4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij kregen op 11 juli 2023 een melding door dat er een vrachtwagen op de parkeerplaats van pompstation " Tango" gelegen aan de Rijksweg A27 te Eemnes stond en dat de inzittende mogelijk betrokken zou zijn bij de handel in verdovende middelen. Om 08:52 uur aan de Goyergracht hielden wij de verdachte aan. In de broekzak van verdachte zat een autosleutel. De autosleutel hoorde bij de vrachtwagen van de verdachte. De kentekens:
- trekker met Roemeens kenteken [kenteken] ;
- oplegger met Roemeens kenteken [kenteken] .
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aanhoudingonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2023 om 08:55 uur werd door ons op de Goyergracht in Eemnes aangehouden: [verdachte] , geboren op [1987] in Moldavië (de rechtbank begrijpt: verdachte).
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 5 december 2023, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik maakte een rit met een vrachtwagen voor een ander bedrijf. Via via kwam ik in contact met dit bedrijf. Ik zou hier meer geld krijgen dan bij mijn eigen werkgever Transtruckexpert. Over het contract heb ik geen verdere vragen gesteld. Er werd mij verteld dat er sigaretten in de lading van de vrachtwagen zouden worden verstopt. Ik moest de sigaretten in Constanta (Roemenië) ophalen. Toen ik daar aankwam met de vrachtwagen, ging ik achteruit de garage in. Ik deed de achterdeur open. De twee personen die daar waren vroegen aan mij waarom ik de achterdeur opendeed. Ze werden boos. Ze gingen telefoneren met een andere persoon en ik hoorde dat er werd gezegd: “waarom wordt er een kind gestuurd? Hij weet niks.” Een andere persoon leidde mij toen weg. Er werd mij gezegd dat ik de vrachtwagen morgen wel zou inladen. Echter, een paar uur later werd mij verteld dat de vrachtwagen al was ingeladen en dat ik beter vandaag kon vertrekken. Ik heb de vrachtwagen niet afgesloten. Ik heb geen vragen gesteld. Ik wist dat het niet mocht om sigaretten te smokkelen. Ik zag dat het isolatiemateriaal eruit was gehaald. Ik vroeg mij af waarom dit nu pas was gedaan als er vaker sigaretten werden meegevoerd. Ik vond dit verdacht. Toen ik zag dat de isolatiewanden buitenstonden, dacht ik dat er niet eerder sigaretten waren meegesmokkeld met deze vrachtwagen. Ik ging eerst de normale lading in Nederland lossen. De volgende dag zou ik de sigaretten lossen. Tijdens de rit werd via de telefoon vaak aan mij gevraagd waar ik precies was. Er werd mij bijvoorbeeld gevraagd of ik een bepaald tankstation al voorbij was gereden. Ik dacht dat ik in de gaten werd gehouden en werd gevolgd door iemand die in een Renault zat. Voor de sigaretten reed ik naar een loods in Zeewolde. Ik en een andere persoon, die daar al was, gingen de laadruimte aan de zijkant van de vrachtwagen in. Deze andere persoon draaide de schroef los van de ruimte in de oplegger. Ik heb de plaat helpen verwijderen. Er vielen toen pakjes op ons neer. Ik besefte toen dat het iets anders was dan sigaretten. Ik zag dat een deel van de pakketjes uit werd geladen. Ik ging weer in de cabine zitten. De personen die bij de loods aanwezig waren begonnen hard tegen elkaar te schreeuwen. Twee personen stapten in hun auto’s en gingen weg. Ik begreep dat er dingen gebeurden die niet normaal waren. De baas van de garage was nog aan het schreeuwen. Ik heb toen de motor gestart. Er werd tegen de vrachtwagen geslagen. Ik ben weggereden. Ik kwam aan bij een parkeerplaats.
Het
proces-verbaal van verhoor verdachte, houdende de verklaring van verdachte [verdachte] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Toen ik in de garage in Constanta was, hoorde ik in het telefoongesprek: “Waarom kent hij de details niet?”
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2023 kwamen wij, naar aanleiding van een melding van handel in harddrugs
(lijst 1), voor forensisch onderzoek aan op de parkeerplaats ' t Veentje langs de A27 te Eemnes. Het betrof een onderzoek naar een koeloplegger van een vrachtwagen aldaar.
In de bodem van de onderbouwkist van de koeloplegger was een verborgen bergruimte aangebracht. In de verborgen ruimte zaten in totaal 174 zwarte blokken, welke met folie waren omtrekken en het opschrift LV Louis Vuitton hadden.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2023 was ik belast met het onderzoek naar het aantreffen van een grote partij verdovende middelen. Deze partij werd aangetroffen in een loods op het perceel [adres] in Zeewolde. In de loods stond een pallet met daarop diverse gesealde pakketten. lk telde 43 pakketten. De pakketten waren bedrukt met een opdruk van Louis Vuitton.
Verbalisant [verbalisant 6] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In totaal werden er 192 blokken aangetroffen in de vrachtauto en 43 blokken in de loods aan de [straat] in Zeewolde. In totaal betreft het nettogewicht afgerond 235 kilogram.
Verbalisanten [verbalisant 7] , [verbalisant 8] en [verbalisant 9] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van onderzoek verdovende middelenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij werden gestuurd voor onderzoek naar vermoedelijk een bepaalde hoeveelheid verdovende middelen, verborgen in een voertuig (vrachtwagen, met Roemeens kenteken [kenteken] , met een oplegger met Roemeens kenteken [kenteken] ). En daarnaast onderzoek naar vermoedelijk een bepaalde hoeveelheid verdovende middelen, behorende bij dezelfde zaak, aangeboden vanaf een loods uit Zeewolde. (…)
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023209693-3192933;
Relatie met SIN: AAQI5025NL;
Aantal en omschrijving: 192 wit geperste blokken.
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023209693-3191898;
Relatie met SIN: AAQI5040NL;
Aantal en omschrijving: 43 wit geperste blokken.
Een
schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door P.H. Wallinga:
Datum aanvraag: 17 juli 2023.
Politie registratienummer: PL0900-2023209693-68.
Ontvangen van Forensische Opsporing Politie Eenheid Midden-Nederland.
AAQI5025NL: monster crèmekleurig poeder en brokjes in 27 gripzakjes: bevatten alle cocaïne.
AAQI5040NL: monster crèmekleurig poeder en brokjes in 20 gripzakjes: bevatten alle cocaïne.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte op 11 juli 2023 te Zeewolde ongeveer 235 kilogram cocaïne heeft vervoerd. De vraag waar de rechtbank zich vervolgens voor gesteld ziet is of hij deze lading cocaïne opzettelijk heeft vervoerd. Met andere woorden, wist verdachte dat er cocaïne in de oplegger van de vrachtwagen zat, dan wel had hij voorwaardelijk opzet op het vervoeren van de cocaïne?
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte ‘vol opzet’ had op het vervoeren van de cocaïne. Met betrekking tot de vraag of er sprake was van voorwaardelijk opzet overweegt de rechtbank het volgende.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden. De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
Met betrekking tot het aannemen van voorwaardelijk opzet kan betekenis toekomen aan het uitblijven van onderzoek in gevallen waarin de omstandigheden van het geval om nader onderzoek vragen. Door bijvoorbeeld geen nader onderzoek in te stellen naar een afgehaald goed dan wel een meegenomen stuk bagage, kan de verdachte, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zich willens en wetens bloot stellen aan de aanmerkelijke kans dat er zich in dat goed dan wel in die bagage drugs bevinden. Het achterwege blijven van onderzoek kan in een dergelijke context, niet alleen in het kader van het aannemen van schuld, maar ook voor het bewijs van voorwaardelijk opzet betekenis hebben.
Verdachte heeft verklaard dat hij de opdracht kreeg om sigaretten naar Nederland te vervoeren. Door deze opdracht te aanvaarden, heeft verdachte zich bewust ingelaten met het smokkelen van illegale goederen. Net voordat verdachte dacht dat de sigaretten in de vrachtwagen zouden worden ingeladen, kreeg verdachte door middel van een telefoongesprek tussen de twee veronderstelde ‘inladers’ en een ander te horen dat hij, verdachte, door de achterdeuren van de vrachtwagen te openen, van niks wist en/of niet op de hoogte was van de details. Verdachte werd vervolgens van de locatie weggeleid en meegedeeld dat het inladen de volgende dag zou gebeuren. Een paar uur later werd hem echter verteld dat de vrachtwagen al was ingeladen en hij zijn reis met de vrachtwagen kon hervatten. Aangekomen bij de vrachtwagen zag verdachte dat het isolatiemateriaal uit de oplegger was gehaald. Dit vond verdachte vreemd nu hij in de veronderstelling was dat de vrachtwagen al eerder was gebruikt voor het smokkelen van sigaretten en het isolatiemateriaal dus al eerder verwijderd had moeten zijn. Ondanks deze verdachte omstandigheden heeft verdachte verzuimd enig nader onderzoek in de stellen naar de precieze inhoud van de vracht. Verdachte heeft verklaard dat hij geen vragen wilde stellen aan de ‘inladers’ en dacht dat het om sigaretten en niets anders ging. Op de vraag van de rechtbank aan verdachte waarom hij dan tijdens het inladen van de ‘inladers’ te horen kreeg dat hij van niets wist, terwijl hij op de hoogte was van het plan om sigaretten te smokkelen, heeft de rechtbank geen duidelijk antwoord gekregen. Hetzelfde geldt voor de vraag waarom het nodig was om verdachte weg te leiden tijdens het inladen terwijl verdachte op de hoogte was van het plan om sigaretten te smokkelen. Verder overweegt de rechtbank dat verdachte, toen hij zich met de lading richting Zeewolde begaf, steeds door de opdrachtgever(s) werd gebeld met de vraag waar hij precies was. Ook heeft hij verklaard dat hij dacht in de gaten te worden gehouden en te worden gevolgd door een Renault. Dit was niet gek omdat het om illegale smokkelwaar ging, aldus verdachte. Echter, uit de verklaring van verdachte bij de politie kan worden afgeleid dat verdachte het smokkelen van sigaretten niet als een zeer serieus vergrijp zag, waar hoge straffen op staan. De sigaretten zouden volgens verdachte immers enkel in beslag worden genomen zonder consequenties voor hem als chauffeur.Dat hij desalniettemin tot aan Zeewolde in de gaten werd gehouden en gevolgd werd, dient naar het oordeel van de rechtbank als extra aanwijzing te worden gezien dat om meer ging dan sigaretten, hetgeen er werd gesmokkeld.
Al deze omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, maken dat verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans, welke kans hij bewust heeft aanvaard, dat in de vrachtwagen drugs, zoals cocaïne, was verborgen. Verdachte heeft verzuimd nader onderzoek te doen terwijl de hierboven genoemde omstandigheden maakten dat hier voldoende aanleiding voor bestond en verdachte zich ook bewust was van die omstandigheden. Gelet op de bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet gehad op het afleveren, verstrekken en vervoeren van ongeveer 235 kilogram cocaïne.
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat verdachte het feit tezamen en in vereniging heeft gepleegd. Verdachte heeft verklaard dat hij de opdracht om ‘sigaretten’ te vervoeren van een ander heeft gekregen en dat hij tijdens zijn route contact onderhield met de opdrachtgever(s). Verder zijn er bij het in- en uitladen van de vrachtwagen verschillende personen betrokken geweest. Dit maakt dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking.