ECLI:NL:RBMNE:2023:6739
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het raadsbesluit tot vestiging van gemeentelijk voorkeursrecht in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 15 december 2023, wordt het beroep van eiseres, een B.V. uit Utrecht, tegen het raadsbesluit tot vestiging van een gemeentelijk voorkeursrecht beoordeeld. Eiseres is eigenaar van percelen aan de [straat 1], [straat 2], en [straat 3] in Utrecht, waar een kantoorgebouw en parkeerfaciliteiten zijn gevestigd. De gemeente Utrecht heeft op 21 juni 2022 een aantal percelen, waaronder die van eiseres, voorlopig aangewezen voor het vestigen van een voorkeursrecht om de herontwikkeling van [locatie] te faciliteren. Eiseres is van mening dat deze vestiging haar onevenredig schaadt in haar eigendomsrechten en heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de gemeente.
De rechtbank overweegt dat de raad in redelijkheid het algemeen belang zwaarder heeft kunnen laten wegen dan het individuele belang van eiseres. De rechtbank stelt vast dat de vestiging van het voorkeursrecht een discretionaire bevoegdheid van de raad is en dat de belangenafweging zorgvuldig is uitgevoerd. Eiseres kan, indien zij besluit te verkopen, op basis van artikel 11, derde lid, van de Wvg eisen dat de gemeente het gehele kantorencomplex koopt, mits er sprake is van samenhang. De rechtbank concludeert dat de inbreuk op het eigendomsrecht beperkt is en geen strijd oplevert met het evenredigheidsbeginsel. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, waardoor het besluit van de raad in stand blijft.