wijzen. [aangever 18] en [slachtoffer 2] dienen volgens de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun vordering voor zover deze betrekking heeft op immateriële schade. De officier van justitie verzoekt de door [slachtoffer 1] en [aangever 11] gevorderde vergoeding van de proceskosten toe te wijzen.
Voor alle toewijzingen verzoekt de officier van justitie de rechtbank de wettelijke rente toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen (natuurlijk personen) niet-ontvankelijk te verklaren. Verdachte is alleen aansprakelijk voor schade die rechtstreeks voortvloeit uit zijn handelen, welk handelen bestond uit het doorgeven van telefoon- en/of bankrekeningnummers aan een medeverdachte. Verdachte is niet bij ieder fraudegeval in deze zaak betrokken geweest. Op basis van het dossier is niet vast te stellen van welke benadeelde partijen hij de gegevens hij heeft doorgegeven. Voor de vorderingen van de banken geldt primair dat niet kan worden vastgesteld aan welke slachtoffers van de fraude de banken een uitkering hebben gedaan, zodat het causaal verband met de schade onvoldoende vaststaat. De vorderingen van de banken moeten daarom niet-ontvankelijk worden verklaard. Subsidiair wordt verzocht om de banken in de gevorderde onderzoekskosten niet-ontvankelijk te verklaren dan wel te matigen omdat deze onvoldoende gespecificeerd dan wel buitenproportioneel zijn.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partijen - banken
ABN AMRO.
ABN AMRO vordert een bedrag van € 41.524,99 aan materiële schadevergoeding bestaande uit een bedrag van € 34.224,99 aan schade die door ABN AMRO aan dertig van haar klanten is vergoed, en een bedrag van € 7.300,- aan onderzoekskosten voor 146 dossiers in verband met de in deze zaak spelende fraude. Ter onderbouwing van de door haar geleden schade heeft ABN AMRO print screens overgelegd van de vergoedingen die zij aan haar klanten heeft uitgekeerd. Op grond van die print screens kan de rechtbank echter in het geheel niet vaststellen aan wie de daarin genoemde vergoedingen zijn uitgekeerd, aangezien de namen van de klanten daarop ontbreken. Ook zijn de print screens voor het overgrote deel niet goed leesbaar. Dit betekent dat ABN AMRO haar vordering onvoldoende heeft onderbouwd en om die reden niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Dat is alleen anders ten aanzien van de vordering voor zover die ziet op het door ABN AMRO aan [aangever 3] uitgekeerde bedrag van € 500,-, welk bedrag ABN AMRO ter terechtzitting van een behoorlijke onderbouwing heeft voorzien. De rechtbank zal de onderzoekskosten toewijzen voor 1 dossier (dat van [aangever 3] ) voor een bedrag van € 50,- toewijzen. Ten aanzien van de overige onderzoekskosten kan niet worden vastgesteld dat die betrekking hebben op de onderhavige zaak, zodat ABN AMRO ten aanzien van die kosten niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Op grond van het voorgaande zal de rechtbank een bedrag van € 550,- aan schadevergoeding toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 30 mei 2022, tot de dag van volledige betaling. Voor zover ABN AMRO in haar vordering niet-ontvankelijk is verklaard, kan zij de vordering voor dat deel aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Rabobank U.A.
Rabobank vordert een bedrag van € 37.592,77, welk bedrag is opgebouwd uit de aan door fraude gedupeerde klanten betaalde schadeloosstellingen, onderzoekskosten en de kosten van het op stellen van de aangiftes op 6 mei 2022 en 7 oktober 2022. Gebleken is dat de klanten waarvoor door Rabobank in deze procedure een schadevergoeding vraagt (met uitzondering van [aangever 6] waarvoor een bedrag van € 612,20 wordt gevorderd vanwege de door Rabobank aan [aangever 6] uitgekeerde schadevergoeding) geen deel uitmaken van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten. Voor dit deel van de vordering zal Rabobank niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Vaststaat dat Rabobank als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Rabobank heeft dat ten aanzien van [aangever 6] met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 612,20 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 30 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
de Volksbank
Geen van de klanten die aan wie de Volksbank een vergoeding heeft uitgekeerd op grond waarvan zij in deze procedure een schadevergoeding vordert van verdachte is te koppelen aan de ten laste gelegde feiten, zodat de basis voor een schadevergoeding in deze procedure ontbreekt. De rechtbank zal de Volksbank derhalve niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De Volksbank kan de vordering aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu de Volksbank niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
ING
ING vordert een bedrag van € 43.802,90 aan schadevergoeding, bestaande uit een bedrag van € 13.296,- aan onderzoekskosten en een bedrag van € 30.506,99 aan uitgekeerde schadevergoedingen. Haar verzoek tot schadevergoeding heeft ING onvoldoende onderbouwd. Voor zover ING haar verzoek tot schadevergoeding heeft willen onderbouwen met haar aangifte bij de politie en het daarbij behorende Excel-bestand met gegevens van klanten is dat onvoldoende. Hieruit kan door de rechtbank niet eenvoudig worden afgeleid op welke klanten het verzoek tot schadevergoeding betrekking heeft. Bovendien behoort bij het verzoek tot schadevergoeding zelf een behoorlijke en duidelijk onderbouwing te zitten. Gelet op het voorgaande zal ING niet-ontvankelijk worden verklaard. ING kan de vordering aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Nu ING niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel Banken
Voor zover de banken verzocht hebben om de schadevergoedingsmaatregel toe te passen, zal de rechtbank dit verzoek afwijzen. De schadevergoedingsmaatregel is er om natuurlijke personen te ontlasten bij de inning van schadevergoeding. Een rechtspersoon mag in beginsel geacht worden zelf de wegen te kennen om een vordering te incasseren, in tegenstelling tot een natuurlijke persoon. De rechtbank ziet in deze zaak geen aanleiding om van dit beginsel af te wijken.
Benadeelde partijen – natuurlijke personen
[aangever 1]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Uit de door de benadeelde partij overgelegde bewijsstukken blijkt echter dat er slechts een bedrag van € 1.876,50 van haar betaalrekening is afgeschreven en niet een bedrag van € 2.075,-. De rechtbank begroot de schade van de benadeelde partij dan ook op € 1.876,50 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 juni 2021 tot de dag van volledige betaling. Voor het overige zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij
[aangever 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.876,50, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 juni 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 28 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 2]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 2.250,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 december 2021 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.250,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 18 december 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 32 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 3]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 2.000,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 april 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 april 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 30 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 18]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft in totaal een bedrag gevorderd van € 14.950,- bestaande uit € 4.950,- aan materiële schadevergoeding en een bedrag van € 10.000,- aan immateriële schadevergoeding. Het bedrag van € 4.950,- aan materiële schade heeft de benadeelde partij voldoende bewijsstukken onderbouwd en zal door de rechtbank worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 februari 2023 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor wat betreft de immateriële schade niet-ontvankelijk verklaren. In het geval geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals hier aan de orde, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijl letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting in de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. De benadeelde partij heeft de vermeende psychische klachten niet met (medische) stukken onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dat deel van de vordering niet ontvankelijk verklaren. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 18] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 4.950,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 februari 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 59 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 16]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 2.450,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 16] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.450,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 34 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[slachtoffer 1]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 4.450,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 februari 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op € 14,16 aan reiskosten naar de rechtbank ten behoeve van het bijwonen van de rechtszaak.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 4.450,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 11 februari 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 54 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 4]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij vordert in totaal een bedrag van € 5.000,- aan materiële schade. Voor een bedrag van € 2.500,-, heeft de benadeelde partij die schade ook voldoende met bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot de schade derhalve op € 2.500,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 mei 2022 tot de dag van volledige betaling. Voor het overige zal de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat gedeelte van de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 4] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.500,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 mei 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 17]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 2.500,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 mei 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 17] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.500,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 12 mei 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 6]
Vaststaat dat de benadeelde als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. Uit de door de benadeelde partij ingediende vordering benadeelde partij volgt dat zij in totaal € 1.612,10 aan schade heeft geleden, waarvan Coöperatieve Rabobank U.A. een bedrag van € 612,10 heeft vergoed. De benadeelde partij vordert de resterende € 1.000,-. Echter, uit het door Coöperatieve Rabobank U.A. overgelegde rekeningafschrift volgt dat aan de benadeelde partij een bedrag van € 612,20 is uitgekeerd. Dat betekent dat de benadeelde partij € 0,10 meer vordert dan haar in werkelijkheid toekomt. Op grond van het voorgaande begroot de rechtbank de schade op € 999,90,-. en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 6] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van
€ 999,90,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 2 maart 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 20 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 7]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 3.450,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 november 2021 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 7] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.450,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 november 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 44 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 12]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 2.000,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 20 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 12] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 20 maart 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 30 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 13]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 5.390,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 mei 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 13] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.390,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 mei 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 61 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 9]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 2.450,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 9] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.450,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 25 oktober 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 34 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 15]
Vaststaat dat de benadeelde als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feit rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft dat met voldoende bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank begroot deze schade op € 625,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 juli 2021 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 15] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 625,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 4 juli 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 12 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 10]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft een bedrag van € 9.943,- gevorderd, terwijl uit door de benadeelde partij overgelegde bewijsstukken blijkt dat de schade 9.942,75 bedraagt. De rechtbank gaat er van uit dat de benadeelde partij het door haar gevorderde bedrag heeft afgerond op hele euro’s. De rechtbank begroot de schade derhalve op € 9.942,75,- en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 februari 2022 tot de dag van volledige betaling. Het meerdere dat is gevorderd zal worden afgewezen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 10] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 9.942,75, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 28 februari 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 84 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[slachtoffer 2]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft in totaal een bedrag van € 11.622,60 gevorderd, bestaande uit een bedrag aan materiële schade van € 10.437,49, een bedrag van € 1.185,60 aan zelf berekende wettelijke rente tot de datum van indiening van de vordering, en een bedrag aan immateriële schade van € 1.400,-. Op grond van de stukken die door de benadeelde partij zijn overgelegd en de bijlagen bij het proces-verbaal van aangifte, is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij voor een bedrag van € 8.500,- voldoende is onderbouwd. De rechtbank begroot de schade derhalve op een bedrag van € 8.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2021 tot de dag van volledige betaling. Voor het overige zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat gedeelte van de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor wat betreft de immateriële schade niet-ontvankelijk verklaren. In het geval geen sprake is van lichamelijk letsel, zoals hier aan de orde, kan op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek slechts een vergoeding voor immateriële schade worden toegekend indien de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Geestelijl letsel kan pas worden aangemerkt als aantasting in de persoon, indien de psychische gevolgen voldoende ernstig zijn. De benadeelde partij heeft de vermeende psychische klachten niet met (medische) stukken onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in dat deel van de vordering niet ontvankelijk verklaren. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 8.500,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 maart 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 77 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
[aangever 11]
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen verklaarden feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft een bedrag aan materiële schade gevorderd van € 2.508,-, bestaande uit € 2.500,- dat ziet op het geldbedrag dat de benadeelde partij is kwijtgeraakt en een bedrag van € 8,- zijnde de kosten van het ophalen van het proces-verbaal op het politiebureau in Sneek. De rechtbank zal het bedrag van € 2.500,- toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 22 november 2021. De reiskosten voor een bedrag van € 8,- zijn onvoldoende onderbouwd. De benadeeld partij zal ten aanzien van die kosten niet-ontvankelijk worden verklaard.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op € 80,- aan reis- en parkeerkosten die de benadeelde heeft gemaakt voor het bijwonen van de terechtzitting.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 11] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 2.500,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 22 november 2021 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 35 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 47, 55, 138ab, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt
  • stelt daarbij een
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich binnen drie (3) dagen na onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij Reclassering Nederland, Molenstraat 50 (7514 DK) te Enschede. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zijn medewerking verleent aan diagnostiek en zich, als uit de diagnostiek blijkt dat dit nodig is, laat behandelen bij Transfore GGZ of een soortgelijke instelling, zolang dit noodzakelijk wordt geacht door de reclassering. Daarnaast houdt verdachte zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- waarbij de reclassering de opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van deze voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd: telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-MDRDD22008_761690 Apple iPhone 6s (model A1688), Apple);
Benadeelde partij ABN AMRO Bank N.V.
  • wijst de vordering van ABN AMRO Bank N.V. toe tot een bedrag van € 550,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan ABN AMRO Bank N.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart ABN AMRO Bank N.V. voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij Coöperatieve Rabobank U.A.
  • wijst de vordering van Coöperatieve Rabobank U.A. toe tot een bedrag van € 612,20,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan Coöperatieve Rabobank U.A. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart Coöperatieve Rabobank U.A. voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij de Volksbank N.V.
  • verklaart de Volksbank N.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij ING N.V.
  • verklaart ING N.V. niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [aangever 1]
  • wijst de vordering van [aangever 1] toe tot een bedrag van € 1.876,50;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [aangever 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 2]
  • wijst de vordering van [aangever 2] toe tot een bedrag van € 2.250,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 december 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 2] aan de Staat € 2.250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 december 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 32 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 3]
  • wijst de vordering van [aangever 3] toe tot een bedrag van € 2.000,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 april 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 3] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 18]
  • wijst de vordering van [aangever 18] toe tot een bedrag van € 4.950,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 18] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [aangever 18] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 18] aan de Staat € 4.950,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 59 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 16]
  • wijst de vordering van [aangever 16] toe tot een bedrag van € 2.450,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 16] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 16] aan de Staat € 2.450,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 34 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 4.450,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op € 14,16;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 4]
  • wijst de vordering van [aangever 4] toe tot een bedrag van € 2.500,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [aangever 4] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 4] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 mei 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 17]
  • wijst de vordering van [aangever 17] toe tot een bedrag van € 2.500,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 17] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 17] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 mei 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 6]
  • wijst de vordering van [aangever 6] toe tot een bedrag van € 999,90,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 6] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 7]
  • wijst de vordering van [aangever 7] toe tot een bedrag van € 3.450,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 7] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 7] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 12]
  • wijst de vordering van [aangever 12] toe tot een bedrag van € 2.000,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 12] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 12] aan de Staat € 2.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 30 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 13]
  • wijst de vordering van [aangever 13] toe tot een bedrag van € 5.390,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 13] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 mei 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 13] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 9]
  • wijst de vordering van [aangever 9] toe tot een bedrag van € 2.450,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 9] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 9] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 15]
  • wijst de vordering van [aangever 15] toe tot een bedrag van € 625,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 15] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 15] aan de Staat € 625,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 12 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 10]
  • wijst de vordering van [aangever 10] toe tot een bedrag van € 9.942,75;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 10] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 februari 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [aangever 10] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 10] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 8.500,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [aangever 11]
  • wijst de vordering van [aangever 11] toe tot een bedrag van € 2.500,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangever 11] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [aangever 11] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken, tot op dit moment begroot op
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [aangever 11] aan de Staat € 2.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 november 2021 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 35 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter, mr. J. Edgar en mr. M.J. Terstegge, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 december 2023.
Mrs. Edgar en Terstegge zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en
met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Enschede en/of Madrid,
althans in Nederland en/of Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of
een ander, wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of
een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels
1. [aangever 1] (1867,50 euro)
2. [aangever 2] (2250 euro)
3. [aangever 3] (2000 euro)
4. [aangever 18] (4950 euro)
5. [aangever 16] (2450 euro)
6. [slachtoffer 1] (4450 euro)
7. [aangever 4] (5000 euro)
8. [aangever 17] (4500 euro)
9. [aangever 5] (2420 euro)
10. [aangever 6] (1612,10 euro)
11. [aangever 7] (3450 euro)
12. [aangever 12] (2000 euro)
13. [aangever 13] (5390 euro)
14. [aangever 9] (2450 euro)
15. [aangever 15] (625 euro)
16. [aangever 10] (9942,75 euro)
17. [aangever 14] (350 euro)
18. [slachtoffer 2] (10.127,49 euro)
19. [aangever 11] (2500 euro),
althans een of meer rekeninghouder(s) van de ING bank en/of Rabobank en/of ABN
AMRO en/of Volksbank, heeft/hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van
(inlog)gegevens en/of (inlog)codes van zijn/haar/hun ING bank account(s) en/of
Rabobank account(s) en/of ABN AMRO account(s) en/of Volksbank account(s), althans
gegevens,
door (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid –
zakelijk weergegeven –
Variant: 1 cent overmaken
- zich voor te doen als een potentiële koper van een of meerdere goed(eren) dat/die via
een Marktplaatsadvertentie en/of Kooppleinadvertentie en/of een advertentie op
Facebook Marketplace, althans via een advertentie op een online verkoopplatform,
werd/werden aangeboden en/of
- ( vervolgens) een of meerdere aanbieder(s) van dat/die op Marktplaats en/of Koopplein
en/of Facebook Marketplace, althans een online verkoopplatform, aangeboden
goed(eren), te weten voornoemde rekeninghouder(s), via een WhatsAppbericht te vragen
om een foto van de bankpas (in combinatie met de/het aangeboden goed(eren)) te
versturen en/of zelf een foto van de bankpas (via WhatsApp) te versturen naar
voornoemde rekeninghouder(s) en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), via een WhatsAppbericht, een hyperlink
met daarin een betaalverzoek van 0,01 cent te sturen en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), door de inhoud van voornoemde WhatsAppbericht(en) bewogen
tot het klikken op de hyperlink, waarna voornoemde rekeninghouder(s) werd(en)
doorverwezen en/of geleid naar (een) valse/namaak website(s) van de ING bank en/of
de Rabobank en/of de ABN AMRO en/of Volksbank en/of IDEAL en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), te bewegen op voornoemde valse/namaak website(s)
zijn/haar/hun (inlog)gegevens en/of (inlog)codes in te vullen en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), te bewegen meermaals een kleurcode te scannen en/of een
verificatiecode door te geven;
EN/OF
Variant: betaling zakelijke rekening
- zich voor te doen als een potentiële koper van een of meerdere goed(eren) dat/die via
een Marktplaatsadvertentie en/of Kooppleinadvertentie en/of Facebook Marketplace,
althans via een advertentie op een online verkoopplatform, werd/werden aangeboden
en/of
- ( daarbij) aan te geven dat zij (verdachte en/of zijn mededader(s)) vanaf een zakelijke
rekening wilde(n) betalen en/of dat het om die reden nodig is dat de verkoper een
kleurcode scant en/of een responscode doorgeeft om de betaling te kunnen ontvangen
en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), te bewegen de gegenereerde (inlog)code via WhatsApp te
versturen en/of
- ( daarbij) bij voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), aan te geven dat het scannen van de kleurcode is mislukt en/of
dat de responscode is verlopen om zodoende voornoemde rekeninghouder(s) te
bewegen opnieuw een kleurcode te scannen en/of een gegenereerde (inlog)code via
WhatsApp te versturen,
waardoor bovengenoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en) perso(o)n(en) werd(en)
bewogen tot voornoemde afgifte(n);
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer ander(en), in of omstreeks de periode van
1 augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of
Enschede en/of Madrid, althans in Nederland en/of Spanje, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het
oogmerk om zich en/of een ander, wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen
van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels
1. [aangever 1] (1867,50 euro)
2. [aangever 2] (2250 euro)
3. [aangever 3] (2000 euro)
4. [aangever 18] (4950 euro)
5. [aangever 16] (2450 euro)
6. [slachtoffer 1] (4450 euro)
7. [aangever 4] (5000 euro)
8. [aangever 17] (4500 euro)
9. [aangever 5] (2420 euro)
10. [aangever 6] (1612,10 euro)
11. [aangever 7] (3450 euro)
12. [aangever 12] (2000 euro)
13. [aangever 13] (5390 euro)
14. [aangever 9] (2450 euro)
15. [aangever 15] (625 euro)
16. [aangever 10] (9942,75 euro)
17. [aangever 14] (350 euro)
18. [slachtoffer 2] (10.127,49 euro)
19. [aangever 11] (2500 euro),
althans een of meer rekeninghouder(s) van de ING bank en/of Rabobank en/of ABN
AMRO en/of Volksbank, heeft/hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van
(inlog)gegevens en/of (inlog)codes van zijn/haar/hun ING bank account(s) en/of
Rabobank account(s) en/of ABN AMRO account(s) en/of Volksbank account(s), althans
gegevens,
door (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid –
zakelijk weergegeven –
Variant: 1 cent overmaken
- zich voor te doen als een potentiële koper van een of meerdere goed(eren) dat/die via
een Marktplaatsadvertentie en/of Kooppleinadvertentie en/of een advertentie op
Facebook Marketplace, althans via een advertentie op een online verkoopplatform,
werd/werden aangeboden en/of
- ( vervolgens) een of meerdere aanbieder(s) van dat/die op Marktplaats en/of Koopplein
en/of Facebook Marketplace, althans een online verkoopplatform, aangeboden
goed(eren), te weten voornoemde rekeninghouder(s), via een WhatsAppbericht te vragen
om een foto van de bankpas (in combinatie met de/het aangeboden goed(eren)) te
versturen en/of zelf een foto van de bankpas (via WhatsApp) te versturen naar
voornoemde rekeninghouder(s) en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), via een WhatsAppbericht, een hyperlink
met daarin een betaalverzoek van 0,01 cent te sturen en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), door de inhoud van voornoemde WhatsAppbericht(en) bewogen
tot het klikken op de hyperlink, waarna voornoemde rekeninghouder(s) werd(en)
doorverwezen en/of geleid naar (een) valse/namaak website(s) van de ING bank en/of
de Rabobank en/of de ABN AMRO en/of Volksbank en/of IDEAL en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), te bewegen op voornoemde valse/namaak website(s)
zijn/haar/hun (inlog)gegevens en/of (inlog)codes in te vullen en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), te bewegen meermaals een kleurcode te scannen en/of een
verificatiecode door te geven;
EN/OF
Variant: betaling zakelijke rekening
- zich voor te doen als een potentiële koper van een of meerdere goed(eren) dat/die via
een Marktplaatsadvertentie en/of Kooppleinadvertentie en/of Facebook Marketplace,
althans via een advertentie op een online verkoopplatform, werd/werden aangeboden
en/of
- ( daarbij) aan te geven dat zij (verdachte en/of zijn mededader(s)) vanaf een zakelijke
rekening wilde(n) betalen en/of dat het om die reden nodig is dat de verkoper een
kleurcode scant en/of een responscode doorgeeft om de betaling te kunnen ontvangen
en/of
- ( vervolgens) voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), te bewegen de gegenereerde (inlog)code via WhatsApp te
versturen en/of
- ( daarbij) bij voornoemde rekeninghouder(s), althans enig persoon handelend namens
die rekeninghouder(s), aan te geven dat het scannen van de kleurcode is mislukt en/of
dat de responscode is verlopen om zodoende voornoemde rekeninghouder(s) te
bewegen opnieuw een kleurcode te scannen en/of een gegenereerde (inlog)code via
WhatsApp te versturen,
waardoor bovengenoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en) perso(o)n(en) werd(en)
bewogen tot voornoemde afgifte(n),
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Enschede
en/of Madrid, althans in Nederland en/of Spanje, (telkens) opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- een of meer e-mailaccount(s) aan te maken (waarmee (vervolgens) een account op
Marktplaats en/of Koopplein en/of Facebook en/of een ander online verkoopplatform
kon worden aangemaakt) en/of
- ( telefoon)nummers op te zoeken en/of op te slaan op Marktplaats en/of Koopplein
en/of Facebook Marketplace en/of een ander online verkoopplatform (teneinde een
chatgesprek te kunnen starten) en/of
- een chatgesprek aan te gaan met voornoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en)
perso(o)n(en) (teneinde het rekeningnummer te achterhalen) en/of
- een of meer bankrekening(en) te openen en/of (vervolgens) ter beschikking te stellen
aan één of meer medeverdachte(n) en/of
- een of meer Binance en/of SumUp account(s) aan te maken en/of (vervolgens) ter
beschikking te stellen aan één of meer medeverdachte(n);
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art
48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
Feit 2
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en
met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Enschede en/of Madrid,
althans in Nederland en/of Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en),
althans alleen, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een)
geautomatiseerd(e) werk(en), te weten computersyste(e)m(en) en/of server(s) van de
ING bank en/of Rabobank en/of ABN AMRO en/of Volksbank, althans van een of
meerdere rekeninghouder(s) van de ING bank en/of Rabobank en/of ABN AMRO en/of
Volksbank, te weten
1. [aangever 1] (1867,50 euro)
2. [aangever 2] (2250 euro)
3. [aangever 3] (2000 euro)
4. [aangever 18] (4950 euro)
5. [aangever 16] (2450 euro)
6. [slachtoffer 1] (4450 euro)
7. [aangever 4] (5000 euro)
8. [aangever 17] (4500 euro)
9. [aangever 5] (2420 euro)
10. [aangever 6] (1612,10 euro)
11. [aangever 7] (3450 euro)
12. [aangever 12] (2000 euro)
13. [aangever 13] (5390 euro)
14. [aangever 9] (2450 euro)
15. [aangever 15] (625 euro)
16. [aangever 10] (9942,75 euro)
17. [aangever 14] (350 euro)
18. [slachtoffer 2] (10.127,49 euro)
19. [aangever 11] (2500 euro),
is/zijn binnengedrongen, door het doorbreken van een beveiliging en/of door een
technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of het
aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het (telkens) inloggen met
onrechtmatig verkregen (inlog)gegevens van rekeninghouder(s) van de ING bank en/of
Rabobank en/of ABN AMRO en/of Volksbank;
( art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer ander(en), op een of meer tijdstip(pen) in
of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, te Utrecht
en/of Amsterdam en/of Enschede en/of Madrid, althans in Nederland en/of Spanje,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk
en wederrechtelijk in een (gedeelte van) (een) geautomatiseerd(e) werk(en), te weten
computersyste(e)m(en) en/of server(s) van de ING bank en/of Rabobank en/of ABN
AMRO en/of Volksbank, althans van een of meerdere rekeninghouder(s) van de ING
bank en/of Rabobank en/of ABN AMRO en/of Volksbank, te weten
1. [aangever 1] (1867,50 euro)
2. [aangever 2] (2250 euro)
3. [aangever 3] (2000 euro)
4. [aangever 18] (4950 euro)
5. [aangever 16] (2450 euro)
6. [slachtoffer 1] (4450 euro)
7. [aangever 4] (5000 euro)
8. [aangever 17] (4500 euro)
9. [aangever 5] (2420 euro)
10. [aangever 6] (1612,10 euro)
11. [aangever 7] (3450 euro)
12. [aangever 12] (2000 euro)
13. [aangever 13] (5390 euro)
14. [aangever 9] (2450 euro)
15. [aangever 15] (625 euro)
16. [aangever 10] (9942,75 euro)
17. [aangever 14] (350 euro)
18. [slachtoffer 2] (10.127,49 euro)
19. [aangever 11] (2500 euro),
is/zijn binnengedrongen, door het doorbreken van een beveiliging en/of door een
technische ingreep en/of met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of het
aannemen van een valse hoedanigheid, te weten door het (telkens) inloggen met
onrechtmatig verkregen (inlog)gegevens van rekeninghouder(s) van de ING bank en/of
Rabobank en/of ABN AMRO en/of Volksbank,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Enschede
en/of Madrid, althans in Nederland en/of Spanje, (telkens) opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- een of meer e-mailaccount(s) aan te maken (waarmee (vervolgens) een account op
Marktplaats en/of Koopplein en/of Facebook en/of een ander online verkoopplatform
kon worden aangemaakt) en/of
- ( telefoon)nummers op te zoeken en/of op te slaan op Marktplaats en/of Koopplein
en/of Facebook Marketplace en/of een ander online verkoopplatform (teneinde een
chatgesprek te kunnen starten) en/of
- een chatgesprek aan te gaan met voornoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en)
(teneinde het rekeningnummer te achterhalen);
( art 138ab lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht,
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
Feit 3
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en
met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Enschede en/of Madrid,
althans in Nederland en/of Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft/hebben weggenomen één of meerdere geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en),
geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of meerdere rekeninghouder(s) van de ING
bank en/of Rabobank en/of ABN AMRO en/of Volksbank, te weten
1. [aangever 1] (1867,50 euro)
2. [aangever 2] (2250 euro)
3. [aangever 3] (2000 euro)
4. [aangever 18] (4950 euro)
5. [aangever 16] (2450 euro)
6. [slachtoffer 1] (4450 euro)
7. [aangever 4] (5000 euro)
8. [aangever 17] (4500 euro)
9. [aangever 5] (2420 euro)
10. [aangever 6] (1612,10 euro)
11. [aangever 7] (3450 euro)
12. [aangever 12] (2000 euro)
13. [aangever 13] (5390 euro)
14. [aangever 9] (2450 euro)
15. [aangever 15] (625 euro)
16. [aangever 10] (9942,75 euro)
17. [aangever 14] (350 euro)
18. [slachtoffer 2] (10.127,49 euro)
19. [aangever 11] (2500 euro) en/of
aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s),
waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geldbedrag(en) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door,
- zich met onder valse voorwendselen verkregen (inlog)gegevens toegang te verschaffen
tot en/of in te loggen op de (internet)bankrekening van voornoemde rekeninghouder(s)
en/of
- ( daarna) één of meerdere geldbedrag(en) over te maken van de bankrekening(en) van
voornoemde personen naar (onder meer) Sumupaccounts en/of Binance accounts en/of
bankrekeningen op naam van verdachte en/of zijn medeverdachten en/of (vervolgens)
geldopnames te doen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311
lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer ander(en), op een of meer tijdstip(pen) in
of omstreeks de periode van 1 augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, te Utrecht
en/of Amsterdam en/of Enschede en/of Madrid, althans in Nederland en/of Spanje,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen één of meerdere
geldbedrag(en), welk(e) geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehoorde(n) aan een of
meerdere rekeninghouder(s) van de ING bank en/of Rabobank en/of ABN AMRO en/of
Volksbank, te weten
1. [aangever 1] (1867,50 euro)
2. [aangever 2] (2250 euro)
3. [aangever 3] (2000 euro)
4. [aangever 18] (4950 euro)
5. [aangever 16] (2450 euro)
6. [slachtoffer 1] (4450 euro)
7. [aangever 4] (5000 euro)
8. [aangever 17] (4500 euro)
9. [aangever 5] (2420 euro)
10. [aangever 6] (1612,10 euro)
11. [aangever 7] (3450 euro)
12. [aangever 12] (2000 euro)
13. [aangever 13] (5390 euro)
14. [aangever 9] (2450 euro)
15. [aangever 15] (625 euro)
16. [aangever 10] (9942,75 euro)
17. [aangever 14] (350 euro)
18. [slachtoffer 2] (10.127,49 euro)
19. [aangever 11] (2500 euro) en/of
aan een ander of anderen dan aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn/hun
mededader(s),
waarbij [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn/hun mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse
sleutel, te weten door,
- zich met onder valse voorwendselen verkregen (inlog)gegevens toegang te verschaffen
tot en/of in te loggen op de (internet)bankrekening van voornoemde rekeninghouder(s)
en/of
- ( daarna) één of meerdere geldbedrag(en) over te maken van de bankrekening(en) van
voornoemde personen naar (onder meer) Sumupaccounts en/of Binance accounts en/of
bankrekeningen op naam van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of zijn/hun
medeverdachten en/of (vervolgens) geldopnames te doen
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 1
augustus 2019 tot en met 31 augustus 2022, te Utrecht en/of Amsterdam en/of Enschede
en/of Madrid, althans in Nederland en/of Spanje, (telkens) opzettelijk behulpzaam is
geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- een of meer e-mailaccount(s) aan te maken (waarmee (vervolgens) een account op
Marktplaats en/of Koopplein en/of Facebook en/of een ander online verkoopplatform
kon worden aangemaakt) en/of
- ( telefoon)nummers op te zoeken en/of op te slaan op Marktplaats en/of Koopplein
en/of Facebook Marketplace en/of een ander online verkoopplatform (teneinde een
chatgesprek te kunnen starten) en/of
- een chatgesprek aan te gaan met voornoemde rekeninghouder(s) en/of ander(en)
perso(o)n(en) (teneinde het rekeningnummer te achterhalen) en/of
- een of meer bankrekening(en) te openen en/of (vervolgens) ter beschikking te stellen
aan één of meer medeverdachte(n) en/of
- een of meer Binance en/of SumUp account(s) aan te maken en/of (vervolgens) ter
beschikking te stellen aan één of meer medeverdachte(n);
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311
lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: de bewijsmiddelen
Aangiften
1.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 28 juni 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 10 juni 2021 heb ik een advertentie geplaatst van een klok op Marktplaats. Op 12 juni 2021 kreeg ik een WhatsApp. Op 17 juni 2021 zag ik dat [fakenaam 10] schreef: "Ik ga akkoord, [fakenaam 10] , [adres] , [woonplaats] ". Ik zag dat ik van [fakenaam 10] een ING betaalverzoek kreeg van een [2] euro cent (0,01) voor verificatie. Ik zag dat [fakenaam 10] schreef: "ik kreeg een melding dat er geprobeerd is om mijn verzoek te betalen maar mislukt is. Ik heb het gewoon overgemaakt via me zakelijke ING. Staat het erop? Ik zie dat er nu twee duizend vijf en zeventig (2075) is afgeschreven i.p.v. twee honderd zeven euro en vijftig euro cent (207,50). Van me zakelijke spaar. Ergens is de komma niet geplaatst. En terug naar mij zakelijke spaar is niet mogelijk. Zie je het staan? Dan geef ik ons gekoppeld rekeningnummer door dan kun je het verschil terugstorten. [rekeningnummer] . Is ons privé rekening (Duits) gekoppeld met onze ING zakelijk. Als naam [medeverdachte 2] . Staat op me vrouw z'n naam.” Ik heb een bedrag van achttien honderd zeven en zestig euro en vijftig euro cent (1867,50) overgemaakt.
Op maandag 21 juni 2021 vroeg mijn partner, waarom ik geld van de spaarrekening had overgeboekt naar de gewone rekening. Ik besefte toen dat ik was opgelicht. Op mijn bankafschrijvingen is ook te zien, dat er eerst geld van de spaarrekening naar mijn gewone betaalrekening [rekeningnummer] is overgemaakt. [3]
2)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 2 januari 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 18 december 2021 zag ik dat ik via WhatsApp een bericht kreeg van een geïnteresseerde koper die reageerde op een advertentie die ik op Marktplaats had gezet. Het bericht kwam van het volgende telefoonnummer [telefoonnummer] , onder vermelding van de naam [fakenaam 1] . Ik kreeg bericht dat de koper akkoord ging. Ik kreeg het volgende adres door:
[fakenaam 9]
[straat]
[woonplaats] .
Ik las dat mijn rekeningnummer werd gevraagd. Ik stuurde terug dat ik de ABN-AMRO bank had. [4] Om zeker te weten dat ik de accu had, ontving ik een bericht waarin werd gevraagd om mijn pas naast de accu te leggen en daar een foto van te maken. Ik maakte een foto van een accu met mijn pas. In het volgende bericht werd gezegd dat de koper het liever via een zakelijke rekening over wilde maken. Dan had ik een e.dentifier nodig. Ik stak mijn pasje in de e.dentifier en gaf de koper de response code. Ik zag dat ik weer een bericht kreeg via de app dat ik nog even niet moest inloggen, anders ging de transactie niet goed. Ik keek op mijn rekening. Ik zag dat er van mijn spaarrekening en studierekening van mijn dochter geld was overgemaakt naar mijn lopende rekening. Ik hoorde dat ik € 2.250,00 euro kwijt was. [5]
3)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] van 5 april 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Ik heb onlangs op Marktplaats geadverteerd. Op 1 april 2022 ontving ik op mijn telefoon een WhatsApp bericht afkomstig van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik zag de naam " [fakenaam 1] ", en de vermelding "Bedrijfsaccountant" erbij staan. Ik zag een profielfoto met daarop een klein wit hondje een soort van keeshondje staan. [6]
Wij zijn akkoord.
Fam. [fakenaam 9]
[adres]
[woonplaats]
Ik hoorde de man mij vragen om mijn bankrekening aan hem door te geven om het geld naar mij te kunnen overmaken. Ik hoorde hem mij toen vragen naar het pasnummer van deze rekening. Hij zei dat hij dat nodig had omdat hij anders het geld niet kon overboeken vanaf zijn zakelijke rekening. Ik heb toen woordelijk dat pasnummer aan hem doorgegeven. Ik ontving een melding op mijn telefoon van mijn ABN-AMRO bank met de mededeling en tekst "Ge1ukt, u heeft een nieuwe telefoon of tablet gekoppeld aan uw betaalrekening.” [7]
Op 2 april 2022 is er een bedrag van € 2.100,00 vanaf mijn op naam gestelde spaarrekening [rekeningnummer] overgeboekt naar mijn lopende privérekening [rekeningnummer] en daar vandaan een bedrag van € 2.500,00 overgeboekt naar een voor mij onbekende naam en tegenrekening. [8]
4)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 18] van 5 maart 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 23 februari 2021 had ik een klok te koop aangeboden op Marktplaats. Ik kreeg een WhatsApp bericht van ene [fakenaam 12] . [fakenaam 12] ging akkoord en gaf mij het volgende adres waar ik de klok naar toe kon sturen:
Fam. [fakenaam 12]
[adres]
[woonplaats]
[fakenaam 12] vroeg aan mij mijn bankrekeningnummer om de klok te betalen. Ik gaf [fakenaam 12] mijn bankrekeningnummer. [fakenaam 12] vroeg aan mij of ik naar hem 1 eurocent wilde overmaken. [fakenaam 12] stuurde mij een betaallink. [fakenaam 12] vroeg toen aan mij mijn geboortedatum. Ik gaf [fakenaam 12] [9] mijn geboortedatum. [fakenaam 12] liet mij weten dat hij in plaats van 450 euro 1.450 euro had overgeboekt naar mijn bankrekening. Volgens [fakenaam 12] kon ik die 1.000 niet terug boeken op zijn spaarrekening. [fakenaam 12] stuurde mij toen een Tikkie. [fakenaam 12] liet mij weten dat hij niet een Tikkie voor 1.000 euro kon aanmaken en vroeg mij twee keer 500 euro over te maken. Ik kreeg toen argwaan en ging inloggen op mijn ING bankaccount. Ik zag dat er vier keer een bedrag van 500 euro van mijn bankrekening [rekeningnummer] 80 naar rekeningnummer [rekeningnummer] was overgeboekt, in de omschrijving zag ik ook een rekeningnummer [rekeningnummer] . Ik ben voor 4.950 euro gedupeerd. [10]
5)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 16] van 2 december 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Ik had een advertentie geplaatst op Marktplaat. Op 23 november 2021 kreeg ik van telefoonnummer [telefoonnummer] een WhatsAppbericht. Hij vroeg mij in dit gesprek om mijn rekening nummer en deze heb ik hem toen gegeven. Hij vroeg mij in te loggen op mijn ABN-AMRO bankrekening. Hij vroeg mij de code die verscheen voor te lezen, hij vertelde mij dat hij deze nodig had om het geld snel over te kunnen maken. Ik vertrouwde deze man en heb hem toen de code gegeven. [11]
Ik kreeg te horen van de bank dat er op dinsdag 23 november 2021 € 2.450 gepind was in [woonplaats] . [12]
6)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 11 februari 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Ik had goederen op verkoopsite Koopplein staan. Op vrijdag 11 februari 2022 begon het gesprek. De koper die zich voordeed als [fakenaam 11] . De koper vroeg om een 06-nummer en banknummer zodat zijn collega, [fakenaam 8] , met Whatsapp contact op kon nemen. Nadat ik het telefoonnummer en banknummer had verstuurd, begon direct het Whatsappgesprek. Daarna volgt het verzoek om een foto van de bankpas inclusief het product te sturen. [13] Ik verstuurde een foto met mijn bankpas van de ABN-ARMO. Hij gaf aan dat het is overgemaakt vanuit zakelijk mobiel bankieren, dat de betaling voor de juiste ontvanger is en of de betaling geaccepteerd kon worden, of ik dit wilde doen. Hij wilde dat ik dit bevestigde met behulp van de identifier. [fakenaam 3] leidde mij door het proces heen, maar wat ik niet weet, is dat [fakenaam 3] intussen inlogde in de ABN bankieren app. Ik hem een responsecode door. [fakenaam 3] gaf aan dat het niet gelukt is en of ik het nogmaals wilde proberen. Weer gaf ik een responsecode door. Dit herhaalde zich. [fakenaam 3] vraagt mij om een andere pas te proberen.
De oplichter deed zich voor als [fakenaam 11] , met mailadres [e-mail adres] @gmail.com. [14] Er is contact gelegd via Whatsapp met telefoonnummer [telefoonnummer] . Hij deed zich voor als [fakenaam 8] , met adres [adres] te [woonplaats] .
In totaal gaat het om € 4.450.
  • € 2.000 naar GOYA;
  • € 2.000 naar GOYA;
  • € 500 naar GOYA.
7)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] van 28 mei 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 26 mei 2022 heb ik een advertentie op Marktplaats gezet. Toen kreeg ik een whatsapp bericht van [telefoonnummer] . Hierbij mijn gegevens, [fakenaam 13] , [adres] , [woonplaats] . Wat is je rekeningnummer? Dan maak ik het bedrag aan je over. Daarna kreeg ik een Whatsapp waarin stond: "Kunt u een foto maken van het produkt met er naast uw bankpas? Zo heb ik zekerheid en maak meteen over". Daarna stuurde hij een foto van een bankpas. Ik zag dat op deze bankpas stond: "ABN-AMRO, [fakenaam 13] .” [16] Daarna stuurde hij bericht: "Ik heb het overgemaakt vanuit mijn zakelijke wallet ter controle of de betaling voor de juiste ontvanger is. Kunt u de betaling accepteren? Is al afgeschreven en staat in reservering. Na het accepteren staat het erop. Dit kan via de edentifier. Hij stuurde terug: "Via edentifier. Daarmee accepteer je het. Als je die bij de hand hebt leg ik het uit. Pas in endentifier. Dan op 1 drukken, dan pin en ok. Je ziet het bevestigingsnummer in beeld. Vul ik in en is geaccepteerd. Wat is het bevestigingsnummer?” Ik stuurde: " [nummer] ". Toen kreeg ik bericht terug: "Nu de her bevestiging. Pas in de edentifier. Dan op 2 drukken. Dan pin en oke. Dan invullen [nummer] en ok. Wat is het bevestigingsnummer? Hierna moet het erop staan". Ik stuurde het volgende bericht: " [nummer] ". Mijn vriendin had gelijk de app geopend van onze gezamenlijke rekening nummer [rekeningnummer] en zag dat er € 2.500 was afgeschreven, met omschrijving Google Pay, GOYA. De bank zei dat ze een verdachte transactie hadden geconstateerd vanuit Madrid. [17]
8)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 17] van 18 mei 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Ik heb op Facebook Marketplace, een artikel te koop aangeboden. Op bovengenoemde datum (
de rechtbank begrijpt: 11 mei 2022) kreeg ik op mijn mobiele telefoon een Whatsappbericht. Dit bericht kwam van nummer [telefoonnummer] , met een profielfoto van een motorfiets. De man vertelde dat hij het via een zakelijke rekening wilde betalen, daar had hij wel een soort verificatie voor nodig. Hij wilde graag een foto van de schoenen en een foto van de mijn bankpas. Hij vertelde dat hij voor die zakelijke rekening de code nodig had van de identifier van mijn bankrekening. Ik heb een rekening bij de ABN-AMRO bank. Ik moest daartoe inloggen op mijn internetbankieren. Bij het inloggen krijg je een code op de identifier. Deze code had de man nodig om geld van zijn zakelijke rekening over te boeken naar mijn rekening. Ik heb de man de code gegeven. [18]
Ik zag dat er van mijn betaalrekening een bedrag van € 2.000 en een bedrag van € 500 was afgeschreven via Google Pay naar Madrid in Spanje, dit is gebeurd op 11 mei 2022. Ik zag dat er op 13 mei 2022 nog een bedrag was afgeschreven van € 2.000 op dezelfde wijze. [19]
9)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] van 18 december 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 6 december 2021 heb ik een TomTom apparaat te koop aangeboden op Marktplaats. Er meldde zich via Whatsapp ene [fakenaam 1] , die aangaf het apparaat te willen kopen. Zijn telefoonnummer was: [telefoonnummer] . Ik kon de TomTom opsturen naar: familie [fakenaam 9] , [adres] , [woonplaats] .
Na doorgeven van mijn bankrekening, zoals hij vroeg, verzocht hij voor bewijs van artikel een foto van de TomTom samen met mijn bankpas. Hij gaf aan de betaling vast klaar te zetten, maar vroeg om een identificatiecode via de e.dentifier om het bedrag vrij te geven. Ik heb vervolgens mijn bankpas in mijn e.dentifier gedaan en ingelogd. Vervolgens heb ik voor optie 2 gekozen, dit is een goedkeuring. Hierna zag ik een code op mijn e.dentifier. Via WhatsApp heb ik deze code doorgegeven.
Toen ik vervolgens probeerde met mijn bankpas en via de bankapp mijn rekening te openen kwam ik er gewoon niet meer in. Ik kreeg wel een melding op mijn iPhone dat Google Pay was geactiveerd. [20]
Ik ben in totaal voor € 2.420 opgelicht. Mijn bankrekeningnummer is: [rekeningnummer] . Op 6 december 2021 is er € 2.350 opgenomen bij een betaalautomaat. Hier staat de volgende omschrijving bij: SumUp [omschrijving] , Madrid, land: ES. [21]
10)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] van 8 maart 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 2 maart 2022 ben ik via een WhatsApp bericht benaderd door een man die zichzelf [fakenaam 4] noemt. [fakenaam 4] gebruikt het nummer [telefoonnummer] . [fakenaam 4] heeft een foto van een motor als zijn profielfoto. [fakenaam 4] reageerde op een advertentie die mijn zusje voor mij heeft geplaatst op Koopplaats.nl (
de rechtbank begrijpt: Marktplaats.nl dan wel Koopplein.nl). [fakenaam 4] gaf mij het volgende adres om de beeldjes naar toe te sturen:
[fakenaam 14]
[adres]
[woonplaats]
[fakenaam 4] vroeg mij om een foto te maken van de beeldjes, met daarnaast een afbeelding van mijn bankpas. [fakenaam 4] stuurde mij een QR-code en die moest ik inscannen met de Rabo scanner. In mijn scanner werd een verificatiecode zichtbaar en die heb ik via de app naar [fakenaam 4] toegestuurd. Dit mislukte een paar keer en ik heb meerdere verificatie codes naar [fakenaam 4] toe gezonden.
[fakenaam 4] stuurde mij een bericht met de vraag of ik nog een andere pas had, want het lukte niet met de pas van de Rabo bank. Ik heb ook een foto gestuurd van de andere pas. Dit betreft een pas van de ABN-AMRO. [22] [fakenaam 4] vroeg mij de e-dentifier te gebruiken. Ik moest hierop inloggen en de responsecode doorsturen. Dat heb ik een keer gedaan.
De dader heeft een bedrag van 350 euro overgemaakt naar Spanje. Er is een bedrag overgemaakt naar [bedrijf] te [woonplaats] . Helaas heeft de dader ook toegang gekregen tot mijn betaal- en spaarrekening van de ABN-AMRO. In totaal ben ik gedupeerd voor een bedrag van 1612,10 euro. [23]
11)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] van 23 november 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 17 november 2021 ontving ik een Whatsapp bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer] . De persoon stelde zich voor als de heer [fakenaam 9] wonende aan [adres] [woonplaats] . Ik gaf mijn bankrekeningnummer [rekeningnummer] door aan [fakenaam 1] . [fakenaam 1] vroeg naar een foto van mijn bankpas en het product dat hij wilde kopen. Ik las dat hij het bedrag via zakelijkmobiel bankieren klaar had staan. Ik moest de betaling accepteren. Ik las dat ik mijn bankpas in mijn identifier moest steken en dat ik na intoetsing van mijn pincode het bevestigingsnummer moest doorgeven. Ik las dat hij was vergeten de herbevestiging te sturen. Ik moest opnieuw mijn bevestigingsnummer doorgeven. Dit deed ik. [24] Na dit bevestigingsnummer stuurde ik nog twee maal mijn codes door. Later zag ik dat er € 1.000 en € 2.450 van mijn betaalrekening was overgeboekt naar een betaalautomaat in [woonplaats] . [25]
12)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 12] van 29 maart 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Ik had op Marktplaats schoenen te koop aangeboden. Op 20 maart 2022 werd ik benaderd door een persoon weIke zich uitgaf als [fakenaam 6] . Ik kreeg een bericht van hem dat hij het met zijn zakelijke rekening had overgemaakt en ik kon via de link, die hij stuurde, zien dat het geld voor mij gereserveerd stond. Ik kreeg een foto van zijn bankpas gestuurd, ik zag dat hierop het volgende stond: [fakenaam 2] , [adres] , [woonplaats] .
De persoon vroeg mij om een foto van de schoenen en mijn bankpas om zeker te zijn dat het goed zou komen. Ik moest inloggen op mijn eigen rekening en hem een [26] code geven, dit heb ik uiteindelijk gedaan want de man begon te dreigen dat hij wel mensen van een motorclub lang zou sturen. Er bleek dat er € 2.000 van mijn rekening was gehaald. Dit blijkt in Spanje, [woonplaats] , te zijn opgenomen. [27]
13)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 13] van 25 mei 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 15 mei 2022 werd er een bod uitgebracht op Marktplaats. De koper stelde zichzelf voor als [fakenaam 13] , [adres] , [woonplaats] . Eerst verliep ons gesprek via Marktplaats en later via WhatsApp berichten en belmomenten met mijn telefoon naar telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik stuurde een foto van mijn bankpas, omdat [fakenaam 13] dat ook had gedaan (waarschijnlijk om vertrouwen te winnen) en de aangeboden schoenen via WhatsApp naar [fakenaam 13] . [fakenaam 13] zei via de App dat hij het bedrag van € 21 in een wallet had gezet. Hij had een identifier code nodig om dat bedrag vrij te maken. [28] Ik dacht op dat moment dat de betaal methode wel goed zat en gaf hem de response code die mijn identifier aangaf.
Ik zag op mijn bank app dat de volgende bedragen waren gepind van mijn rekeningnummers. De pin momenten waren allemaal op 15 mei 2022. Van mijn rekeningnummer eindigend op 912:
 € 2.500 € 2.500 gepind met omschrijving Google Pay, Goya, Madrid, Land, ES;
En van mijn bankrekeningnummer eindigend op [rekeningnummer] :
Dezelfde avond werd van de bankrekening van mijn dochter, met rekeningnummer [rekeningnummer] een bedrag van € 390 overgeschreven naar rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [fakenaam 15] . [29]
14)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 9] van 26 oktober 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 23 oktober 2021 had ik muurbeugels en een kolomboor/statief te koop aangeboden via Marktplaats. Ik kreeg via mijn Whatsapp een bod. Dit bod had ik ontvangen van " [fakenaam 1] " via zijn mobiele nummer [telefoonnummer] . Ik kreeg vervolgens bericht: "akkoord van de Familie [fakenaam 9] , [adres] [woonplaats] ”. Daarna stuurde deze " [fakenaam 1] " mij een foto van een Rabobankpas. Waarop ik ook verzocht werd om een foto van mijn bankpas te sturen. Ik had ingelogd via de ABN AMRO e.dentifier en ik had vervolgens op verzoek de response code via de app doorgegeven aan deze " [fakenaam 1] ".
Mijn mobiele telefoon is geregistreerd en gekoppeld aan het internetbankieren, waarop " [fakenaam 1] " vermoedelijk via Google P het bedrag van € 2.450 van mijn privérekening [30] heeft overgeboekt naar een account in [woonplaats] , waarna dit bedrag via een pinautomaat is gepind. [31]
15)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 15] van 10 juli 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
De persoon in kwestie, die zich voor deed als [fakenaam 10] , nam naar aanleiding van mijn Marktplaats advertentie contact met mij op via Whatsapp. Na tot overeenstemming te zijn gekomen over de prijs, vroeg hij om mijn rekeningnummer, te weten: [rekeningnummer] . Hij vroeg mij 1 cent over te maken naar zijn rekening zodat hij mijn rekeningnummer kon verifiëren. Hij stuurde mij vervolgens een betaallink, die mij doorstuurde naar de inlogpagina van de ING, waar ik met mijn inloggegevens heb ingelogd.
Hij zei dat ik het geld heel snel moest terugstorten op het Duitse rekeningnummer van zijn vriendin. Als ik dit niet zou doen, dan zou hij met zijn beide zonen (die onderdeel zouden zijn van een motorclub) langskomen. Op dat moment heb ik het volledige bedrag (625 euro) overgemaakt naar de Duitse rekening, te weten: [rekeningnummer] .
Nu blijkt ' [fakenaam 10] ' via de eerder genoemde link mijn inloggegevens bemachtigd te hebben, waarna hij heeft ingelogd op [32] mijn bankrekening. Vervolgens heeft hij tweemaal vanaf mijn spaarrekening 625 euro overgemaakt naar mijn betaalrekening onder misleidende betaalomschrijvingen.
Kort samengevat hebben we de volgende informatie kunnen bemachtigen:
  • Twee mobiele nummers: [telefoonnummer] (' [accountnaam 2] ') en [telefoonnummer] (' [accountnaam 3] ');
  • Whats-app profielfoto: blauwe Kawasaki ER-5 motor;
  • Twee IP-adressen: [IP-adres] (via IP-tracker) en [IP-adres] (via de bank);
  • Telefoonnummer: [telefoonnummer] (via de bank).
16)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 10] van 2 maart 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Wij hebben een seniorentelefoon te koop staan op Markplaats. Op 27 februari 2022 werd op deze advertentie gereageerd. Het telefoonnummer waarmee de dader appte is [telefoonnummer] . “Hierbij mijn gegevens [fakenaam 14] [adres] [woonplaats] .” Er werd gevraagd om een foto te maken van het product met de bankpas ernaast, zodat [34] de andere partij zekerheid zou hebben. Ik kreeg een foto toegestuurd via Whatsapp met daarop een ABN-AMRO bankpas op naam van [fakenaam 13] .
Daarna is er via Whatsapp nog gesproken over het adres en heb ik met de ABN-AMRO identifier en mijn bankpas 3x bevestigingscodes doorgegeven. Op 27 februari 2022 kreeg ik een SMS bericht van de ABN-AMRO bank waarin werd gesteld dat het was gelukt om een nieuwe telefoon of tablet aan mijn betaalrekening te koppelen. De volgende bedragen zijn afgeschreven van rekeningnummer [rekeningnummer] :
€ 2.000
GOYA, Madrid, land ES
27 februari 2022
€ 500
GOYA, Madrid, land ES
27 februari 2022
€ 2.486,75
Torrelodones, land ES
28 februari 2022
en van rekeningnummer [rekeningnummer] is afgeschreven:
€ 2.000
GOYA, [nummer]
Madrid, land ES
27 februari 2022
€ 500
GOYA, [nummer]
Madrid, land ES
27 februari 2022
€ 20
FASHIONFASHIONN, [nummer]
Enschede
28 februari 2022 [35]
€ 2.436
Torrelodones, land ES
28 februari 2022 [36]
17)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 14] van 4 maart 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 25 februari 2022 heb ik een terrasverwarmer te koop aangeboden op Facebook. Op 26 februari 2022 reageerde ene [fakenaam 7] . Mijn echtgenoot heeft een whatsapp bericht ontvangen van telefoonnummer [telefoonnummer] . De persoon gaf de volgende adresgegevens door: Fam. [fakenaam 9] , [adres] , [woonplaats] . Vervolgens vraagt de persoon een foto van mijn bankpas en het te kopen product. Dit heb ik gedaan, maar het pasnummer van mijn bankpas heb ik afgedekt. De persoon gaf aan dat hij de bankpas niet goed kon lezen en vroeg voor een nieuwe duidelijke foto met pasnummer. Aan dit verzoek heb ik voldaan. [37]
Op 27 februari 2022 liet de persoon weten via whatsapp dat hij het geld heeft overgemaakt vanuit zijn zakelijke mobiel bankieren. Ter controle of ik de betaling heb ontvangen moest ik de betaling accepteren via de identificer. De persoon heeft mij stap voor stap uitgelegd hoe ik de betaling moest accepteren. Vervolgens heb ik mijn bankpas in de identificer gedaan. Ik heb de pincode ingetoetst op mijn identificer, dan zie ik een nummer in de display en dit nummer heb ik de persoon doorgegeven. Vervolgens moest ik mijn bankpas uit de identificer halen en weer opnieuw erin doen, dan op toets "2" drukken, toen heeft de persoon mij een nummer gegeven welke ik heb in getoetst. Hierop zag ik een nummer in de display van de identificer staan welke ik weer aan de persoon moest geven.
Ik heb contact opgenomen met de ABN-AMRO bank en uitgelegd wat er gebeurd was. De medewerker kon zien dat er op 27 februari 2022 om 13.14 uur Euro 350,00 was overgemaakt was naar: Sumup Store, Enschede. In totaal heb ik een bedrag van Euro 350,00 schade gelden. [38]
18)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 26 maart 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Ik heb een Marktplaats. Ik ben klant bij de ING-bank. Op 7 maart 2021 ontving in een bericht via WhatsApp. Het adres waar ik het naar toe moest sturen: [fakenaam 5] , [adres] te [woonplaats] . [39] Ik zag dat er een bedrag van € 1.025 was betaald door de koper. Ik vroeg aan de koper naar zijn rekening nummer via de app, om het te veel betaalde geld terug te storten. Dit bleek niet mogelijk, koper had een zakelijke rekening. Tijdens de oplichting werd er drie mobiele nummers gebruikt door de koper/oplichter, hierbij zijn 3 nummers gebruikt o.a.:
  • [telefoonnummer] , met app teken; Nederlandse vlag;
  • [telefoonnummer] , met app teken; Nederlandse vlag;
  • [telefoonnummer] , met app teken: Motorfiets, merk; Kawasaki met groene lijnen.
19)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [aangever 11] van 25 november 2021, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Op 21 november 2021 heb ik een WhatsApp-bericht had ontvangen van een voor mij onbekende man, genaamd [fakenaam 1] . Ik zag dat zijn telefoonnummer was: [telefoonnummer] . Ik zag dat ook hij reageerde op mijn advertentie in Marktplaats.nl. [41] Ik zag dat [fakenaam 1] mij daarop zijn adres stuurde. Ik zag dat dit een adres in Terneuzen was. Ik zag dat hij een foto van zijn bankpas stuurde. Ik zag dat op die bankpas de volgende naam stond: [fakenaam 1] . Ik zag dat hij daarop vroeg om een foto van mijn bankpas met de helm. Ik zag dat hij daarop chatte dat hij het geld had overgemaakt via zakelijk mobiel bankieren, dit om te controle of het geld bij de juiste ontvanger was. Ik zag dat hij daarop vroeg of ik de betaling kon accepteren, na het accepteren zou het bedrag op mijn bankrekening staan. Ik zag dat [fakenaam 1] daarop vroeg of ik een code wilde invoeren in mijn e-dentifier. Ik moest de code die ik kreeg doorsturen via WhatsApp naar [fakenaam 1] . Ik heb toen ingelogd in internetbankieren, omdat ik wilde zien of zijn bedrag op mijn bankrekeningnummer stond. Mijn bankrekeningnummer is: [rekeningnummer] .
Ik zag dat het bedrag van € 2.500 was overgemaakt naar een bankrekening in Madrid. Ik zag dat daarbij stond: SumUp- [omschrijving] . Ik zag dat het bedrag van € 3.000 was overgemaakt naar [rekeningnummer] ten name van mevrouw [fakenaam 16] . [42]
Beslag
20)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2023, met documentcode 230724.1340 (nummer 428), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen doorzoeking verblijfplaats [medeverdachte 1] en [A] .
Er is een aanvullend Europees onderzoeksbevel verstuurd aan Roemenië met daarin het verzoek tot het doorzoeken van de verblijfplaats van [medeverdachte 1] en [A] , gevestigd op bld. [adres] , [woonplaats] , provincie Vaslui.
Naar aanleiding van de uitgevoerde doorzoeking in de kamers en de vermeld bijgebouwen werd het volgende is ontdekt:
  • Motorola E20, met IMEI-nummer [IMEI nummer] en [IMEI nummer] ;
  • iPhone 13 Pro Max, met IMEI-nummer [IMEI nummer] en [IMEI nummer] ;
  • Samsung Galaxy S8;
  • LG K10, met IMEI-nummer [IMEI nummer] ;
  • Apple Macbook Air, met serienummer [serienummer] ;
  • Nederlands paspoort op naam van [medeverdachte 2] ;
  • Samsung Galaxy A13, met IMEI-nummer [IMEI nummer] ;
Vervolgens gingen we verder met het doorzoeken van het voertuig, bij welke wij hebben aangetroffen:
 Samsung, met IMEI-nummer [IMEI nummer] . [45]
21)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 mei 2023, met documentcode 230501.1621 (nummer 378), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Motorola E20.
Ik zag dat de volgende usernames gebruikt zijn in de telefoon [e-mail adres] @gmail.com. [46] Tevens betreft het opgegeven wachtwoord van dit e-mailadres [wachtwoord] . Uit de Gemeentelijke basisadministratie bleek dat [medeverdachte 1] een dochter heeft genaamd [B] , geboren op [2017] . [47]
22)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 1 mei 2023, met documentcode 230403.1043 (nummer 340), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen iPhone 13 Pro Max, met IMEI-nummer [IMEI nummer] en [IMEI nummer] .
Ik zag dat de telefoon de naam iPhone 13 Pro Max (2) had en geregistreerd was met twee Apple ID's:
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @yahoo.com.
Ik zag dat de volgende steden voorkomen in de locatie gegevens:
  • Madrid, Spanje;
  • Barlad, Roemenië;
  • Enschede, Nederland.
Gesprek [C] [hartje] aan deze naam is het volgende nummer gekoppeld [telefoonnummer] . Ik zag dat op 02/06/2020 het volgende bericht door de eigenaar van de telefoon werd gestuurd naar [C] :
Bro zoek nummers op bij marktplaats. Alleen bij categorie caravans en toebehoren, zijn allemaal oude mensen. Maak whatsapp aan met lebara, maak je profiel foto marktplaats logo en begin ze berichten te sturen. [50]
Ik zag dat er op 22-08-2021 twee mails zijn verstuurd naar het adres [e-mail adres] @qmail.com. Uit bevraging van dit e-mail adres in de politiesystemen bleek dat dit e-mailadres veelvuldig voorkomt in aangiftes van oplichting via internet. lk zag dat de inhoud van de mail de volgende link betrof: https:// [link] .
Deze telefoon had [A] als hoofdgebruiker. [51]
23)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 juli 2023, met documentcode 230725.1008 (nummer 432), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Betreft: aanvullend onderzoek iPhone 13 Pro Max
Uit een chat bleek onder andere dat:
  • Op 10-03-2021stuurt [C] [hartje] een foto van een woonkamer naar EU ( [telefoonnummer] );
  • Uit onderzoek bleek dat deze foto veel overeenkomsten heeft met de woning die te huur is aan de [adres] te [woonplaats] .
24)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 maart 2023, met documentcode 230311.0842 (nummer 318), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: Samsung Galaxy A13 (SM-A136B), met IMEI-nummer [IMEI nummer] .
In het chatgesprek zag ik berichten die werden verstuurd tussen twee WhatsApp deelnemers. De eerste chat deelnemer was de gebruiker van het toestel wat gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit eerder onderzoek bleek dit nummer vermoedelijk in gebruik was bij [medeverdachte 1] . De tweede chat deelnemer maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit eerder onderzoek bleek dit nummer in gebruik door [medeverdachte 2] .
Ik zag dat [medeverdachte 1] tijdens een chatgesprek op 9 februari 2023, vroeg aan [medeverdachte 2] om een e-mail adres aan te maken, om daarmee vervolgens in te loggen op Marktplaats. Nadat [medeverdachte 2] was ingelogd op Marktplaats vroeg [medeverdachte 1] om een advertentie te plaatsen. [53]
[medeverdachte 1] : Maak ff mail aan;
[medeverdachte 1] : En dan kopersbescherming uit zetten he; [54] [medeverdachte 2] : Ja heb nee dankje gedaan bij kopersbescherming.
Uit fragmenten van een WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , werd onder andere gesproken over de financiële instellingen ASN, Regiobank, en ABN. Vermoedelijk in relatie tot het aanvragen van nieuwe bankrekeningnummers. Ik zag dat [medeverdachte 1] aangaf een ING en ABN te hebben op naam van [A] . [55]
Ik zag dat de volgende unieke Gmail adressen werden genoemd: [e-mail adres] @gmail.com.
Voorafgaand aan het noemen van de mail adressen zag ik teksten als:
  • Maak ff mail aan;
  • Weke e-mail maken naam;
  • Welke mail heb je gebruikt;
  • Dan inloggen via google;
  • Ik maak ff snel mail aan.
25)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 15 mei 2023, met documentcode 230515.1142 (nummer 386), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: Whatsapp gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] .
De eerste chat deelnemer was de gebruiker van het toestel die gebruik maakte van WhatsApp Business en het telefoonnummer [telefoonnummer] samen met de naam " [naam 1] ". De tweede chat deelnemer maakte gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] en de naam " [naam 1] ". lk zag dat de berichten gingen over het aanmaken van accounts, het doorsturen van een verificatie SMS van Marktplaats en berichten over het vermoedelijk plaatsen van advertenties, afgekort als 'adv'. [57]
26)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 27 juli 2023, met documentcode 230725.0733 (nummer 431), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Apple MacBook Air.
Ik zag dat er op de MacBook 1 gebruikersaccount stond ingesteld: [accountnaam 4] . [58]
Ik zag dat naast voornoemd account van de laptop, ook de volgende accounts gebruikt zijn geweest op de laptop:
  • [e-mail adres] @yahoo.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com.
Ik zag in de Downloads folder van het account ' [accountnaam 4] ', een bestand staan genaamd banknl.rar. Ik zag dat de inhoud van het bestand een phishing panel betrof.
Ik zag dat er in de verschillende mapjes, zoals te zien op figuur 1, diverse webpagina's stonden van onder andere ABN, ING, SNS, PostNL en Marktplaats (figuur 2). Deze webpagina's zijn te gebruiken om bankgegevens afhandig te maken, door het doen van 0,01 cent verificatiebetaling. [59]
27)
Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met documentcode 230411.1152 (nummer 343), zakelijk weergegeven:
Adres: [adres] ;
Postcode en plaats: [woonplaats]
Datum en tijd: 28-02-2023.
Beslagene
Voornamen: [medeverdachte 2] ;
Achternaam: [medeverdachte 2] .
In beslag genomen goed:
SIN: AAJZ2531NL;
Merk: Samsung;
Bijzonderheden: telefoon met IMEI: [IMEI nummer] / Samsung Galaxy Grand Prime. [60]
28)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 13 november 2023, met documentcode 20231113.1154 (nummer 435), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , zakelijk weergegeven:
Het toestel heeft als IMEI-nummer: [IMEI nummer] , terwijl het IMEI-nummer [IMEI nummer] in meerdere resultaten is opgenomen. Dit heeft dus met het controlegetal te maken. [61]
29)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 augustus 2022, met documentcode 220823.1008 (nummer 86), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen historische gegevens IMEI-nummers [IMEI nummer] en [IMEI nummer] .
IMEI-nummer [IMEI nummer]
Ik zag in de politiesystemen dat dit IMEI-nummer is te herleiden tot een telefoontoestel van het merk OPPO, model: CPH2127 (duoSlM). Ik zag dat dit telefoontoestel, IMEI [IMEI nummer] , van 04-01-2022 tot en met 28-02-2022 gebruikt werd in combinatie met telefoonnummer [telefoonnummer] . [62]
Daarnaast is dit telefoontoestel nog gebruikt in combinatie met twee andere telefoonnummers:
  • [telefoonnummer] (op 24-02-2022);
  • [telefoonnummer] (op 26-02-2022).
IMEI-nummer [IMEI nummer]
Ik zag in de politiesystemen dat dit IMEI-nummer is te herleiden tot een telefoontoestel van het merk Samsung, model: SM-G531F. Ik zag dat dit telefoontoestel, IMEI [IMEI nummer] , van 01-03-2022 tot en met 18-05-2022 gebruikt werd in combinatie met telefoonnummer [telefoonnummer] . Daarnaast is dit telefoontoestel nog gebruikt in combinatie met de volgende telefoonnummers:
  • [telefoonnummer] (op 27-04-2022 en 05-05-2022);
  • [telefoonnummer] (op 05-05-2022);
  • [telefoonnummer] (op 29-05-2022).
Tevens zag ik dat er in de historische telecom gegevens van dit IMEI-nummer zes Spaanse tegennummers te zien zijn. Eén van deze nummers betreft [telefoonnummer] . [63]
30)
Een geschrift: een kennisgeving van inbeslagname met documentcode230411.1236 (nummer 345), zakelijk weergegeven:
Adres: Vliegveld Schiphol;
Postcode en plaats: Amsterdam;
Datum en tijd: 10-03-2023.
Beslagene
Voornamen: [voornamen] ;
Achternaam: [verdachte] .
In beslag genomen goed:
SIN: AAPU4642NL;
Merk: Apple / 6S;
Bijzonderheden: Apple iPhone 6s (model A1688) met IMEI-nummer [IMEI nummer] .
31)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2023, met documentcode 230312.0948 (nummer 320), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen iPhone 6s, met IMEI-nummer [IMEI nummer] .
Ik zag dat de telefoon de naam "iPhone" had en was geregistreerd met Apple ID:
[e-mail adres] @gmail.com. [64] Ik zag dat er na het terugzetten van de fabrieksinstellingen op 12 juli 2021, drie simkaarten in het toestel hebben gezeten, namelijk:
[telefoonnummer] ;
[telefoonnummer] ;
[telefoonnummer] .
Ik zag dat er op het toestel locatiegegevens aanwezig waren. Ik zag dat de volgende steden voorkomen in de locatie gegevens:
  • [woonplaats] ;
  • [woonplaats] .
Daarnaast zag ik dat er fragmenten van verwijderde berichten aanwezig waren in de telefoondata, met daarin termen die direct verband houden met meerdere aangiften. Ik zag de volgende namen voorkomen op de iPhone 6s;
  • [fakenaam 1] ;
  • [adres] ;
  • [woonplaats] .
32)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 16 maart 2023, met documentcode 230316.0755 (nummer 326), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Whatsapp Business (iPhone 6s, met IMEI-nummer [IMEI nummer] ).
Op 16 maart 2023 deed ik onderzoek aan de data van de Apple iPhone 6s met IMEI-nummer [IMEI nummer] . Uit een zoekslag in de telefoondata, op de termen: " [telefoonnummer] " en " [fakenaam 1] ", zag ik dat er sporen aanwezig waren van een bedrijfsaccount, met een profielfoto van een klein wit hondje en de volgende gegevens:
  • Naam account: [fakenaam 1] ;
  • Applicatie: WhatsApp Business.
  • Account: [telefoonnummer] .
Verklaringen
33)
Een proces-verbaal van verhoor getuige [verdachte] door de rechter-commissaris van 8 november 2023, zakelijk weergegeven:
Rechter-commissaris:
Uw verklaringen hielden in:
  • dat u bekent zich aan oplichting schuldig te hebben gemaakt,
  • dat het begonnen is in Spanje, maar u weet niet wanneer het was begonnen,
  • dat u veel bij [medeverdachte 1] en [A] in [woonplaats] verbleef,
  • [medeverdachte 1] woonde aan de [adres] in [woonplaats] ?
[verdachte] :
Het is [straat] in [woonplaats] .
Rechter-commissaris:
Uw verklaring hield ook in:
  • dat uw taken geleidelijk werden uitgebreid van het opzoeken van telefoonnummers tot het chatten met mensen, veelal Marktplaatsverkopers, tot zij hun rekeningnummer gaven, waarna [medeverdachte 1] het (gesprek) overnam,
  • dat u werd aangestuurd door [medeverdachte 1] ,
  • dat er geen vaste afspraken waren over wat u eraan verdiende. Er werden willekeurige bedragen door [medeverdachte 1] aan u gegeven,
  • dat u rekeningen op naam had in diverse landen, waar [medeverdachte 1] ook toegang toe had,
  • dat [medeverdachte 2] ook met regelmaat vanuit Nederland kwam en voor [medeverdachte 1] ook een aantal keren een bankrekening aanmaakte, waarna hij [medeverdachte 1] de gegevens gaf. Ook regelde hij simkaarten voor [medeverdachte 1] .
[verdachte] :
Ja, dat klopt.
Rechter-commissaris:
Ik ben op zoek naar het moment waarop u met de oplichtingspraktijken begonnen bent?
[verdachte] :
Dat was vijf of zes maandjes voordat ik in Oostenrijk werd aangehouden. Ik ben toen naar Spanje gegaan. Dat is het ongeveer. Ik ben niet heel goed in de datums, maar het was ongeveer een halfjaartje voor het Oostenrijk-gebeuren. [68]
Mr. Tuma:
Hoelang hebt u met [medeverdachte 1] samengewerkt?
[verdachte] :
Vijf, zes maanden voor Oostenrijk tot de dag van aanhouding. Dit is ongeveer twee of drie
jaar. Ik weet het niet precies.
De rechter-commissaris merkt op: u bent in 2019 naar Oostenrijk gegaan en begin 2023 aangehouden. [69]
Rechter-commissaris:
Was u vrijwel dagelijks samen met [medeverdachte 1] ?
[verdachte] :
Ja, dat klopt.
Rechter-commissaris:
Woonde u deels op de [adres] ?
[verdachte] :
Nee, hij (
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) woonde daar met zijn vrouw en kindje. [70]
Officier van justitie:
Hebt u [medeverdachte 2] weleens gezien op het adres de [straat] ?
[verdachte] :
Ja, best vaak. Als hij in Spanje kwam, verbleef hij bij [medeverdachte 1] in de woning. [71]
Officier van justitie:
Op p. 734 van het dossier is een chatgesprek opgenomen met iemand die zich voordoet als ‘ [fakenaam 1] ’. Deed u zich weleens voor als ‘ [fakenaam 1] ’ uit Terneuzen?
[verdachte] :
Ik maakte alleen maar valse namen aan, ook weleens [fakenaam 1] of [fakenaam 2] . Het waren alleen maar doorsnee Nederlandse namen.
Officier van justitie:
‘ [fakenaam 1] uit Terneuzen’ komt heel vaak naar voren in het dossier. Begrijp ik goed dat u dat zou kunnen zijn geweest
[verdachte] :
Ja, die namen en woonplaatsen hebben we veel gebruikt. Terneuzen en Vlissingen werden bij alle namen gebruikt.
Officier van justitie:
Werden dit door u en ook door [medeverdachte 1] gebruikt?
[verdachte] :
Ja. Mensen stuurden dan die dingen op, en dan kan je makkelijker hun gegevens krijgen. [72]
34)
De verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting (d.d. 14 november 2023):
Ik verklaar dat ik bij mijn verklaring blijf zoals ik die heb afgelegd bij de rechter-commissaris op 8 november 2023. Desgevraagd verklaar ik dat ik dat ook in de hoedanigheid als verdachte verklaar.
Mijn bijnaam is [naam 1] .
35)
Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] van 24 mei 2023, met documentcode 230515.1701 (nummer 390), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, zakelijk weergegeven:
V: Welke emailadressen horen daarbij (
de rechtbank begrijpt: zijn Marktplaatsaccount(s))?
A: Mijn eigen, [e-mail adres] @gmail.com. [73]
36)
Een proces-verbaal van verhoor getuige [A] door de rechter-commissaris van 8 november 2023, zakelijk weergegeven:
Rechter-commissaris:
Uw verklaringen houden, kort gezegd, in dat u slechts één rekeningnummer in Roemenië heeft en niets weet van al die andere rekeningen die in diverse landen op uw naam staan.
Blijft u bij uw eerdere verklaringen die u hebt afgelegd bij de politie?
[A] :
Ja. [74]
Bevindingen
37)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 mei 2022, met documentcode 220509.1255 (nummer 7), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen registratiegegevens Google.
E-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
Terms of Service Country: Spanje; [75] Recovery SMS: [telefoonnummer] . [76]
Merk: Realme
Model: RMX2040
Ik zag dat er meerdere 'users' gekoppeld waren aan dit toestel. Dit houdt in dat er met deze accounts op enig moment is ingelogd op dit device:
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com.
38)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 23 januari 2023, met documentcode 220704.1704 (nummer 60), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen SumUp ( [medeverdachte 2] en [A] ).
SumUp produceert pinapparaten en software waarmee verkopers betalingen kunnen ontvangen via hun mobiele telefoon of tablet. Aan de eigenaar van een SumUp account kan contactloos, via Chip & PIN, met Google Pay of met Apple Pay worden betaald. [78]
Uit de verstrekte informatie van SumUp zag ik dat er vijf accounts waren geregistreerd op naam van [medeverdachte 2] , te weten:
SA [accountnaam 1] (merchant-ID: [nummer] ):
  • voornaam: [medeverdachte 2] ;
  • achternaam: [medeverdachte 2] ;
  • geboortedatum: [1997] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @gmail.clm (
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • adres: [adres] ;
  • bankgegevens: [rekeningnummer] ;
  • bedrijfsgegevens: SA [accountnaam 1] .
Aan dit account zijn de volgende dynamische beschrijvingen te koppelen:
  • [omschrijving] ;
  • [omschrijving] .
[accountnaam 1] (merchant-ID: [nummer] ):
  • voornaam: [medeverdachte 2] ;
  • achternaam: [medeverdachte 2] ;
  • geboortedatum: [1997] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @gmail.com;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • adres: [adres] ;
  • bankgegevens: [rekeningnummer] ;
  • bedrijfsgegevens: [accountnaam 1] .
Ik zag dat er locatiegegevens, in de vorm van GPS-coördinaten, waren gekoppeld aan succesvolle transacties of pogingen van transacties. Uit de verstrekte locatiegegevens blijkt dat het SumUp account was gebruikt op of rond de volgende locaties:
 [naam 2] in [plaats] , Spanje; [80]
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , [woonplaats] , Spanje;
  • omgeving van [straat] , [woonplaats] , Spanje.
Ik zag dat er (onder meer) de volgende dynamische beschrijvingen gekoppeld zijn geweest aan dit account:
  • [omschrijving] ;
  • [omschrijving] ;
  • [omschrijving] ;
  • [omschrijving] ;
  • [omschrijving] ;
  • [omschrijving] .
[restaurant] (merchant-ID: [nummer] ):
  • voornaam: [medeverdachte 2] ;
  • achternaam: [medeverdachte 2] ;
  • geboortedatum: [1997] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @gmail.com;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • stad: [plaats] ;
  • bankgegevens: [rekeningnummer]
 bedrijfsgegevens: [restaurant] .
LeManzo (merchant-ID: [nummer] ):
  • voornaam: [medeverdachte 2] ;
  • achternaam: [medeverdachte 2] ;
  • geboortedatum: [1997] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @gmail.com;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • adres: [adres] te [woonplaats] ;
  • bankgegevens: [rekeningnummer] ;
  • bedrijfsgegevens: [omschrijving] .
Ik zag dat er locatiegegevens, in de vorm van GPS-coördinaten, waren gekoppeld aan 1 transactie van 550 euro. Uit de verstrekte locatiegegevens blijkt dat het SumUp account was gebruikt op of rond de volgende locaties:
 omgeving van [straat] , Madrid, Spanje.
[e-mail adres] (Merchant-ID: [nummer] ):
  • voornaam: [medeverdachte 2] ;
  • achternaam: [medeverdachte 2] ;
  • geboortedatum: [1997] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @gmail.com;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • stad; [e-mail adres] ;
  • bankgegevens: [rekeningnummer] ;
  • bedrijfsgegevens: [e-mail adres] .
Ik zag dat er twee foto's waren gekoppeld aan het account van [e-mail adres] , van de voor en achterkant van een Nederlandse identiteitskaart (
de rechtbank begrijpt: op naam van [medeverdachte 2]). [85]
Ik zag dat er locatiegegevens, in de vorm van GPS-coördinaten, waren gekoppeld aan 1 succesvolle transactie van 240 euro. Uit de verstrekte locatiegegevens blijkt dat het SumUp account was gebruikt op of rond de volgende locaties:
 omgeving van [straat] , [e-mail adres] , Spanje.
Ik zag dat de volgende dynamische beschrijving gekoppeld is geweest aan dit account: [e-mail adres] .
Eén account is geregistreerd op naam van [A] , te weten:
FDS [accountnaam 1] (merchant-ID: [nummer] ):
  • voornaam: [A] ;
  • achternaam: [A] ;
  • geboortedatum [1992] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @gmail.com;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • stad: Sabadel, Spanje;
  • bankgegevens: [rekeningnummer] ;
  • bedrijfsgegevens: FDS [accountnaam 1] .
Ik zag dat er locatiegegevens, in de vorm van GPS-coördinaten, waren gekoppeld aan succesvolle transacties of pogingen van transacties. Uit de verstrekte locatiegegevens blijkt dat het SumUp account was gebruikt op of rond de volgende locaties:
 omgeving van [straat] , [woonplaats] , Spanje.
Ik zag dat er de volgende dynamische beschrijvingen gekoppeld zijn geweest aan dit account:
  • DLP- Fashion ;
  • TGZ-FAHION.
39)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2023, met documentcode 220907.1248 (nummer 104), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen SumUp ( [verdachte] ).
De SumUp-namen zijn aangeleverd door de banken en kwamen voor in de transactiegegevens van de slachtoffers. Uit de verstrekte informatie van SumUp zag ik dat er 1 accounts was geregistreerd op naam van [verdachte] . [88]
Hoi (merchant-ID: [nummer] )
  • voornaam: [verdachte] ;
  • achternaam: [verdachte] ;
  • geboortedatum: [1989] ;
  • e-mailaccount: [e-mail adres] @live.nl;
  • telefoonnummer: [telefoonnummer]
  • adres: [adres] te [woonplaats] ;
  • bankgegevens: [rekeningnummer] ;
  • bedrijfsgegevens: Hoi.
Ik zag dat er locatiegegevens, in de vorm van GPS-coördinaten, waren gekoppeld aan succesvolle transacties of pogingen van transacties. Uit de verstrekte locatiegegevens blijkt dat het SumUp account was gebruikt op of rond de volgende locaties: [89]
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje;
  • [adres] , in [woonplaats] , Spanje.
Ik zag in de transactiegegevens dat de volgende bedragen, in totaal € 29.086,66, zijn gestort op de bankrekening en SumUp card.
Ik zag dat er de volgende dynamische beschrijvingen gekoppeld zijn geweest aan dit account:
  • Hoi;
  • Store.
40)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 24 augustus 2022, met documentcode 220726.1411 (nummer 73), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen historische gegevens + [telefoonnummer] .
Ik zag in de resultaten dat de onderstaande IMEI-nummers aan het telefoonnummer + [telefoonnummer] zijn gekoppeld:
 IMEI [IMEI nummer] (merknaam: OPPO model: CPH2127, duoSIM); [92]
  • IMEI [IMEI nummer] (Samsung SM-G531F);
  • IMEI [IMEI nummer] (merknaam: OPPO model: CPH2127 duoSIM);
  • IMEI [IMEI nummer] (Samsung SM 4037G/DSN).
Ik zag in de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer] het volgende:
  • Op 17 maart 2022 is er één uitgaande oproep naar het nummer [telefoonnummer] .
  • In de periode van 5 maart 2022 tot en met 7 mei 2022 zijn er 5 inkomende oproepen van het nummer [telefoonnummer] .
41)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 augustus 2022, genummerd 220809.1022 (nummer 82), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Binance.
 Naam: [medeverdachte 2] ;
E-mail: [e-mail adres] @gmail.com. [94]
Ik zag dat er negenmaal-geprobeerd was om een bedrag vanuit dit Binance-account over te maken naar een rekening met nummer [rekeningnummer] .
Ik zag dat onder andere dat er ingelogd was met het IP-adres [IP-adres] .
In het tabblad KYC Documents zag ik twee foto's. Een foto van een paspoort op naam van [medeverdachte 2] . Ik zag op de tweede foto het gezicht van een man die ik herkende als [medeverdachte 1] . [95]
 Naam: [A] ;
E-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
Telefoonnummer: [telefoonnummer] .
Ik zag in tabblad withdrawal history dat er bedrag werd overgeschreven naar een rekening met nummer [rekeningnummer] .
Ik zag dat bij een groot deel van de logging een geolocatie in de steden Madrid en Amsterdam zichtbaar.
Ik zag dat er op dit account onder andere ingelogd was vanaf IP-adres [IP-adres] . [96]
In het tabblad KYC Documents zag ik een foto van een Roemeens paspoort op naam van [A] , geboren op [1992] te [geboorteplaats] (Roemenië). Ik zag dat de tweede aangeleverde foto waarop een vrouw stond afgebeeld (selfie), sterke gelijkenissen vertoonde met de foto getoond op het paspoort.
 Naam: [verdachte] ;
E-mail: [e-mail adres] @live.nl;
Telefoonnummer: [telefoonnummer] . [97]
Ik zag dat er geld werd overgemaakt naar een rekening met nummer [rekeningnummer] .
Ik zag zowel geolocaties in Spanje (Madrid), evenals locaties in Nederland (Amsterdam).
Ik zag dat er op dit account onder andere ingelogd was vanaf IP-adres [IP-adres] .
In het tabblad KYC Documents zag ik een foto van een Nederlandse identiteitskaart op naam van [verdachte] , geboren op [1989] te [geboorteplaats] . Ik zag dat er op de tweede aangeleverde foto ter verificatie een man stond afgebeeld die sterke gelijkenissen vertoonde met de foto getoond op de identiteitskaart. [98]
42)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2023, met documentcode 221128.1528 (nummer 203), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: gebruik paspoort [paspoortnummer] .
Dit proces-verbaal heeft betrekking op het paspoort op naam van [medeverdachte 2] , geboren op [1997] , met document nummer [paspoortnummer] . Uit gegevens van de Gemeentelijke basisadministratie bleek dat [medeverdachte 2] zijn paspoort op 11 maart 2020 als vermist heeft opgegeven. Dit document is voor en na deze datum op verschillende locaties in diverse landen gebruikt.
26 januari 2020:
Registratie telefoonnummer [telefoonnummer] ;
Registratie op naam van [medeverdachte 2] .
2 mei 2020:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , met verificatiefoto van [medeverdachte 2] .
8 mei 2020:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , met verificatiefoto van [medeverdachte 2] .
13 mei 2020:
Binance-account;
Geopend op naam van [medeverdachte 2] , met verificatiefoto [medeverdachte 1] . [99]
14 mei 2020:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , met verificatiefoto van [medeverdachte 2] .
27 mei 2020:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , verificatiefoto van [medeverdachte 1] .
27 mei 2020:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , verificatiefoto van [medeverdachte 1] .
3 september 2020, 10 september 2020 en 1 oktober 2020:
[…] ;
Gelegitimeerd als [medeverdachte 2] , in gezelschap van [A] .
28 oktober 2020:
Sumup account ' [accountnaam 1] ' (Merchant-ID: [nummer] );
Geopend op naam van [medeverdachte 2] .
19 januari 2021:
[rekeningnummer] ;
Geopend rekeningnummer op naam van [medeverdachte 2] .
3 mei 2021:
[rekeningnummer] ;
Geopend rekeningnummer op naam van [medeverdachte 2] .
21 juni 2021:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , verificatiefoto van [medeverdachte 1] .
21 december 2021:
[rekeningnummer] ;
Geopend rekeningnummer op naam van [medeverdachte 2] .
27 december 2022:
Fourthline: aanvraag bankrekening;
Aanvraag op naam van [medeverdachte 2] , verificatiefoto van [medeverdachte 1] . [100]
43)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 21 december 2022, met documentcode 221214.1537 (nummer 219), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen EOB Spanje (bankrekening [medeverdachte 2] en vluchtgegevens).
Bankrekeningnummers:
[rekeningnummer]
Ik zag dat deze betaalrekening op 19/01/2021 geopend was bij de Open Bank op naam van [medeverdachte 2] , waarbij het identificatiedocument [paspoortnummer] was gebruikt. [101]
44)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 januari 2023, met documentcode 221219.1434 (nummer 221), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Fourthline
[medeverdachte 1]
heeft zes registraties in het systeem van Fourthline van pogingen om een bankrekening te openen. Van de zes registraties was een poging was succesvol, twee pogingen werden geweigerd door frauduleus gedrag, twee pogingen waren ongeldig en een poging was niet compleet. In juli 2021 heeft Fourthline twee pogingen van [medeverdachte 1] aangemerkt als frauduleus omdat hij bij deze aanvragen een identiteitsdocument van [medeverdachte 2] heeft gebruikt. Ik zag dat de volgende gegevens in een tabel waren weergegeven:
  • telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
  • e-mailadressen:
[e-mail adres] @gmail.com;
[e-mail adres] @gmail.com;
[e-mail adres] @gmail.com; [102]
[e-mail adres] @gmail.com. [103]
[medeverdachte 2]
heeft twaalf registraties in het systeem van Fourthline van pogingen om een bankrekening te openen. Twee pogingen waren succesvol, twee pogingen zijn aangemerkt als frauduleus. De twee frauduleuze pogingen zijn gedaan door [medeverdachte 1] met gebruikmaking van een identiteitsdocument van [medeverdachte 2] . Bij drie verificaties waarbij het document van [medeverdachte 2] werd gebruikt, werd een foto van het gezicht van [medeverdachte 1] aangeleverd. [104]
Ik zag dat de volgende gegevens in een tabel waren weergegeven
  • telefoonnummer: + [telefoonnummer] ;
  • e-mailadres:
[e-mail adres] @gmail.com;
[e-mail adres] @gmail.com. [105]
Uit analyse van de geolocaties bleek dat de verdachten allemaal vanuit vergelijkbare locaties, zij het op verschillende tijdstippen, bij dezelfde financiële instellingen klant probeerde te worden bij de twee businesspartners van Fourthline. Dit lijkt volgens Fourthline op een gecoördineerde inspanning. [106]
 [straat] , [woonplaats] ; [107]
 [straat] , [woonplaats] . [108]
45)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 december 2022, met documentcode 221222.1342 (nummer 224), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: resultaten Booking.com.
Ik zag dat er met de volgende e-mailadressen geboekt was:
  • 53 boekingen door [e-mail adres] @live.nl;
  • 10 boekingen door [e-mail adres] @gmail.com;
  • 5 boekingen door [e-mail adres] @gmail.com;
  • 4 boekingen door [e-mail adres] @gmail.com;
  • 4 boekingen door [e-mail adres] @gmail.com;
  • 1 boeking door [e-mail adres] @gmail.com;
  • 1 boeking door [e-mail adres] @gmail.com.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] was opgegeven bij vier boekingen op naam van [medeverdachte 1] en het emailadres [e-mail adres] @gmail.com.
Ik zag dat het IP-adres [IP-adres] acht keer voorkwam, vijfmaal geboekt vanaf [e-mail adres] @gmail.com en driemaal vanaf [e-mail adres] @live.nl. Alle acht boekingen stonden op naam van [verdachte] . [110]
46)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2023, met documentcode 231101.1620 (nummer 246), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen telefoonnummer [telefoonnummer] .
Uit onderzoek van PNR-gegevens bleek dat het nummer [telefoonnummer] is gebruikt als telefoonnummer bij een vlucht van [medeverdachte 1] op 19-06-2022 van Madrid, Spanje naar Düsseldorf, Duitsland.
47)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2023, met documentcode 230125.1521 (nummer 257), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Bitvavo.
Naam: [medeverdachte 1] ;
E-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
IP-adres: [IP-adres] ;
Rekeningnummer: [rekeningnummer] . [111]
48)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 17 april 2023, met documentcode 230310.1603 (nummer 315), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Samsung Galaxy A13 (SM-A136B), met IMEI-nummer [IMEI nummer] .
Op 28 februari 2023 werd verdachte [medeverdachte 1] aangehouden in zijn woning in [woonplaats] , Roemenië. Tijdens de doorzoeking in deze woning werd een Samsung Galaxy A13 5G met IMEI-nummer [IMEI nummer] , aangetroffen en in beslag genomen. Ik zag dat er twee simkaarten in het toestel hebben gezeten, namelijk:
[telefoonnummer] ;
[telefoonnummer] . [112]
Ook werd er in de Samsung browser ingelogd op het e-mail adres [e-mail adres] @gmail.com en werd er in Telegram een gesprek gestart. Ik zag dat de gebruiker kon voorzien in inloggegevens, bestaande uit e-mail adressen en wachtwoorden, van accounts op online handelsplaatsen. Ik zag dat de volgende e-mailadressen werden gebruikt;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com.
Om onderzoek te doen naar de gebruiker van het toestel, heb ik gekeken of er gesprekken zijn gevoerd tussen [A] en [medeverdachte 1] . Ik zag dat er een WhatsApp gesprek aanwezig was tussen deelnemer “ [naam 1] ” ( [telefoonnummer] ) en deelnemer “ [deelnemer] " ( [telefoonnummer] ). Ik zag dat WhatsApp Business werd gebruikt. Uit onderzoek bleek dat het nummer [telefoonnummer] vermoedelijk gebruikt werd door [A] . Ik zag dat er gesproken werd over zoon [D] , wanneer “ [naam 1] ” naar huis zou komen, over samen eten en over ' [verdachte] '. Hieruit kan ik afleiden dat de Samsung Galaxy A13 vermoedelijk in gebruik was bij [medeverdachte 1] .
Ik zag dat er afbeeldingen op het toestel aanwezig waren van QR-codes voor het verifiëren van transacties, onder andere van de Triodos bank en ING bank. Ook zag ik dat de volgende applicaties geïnstalleerd waren op het toestel:
  • ABN AMRO;
  • Rabobank;
  • ING;
  • ASN.
Ik zag dat met een Samsung Galaxy A13 (SM-A136B) op 5 januari 2023, foto's zijn gemaakt van identiteitsbewijzen. [114] Ik zag dat de getoonde identiteitsbewijzen ook voorkwamen in proces-verbaal met nummer 221219.1434, [115] waarbij hetzelfde tafelkleed zichtbaar was op de foto van het paspoort van [medeverdachte 2] . Het tafelkleed vertoonde sterke gelijkenissen met het tafelkleed dat ik zag tijdens de doorzoeking, op de ronde tafel in de keuken, op de verblijfplaats van [medeverdachte 1] en [A] .
Ik zag dat er in de periode van 26 januari 2023 tot en met 25 februari 2023, in totaal 818 e-mails zijn ontvangen van Marktplaats. Dit betroffen e-mails met onder andere de volgende onderwerpen:
  • "Bevestig je Marktplaats account";
  • "Nieuwe login op jouw Marktplaats-account";
  • "Wachtwoord Marktplaats account opnieuw instellen".
49)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 maart 2023, met documentcode 230310.1845 (nummer 316), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
[rekeningnummer] , tenaamstelling: [verdachte] ;
[rekeningnummer] , tenaamstelling: [medeverdachte 1] ;
[rekeningnummer] , tenaamstelling: [medeverdachte 1] . [117]
Tevens zag ik dat er Know Your Customer (KYC) gegevens aangeleverd waren die gekoppeld waren aan de accounts. Ik zag dat er van [medeverdachte 1] en [verdachte] afbeeldingen van identiteitsdocumenten waren aangeleverd, evenals een verificatiefoto van het aangezicht.
Ik zag tevens dat er van WISE de volgende accountgegevens waren aangeleverd: [118]
Bedrijfsnaam: SA [accountnaam 1] ;
Naam: [medeverdachte 2] ;
E-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com;
Account holder: [medeverdachte 1] . [119]
50)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 28 maart 2023, met documentcode 230328.1005 (nummer 338), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Samsung Galaxy A13 (SM-A137F), met IMEI-nummers [IMEI nummer] en [IMEI nummer] .
Op 28 maart 2023 deed ik onderzoek aan de Samsung Galaxy A13, die op de verblijfplaats van [medeverdachte 1] te Roemenië inbeslaggenomen was.
  • Merk: Samsung;
  • Model: SM-A137F
  • IMEI 1: [IMEI nummer] ;
  • IMEI 2: [IMEI nummer] .
Ik zag dat er op de telefoon 281 e-mails aanwezig waren waarin de term Marktplaats voorkwam. Ik zag dat de e-mails ontvangen waren tussen 5 en 17 februari 2023, in de mailbox van de volgende mail accounts: [120]
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com.
Ik zag in de telefoon naast de eerdergenoemde accounts, nog het volgende accounts aanwezig: [e-mail adres] @gmail.com, met wachtwoord [wachtwoord] . Ik zag in de inbox van het account [e-mail adres] @gmail.com een ontvangen e-mail op 7 februari 2023 afkomstig van het e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com, met de naam " [medeverdachte 2] ". [121]
51)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 9 mei 2023, met documentcode 230418.1730 (nummer 373), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Duitse bankrekeningen.
Uit aangiften in onderzoek is gebleken dat na het inloggen op de bankrekeningen van slachtoffers onder andere geld werd overgemaakt naar verschillende Duitse bankrekeningnummers. Tevens bleken de verdachten meerdere bankrekeningen in Duitsland in bezit gehad te hebben. [122]
[A] :
 [rekeningnummer] , Solaris SE; [123]
[verdachte] :
 [rekeningnummer] bank AG;
[medeverdachte 2] :
  • [rekeningnummer] , VoIksbank Gronau-Ahaus eG;
  • [rekeningnummer] , Solaris SE;
  • [rekeningnummer] ;
  • [rekeningnummer] .
Bankrekening [rekeningnummer] werd geopend met een paspoort op naam van [medeverdachte 2] , maar een verificatiefoto van vermoedelijk [medeverdachte 1] . Uit de politiesystemen bleek dat deze bankrekeningen in verband kunnen worden gebracht met oplichtingen. Na de stortingen werd direct geld overgeboekt naar een Litouwse bankrekening op naam van [medeverdachte 2] .
Bankrekening [rekeningnummer] is aangemaakt met een identiteitskaart en verificatiefoto van [medeverdachte 2] . Uit de politiesystemen bleek dat deze bankrekeningen in verband kunnen worden gebracht met oplichtingen. Na de stortingen werd direct geld overgemaakt naar het Spaanse bankrekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [medeverdachte 2] . [124]
Bankrekening [rekeningnummer] werd geopend met een identiteitskaart en verificatiefoto van [verdachte] . Op deze rekening zijn geldbedragen gestort afkomstig van vier slachtoffers van oplichting.
In totaal heeft [medeverdachte 2] 13 Duitse bankrekeningen op naam gehad, [medeverdachte 1] 7, [verdachte] 5 en [A] 5. [125]
52)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 mei 2023, met documentcode 230502.0748 (nummer 379), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Spaanse IP-adressen.
IP-adres [IP-adres] , adres van installatie: [adres] , [woonplaats] , Spanje. [126] IP-adres: [IP-adres] , ik zag in een van de registraties de gegevens van verdachte [verdachte] . [127]
53)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 7 juni 2023, met documentcode 230601.0945 (nummer 401), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Duitse bankrekeningen.
[rekeningnummer]
Ik zag dat er vier transacties waren geweest op deze rekening. Ik zag dat er bijschrijvingen waren geweest op deze rekening op 5 juli 2021:
625,00 euro van [aangever 15] ( [rekeningnummer] ).
Ik zag dat direct na deze stortingen hetzelfde bedrag werd overgeboekt naar het Spaanse rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [medeverdachte 2] . [128]
54)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 13 juni 2022, met documentcode 220613.1341 (nummer 31), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Gmail-adressen [medeverdachte 1]
Op 2 juni 2022 ontving ik van Google de volgende informatie:
 e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com
naam: [medeverdachte 1]
land: Spanje [129]
 e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com
naam: [medeverdachte 1]
land: Nederland
gekoppeld e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com
  • e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com
  • e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com
55)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 juni 2022, met documentcode 220614.1001 (nummer 32), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Logius ( [medeverdachte 2] ).
Bij Logius zijn de historische gegevens bevraagd van verdachte [medeverdachte 2] , geboren [1997] te Enschede. In de resultaten zag ik dat:
  • de loggegevens van de periode 4 april 2020 tot en met 20 mei 2022 zijn ontvangen;
  • er 49 vaste Nederlandse IP-adressen zijn geregistreerd;
  • er 1 vast Spaans IP-adres is geregistreerd: [IP-adres] ;
  • er 1 vast Roemeens IP-adres is geregistreerd: [IP-adres] ;
  • er 5 vaste Oostenrijkse IP-adressen zijn geregistreerd.
Ik zag dat de volgende DigiD-accountgegevens zijn aangeleverd door Logius:
  • e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com;
  • telefoonnummer: + [telefoonnummer] ;
  • historische gegevens, e-mailadres: [e-mail adres] @hotmail.com.
Ik zag dat er in 2022 meerdere malen is ingelogd met DigiD, vanaf de IP-adressen vanaf [adres] , [woonplaats] . [132]
56)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 30 juni 2022, met documentcode 220628.1422 (nummer 50), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Logius ( [medeverdachte 1] ).
Bij Logius zijn de historische gegevens bevraagd van verdachte [medeverdachte 1] , geboren op [1995] te [geboorteplaats] . In de resultaten zag ik dat:
  • de loggegevens van de periode 24 augustus 2021 tot en met 23 maart 2022 zijn ontvangen;
  • er 1 vast Spaans IP-adres is geregistreerd: [IP-adres] ;
Ik zag dat de volgende DigiD-accountgegevens zijn aangeleverd door Logius:
  • e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com;
  • historische gegevens:
mobiel nummer: [telefoonnummer] ;
e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com. [133]
57)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2022, met documentcode 220824.1559, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Marktplaats.
Ik zag dat 8 accounts geregistreerd waren met IP-adres [IP-adres] , waaronder:
  • [fakenaam 3] , met e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com;
  • [medeverdachte 1] , met e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com;
  • [fakenaam 11] , met e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com;
  • [medeverdachte 2] , met e-mailadres [e-mail adres] @gmail.com.
58)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2022, met documentcode 221017.0850 (nummer 143), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Marktplaatsaccounts [medeverdachte 1] .
  • e-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
  • naam: [medeverdachte 1] ;
  • IP-adres: [IP-adres] ;
  • e-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
  • naam: [fakenaam 3] ;
  • telefoonnummer: + [telefoonnummer] (Roemeens).
59)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2023, met documentcode 230208.1041 (nummer 266), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Marktplaatsaccounts [medeverdachte 1] .
Op 7 februari 2023 ontving ik van Marktplaats resultaten omtrent accounts die mogelijk gerelateerd zijn aan verdachte [medeverdachte 1] .
 naam: [fakenaam 17] ;
e-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
session ID’s:
[session ID] ;
[session ID] .
 naam: [fakenaam 3] ;
e-mail: [e-mail adres] @gmail.com;
session ID’s:
[session ID] ; [136]
 naam: [fakenaam 18] ;
e-mail: [e-mail adres] @gmai.com;
session ID’s:
[session ID] .
Koppeling session ID's
Ik zag dat het Session ID wat gekoppeld was aan [e-mail adres] @gmail.com, eindigend op [session ID] , ook gekoppeld was aan het account van [e-mail adres] @gmail.com. Vermoedelijk is dus met hetzelfde telefoontoestel ingelogd op beide Marktplaats accounts. Tevens zag ik dat het Session ID gekoppeld aan [e-mail adres] @gmail.com, eindigend op *186, ook gekoppeld was aan het account [e-mail adres] @gmail.com. Ik zag dat er op 5 februari 2023 vanaf het account [e-mail adres] @gmail.com gebruik werd gemaakt van Marktplaats vanaf Roemeense mobiele IP-adressen, waaronder [IP-adres] . De useragent gegevens van account [e-mail adres] @gmaiI.com toonden logging van een Android device, type SM A137F (Samsung Galaxy A13). De useragent gegevens van Session ID [session ID] toonden logging van een iPhone 13 Pro Max. [137]
60)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2022, met documentcode 220824.1559 (nummer 87), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen Marktplaatsaccounts en IP-adres [IP-adres] .
Ik zag uit de verstrekte informatie dat 8 accounts geregistreerd waren met IP-adres [IP-adres] , te weten:
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com;
  • [e-mail adres] @gmail.com.
61)
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 7 april 2022, met documentcode 220407.1114 (nummer 1), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover als bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven:
Betreft: bevindingen SA [accountnaam 1] .
Het bedrijf SA [accountnaam 1] is vervolgens bevraagd in het KVK register en ik zag daaruit de volgende gegevens naar voren komen:
  • e-mailadres: [e-mail adres] @gmail.com;
  • eigenaar: [medeverdachte 2] .

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn, tenzij anders vermeld, als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal met documentcode 230612.1416, met doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 2133.
2.p. 1429.
3.p. 1430.
4.p. 1443.
5.p. 1444.
6.p. 1446.
7.p. 1447.
8.p. 1448.
9.p. 1463.
10.p. 1464.
11.p. 1487.
12.p. 1488.
13.p. 1495.
14.p. 1496.
15.p. 1497.
16.p. 1562.
17.p. 1563.
18.p. 1566.
19.p. 1567.
20.p. 1578.
21.p. 1579.
22.p. 1614.
23.p. 1615.
24.p. 1624.
25.p. 1625.
26.p. 1559.
27.p. 1660.
28.p. 1666.
29.p. 1667.
30.p. 1703.
31.p. 1704.
32.p. 1705.
33.p. 1706.
34.p. 1710.
35.p. 1711.
36.p. 1712.
37.p. 1748.
38.p. 1749.
39.p. 1752.
40.p. 1753.
41.p. 1785.
42.p. 1786.
43.p. 2007.
44.p. 2008.
45.p. 2010.
46.p. 643.
47.p. 644.
48.p. 647.
49.p. 648.
50.p. 649.
51.p. 650.
52.p. 653.
53.p. 618.
54.p. 619.
55.p. 620.
56.p. 621.
57.p. 623.
58.p. 685.
59.p. 686.
60.p. 1986.
61.p. 1 (aanvullend stuk).
62.p. 271.
63.p. 272.
64.p. 690.
65.p. 691.
66.p. 692.
67.p. 737.
68.p. 2.
69.p. 6.
70.p. 4.
71.p. 8.
72.p. 9.
73.p. 1188.
74.P. 2.
75.p. 52.
76.p. 53.
77.p. 54.
78.p. 189.
79.p. 190.
80.p. 191.
81.p. 192.
82.p. 193.
83.p. 194.
84.p. 195.
85.p. 196.
86.p. 197.
87.p. 198.
88.p. 200.
89.p. 201.
90.p. 202.
91.p. 203.
92.p. 268.
93.p. 269.
94.p. 177.
95.p. 178.
96.p. 183.
97.p. 184.
98.p. 185.
99.p. 244.
100.p. 245.
101.p. 380.
102.p. 205.
103.p. 217.
104.p. 211.
105.p. 212.
106.p. 214.
107.p. 215.
108.p. 216.
109.p. 295.
110.p. 296.
111.p. 897.
112.p. 613.
113.p. 614.
114.p. 615.
115.p. 204 e.v.
116.p. 616.
117.p. 342.
118.p. 343.
119.p. 344.
120.p. 629.
121.p. 630.
122.p. 420.
123.p. 426.
124.p. 427.
125.p. 428.
126.p. 414.
127.p. 415.
128.p. 506.
129.p. 226.
130.p. 227.
131.p. 230.
132.p. 231.
133.p. 233.
134.p. 91.
135.p. 92.
136.p. 151.
137.p. 152.
138.p. 91.
139.p. 92.
140.p. 41.