In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie door de moeder, [B], tegen de vader, [A]. De moeder verzoekt de rechtbank om de kinderalimentatie te verhogen van € 160,- naar € 290,- per maand, met een verdere verhoging naar € 344,- wanneer hun kind, [minderjarige 1 (voornaam)], naar de basisschool gaat. De vader is het eens met een wijziging, maar stelt dat het bedrag op € 121,- per maand moet worden vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader vanaf 1 augustus 2022 € 247,- per maand aan kinderalimentatie moet betalen. De rechtbank overweegt dat de omstandigheden zijn gewijzigd door het geregistreerd partnerschap van de vader, waardoor hij ook onderhoudsplichtig is voor zijn stiefkind, [minderjarige 2 (voornaam)]. De rechtbank heeft de behoefte van [minderjarige 1 (voornaam)] vastgesteld op € 735,- per maand, inclusief kinderopvangkosten. De draagkracht van de vader is berekend op € 489,- per maand, terwijl de moeder een draagkracht heeft van € 214,- per maand. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vader de kinderalimentatie vóór de eerste van de maand moet betalen en dat deze op nihil wordt vastgesteld wanneer [minderjarige 1 (voornaam)] bij de vader komt wonen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.