ECLI:NL:RBMNE:2023:6771
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen besluit Uwv
Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Verzoekster had een verzoek ingediend om veroordeling van het Uwv in de proceskosten na de intrekking van haar beroep tegen een besluit van het Uwv van 5 april 2022. Dit beroep was eerder behandeld op 16 november 2022, waarna het onderzoek was geschorst. Op 24 oktober 2023 heeft het Uwv een gewijzigd besluit op bezwaar genomen, waarbij verzoekster een IVA-uitkering is toegekend met terugwerkende kracht tot 9 november 2020. Na deze toekenning heeft verzoekster haar beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding.
De rechtbank heeft het Uwv in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het Uwv heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan. In de beoordeling heeft de rechtbank vastgesteld dat het Uwv al een proceskostenvergoeding van € 597,- had toegekend voor de bezwaarfase. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling in de beroepsfase als kennelijk gegrond toegewezen, omdat het Uwv geheel tegemoet was gekomen aan de beroepsgronden van verzoekster.
De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.674,-, gebaseerd op de rechtsbijstand door de gemachtigde van verzoekster. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat het Uwv verplicht is om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.