Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
hierna: verdachte.
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
.Terwijl er een schriftelijke aanwijzing gold die inhield dat verdachte niet in de buurt van zijn dochter mocht komen en ook niet op plekken mocht komen waar zij zou zijn, heeft verdachte zijn dochter op straat opgezocht en aangesproken en gezegd dat ze bij haar tante, even verderop, langs zouden gaan. Toen zijn dochter eenmaal in de auto zat kwam zij erachter dat haar tante niet in de buurt was en dat ze door haar vader mee werd genomen naar Turkije. De dochter van verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat zij in paniek raakte en begon te huilen toen zij ontdekte dat zij [plaats 1] uit reden en op weg gingen naar Turkije, maar dat zij daar niets tegen kon doen. Blijkens haar verklaring heeft zij zich gedurende de rit, tot zij werden gestopt bij de Bulgaarse grens, zorgen gemaakt of ze ooit nog terug naar Nederland zou gaan. Haar moeder en zusje en haar verdere omgeving maakten zich ondertussen grote zorgen of zij [A (voornaam)] nog terug zouden zien. Hoewel de rechtbank zich realiseert dat het voor verdachte destijds heel moeilijk was - en nog steeds heel moeilijk is - om zeer beperkt contact te hebben met zijn dochter, heeft verdachte door zijn dochter op deze wijze mee te nemen, enkel gehandeld uit zijn eigen belang. Het behoeft geen toelichting dat de verdwijning van [A (voornaam)] haar moeder, zusje en alle anderen die om haar heen staan enorm heeft aangegrepen. Met zijn handelen heeft verdacht daarnaast ook zijn eigen dochter schade berokkend. De rechtbank rekent dit verdachte zeer zwaar aan. De rechtbank stelt vast dat verdachte met zijn handelen ook zijn eigen belangen heeft ondergraven: verdachte is door dit alles het gezag over zijn dochter verloren en heeft sinds zijn arrestatie in Bulgarije zijn dochter niet meer gezien.
- zich niet ophoudt in en rond [plaats 1] , als weergegeven op het kaartje dat als bijlage 2 aan dit vonnis is gehecht;
- zich onthoudt van contact met zijn dochter, [A (voornaam)] .
9.BENADEELDE PARTIJ
safe housemoeten verblijven in Bulgarije, alvorens haar moeder haar kon komen ophalen. Dit heeft bij haar gevoelens van stress, angst en onveiligheid teweeggebracht, waarvoor zij blijkens de toelichting op de vordering nog altijd onder behandeling is. Deze immateriële schade staat in zodanig verband met de door verdachte gepleegde strafbare feiten dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank schat de geleden immateriële schade van de benadeelde partij naar billijkheid op € 1.500,-. De rechtbank acht de vordering tot dat bedrag gegrond en voor toewijzing vatbaar, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstraf van 16 maanden;
6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
proeftijd van drie (3) jarenvast;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- legt aan verdachte op de
- beveelt dat verdachte
- zich niet ophoudt in en rond [plaats 1] , als weergegeven op het kaartje dat als bijlage 2 aan dit vonnis is gehecht ;
- zich onthoudt van contact met [A] (geboren op [2011] te [geboorteplaats 2] );
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, de maatregel wordt vervangen door 14 dagen hechtenis voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolgde de maatregel niet op;
- beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
- wijst de vordering van [A] toe tot een bedrag van € 1.500,00;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [A] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [A] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [A] aan de Staat € 1.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 25 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- bepaalt dat de als gevolg van dit vonnis te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij, [A] , geboren [2011] , te openen rekening met een BEM-clausule;
- wijst de vordering van [benadeelde partij] toe tot een bedrag van € 4.816,65 (waarvan € 3.316,65 aan materiële schade en € 1.500,- aan immateriële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde partij] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde partij] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij] aan de Staat € 4.816,65 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 58 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;