ECLI:NL:RBMNE:2023:6789

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
16-097864-23, 09-152697-23, 16-210020-23 en 16-288442-23 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere strafbare feiten waaronder diefstal, openlijke geweldpleging en bedreiging met vuurwapen

Op 15 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2007. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, openlijke geweldpleging, bedreiging met een vuurwapen en verboden wapenbezit. De feiten vonden plaats tussen november 2022 en oktober 2023, waarbij de verdachte samen met anderen een MacBook Air en een horloge heeft gestolen, openlijk geweld heeft gepleegd tegen twee slachtoffers en een derde slachtoffer heeft bedreigd met een vuurwapen. De rechtbank heeft de verdachte een jeugddetentie van drie maanden opgelegd, geheel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden waaronder hulpverlening en toezicht door de jeugdreclassering. Daarnaast is een werkstraf van 80 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook een vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte €1000,00 aan immateriële schade moet vergoeden aan een van de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en het recidiverisico van de verdachte in haar overwegingen meegenomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16-097864-23, 09-152697-23, 16-210020-23 en 16-288442-23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 15 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2007] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] in [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren op de terechtzitting van 1 december 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. L.H. van der Veldt en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Hilversum, en mevrouw [A] namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] naar voren hebben gebracht.
Tevens zijn op de terechtzitting gehoord mevrouw E. Smelt, casusregisseur strafzaken bij de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad), mevrouw S. Gomes, raadsonderzoeker bij de Raad en K. Geertsema, jeugdreclasseerder bij De Jeugd- & Gezinsbeschermers.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er – in het kort - op neer dat verdachte:
ten aanzien van parketnummer 09-152697-23:
op 3 november 2022 te Ter Aar samen met anderen een Macbook Air van [aangeefster] heeft gestolen;
ten aanzien van parketnummer 16-210020-23:
op 16 maart 2023 te Hilversum openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , door hen te schoppen en te slaan
ten aanzien van parketnummer 16-097864-23:
op 4 april 2023 te Soest samen met een ander in een woning met geweld een horloge van [slachtoffer 3] heeft gestolen;
ten aanzien van parketnummer 16-288442-23:
feit 1:
op 29 oktober 2023 te Hilversum samen met een ander [slachtoffer 4] heeft bedreigd met een vuurwapen;
feit 2:
op 29 oktober 2023 te Hilversum samen met een ander een alarmpistool en munitie voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 09-152697-23,
16-097864-23 en 16-288442-23 ten laste gelegde. Ten aanzien van het onder parketnummer 16-210020-23 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Voor zover van belang voor de beoordeling worden de standpunten van de raadsvrouw hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Beoordeling van 09-152697-23: de diefstal van een Macbook op 3 november 2022
Bewijsmiddelen [1]
Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Pleegplaats: [adres] , [woonplaats] , gemeente Nieuwkoop
Ik had op Facebook Marketplace een advertentie geplaatst. Hierin bood ik mijn laptop, een Apple MacBook Air, aan. Ik had 3 november 2022 met de koper afgesproken om de laptop te verkopen. Op diezelfde dag kwam er een persoon bij mij aan de deur. Deze jongen heeft de laptop bekeken. Ik liep terug naar de woonkamer en zag op dat moment dat de jongen (…) naar buiten wegrende. Het geld is nooit overgemaakt/ontvangen op de bankrekening. [2]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 3 november 2022 zat ik met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de auto. Ze gaven me de opdracht naar het huis van aangeefster in [woonplaats] te gaan om een Macbook op te halen. Ik kreeg € 50,00 voor de afspraak. Ook gaven ze me een oortje. Toen ik in het huis van aangeefster was, hoorde ik via het oortje dat ik met de Macbook in m’n handen moest weglopen. Dat heb ik gedaan. [3]
Bewijsoverweging
Voor de bewezenverklaring van de diefstal van een goed is vereist dat de verdachte dat goed wegneemt (met het oogmerk op wederrechtelijke toe-eigening). De verdediging heeft aangevoerd dat die wegnemingshandeling ontbreekt. Immers, aangeefster heeft de Macbook aan verdachte overhandigd. Gelet daarop moet vrijspraak volgen.
Dit verweer slaagt niet. Voor een veroordeling ter zake diefstal is onder meer vereist dat de dader zich de feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken. Uit het dossier blijkt dat verdachte de laptop in handen heeft gekregen van aangeefster om te bekijken. Daarmee bevond de laptop zich echter nog steeds in de feitelijke heerschappij van aangeefster. Pas op het moment dat verdachte met de laptop de woning uitrende, onttrok hij deze laptop aan de feitelijke heerschappij van aangeefster en was aldus sprake van een wegnemingshandeling.
De rechtbank acht de ten laste gelegde diefstal dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.3.2
Beoordeling van 16-210020-23: de openlijke geweldpleging op 16 maart 2023 [4]
Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft daarvoor ook geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 december 2023; [5]
- de aangifte van [slachtoffer 1] van 16 maart 2023; [6]
- het verhoor van getuige en aangever [slachtoffer 2] van 16 maart 2023. [7]
4.3.3
Beoordeling van 16-097864-23: de diefstal van een horloge op 4 april 2023
Bewijsmiddelen [8]
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb een oud/antiek zakhorloge te koop aangeboden op Marktplaats.nl. Op 2 april 2023 ontving ik een reactie van iemand op deze advertentie. Op 4 april 2023 maakten wij een afspraak bij mij thuis om de koop rond te maken. Wij spraken af bij mij thuis aan de [adres] in [woonplaats] . Ik zag dat er twee jonge mannen voor de deur stonden.
Ik gaf hen het horloge en ik zag dat beide heren er even mee in hun handen stonden.
Plotseling hoorde ik persoon 2 iets roepen. Ik zag dat hij hierna in de richting van de voordeur rende, met het horloge in zijn handen. Ik ging snel achter hem aan en kon nog net met mijn voet de deur achter hem dicht duwen. Ik zag en voelde dat een van de onderbenen van persoon 2 hierdoor tussen de deur kwam te zitten. Tegelijkertijd zag ik dat persoon 1 op mij af kwam en ik probeerde hem van mij af te duwen. Persoon 1 begon echter direct op mij in te slaan en schoppen. Ik zag en voelde dat persoon 1 mij diverse malen met zijn rechterbeen tegen mijn linker bovenbeen trapte. Ook zag en voelde ik dat hij mij diverse klappen in mijn gezicht gaf. Door de kracht die achter de klappen en trappen zaten voelde ik direct pijn in mijn linker been, neus, lip en hoofd. [9]
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 4 april 2023 zijn wij naar de woning van het slachtoffer aan de [adres] in [woonplaats] gegaan. Wij zagen dat hij een blauw oog had en een wondje op zijn neus. [10]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het verhaal van de diefstal in vereniging met geweld op 4 april 2023 in [woonplaats] klopt. [medeverdachte 3] (de rechtbank begrijpt [medeverdachte 3] ) en ik kwamen elkaar op 4 april 2023 tegen bij het busstation. In de bus vroeg hij aan mij of ik ging meehelpen met het bekijken van een horloge. Uiteindelijk zijn we daarheen gegaan. Toen we de woning ingingen, zei hij tegen mij: “Als ik wegren, moet je me gelijk volgen”. Ik ben toen met hem in de woning gegaan. Toen rende hij weg. Ik wou ook wegrennen. Toen kwam de heer [slachtoffer 3] met zijn voet tussen de deur, zodat ik niet weg kon. Ik heb hem toen een trap gegeven. [11]
Bewijsoverwegingen
De verdediging heeft aangevoerd dat, net als bij de diefstal van de MacBook, de voor de diefstal vereiste wegnemingshandeling ontbreekt. Het horloge is namelijk door de aangever aan een van de verdachten overhandigd. De rechtbank verwerpt ook dit verweer en verwijst naar hetgeen zij heeft overwogen bij 4.3.1. Op het moment dat de medeverdachte wegrende met het horloge en verdachte geweldshandelingen bij aangever toepaste om de vlucht met het horloge mogelijk te maken, was sprake van wegnemingshandelingen.
4.3.4
Beoordeling van 16-288442-23, feit 1: de bedreiging op 29 oktober 2023
Bewijsmiddelen [12]
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 29 oktober 2023 was ik bij de FEBO in Hilversum. Twee jongens liepen naar mij toe. Ik moest meelopen naar hun auto. Ik ben vervolgens met de genoemde jongens een parkeergarage in gelopen. Ik zag dat jongen 2 een pistool pakte en op mijn hoofd richtte. [13]
Een proces-verbaal van bevindingen dat ziet op het aantreffen van het wapen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 29 oktober 2023 kregen wij de opdracht om te gaan naar het [straat] ter hoogte van perceel [huisnummer] te [woonplaats] . Daar zou sprake zijn van een bedreiging met een vuurwapen. Op de Groest te [woonplaats] zagen wij in de richting van de Spuisteeg twee jongens lopen die voldeden aan het signalement.
Ik ben de route terug gaan lopen welke de verdachten hebben gelopen. Ik zag op de [straat] in het poortje naast perceel [huisnummer] , achter het gesloten hekwerk een op een vuurwapen gelijkend voorwerp liggen. [14]
Een proces-verbaal van bevindingen over de aanhouding van verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zondag 29 oktober 2023 kregen wij van de centralist van het
Operationeel Centrum de opdracht om te gaan naar het [straat] ter hoogte van perceel [huisnummer] te [woonplaats] . Daar zou sprake zijn van een bedreiging met een vuurwapen. Het zou gaan om twee jonge jongens. Wij zagen komende vanaf de Groest in de richting van de Spuisteeg twee jongens lopen die voldeden aan het signalement. Wij zagen dat de verdachten meerdere malen achterom keken in de richting van ons dienstvoertuig. Hierop hebben wij de achtervolging ingezet. Wij hebben vervolgens verdachte 1, te weten [verdachte] , aangehouden. [15]
Een proces-verbaal van bevindingen dat ziet op het aantreffen van de munitie, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Tijdens de insluitingsfouillering trof ik in de broek een viertal vermoedelijk knalpatronen aan van 8 mm.
Verdachte
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [voornamen] [16]
Een proces-verbaal van bevindingen dat ziet op de categorisering van het vuurwapen en de munitie, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Wapen: alarmpistool
Munitie: 5 scherpe patronen.
a. 1 scherpe knalpatroon kaliber 9mm P. A. Blanc, merk S&B, afkomstig uit het
patroonmagazijn van het wapen.
b. 4 scherpe knalpatronen kaliber 9mm P. A. Blanc, merk S&B. [17]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 december 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 29 oktober 2023 was ik bij de FEBO in Hilversum en kwam ik de medeverdachte tegen. Hij zag een man lopen die zijn zusje had aangerand. Daarop liepen we met de man naar de parkeergarage. Ik wist wel dat het niet gezellig zou worden. Het klopt dat er knalpatronen bij mijn aanhouding in mijn zak zaten. Die had ik daarvoor van iemand gekregen. Het kan ook kloppen dat mijn DNA op het alarmpistool zat dat later in de buurt is aangetroffen. Ik heb dat pistool vast gehouden . [18]
Bewijsoverweging
Door de verdediging is vrijspraak bepleit omdat uit de verklaring van aangever blijkt dat enkel jongen 2 – die qua signalement overeenkomt met de medeverdachte – de bedreiging heeft geuit. Uit het dossier blijkt volgens de verdediging niet dat verdachte (‘jongen 1’ in de verklaring van aangever) een dusdanige bijdrage heeft gehad dat van medeplegen van de bedreiging kan worden gesproken.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het dossier en de verklaring van verdachte blijkt dat verdachte en de medeverdachte samen met aangever naar de parkeergarage zijn gelopen waar de bedreiging plaatsvond. Verdachte heeft ook verklaard dat hij wist dat het daar ‘niet gezellig’ zou worden. Daarna zijn verdachte en medeverdachte samen weggegaan. Op de route wordt het vuurwapen (alarmpistool) aangetroffen. Verdachte heeft bovendien knalpatronen in zijn broekzak zitten van hetzelfde soort als aangetroffen in dit alarmpistool. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en derhalve van het medeplegen van de bedreiging.
4.3.5
Beoordeling van 16-288442-23, feit 2: het verboden bezit van een wapen en munitie op 29 oktober 2023
Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft daarvoor ook geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 december 2023; [19]
- het proces-verbaal van bevindingen dat ziet op het aantreffen van het wapen; [20]
- het proces-verbaal van bevindingen dat ziet op het aantreffen van de munitie; [21]
- het proces-verbaal van bevindingen dat ziet op de categorisering van het wapen en de munitie. [22]

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in de zaak met parketnummer 09-152697-23:
op 3 november 2022 te [woonplaats] , gemeente Nieuwkoop, tezamen en in vereniging met anderen een Macbook Air, die aan [aangeefster] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
in de zaak met parketnummer 16-210020-23:
op 16 maart 2023 te Hilversum openlijk, te weten, in de parkeergarage bij de Hoogvliet, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een personen te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] bestaande dat in vereniging gepleegde geweld uit:
- meermaals te slaan tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 1] , en
- meermaals te schoppen tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 1] , en
- meermaals te slaan tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 2] , en
- meermaals te schoppen tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 2] ;
in de zaak met parketnummer 16-097864-23:
op 4 april 2023 te [woonplaats] in een woning gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een ander een horloge dat aan [slachtoffer 3] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, door voornoemde [slachtoffer 3] meermalen in het gezicht en/of op het lichaam te schoppen en/of te slaan;
in de zaak met parketnummer 16-288442-23:
feit 1:
op 29 oktober 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door aan die [slachtoffer 4] een vuurwapen te tonen en dat vuurwapen op die [slachtoffer 4] te richten;
feit 2:
op 29 oktober 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool van het merk Blow, model C75, kaliber 9mm P.A.K. en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten vijf scherpe patronen voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder
parketnummer 09-152697-23bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
diefstal door twee of meer verenigde personen;
Het onder
parketnummer 16-210020-23bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
Het onder
parketnummer 16-097864-23bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Het onder
parketnummer 16-288442-23bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 2:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een onvoorwaardelijke jeugddetentie conform voorarrest en daarnaast een jeugddetentie van 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de door de Raad geadviseerde bijzondere voorwaarden;
- een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 80 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 40 dagen jeugddetentie.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om het onvoorwaardelijke strafdeel gelijk te houden aan het voorarrest en het voorwaardelijke strafdeel aanzienlijk te matigen. Daarnaast verzoekt de verdediging verdachte geen aparte werkstraf op te leggen, gelet op de hoeveelheid verplichtingen die voorvloeien uit de door de Raad voor de Kinderbescherming geadviseerde voorwaarden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van een jaar schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Zo heeft hij eind 2022 in samenwerking met anderen een MacBook van een verkoper gestolen. Dit deed hij door die verkoper met vervalste betaalgegevens te doen geloven dat hij aan verkoper betaald had en vervolgens, voor de verkoper dit kon controleren, hard met de laptop weg te rennen. Hier heeft de verdachte een dag voor in voorarrest gezeten, maar dit heeft de verdachte er niet van weerhouden om enkele maanden later weer in samenwerkingsverband een vergelijkbare diefstal te plegen. In april 2023 heeft verdachte samen met een ander een Rolex-horloge van een verkoper gestolen, door vóór betaling met het horloge weg te rennen. Toen de verkoper de twee jongens wilde tegenhouden, sloeg en schopte verdachte hem meermalen. Verdachte heeft door het plegen van deze feiten blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de lichamelijke integriteit en de eigendommen van anderen. Dat hij de feiten heeft gepleegd in de woningen van de slachtoffers, maakt het ernstiger. De eigen woning is de plek waar iedereen zich veilig moet kunnen voelen. Bovendien kunnen dergelijke feiten ook voor gevoelens van onrust en onveiligheid zorgen in de samenleving.
Enkele weken voor die laatste diefstal heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging, waar twee jongens – waaronder [slachtoffer 1] , benadeelde partij - het slachtoffer van zijn geworden. Met een grote groep heeft verdachte [slachtoffer 1] opgewacht en hem en zijn vriend meermalen geschopt en geslagen. Dit is ook nog eens gefilmd. Hoewel verdachte hier niet de aanstichter van was, heeft hij wel een belangrijke rol in het geweld gehad. Uit de vordering van de benadeelde partij blijkt dat [slachtoffer 1] na de vechtpartij lang last heeft gehad van lichamelijke klachten, zoals het niet kunnen eten van vast voedsel en pijn in zijn lichaam. Ook ervaart hij gevoelens van angst en onveiligheid wanneer hij in Hilversum is en heeft hij een tijd niet naar school gedurfd. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Tot slot heeft verdachte in oktober 2023, tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis, weer strafbare feiten gepleegd, en zijn contactverbod overtreden. Samen met een ander heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bedreigen van een dakloze man door een alarmpistool op zijn hoofd te richten. Bedreiging met en het bezit van een alarmpistool en de daarbij behorende munitie dragen bij aan gevoelens van angst en onveiligheid bij de benadeelde en de maatschappij. Bovendien kan een alarmpistool omgebouwd worden tot vuurwapen en daarmee voor gevaarzettende situaties zorgen. Tegen het gebruik en bezit van wapens moet dan ook fors worden opgetreden.
8.3.2
De persoon van de verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de persoon van de verdachte.
Het uittreksel justitiële documentatie
Uit het uittreksel justitiële documentatie (strafblad) van verdachte van 22 november 2023 blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. De rechtbank neemt het strafblad daarom niet mee in haar strafoverweging.
Het advies van de Raad
Uit het onderzoek van de Raad van 24 november 2023 van S. Gomes blijkt dat bij verdachte sprake is van een hoog algemeen recidive risico. De Raad adviseert verdachte daarom een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen met als bijzondere voorwaarden hulpverlening vanuit de Waag (FAST), hulpverlening vanuit Dedicated Coaching en daarnaast Intensieve Trajectbegeleiding (ITB) Harde Kern voor de duur van zes maanden, met ondersteuning van elektronisch toezicht in de vorm van een enkelband met GPS. Ook adviseert de Raad verdachte een contactverbod met [medeverdachte 3] als bijzondere voorwaarde op te leggen. Daarnaast adviseert de Raad de rechtbank verdachte een taakstraf in de vorm van een onvoorwaardelijke werkstraf op te leggen.
8.3.3
De op te leggen straf
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) gaan bij toepassing van het jeugdstrafrecht voor diefstal (in vereniging) van een mobiele telefoon uit van 30 uur taakstraf. Die straf kan hoger worden wanneer sprake is een van een gestolen goed met een hogere waarde en van een samenwerkingsverband. Bij een diefstal met geweld wordt uitgegaan van een taakstraf van 60 uur of 1 maand jeugddetentie. Een strafverzwarende omstandigheid kan zijn dat de diefstal zich in een woning heeft afgespeeld. Voor openlijke geweldpleging gaan de oriëntatiepunten uit van een taakstraf voor de duur van 40 uur, danwel 20 dagen jeugddetentie, bij bedreiging met het tonen van een (nep)vuurwapen van 120 uur taakstraf, danwel 2 maanden jeugddetentie en bij het voorhanden hebben van een (nep)vuurwapen van 30 uur taakstraf danwel 15 dagen jeugddetentie.
De ernst en hoeveelheid van de feiten rechtvaardigen eigenlijk een onvoorwaardelijke jeugddetentie. Gelet op het advies van de Raad en de persoonlijke omstandigheden van verdachte is de rechtbank echter van oordeel dat het belangrijker is dat verdachte langere tijd begeleid wordt door de jeugdreclassering om verdachte te ondersteunen in het maken van de juiste keuzes en daarmee het risico dat hij zich in de toekomst weer schuldig maakt aan strafbare feiten te verkleinen. De rechtbank zal aan verdachte dan ook een voorwaardelijke jeugddetentie opleggen voor de duur van 3 maanden, met een proeftijd van twee jaren. In die twee jaar moet verdachte zich houden aan de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad. Gelet op de inhoud van de rapporten, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen . Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zal worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn. Daarnaast legt de rechtbank verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 80 uren op, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank ziet – anders dan de verdediging – hier nog ruime voor en de ernst van de feiten rechtvaardigt dit ook.
8.3.4
De voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het (reeds) geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.BESLAG

Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten 1 GSM (PL1500-2022330772-2856684), verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp is het onder parketnummer 09-152697-23 bewezen verklaarde feit begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten 4 STK Gaspatroon (PL0900-2023332257-3243684), onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- 1 GSM (PL1500-2022330772-2856655).

10.BENADEELDE PARTIJ

Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] is een vordering ingediend, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van € 1.500,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder parketnummer 16-210020-23 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om de vordering in zijn geheel toe te wijzen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, nu geen concrete gegevens zijn aangevoerd waarmee naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld en geen sprake is van een bijzonder ernstige normschending met ernstige gevolgen voor de benadeelde. Subsidiair verzoekt de verdediging de hoogte van het toe te wijzen bedrag aanzienlijk te matigen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Een benadeelde partij kan op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek onder meer aanspraak maken op vergoeding van immateriële schade indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen en op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Benadeelde is openlijk mishandeld door meerdere personen, waaronder door verdachte. Hij is meerdere keren tegen zijn gezicht en lichaam geschopt en geslagen. Hierdoor heeft hij lichamelijk letsel opgelopen, bestaande uit open wonden aan de binnenkant van de lippen, een blauw oog, een bloeduitstorting in het oogwit, meerdere zwellingen in het gezicht en een forse blauwe plek op het bovenbeen. Dit heeft gezorgd voor pijn- en angstklachten. Hiermee is vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder parketnummer 16-210020-23 bewezenverklaarde handelen ‘op andere wijze’ in de persoon is aangetast en immateriële schade heeft geleden.
Gelet op het voorgaande heeft [slachtoffer 1] recht op een vergoeding van immateriële schade. De rechtbank begroot de immateriële schadevergoeding van [slachtoffer 1] , gelet op alle omstandigheden van het geval, naar billijkheid op een bedrag van € 1.000,00
.De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 maart 2023 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 maart 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij niet-betaling wordt geen gijzeling toegepast, gelet op het feit dat verdachte minderjarige is.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 141, 285, 311, 312 van het Wetboek van Strafrecht en;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;

Oplegging straf

- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
3 maanden;
- bepaalt dat de jeugddetentie niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 jarenvast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het toezicht van de jeugdreclassering, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- als
bijzondere voorwaardengelden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan 6 maanden zullen bestaan uit de maatregel ITB Harde Kern, binnen 3 dagen na de datum van dit vonnis zal melden bij De Jeugd- en gezinsbeschermers te Bussum, en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die hem in dit kader worden gegeven;
* zich inzet voor hulpverlening vanuit de Waag (FAST) of een soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
* zich inzet voor hulpverlening vanuit Dedicated Coaching, zolang de jeugdreclassering dit nodig acht;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [medeverdachte 3] , geboren op [2006] te [geboorteplaats] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* waarbij verdachte zich gedurende de proeftijd onder elektronisch toezicht zal stellen ter nakoming van hiervoor genoemde bijzondere voorwaarden;, waarbij aan voornoemde reclasseringsinstelling opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering
dadelijk uitvoerbaarzijn;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf in de vorm van een
werkstrafvoor de duur van
80 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 40 dagen jeugddetentie;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de werkstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren werkstraf per dag;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1 GSM (PL1500-2022330772-2856684);
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
4 STK Gaspatroon (PL0900-2023332257-3243684);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
1 GSM (PL1500-2022330772-2856655);
Benadeelde partij
-
wijst de vordering ten behoeve van [slachtoffer 1] toetot een bedrag van
€ 1.000,00, bestaande uit een bedrag voor immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat
€ 1.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt
geengijzeling toegepast;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Voorlopige hechtenis
- heft op het (reeds) geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, tevens kinderrechter,
mr. H.A. Gerritse en mr. N.M.H. van Ek, kinderrechters, in tegenwoordigheid van
mr. V.Y. van Almelo, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 december 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
09-152697-23
hij op of omstreeks 3 november 2022 te [woonplaats] , gemeente Nieuwkoop, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Macbook Air, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangeefster] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
16-210020-23
hij op of omstreeks 16 maart 2023 te Hilversum, althans in Nederland, openlijk, te weten, in de parkeergarage bij de Hoogvliet, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een perso(o)n(en) te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] bestaande dat in vereniging gepleegde geweld uit:
- één of meermaals te slaan tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 1] , en/of
- één of meermaals te schoppen tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 1] , en/of
- één of meermaals te slaan tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 2] , en/of
- één of meermaals te schoppen tegen het gezicht, althans op het lichaam, van [slachtoffer 2] ;
16-097864-23
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [woonplaats] , althans in Nederland, in/uit een woning gelegen aan de [adres] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door voornoemde [slachtoffer 3] meermalen althans eenmaal, in het gezicht en/of op het lichaam te trappen/schoppen en/of slaan/stompen;
16-288442-23
1
hij op of omstreeks 29 oktober 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door aan die [slachtoffer 4] een vuurwapen te tonen en/of dat vuurwapen op die [slachtoffer 4] te richten;
2
hij op of omstreeks 29 oktober 2023 te Hilversum, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een wapen van categorie III, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een alarmpistool van het merk Blow, model C75, kaliber 9mm P.A.K. en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten vijf scherpe patronen voorhanden heeft gehad.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 23 februari 2023, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, genummerd PL1500-2022330772, doorgenummerd 1 tot en met 256. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 9 en 10.
3.Het proces-verbaal ter terechtzitting van 1 december 2023.
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 juli 2023, genummerd PL0900-2023209991, doorgenummerd 1 tot en met 154. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
5.Het proces-verbaal ter terechtzitting van 1 december 2023.
6.Pagina 17 en 18.
7.Pagina 30 tot en met 32.
8.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 20 mei 2023, genummerd PL0900-2023098387, doorgenummerd 1 tot en met 305. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
9.Pagina 36 en 37.
10.Pagina 120.
11.Het proces-verbaal ter terechtzitting van 1 december 2023.
12.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 7 november 2023, genummerd PL0900-2023332809, doorgenummerd 1 tot en met 102. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
13.Pagina 12 en 13.
14.Pagina 18 en 19.
15.Pagina 27 en 28.
16.Pagina 30.
17.Pagina 89 en 90.
18.Het proces-verbaal ter terechtzitting van 1 december 2023.
19.Het proces-verbaal ter terechtzitting van 1 december 2023.
20.Pagina 18 en 19.
21.Pagina 30.
22.Pagina 89 tot en met 91.