ECLI:NL:RBMNE:2023:6790

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
16.094599.20 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in voorraad hebben van vals geld en het voorhanden hebben van voorwerpen om vals geld te maken

Op 15 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het in voorraad hebben van vals geld en het voorhanden hebben van voorwerpen om vals geld te maken. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon op 1 augustus 2019, toen bij een kamercontrole in Almere tassen met vals geld en benodigdheden voor het maken van vals geld werden aangetroffen. De verdachte, geboren in 1998 in Suriname, werd beschuldigd van het opzettelijk in bezit hebben van vervalste bankbiljetten en de middelen om deze te vervaardigen. Tijdens de zitting op 1 december 2023 heeft de verdachte verklaard dat hij niet op de hoogte was van het valse geld in zijn kamer, maar de rechtbank heeft deze verklaring niet geloofwaardig geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte handelde en dat hij wist dat de biljetten vals waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 140 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen, maar heeft ook benadrukt dat het in omloop brengen van vals geld een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.094599.20 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 15 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1998] te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 december 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. A.C.M. Beneken genaamd Kolmer en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N. Alberts, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 in Almere met een of meer anderen opzettelijk vervalste en/of nagemaakte bankbiljetten van € 50,-, €20,- en €10,- had, die zij zelf hadden vervalst of waarvan de valsheid hen bekend was.
feit 2:in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 in Almere met een of meer anderen opzettelijk bepaalde goederen voorhanden heeft gehad om bankbiljetten mee na te maken / te vervalsen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met dien verstande dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte en/of zijn mededader in de tenlastegelegde periode zelf bankbiljetten hebben nagemaakt en/of vervalst zoals onder 1 ten laste is gelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1] feiten 1 en 2:
In een
proces-verbaal van bevindingenbetreffende ‘foto’s inhoud tassen’ is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd (en zijn bij dit proces-verbaal foto’s van aangetroffen goederen, waaronder valse bankbiljetten, opgenomen):
Op 1 augustus 2019 werden er bij een kamercontrole bij [instelling] aan de [adres] te [woonplaats] drie tassen aangetroffen met daarin vals geld en benodigdheden om vals geld te maken. De persoon die op deze kamer verbleef is: [verdachte] (hierna: verdachte).
De inhoud van de aangetroffen tassen is inbeslaggenomen. De volgende goederen zijn inbeslaggenomen:
- 30 stuks van 50 euro biljetten, die “klaar” waren voor gebruik.
- 222 stuks van 50 euro biljetten, waarvan de valse hologrammen nog niet op de biljetten zaten.
- 8 stuks van 20 euro biljetten, die “klaar” waren voor gebruik.
- 82 vellen van 50 euro biljetten, met voor- en achterkant. Er staan drie biljetten op één vel afgedrukt, wat een totaal van 249 biljetten maakt.
-15 vellen van 50 euro biljetten, op één zijde. Per vel staan drie biljetten afgedrukt.
- 4 vellen van 50 euro biljetten, zonder witte rand. In totaal 11 biljetten.
- 8 vellen met een hologram voor een 10 euro biljet.
- 20 vellen met een hologram voor een 20 euro biljet.
-10 vellen met een hologram voor een 50 euro biljet.
- 50 vellen met een vierkante hologram voor een 50 euro biljet.
- 20 vellen met een langwerpige hologram voor een 50 euro biljet.
-1 tang, die gebruikt kan worden voor het vastmaken van de hologram op het biljet.
Ik zag op de biljetten de volgende serienummers:
- Op alle 50 euro biljetten stond het serienummer PB0696643999
- Op alle 20 euro biljetten stond het serienummer SD2034368912. [2]
In een
proces-verbaal van bevindingen‘onderzoek fouillering verdachte [verdachte] ’ is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende geverbaliseerd:
Op 2 augustus 2019 heb ik onderzoek gedaan naar de rugtassen, welke verdachte [verdachte] bij zich had. Ik zag dat in de groene rugtas meerdere gebruikte hologrammen en 2 snijplanken zaten. Eveneens zag ik dat er een papier in zat waarop 3 bankbiljetten van 50 euro waren afgedrukt. Eveneens zag ik dat er een papier in zat waarop 3 bankbiljetten van 50 euro waren afgedrukt met het serienummer PB0696643999. Op 1 van de snijplanken bevond zich 1 hologram voor een bankbiljet van 50 euro. In de grijze rugzak bevonden zich stanleymessen en linialen. [3]
Verdachteheeft bij gelegenheid van het
verhoor bij de politied.d. 1 augustus 2019 onder meer het volgende verklaard:
V: Wat hebben we bij je aangetroffen vandaag?A: Tassen met geld. (….).
V: Wat vinden we in de tassen?
A; gesneden geld.
V; en wat nog meer?
A; Gesneden geld en wat velletjes die nog gesneden moesten worden.
V: Hoe kom je eraan?A: Ik vroeg aan iemand of hij nep geld voor mij had. Ik kreeg die velletjes.
Ik heb ook stickers gekregen.
V; Hoe zien de velletjes eruit?
A: het was gewoon gedrukt. Je moet het snijden met een liniaal en met een sticker erop en dan is het toch klaar.
V: Sinds wanneer heb je die tassen?
A: Twee dagen. Een vriend van mij heeft het gesneden.
V: Wie is die vriend?
A: [medeverdachte] . Wij zaten samen op het [school] . Hij is 18-19 jaar oud, heeft een Marokkaans uiterlijk en woont in [wijk] . Op Snapchat is zijn naam [Snapchat username] (fon). [4]
Verdachteheeft bij gelegenheid van het
verhoor bij de politied.d. 2 augustus 2019 onder meer het volgende verklaard:
V: Wanneer heb je hem verteld dat je dat geld nodig had.
A: De dag voor eergister (de rechtbank begrijpt: 30 juli 2019).
V: Heeft hij je ooit foto’s gestuurd met briefjes?
A: Nee. Maar wel op Snap, met een filmpje dat hij geld showt.
V: Hoe is het geld in je kamer gekomen?
A: [medeverdachte] kwam vaker bij mij. Hij nam vaker tassen mee. (….)
Ik vroeg hem is het illegaal ofzo. Je kan er een paar jaar krijgen voor die dingen.
V: Wat stond er bij dat filmpje?
A: Ik zag iets van “40” (….)
V: Die tassen met geld, van wie zijn die?
A: Van [medeverdachte] .
V: Jij wist dat er geld in zat?
A: Ja
V: Heb jij geld gesneden?
A: Nee. Wel eens vast gehad
O: even samengevat, [medeverdachte] komt bij jou met de tassen, zegt mag ik werken. Geld snijden en plakken zoals jij zegt. Jij vindt dit interessant. Jij hebt er naar gekeken. Waar keek jij op dat moment naar?
A: Ik heb een filmpje op mijn telefoon daarvan van hem. Ik zat in de hoek van de bank waar ik altijd zit. [medeverdachte] zat aan de kant van de poef. [medeverdachte] was de randjes aan het snijden en plakken. Ik heb nog nooit gezien hoe ze geld maken, ik vond het interessant.
V: Wanneer was dit?A: Twee maanden geleden.
V: Hoelang heeft hij bij jou zitten werken?
A: Twee drie uurtjes.
V: Hoe vaak is hij gekomen om te werken?
A: twee keer. De stukken die hij gesneden heeft was voor mij.
V: Jij zei dat hij afgelopen dinsdag voor het laatst geweest is. Hoeveel is er toen gesneden?
A: Eén velletje denk ik
V: Waar kwamen deze tassen vandaan?
A: Die tassen zijn van [medeverdachte] .
V: Weet je wat er in zat?
A: Ja, die spullen om geld mee te maken. [5]
In een
proces-verbaal van bevindingengetiteld ‘Filmpje vals geld te koop’ is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Op 2 augustus 2019 heb ik in de telefoon gekeken van verdachte. Ik had gelezen in het verhoor van verdachte dat [medeverdachte] te vinden was op sociaal media onder de naam [Snapchat username] . Nadat ik het programma Snapchat opende zag ik direct de persoon [Snapchat username] in het beginscherm. Ik zag dat deze persoon een filmpje deelde met zijn volgers. Ik opende het filmpje en zag een hand die meerdere 50 euro biljetten over een tafel verspreiden. Ik zag dat het filmpje voorzien was van een tekstbalk waarin stond: Per 10 stuks 40 euro. Ik zag dat de hand een donkerkleurige huidskleur had. Ik zag dat dit bericht direct van het account van [Snapchat username] verstuurd was naar het account van de verdachte [verdachte] . Ik zag dat dit een zogenaamd privé bericht was. Vervolgens sloot ik het bericht en zag ik dat dit bericht 20 uur geleden online was gezet. [6]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [7] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9295NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 19 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld e50,aall7539nl, 1 voorzijde. [8]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [9] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9302NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 19 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld e50,aall7539nl, 3 achterzijde. [10]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [11] ) volgt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9307NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 19 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld e50,aall7539nl, 4 achterzijde. [12]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [13] ) volgt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9404NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [14]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [15] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9410NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [16]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [17] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9413NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [18]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [19] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9425NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [20]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [21] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9439NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [22]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [23] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9451NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [24]
Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [25] ) volgt dat verbalisant onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [medeverdachte]
Voornamen: [voornamen]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [biometrienummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9458NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [26]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen feiten 1 en 2
Partiële vrijspraak feit 1
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de biljetten die op 1 augustus 2019 bij verdachte zijn aangetroffen door verdachte en zijn mededader zelf waren nagemaakt en/of vervalst, in de periode die onder feit 1 is ten laste gelegd, zodat verdachte van dit onderdeel zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daarbij dat, voor zover uit de bewijsmiddelen volgt dat een medeverdachte wel zelf biljetten heeft ‘gesneden’, niet vastgesteld kan worden dat het daarbij om de bij verdachte aangetroffen biljetten ging, omdat verdachte ook heeft verklaard dat dit snijden en plakken bij hem thuis zo’n twee maanden geleden is gebeurd.
Verklaring(en) verdachte
Verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 1 december 2023 verklaard dat de verklaring die hij destijds bij de politie heeft afgelegd, onjuist is. Ter terechtzitting heeft verdachte – onder meer, kernachtig weergegeven – verklaard dat hij niet wist dat er vals geld op zijn kamer lag (in de tassen die hij daar voor de medeverdachte bewaarde) en dat hij dat valse geld pas zag toen zijn begeleider de inhoud van de aangetroffen tassen aan hem toonde.
De rechtbank heeft echter geen enkele reden te twijfelen aan de inhoud van de verklaring zoals deze door de politie – woordelijk – is uitgeschreven in de twee verhoren van verdachte. In dat verhoor geeft de verbalisant vooraf een duidelijke uitleg – in begrijpelijke taal – hoe dat verhoor zal gaan verlopen en zijn de gesteld vragen begrijpelijk. Elke pagina van de verhoren is vervolgens voorzien van een handtekening / paraaf van verdachte en hij is tijdens zijn verhoren bovendien bijgestaan door een advocaat. Al die elementen tezamen maken dat de rechtbank uitgaat van de verklaring(en) zoals verdachte die bij de politie heeft afgelegd en dat de rechtbank deze als uitgangspunt neemt in haar bewijsconstructie, te meer nu die verklaring bij de politie wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Conclusie
De door de raadsvrouw bepleite vrijspraken gaan uit van de verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, die er in de kern op neer komt dat hij niet wist van het valse/vervalste geld. Echter, de rechtbank gaat – zoals hierboven uitgelegd – uit van de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd. In het tot uitgangspunt nemen van die verklaringen van verdachte ligt ook de verwerping van de verweren van de verdediging die in de kern inhouden dat er geen sprake zou zijn van wetenschap, oogmerk en medeplegen.
Met betrekking tot het oogmerk om het valse/vervalste geld als echt en onvervalst uit te geven, wijst de rechtbank op het op de telefoon van verdachte aangetroffen filmpje van medeverdachte [medeverdachte] waarop de vervalste biljetten kennelijk te koop worden aangeboden. Dat verdachte de biljetten alleen wilde gebruiken voor een videoclip, zoals hij heeft verklaard, acht de rechtbank in het licht van de bewijsmiddelen ongeloofwaardig.
Gelet op de inhoud van de verklaring van verdachte, in onderling verband en samenhang bezien met de overige door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen – waaronder het aantreffen van vals geld en het materiaal om vals geld te kunnen produceren in de kamer van verdachte – acht de rechtbank de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 omschreven.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1.

in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk meerdere bankbiljetten van vijftig euro en twintig euro, waarvan de valsheid verdachte en zijn mededader, toen zij die bankbiljetten ontvingen, bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad;

2.

in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk (onder meer) meerdere vellen (speciaal) printpapier en een printer en meerdere snijplanken en een tang en een (grote) hoeveelheid hologrammen en ongesneden biljetten van vijftig en twintig euro, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd waren tot het namaken van bankbiljetten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
medeplegen van het in voorraad hebben van bankbiljetten, waarvan de valsheid hem bekend was toen hij ze ontving, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te doen uitgeven;
feit 2:
medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het namaken van bankbiljetten.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een taakstraf van 140 uren, met aftrek van de inverzekeringstelling, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 70 dagen hechtenis.
De officier van justitie heeft bij zijn vordering rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn en bovendien acht geslagen op de persoon van verdachte en diens beperkte belastbaarheid. Onder meer om die reden dient aan verdachte een lagere straf te worden opgelegd dan eerder al is opgelegd aan zijn mededader (te weten een taakstraf voor de duur van 240 uren).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de persoonlijke omstandigheden van verdachte toegelicht en verzocht geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan het reeds ondergane voorarrest. Voorts is verzocht het jeugdstrafrecht toe te passen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het – met een ander – in bezit hebben van een grote hoeveelheid aan verschillende valse Euro-bankbiljetten en benodigdheden om deze biljetten na te maken. Verdachte heeft hiermee bijgedragen aan de vervaardiging en het in omloop brengen van vals geld. Het in omloop brengen van vals geld brengt het vertrouwen in papiergeld en het monetaire verkeer grote schade toe en dupeert bovendien de latere onwetende bonafide ontvanger in ernstige mate. Daarnaast ondervindt het handelsverkeer als geheel door het in omloop brengen van valse bankbiljetten hinder en schade. Dit vormt een ernstige bedreiging voor de openbare orde, want het beschadigt het cruciale vertrouwen in papiergeld. Feiten als deze worden uitsluitend gepleegd met het oog op eigen financieel gewin, waarbij aan al het voorgaande voorbij wordt gegaan.
Persoon van verdachte en zijn omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel betreffende de justitiële documentatie van verdachte d.d. 2 november 2023;
- een reclasseringsadvies van 1 april 2021, uitgebracht door Reclassering Nederland (en opgemaakt in onderhavige zaak). Hierin staan onder meer de volgende conclusies in beschreven:
Niet wetende hoe exact zijn psychische beperkingen inwerking hebben op het delictgedrag (dit is immers niet aan de reclassering voorbehouden), is er het vermoeden dat verdachte zich heeft ingelaten met criminele gedragingen vanuit eenzaamheid en de wens erbij te willen horen. Verdachte wist toen hij er eenmaal in zat niet hoe de situatie een halt toe te roepen. Hij blijkt slecht in staat om hulp te vragen ondanks dat de omstandigheden erom vragen en deze hulp dichtbij en beschikbaar was. Zijn walging dat hij in aanraking is gekomen met politie/justitie doet als oprecht aan.Verdachte beschikt over vrijwillige hulpverlening hetgeen, ondanks dat hij er niet altijd optimaal gebruik van maakt, als grote mate van beschermend gezien kan worden. Het doet vermoeden dat verdachte er goed aan zou doen (voor zijn algemeen welzijn als ook de herhalingskans) te werken aan zijn oplossingsvaardigheden (met name het actief om hulp vragen) en beter inzicht krijgen in zijn emotionele binnenwereld, al wordt hij hierin beperkt door zijn aandoening in het autisme-spectrum. Wij raden aan om deze hulp niet in een strafrechtelijk kader te gieten, maar bij de vrijwillige hulpverlening te laten.
Er zijn enige indicaties die zouden pleiten voor het jeugdstrafrecht, waarbij beïnvloedbaarheid en het slecht kunnen organiseren van het eigen gedrag de belangrijkste voorbeelden zijn. Deze indicaties bevinden zich in het cluster handelingsvaardigheden. In het andere cluster, pedagogische mogelijkheden, zijn indicaties voor het jeugdstrafrecht nagenoeg afwezig. Er is juist een route ingezet waarbij verdachte meer op zijn eigen verantwoordelijkheid wordt gewezen en van een gezinsaanpak is ook geen sprake.
Er is, concluderend gezegd, te weinig om tot berechting onder het jeugdstrafrecht over te gaan, zo luidt ons advies. Vanuit een andere invalshoek beschreven: mocht rapporteur zijn gekomen tot een advies van bijzondere voorwaarden, dan zouden deze naar ons idee niet uitgevoerd hoeven te worden door de jeugdreclassering.
- een reclasseringsadvies van 15 december 2022, uitgebracht door Reclassering Nederland (en opgemaakt in een zaak die betrekking had op een andere verdenking). Dit reclasseringsadvies geeft een actueler beeld van verdachte. Hierin is onder meer het volgende beschreven:
Al sinds maart 2022 zou verdachte (informatie is verkregen van referenten), in toenemende mate, psychisch ontregeld gedrag laten zien. Verdachte zou achterdochtig zijn, de deur steeds minder vaak open doen voor de begeleiding en met messen onder zijn kussen slapen. Bovendien vonden er sinds de ontregeling tot aan de tenlastelegging meerdere agressie incidenten plaats, waarvan geen aangifte werd gedaan. In die periode zou betrokkene ook cannabis hebben gerookt en alcohol gedronken hebben. Verdachte woonde sinds twee jaar in een "beschut woonproject" wat een tussenstap is van begeleid wonen naar zelfstandig wonen met ambulante woonbegeleiding. Na maart 2022 werd hij teruggeplaatst naar begeleid wonen. Nadien werd verdachte opgenomen bij de GGZ en werd een zorgmachtiging met medicatiedepot afgegeven tot maart 2023. De GGZ is sinds 2018 betrokken. De reclassering vindt dat de heer [verdachte] voldoende ingebed is in zorg die aansluit bij zijn problematiek. Wij zien geen meerwaarde in het adviseren van interventies.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft gelet op de ernst van de feiten en de hoeveelheid aangetroffen valse biljetten en vellen van biljetten die nog vervalst zouden worden. Op basis hiervan zou het, mede gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken worden opgelegd, in de rede liggen om een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf aan verdachte op te leggen van aanzienlijke duur. De rechtbank houdt echter in strafverminderende zin rekening met een forse overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen verdachte zou moeten worden berecht. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de persoon van verdachte, zoals dat blijkt uit de inhoud van de hiervoor genoemde rapportages en hetgeen daarvan ter terechtzitting is gebleken. De raadsvrouw heeft die persoonlijke omstandigheden nader toegelicht en de officier van justitie heeft ter zitting bevestigd dat verdachte nog steeds zorg ontvangt in het kader van een zorgmachtiging. De rechtbank kan zich, ook gelet op het verloop van de zitting en met name de communicatie met verdachte, vinden in de conclusie van de officier van justitie dat verdachte beperkt belastbaar lijkt. Desondanks is de rechtbank van oordeel dat er gelet op de ernst van de feiten een signaal dient te worden afgegeven richting de verdachte en de samenleving dat dergelijk handelen niet wordt getolereerd. De rechtbank merkt nog op dat verdachte, gelet op de weinig geloofwaardige verklaring die hij ter terechtzitting heeft gegeven, geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. Anderzijds lijkt deze proceshouding ook samen te hangen met de hiervoor geschetste problematiek van verdachte, zodat dit niet in strafverzwarende zin zal worden meegenomen.
De rechtbank ziet in de over verdachte opgemaakte rapportages, en ook overigens, geen redenen het jeugdstrafrecht toe te passen.
De rechtbank concludeert dat de officier van justitie al die omstandigheden die de rechtbank hiervoor noemde tot uitdrukking heeft gebracht in zijn vordering. De rechtbank acht het opleggen van een taakstraf voor de duur van 140 uren dan ook passend en geboden.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 22c, 22d, 47, 57, 63, 209 en 214 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 140 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 70 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, voorzitter, mrs. A.M. Loots en N. van Esch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 december 2023.
De oudste rechter is buiten staat het vonnis te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met
2 augustus 2019 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een of meer bankbiljetten van
vijftig Euro en/of twintig Euro en/of tien Euro, die verdachte en/of zijn mededaders
zelf hebben nagemaakt en/of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing
verdachte en/of zijn mededaders, toen hij/zij die bankbiljetten ontving(en), bekend
was, (telkens) met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven en/of te
doen uitgeven, (telkens) zich heeft verschaft en/of in voorraad heeft gehad en/of
heeft vervoerd, ingevoerd, doorgevoerd en/of heeft uitgevoerd;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met
2 augustus 2019 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk (onder meer) één of meer
vellen (speciaal) printpapier en/of één of meerdere snijplank(en) en/of een tang
en/of een (grote) hoeveelheid hologrammen en/of ongesneden biljetten van vijftig
en/of twintig en/of tien Euro, (telkens) heeft vervaardigd, ontvangen en/of zich
heeft verschaft en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte (telkens) wist dat
deze bestemd was/waren tot het namaken of vervalsen van bankbiljetten.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 augustus 2019, genummerd 2019230777, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 407. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 134 tot en met 140.
3.Pagina’s 124 tot en met 126.
4.Pagina’s 87 tot en met 91.
5.Pagina’s 94 tot en met 97.
6.Pagina’s 122 en 123.
7.Pagina’s 224 tot en met 227.
8.Pagina 223.
9.Pagina’s 230 tot en met 233.
10.Pagina 229.
11.Pagina’s 236 tot en met 239.
12.Pagina 235.
13.Pagina’s 242 tot en met 245.
14.Pagina 241.
15.Pagina’s 248 tot en met 251.
16.Pagina 247.
17.Pagina’s 254 tot en met 257.
18.Pagina 253.
19.Pagina’s 260 tot en met 263.
20.Pagina 259.
21.Pagina’s 266 tot en met 269.
22.Pagina 265.
23.Pagina’s 272 tot en met 275.
24.Pagina 271.
25.Pagina’s 278 tot en met 281.
26.Pagina 277.