ECLI:NL:RBMNE:2023:6837

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
16.172937.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervoeren van 235 kilogram cocaïne met voorwaardelijk opzet

Op 19 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 juli 2023 in Zeewolde ongeveer 235 kilogram cocaïne heeft vervoerd. De rechtbank oordeelde dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen is, waarbij sprake was van voorwaardelijk opzet. De verdachte, die als chauffeur fungeerde, had de opdracht gekregen om sigaretten te vervoeren, maar was zich bewust van de risico's en de verdachte omstandigheden rondom de lading. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie jaren op, rekening houdend met de rol van de verdachte en het feit dat er geen sprake was van 'vol opzet'. De officier van justitie had vier jaren geëist, maar de rechtbank vond de opgelegde straf passend gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank benadrukte de ernst van de drugshandel en de impact daarvan op de samenleving. De verdachte werd ook vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, en de rechtbank verklaarde het in beslag genomen geldbedrag verbeurd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.172937.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats] (Sovjet-Unie),
geen bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende: [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 oktober 2023, 26 oktober 2023 en 5 december 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en de standpunten van de officier van justitie, mr. M. Kamper, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. N. Hannaart, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
op 11 juli 2023 in Zeewolde samen met (een) ander(en) opzettelijk 235 kilogram cocaïne heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde ‘opzet’ op het vervoer van de cocaïne. Niet kan worden bewezen dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de verdovende middelen in de vrachtwagen. Het tenlastegelegde kan voor het overige wel wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij kregen op 11 juli 2023 een melding door dat er een vrachtwagen op de parkeerplaats van pompstation " Tango" gelegen aan de Rijksweg A27 te Eemnes stond en dat de inzittende mogelijk betrokken zou zijn bij de handel in verdovende middelen. Om 08:52 uur aan de Goyergracht hielden wij de verdachte aan. In de broekzak van verdachte zat een autosleutel. De autosleutel hoorde bij de vrachtwagen van de verdachte. De kentekens:
- trekker met Roemeens kenteken [kenteken] ;
- oplegger met Roemeens kenteken [kenteken] . [2]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van aanhoudingonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2023 om 08:55 uur werd door ons op de Goyergracht in Eemnes aangehouden: [verdachte] , geboren op [1987] in Moldavië (de rechtbank begrijpt: verdachte). [3]
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 5 december 2023, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik maakte een rit met een vrachtwagen voor een ander bedrijf. Via via kwam ik in contact met dit bedrijf. Ik zou hier meer geld krijgen dan bij mijn eigen werkgever Transtruckexpert. Over het contract heb ik geen verdere vragen gesteld. Er werd mij verteld dat er sigaretten in de lading van de vrachtwagen zouden worden verstopt. Ik moest de sigaretten in Constanta (Roemenië) ophalen. Toen ik daar aankwam met de vrachtwagen, ging ik achteruit de garage in. Ik deed de achterdeur open. De twee personen die daar waren vroegen aan mij waarom ik de achterdeur opendeed. Ze werden boos. Ze gingen telefoneren met een andere persoon en ik hoorde dat er werd gezegd: “waarom wordt er een kind gestuurd? Hij weet niks.” Een andere persoon leidde mij toen weg. Er werd mij gezegd dat ik de vrachtwagen morgen wel zou inladen. Echter, een paar uur later werd mij verteld dat de vrachtwagen al was ingeladen en dat ik beter vandaag kon vertrekken. Ik heb de vrachtwagen niet afgesloten. Ik heb geen vragen gesteld. Ik wist dat het niet mocht om sigaretten te smokkelen. Ik zag dat het isolatiemateriaal eruit was gehaald. Ik vroeg mij af waarom dit nu pas was gedaan als er vaker sigaretten werden meegevoerd. Ik vond dit verdacht. Toen ik zag dat de isolatiewanden buitenstonden, dacht ik dat er niet eerder sigaretten waren meegesmokkeld met deze vrachtwagen. Ik ging eerst de normale lading in Nederland lossen. De volgende dag zou ik de sigaretten lossen. Tijdens de rit werd via de telefoon vaak aan mij gevraagd waar ik precies was. Er werd mij bijvoorbeeld gevraagd of ik een bepaald tankstation al voorbij was gereden. Ik dacht dat ik in de gaten werd gehouden en werd gevolgd door iemand die in een Renault zat. Voor de sigaretten reed ik naar een loods in Zeewolde. Ik en een andere persoon, die daar al was, gingen de laadruimte aan de zijkant van de vrachtwagen in. Deze andere persoon draaide de schroef los van de ruimte in de oplegger. Ik heb de plaat helpen verwijderen. Er vielen toen pakjes op ons neer. Ik besefte toen dat het iets anders was dan sigaretten. Ik zag dat een deel van de pakketjes uit werd geladen. Ik ging weer in de cabine zitten. De personen die bij de loods aanwezig waren begonnen hard tegen elkaar te schreeuwen. Twee personen stapten in hun auto’s en gingen weg. Ik begreep dat er dingen gebeurden die niet normaal waren. De baas van de garage was nog aan het schreeuwen. Ik heb toen de motor gestart. Er werd tegen de vrachtwagen geslagen. Ik ben weggereden. Ik kwam aan bij een parkeerplaats.
Het
proces-verbaal van verhoor verdachte, houdende de verklaring van verdachte [verdachte] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Toen ik in de garage in Constanta was, hoorde ik in het telefoongesprek: “Waarom kent hij de details niet?” [4]
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2023 kwamen wij, naar aanleiding van een melding van handel in harddrugs
(lijst 1), voor forensisch onderzoek aan op de parkeerplaats ' t Veentje langs de A27 te Eemnes. Het betrof een onderzoek naar een koeloplegger van een vrachtwagen aldaar.
In de bodem van de onderbouwkist van de koeloplegger was een verborgen bergruimte aangebracht. In de verborgen ruimte zaten in totaal 174 zwarte blokken, welke met folie waren omtrekken en het opschrift LV Louis Vuitton hadden. [5]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 11 juli 2023 was ik belast met het onderzoek naar het aantreffen van een grote partij verdovende middelen. Deze partij werd aangetroffen in een loods op het perceel [adres] in Zeewolde. In de loods stond een pallet met daarop diverse gesealde pakketten. lk telde 43 pakketten. De pakketten waren bedrukt met een opdruk van Louis Vuitton. [6]
Verbalisant [verbalisant 6] heeft volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In totaal werden er 192 blokken aangetroffen in de vrachtauto en 43 blokken in de loods aan de [straat] in Zeewolde. In totaal betreft het nettogewicht afgerond 235 kilogram. [7]
Verbalisanten [verbalisant 7] , [verbalisant 8] en [verbalisant 9] hebben volgens het daarvan opgemaakte
proces-verbaal van onderzoek verdovende middelenonder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij werden gestuurd voor onderzoek naar vermoedelijk een bepaalde hoeveelheid verdovende middelen, verborgen in een voertuig (vrachtwagen, met Roemeens kenteken [kenteken] , met een oplegger met Roemeens kenteken [kenteken] ). En daarnaast onderzoek naar vermoedelijk een bepaalde hoeveelheid verdovende middelen, behorende bij dezelfde zaak, aangeboden vanaf een loods uit Zeewolde. (…)
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023209693-3192933;
Relatie met SIN: AAQI5025NL;
Aantal en omschrijving: 192 wit geperste blokken.
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023209693-3191898;
Relatie met SIN: AAQI5040NL;
Aantal en omschrijving: 43 wit geperste blokken. [8]
Een
schriftelijk bescheid, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door P.H. Wallinga:
Datum aanvraag: 17 juli 2023.
Politie registratienummer: PL0900-2023209693-68.
Ontvangen van Forensische Opsporing Politie Eenheid Midden-Nederland.
AAQI5025NL: monster crèmekleurig poeder en brokjes in 27 gripzakjes: bevatten alle cocaïne.
AAQI5040NL: monster crèmekleurig poeder en brokjes in 20 gripzakjes: bevatten alle cocaïne. [9]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte op 11 juli 2023 te Zeewolde ongeveer 235 kilogram cocaïne heeft vervoerd. De vraag waar de rechtbank zich vervolgens voor gesteld ziet is of hij deze lading cocaïne opzettelijk heeft vervoerd. Met andere woorden, wist verdachte dat er cocaïne in de oplegger van de vrachtwagen zat, dan wel had hij voorwaardelijk opzet op het vervoeren van de cocaïne?
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte ‘vol opzet’ had op het vervoeren van de cocaïne. Met betrekking tot de vraag of er sprake was van voorwaardelijk opzet overweegt de rechtbank het volgende.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden. De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
Met betrekking tot het aannemen van voorwaardelijk opzet kan betekenis toekomen aan het uitblijven van onderzoek in gevallen waarin de omstandigheden van het geval om nader onderzoek vragen. Door bijvoorbeeld geen nader onderzoek in te stellen naar een afgehaald goed dan wel een meegenomen stuk bagage, kan de verdachte, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zich willens en wetens bloot stellen aan de aanmerkelijke kans dat er zich in dat goed dan wel in die bagage drugs bevinden. Het achterwege blijven van onderzoek kan in een dergelijke context, niet alleen in het kader van het aannemen van schuld, maar ook voor het bewijs van voorwaardelijk opzet betekenis hebben.
Verdachte heeft verklaard dat hij de opdracht kreeg om sigaretten naar Nederland te vervoeren. Door deze opdracht te aanvaarden, heeft verdachte zich bewust ingelaten met het smokkelen van illegale goederen. Net voordat verdachte dacht dat de sigaretten in de vrachtwagen zouden worden ingeladen, kreeg verdachte door middel van een telefoongesprek tussen de twee veronderstelde ‘inladers’ en een ander te horen dat hij, verdachte, door de achterdeuren van de vrachtwagen te openen, van niks wist en/of niet op de hoogte was van de details. Verdachte werd vervolgens van de locatie weggeleid en meegedeeld dat het inladen de volgende dag zou gebeuren. Een paar uur later werd hem echter verteld dat de vrachtwagen al was ingeladen en hij zijn reis met de vrachtwagen kon hervatten. Aangekomen bij de vrachtwagen zag verdachte dat het isolatiemateriaal uit de oplegger was gehaald. Dit vond verdachte vreemd nu hij in de veronderstelling was dat de vrachtwagen al eerder was gebruikt voor het smokkelen van sigaretten en het isolatiemateriaal dus al eerder verwijderd had moeten zijn. Ondanks deze verdachte omstandigheden heeft verdachte verzuimd enig nader onderzoek in de stellen naar de precieze inhoud van de vracht. Verdachte heeft verklaard dat hij geen vragen wilde stellen aan de ‘inladers’ en dacht dat het om sigaretten en niets anders ging. Op de vraag van de rechtbank aan verdachte waarom hij dan tijdens het inladen van de ‘inladers’ te horen kreeg dat hij van niets wist, terwijl hij op de hoogte was van het plan om sigaretten te smokkelen, heeft de rechtbank geen duidelijk antwoord gekregen. Hetzelfde geldt voor de vraag waarom het nodig was om verdachte weg te leiden tijdens het inladen terwijl verdachte op de hoogte was van het plan om sigaretten te smokkelen. Verder overweegt de rechtbank dat verdachte, toen hij zich met de lading richting Zeewolde begaf, steeds door de opdrachtgever(s) werd gebeld met de vraag waar hij precies was. Ook heeft hij verklaard dat hij dacht in de gaten te worden gehouden en te worden gevolgd door een Renault. Dit was niet gek omdat het om illegale smokkelwaar ging, aldus verdachte. Echter, uit de verklaring van verdachte bij de politie kan worden afgeleid dat verdachte het smokkelen van sigaretten niet als een zeer serieus vergrijp zag, waar hoge straffen op staan. De sigaretten zouden volgens verdachte immers enkel in beslag worden genomen zonder consequenties voor hem als chauffeur. [10] Dat hij desalniettemin tot aan Zeewolde in de gaten werd gehouden en gevolgd werd, dient naar het oordeel van de rechtbank als extra aanwijzing te worden gezien dat om meer ging dan sigaretten, hetgeen er werd gesmokkeld.
Al deze omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, maken dat verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans, welke kans hij bewust heeft aanvaard, dat in de vrachtwagen drugs, zoals cocaïne, was verborgen. Verdachte heeft verzuimd nader onderzoek te doen terwijl de hierboven genoemde omstandigheden maakten dat hier voldoende aanleiding voor bestond en verdachte zich ook bewust was van die omstandigheden. Gelet op de bewijsmiddelen en het hiervoor overwogene, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte voorwaardelijk opzet gehad op het afleveren, verstrekken en vervoeren van ongeveer 235 kilogram cocaïne.
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat verdachte het feit tezamen en in vereniging heeft gepleegd. Verdachte heeft verklaard dat hij de opdracht om ‘sigaretten’ te vervoeren van een ander heeft gekregen en dat hij tijdens zijn route contact onderhield met de opdrachtgever(s). Verder zijn er bij het in- en uitladen van de vrachtwagen verschillende personen betrokken geweest. Dit maakt dat er naar het oordeel van de rechtbank sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 11 juli 2023 te Zeewolde, tezamen en in vereniging, opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt en vervoerd, ongeveer 235 kilogram, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Bij een bewezenverklaring, zonder het ten laste gelegde opzet, heeft de raadsman verzocht geen langere (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf op te leggen die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Indien tevens een bewezenverklaring volgt voor het ten laste gelegde opzet, heeft de raadsman verzocht een fors lagere straf op leggen dan gevorderd, gelet op de ondergeschikte rol van verdachte in het geheel.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met een of meer anderen schuldig gemaakt aan het opzettelijk vervoeren, afleveren en verstrekken van ongeveer 235 kilogram cocaïne. In Roemenië heeft verdachte een opdracht aangenomen om illegale smokkelwaar te vervoeren naar Nederland. Het bleek later om cocaïne te gaan.
Door te fungeren als chauffeur van de vrachtwagen, waarin de lading cocaïne was verstopt, is verdachte een essentiële schakel geweest in het transport van de verdovende middelen. Hoewel de invoer van cocaïne niet aan verdachte is tenlastegelegd, is dit wel een omstandigheid waaronder het feit is begaan. Het (voorwaardelijk) opzet van verdachte was immers al aanwezig toen verdachte zich nog niet in Nederland bevond, maar wel met de vrachtwagen met de pakketten cocaïne onderweg was naar Nederland. De rechtbank houdt hier in de strafoplegging dan ook rekening mee.
Het gebruik van cocaïne is zeer schadelijk voor personen en vormt daarom een ernstige bedreiging van de volksgezondheid. De hoeveelheid cocaïne was zo groot dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De handel in en verspreiding van cocaïne gaat gepaard met verschillende vormen van andere (zware) criminaliteit, waaronder de (vermogens)delicten die veel drugsverslaafden plegen ter financiering van hun behoefte aan die stof alsook ernstige geweldsdelicten, zoals de frequente druggerelateerde liquidaties en pogingen daartoe. Daarnaast worden met drugshandel grote criminele winsten behaald die veelal worden witgewassen, waardoor het financiële verkeer gecorrumpeerd wordt.
Door het vervoeren, afleveren en verstrekken van cocaïne heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van deze criminele keten. Internationale drugshandel op deze schaal en wijze werkt bovendien ondermijnend op de samenleving. Verdachte heeft met al deze gevolgen kennelijk geen rekening gehouden en is enkel gericht geweest op zijn eigen financiële gewin. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte kennis genomen van een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 8 september 2023.
De rechtbank neemt in aanmerking dat verdachte blijkens voornoemd uittreksel uit de justitiële documentatie in Nederland niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld.
Op te leggen straf
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen kan, met het oog op normbevestiging, vergelding en generale preventie, niet worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of minder zware straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele jaren. De door de officier van justitie gevorderde straf doet in beginsel recht aan de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en is in lijn met de oplegging van gevangenisstraffen die voor het vervoeren van dergelijke hoeveelheden harddrugs plegen te worden opgelegd. Nog meer dan de officier van justitie echter zal de rechtbank rekening houden met het feit dat verdachte enkel de rol van chauffeur en niet van organisator had. Daarnaast houdt de rechtbank, in stafmatigende zin, rekening met het feit dat er geen sprake was van ‘vol opzet’, maar van voorwaardelijk opzet.
De rechtbank acht het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren passend en geboden. De tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal op deze gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het in beslag genomen geldbedrag ter waarde van € 5.800,- dient te worden verbeurd verklaard.
De officier van justitie heeft gevorderd de teruggave te gelasten van de in beslag genomen Samsung telefoon.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de teruggave te gelasten van de in beslag genomen Samsung telefoon. Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag heeft de raadsman geen opmerkingen gemaakt.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen geld (58 x honderdeuro biljet) verbeurd verklaren. Dit voorwerp is bestemd tot het begaan van het bewezen verklaarde misdrijf.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten een Samsung Sm A127f mobiele telefoon.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 47 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2 en 10 van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 geld (58 x honderdeuro biljet), goednummer PL0900-2023209693-3191704;
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 Samsung Sm A127f mobiele telefoon, goednummer PL0900-2023209693-3192024.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.C. Kool, voorzitter, mrs. R.A. Hebly en L.L. Veendrick, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.N. Aalders, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 december 2023.
De voorzitter is buiten staat het vonnis mee te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 juli 2023 te Zeewolde, in elk geval in Nederland, tezamen en
in vereniging, althans alleen,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 235 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet.
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 13 juli, 26 juli, 11 oktober en 9 november 2023, onderzoek Pieper / MD2R023110, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina’s 1 t/m 354. Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 14 en 15.
3.Pagina 11.
4.Pagina 213.
5.Pagina’s 184 en 186.
6.Pagina’s 98 en 99.
7.Pagina 101.
8.Pagina’s 202 en 204.
9.Rapportage Nederlands Forensisch Instituut, opgemaakt door P.H. Wallinga op 21 september 2023, pagina 2.
10.Pagina 214.