ECLI:NL:RBMNE:2023:6847
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken procesbelang in bestuursrechtelijke zaak over huishoudelijke hulp
In deze zaak hebben eisers, die een verlenging van de huishoudelijke hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) hebben aangevraagd, beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat op het moment van indienen van het beroep, eisers nog procesbelang hadden, omdat de afwijzing van hun aanvraag hen direct raakte. Echter, na de intrekking van het bestreden besluit en de toekenning van de huishoudelijke hulp, was er geen feitelijk resultaat meer te behalen met het beroep. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gewenste uitspraak over de inkomenstoets alleen van principieel belang is en dat eisers geen schade hebben geleden door het ingetrokken besluit. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang meer was. De rechtbank heeft wel bepaald dat het college het griffierecht aan eisers moet vergoeden, aangezien de bestreden besluiten zijn ingetrokken. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de rechtbank op 12 december 2023.