ECLI:NL:RBMNE:2023:6785
Rechtbank Midden-Nederland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning van een rechter in een civiele zaak
Op 30 november 2023 heeft de verschoningskamer van de Rechtbank Midden-Nederland het verzoek tot verschoning van mr. B.G.W.P. Heijne, kantonrechter, ongegrond verklaard. Verzoeker had verzocht zich te verschonen in een civiele kantonzaak tussen de heer [A] en [B], omdat hij eerder curator was in het faillissement van een onderneming waar [A] bestuurder van was. Verzoeker vreesde dat zijn eerdere betrokkenheid bij de onderneming zou kunnen leiden tot een schijn van partijdigheid. De verschoningskamer oordeelde echter dat het enkele feit dat verzoeker meer dan vijf jaar geleden curator was, geen zwaarwegende aanwijzing oplevert voor vrees van vooringenomenheid. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, gezien de spoedeisendheid van de zaak. De verschoningskamer benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De aangevoerde redenen voor het verzoek tot verschoning werden niet als uitzonderlijk beschouwd, en er was geen sprake van uiterlijke schijn van partijdigheid. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.