ECLI:NL:RBMNE:2023:6711

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
16-090358-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor productie en handel in harddrugs, telen van hennep en witwassen met vrijspraak voor voorhanden hebben van een vuurwapen

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het produceren en verhandelen van harddrugs, het telen van hennep en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 in Almere samen met anderen betrokken was bij de productie en verkoop van cocaïne, methamfetamine en MDMA. Daarnaast heeft hij hennep geteeld en geldbedragen en horloges gewitwassen die afkomstig waren uit deze criminele activiteiten. De verdachte heeft procesafspraken gemaakt met het Openbaar Ministerie, waarbij hij afstand deed van bepaalde verdedigingsrechten. Tijdens de zitting op 29 november 2023 heeft de rechtbank de procesafspraken besproken en vastgesteld dat de verdachte deze vrijwillig en met voldoende informatie heeft aanvaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het voorhanden hebben van een vuurwapen, omdat er onvoldoende bewijs was om dit te ondersteunen. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen, waaronder cocaïne en hennep, onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16-090358-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.P. Altena en van hetgeen verdachte en zijn raadslieden, mr. K. Blonk, advocaat te Nissewaarde, en mr. J.W. Vedder, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.INLEIDING

2.1
De tenlastelegging
De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
1. in de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 te Almere in vereniging
cocaïne, methamfetamine en MDMA heeft geteeld/bereid/bewerkt/verwerkt/verkocht/
afgeleverd/verstrekt/vervoerd/aanwezig heeft gehad;
2. in de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 te Almere in vereniging
het telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren/ binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, methamfetamine en MDMA heeft voorbereid en anderen daartoe heeft geprobeerd te bewegen;
3. in de periode van 2 april 2020 tot en met 7 april 2021 te Almere in vereniging
hennep heeft geteeld/bereid/bewerkt/verwerkt/verkocht/afgeleverd/verstrekt/
vervoerd/aanwezig heeft gehad;
4. op 13 april 2020 te Almere een vuurwapen voorhanden heeft gehad;
5. in de periode van 25 april 2020 tot en met 7 april 2021 te Almere geldbedragen en horloges heeft witgewassen.
2.2.
Het afdoeningsvoorstel en de beoordeling
Het Openbaar Ministerie en verdachte hebben procesafspraken gemaakt met betrekking tot de afdoening van de strafzaak en hebben naar aanleiding daarvan een overeenkomst gesloten, waarin onder meer de gezamenlijke zienswijze van de officier van justitie en de verdediging over de beoordeling van de ten laste gelegde feiten en de op te leggen straf is neergelegd.
De afspraken, die aan de rechtbank zijn voorgelegd, houden concreet het volgende in:
  • reeds ingediende onderzoekswensen worden ingetrokken, en het indienen van nieuwe onderzoekswensen en het instellen van hoger beroep blijft achterwege, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform deze procesafspraken komt;
  • er worden door de verdediging geen verweren gevoerd ten aanzien van de voorvragen, de bewijsvraag, de strafbaarheid van het feit en van verdachte en de strafoplegging;
  • de aangebrachte ontnemingsprocedure wordt geschikt ex artikel 511c van het Wetboek van Strafvordering, op de wijze zoals beschreven in de ontnemingsschikking;
  • de rechtbank wordt verzocht om de goederen met nummer 22 tot en met 28 op de beslaglijst te onttrekken aan het verkeer en het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
Gelet op het feit dat verdachte in de procesafspraken afstand doet van bepaalde aan hem toekomende verdedigingsrechten, dient de rechtbank te onderzoeken of is voldaan aan de eisen van het recht op een eerlijk proces zoals vermeld in artikel 6 van het Europees Verdrag van de Rechten en vrijheden van de Mens, alvorens zij deze afspraken in overweging kan nemen.
Tijdens de inhoudelijke behandeling op 29 november 2023 zijn de bovenstaande procesafspraken met verdachte besproken. Daarbij heeft de rechtbank getoetst of verdachte begreep wat de gemaakte afspraken inhielden en welke gevolgen deze voor hem en de afdoening van zijn strafzaak konden hebben. Verdachte heeft ter terechtzitting uitdrukkelijk bevestigd dat hij op basis van voldoende en duidelijke informatie vrijwillig de keuze heeft gemaakt om in te stemmen met de procesafspraken en zich bewust is geweest van de inhoud, de procedure en de rechtsgevolgen daarvan. Verdachte heeft verklaard dat hij met de afspraken heeft ingestemd omdat hij graag wil dat de zaak zo snel mogelijk achter de rug is en hij zo snel mogelijk zekerheid wil hebben over zijn straf.
De rechtbank ziet dan ook geen reden om de inhoud van de procesafspraken niet bij haar oordeel te betrekken.
Zowel bij het onderzoek ter terechtzitting als in dit vonnis heeft de beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) centraal gestaan. Bij het bepalen van de straf en de motivering daarvan zal de inhoud en doorwerking van de procesafspraken worden besproken.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht – overeenkomstig de procesafspraken – het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft conform de procesafspraken geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.
Vrijspraak
Feit 4
De rechtbank is van oordeel dat, anders dan het Openbaar Ministerie en de verdediging in de procesafspraken zijn overeengekomen, het onder 4 ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank overweegt hiertoe dat verdachte via EncroChat op 13 april 2020 met een persoon die het account ‘[accountnaam]’ gebruikt, communiceert over een wapen (een Glock 17) en munitie en foto’s van een wapen doorstuurt. Hierdoor ontstaat het vermoeden dat verdachte de beschikking had over een wapen. Echter, de rechtbank kan op basis van uitsluitend deze chatgesprekken niet vaststellen of het wapen op de foto werkelijk een Glock 17 betreft en of dit wapen en de munitie onder categorie III (onder 1) van de Wet wapens en munitie vallen. De rechtbank is van oordeel dat voor die beoordeling specialistische kennis nodig is. Omdat het bedoelde wapen en de munitie niet zijn onderzocht en een categorisering hiervan ontbreekt, zal verdachte van het onder 4 ten laste gelegde feit worden vrijgesproken.
4.3.2
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld, zullen de bewijsmiddelen worden uitgewerkt en opgenomen in een bijlage die aan het vonnis zal worden gehecht.
4.3.3
De bijzondere overwegingen betreffende het bewijs
Feit 5
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde dat uit de bewijsmiddelen volgt dat het genoemde bedrag van € 90.840,- de opbrengsten betreffen van de handel in harddrugs (cocaïne). De rechtbank stelt dan ook vast dat verdachte genoemd geldbedrag heeft verworven en voorhanden heeft gehad en dat hij het geld onmiddellijk heeft verkregen uit eigen misdrijf. Dit betreft eenvoudig witwassen. De bedragen van € 68.000,-, € 13.050,- en € 5.645,- en de horloges die bij verdachte in de woning zijn aangetroffen, kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden herleid naar een specifieke drugsdeal. Gelet op de overige bewijsmiddelen, de zaken waarmee verdachte zich bezighield en het ontbreken van een verklaring van verdachte over een mogelijke legale herkomst, is naar het oordeel van de rechtbank wel duidelijk dat ook deze bedragen en goederenonmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn. Uit de chatberichten blijkt dat er een nauwe en bewuste samenwerking bestond tussen verdachte en anderen, waarbij afspraken zijn gemaakt over de verdeling van het geld en opdracht is gegeven om sommen geld te bezorgen. Het onder 5 ten laste gelegde medeplegen van (eenvoudig) witwassen is in zoverre wettig en overtuigend bewezen.
4.3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
in de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft bereid en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, in elk geval telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en methamfetamine en MDMA, zijnde cocaïne en methamfetamine en MDMA, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
in de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het telkens opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en binnen en buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne en methamfetamine en MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en methamfetamine en MDMA, zijnde telkens cocaïne en methamfetamine en MDMA, telkens een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet een of meer anderen heeft getracht te bewegen om die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit tracht te verschaffen, en voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende verdachte (via Encrochat en/of Sky)
- cocaïne en methamfetamine en MDMA te koop aangeboden ((via Encrochat) aan [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen en (via Sky) aan [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen) en
- ontmoetingen gehad en afspraken gemaakt en besprekingen en onderhandelingen gevoerd met en inlichtingen en aanwijzingen en opdrachten (door)gegeven aan anderen, om verdovende middelen te kopen en te verkopen en in ontvangst te nemen en betreffende de wijze waarop die verdovende middelen, zouden worden gekocht en geleverd en afgenomen en verder vervoerd en verpakt en gemaakt ((via Encrochat) met [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen en (via Sky) met [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen) en
- foto’s van verdovende middelen gemaakt en laten maken door de verkopende partij (aan [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen) en (vervolgens) verzonden/doorgestuurd aan de kopende partij ((via Encrochat) aan [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen en (via Sky) aan [accountnaam] en een of meer anderen) en
- geld verstrekt en afgeleverd en betalingen gedaan en laten doen ten behoeve van de aanschaf van verdovende middelen (door [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en meer anderen) en
- inlichtingen verschaft over de prijs van en mogelijkheden tot transport (binnen en buiten het grondgebied van Nederland) van cocaïne en methamfetamine en MDMA ((via Encrochat) aan [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen en (via Sky) aan [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en [accountnaam] en een of meer anderen);
3.
in de periode van 2 april 2020 tot en met 7 april 2021 te Almere, in elk geval in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft geteeld en bewerkt en verwerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
op meerdere tijdstippen in de periode van 25 april 2020 tot en met 7 april 2021 te Almere, in elk geval in Nederland, telkens tezamen en in vereniging, meerdere geldbedragen, te weten 68.000 euro en 90.840 euro en 13.050 euro en 5.645 euro en meerdere horloges heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf.
Voor zover in het bewezenverklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

5.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:

1. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de

Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

2. medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de

Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat
feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en zich of een ander gelegenheid, middelen, inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen, gelden, andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit

3. eendaadse samenloop van medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

5. medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd en

medeplegen van eenvoudig witwassen.

6.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.OPLEGGING VAN STRAF

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij requisitoir, in overeenstemming met het afdoeningsvoorstel, gevorderd dat verdachte ter zake van de door het Openbaar Ministerie bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren met aftrek van de duur van het voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht het overeengekomen afdoeningsvoorstel, zoals dat tot uiting is gekomen in de strafeis van de officier van justitie, te volgen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen gedurende ruim zes maanden bezig gehouden met handel in en productie van harddrugs (cocaïne, methamfetamine en MDMA). Verdachte heeft in dezelfde periode voorbereidingshandelingen getroffen voor (internationale) handel in en productie van harddrugs. Daarnaast heeft verdachte gedurende een jaar hennepkwekerijen onderhouden en gehandeld in hennep/hasj. De productie van en handel in drugs vormen een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid en bevordert de toename van allerlei andere vormen van criminaliteit, waaronder ook dikwijls geweldsmisdrijven. Ook ontstaan door de handel in (hard)drugs zwarte geldstromen en verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen daarvan. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij heeft deelgenomen aan dit criminele proces en hierin een belangrijke rol heeft vervuld. Verdachte heeft geen rekening gehouden met de risico’s voor anderen, maar alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin.
Persoon verdachte
Blijkens het verdachte betreffende uittreksel justitiële documentatie van 2 december 2023 is verdachte niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Strafoplegging
Naar het oordeel van de rechtbank kan, gelet op de ernst van de feiten, niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Het Openbaar Ministerie heeft zonder procesafspraken een strafeis van 52 maanden passend en geboden geacht. Een dergelijke strafeis acht de rechtbank gelet op de bewezenverklaring en gelet op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) een passend vertrekpunt. De oriëntatiepunten vermelden bij de handel en productie van hard drugs bij een hoeveelheid van meer dan 20 kilogram een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meer dan 50 maanden als vertrekpunt.
De rechtbank acht een matiging van de straf gerechtvaardigd, omdat verdachte meewerkt aan een procedure die uiteindelijk tot een snellere afdoening leidt. Snellere of verkorte afdoening van een specifieke zaak kan zowel in het belang van die ene zaak, als in het belang van andere zaken zijn, omdat – ook in hoger beroep en cassatie – (zittings)capaciteit beschikbaar blijft om andere zaken af te doen. Zaken als deze, waarin versleutelde berichten via EncroChat en Sky een grote rol spelen, leggen een groot beslag op de schaarse zittingstijd, waardoor andere zaakstromen in de verdrukking kunnen komen. Daarnaast zorgen de procesafspraken ervoor dat de opgelegde straf sneller kan worden geëxecuteerd. De procesafspraken doen daarmee recht aan de belangen van de maatschappij. De door de verdediging en de officier van justitie overeengekomen gevangenisstraf van drie jaar komt neer op een vermindering van de straf met ongeveer dertig procent. Deze matiging van maximaal dertig procent is bij procesafspraken in internationaal verband geen uitzondering en wordt ook door de zittingscombinatie in deze zaak gezien als een passende vermindering.
De rechtbank heeft voorts in aanmerking genomen dat verdachte met het Openbaar Ministerie een schikking ex artikel 511c Sv heeft getroffen in de ontnemingszaak. Daarin is overeengekomen dat verdachte € 80.000,00 en de onder hem inbeslaggenomen horloges overdraagt aan de Nederlandse Staat.
Alles afwegend, is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak. De rechtbank zal aan verdachte opleggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van het voorarrest. Dat de rechtbank - in afwijking van de procesafspraken - verdachte vrijspreekt van het voorhanden hebben van een wapen leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot een lagere straf, omdat het zwaartepunt van de strafzaak ligt bij de maandenlange handel en productie van hard drugs en soft drugs en het witwassen van grote sommen geld.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank is van oordeel dat de gronden van voorlopige hechtenis op dit moment niet meer aanwezig zijn en zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis daarom opheffen.

8.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten cocaïne, hennep, kogelpatroon, gasflessen lachgas (nummer 22 tot en met 28 op de beslaglijst van 26 oktober 2023), onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit, dan wel het feit waarvan hij wordt verdacht aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke misdrijven.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 36b, 36d, 47, 55, 57, 63, 420bis, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht, en;
  • 2, 3, 10, 10a, 11 en 13a van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 5 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 4.3.4 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 5 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 1 stk cocaïne (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2804977);
  • 1 stk hennep (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2805007);
  • 1 stk patroon kogel (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2805041);
  • 57 stk gasfles lachgas (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2804555);
  • 1 stk gasfles lachgas (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2804557);
  • 1 stk gasfles lachgas (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2804559);
  • 1 stk gasfles lachgas (Omschrijving: PL0900-2020331690-G2804559).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Danel, voorzitter, mr. I.L. Gerrits en mr. drs. I. Helmich, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.C. Kasper-Kerkdijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 december 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA, zijnde cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij in of omstreeks de periode van 31 maart 2020 tot en met 16 oktober 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het (telkens) opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA, zijnde (telkens) cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst T, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit tracht te verschaffen, en/of voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, hebbende verdachte (via Encrochat en/of Sky)
- cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA te koop aangeboden ((via Encrochat) aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en) en/of (via Sky) aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en)) en/of
- ontmoetingen gehad en/of (telefonische) afspraken gemaakt en/of besprekingen en/of onderhandelingen gevoerd met en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan anderen, om verdovende middelen te kopen en/of verkopen en/of in ontvangst te nemen en/of betreffende de wijze waarop die verdovende middelen, zou(den) worden gekocht en/of geleverd en/of afgenomen en/of verder vervoerd en/of verpakt en/of gemaakt ((via Encrochat) met [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of gtel.dorado en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en) en/of (via Sky) met [accountnaam] en/of en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en)) en/of
- foto’s van verdovende middelen gemaakt en/of laten maken door de verkopende partij (aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en)) en/of (vervolgens) verzonden/doorgestuurd aan de kopende partij ((via Encrochat) aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en) en/of (via Sky) aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en)) en/of
- geld verstrekt en/of afgeleverd en/of betaling(en) gedaan en/of laten doen ten behoeve van de aanschaf van verdovende middelen (door [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of meer ander(en)) en/of - inlichtingen verschaft over de prijs van en/of mogelijkheden tot transport (binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland) van cocaïne en/of methamfetamine en/of MDMA ((via Encrochat) aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en) en/of (via Sky) aan [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of [accountnaam] en/of een of meer ander(en));
3
hij in of omstreeks de periode van 2 april 2020 tot en met 7 april 2021 te Almere, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op 13 april 2020 te Almere, in elk geval in Nederland, één wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Glock 17, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere patronen van het kaliber 9xl9mm voorhanden heeft gehad;
5
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 april 2020 tot en met 7 april 2021 te Almere, in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging, althans alleen, een of meer geldbedrag(en), te weten 68000 euro en/of 90840 euro en/of 13050 euro en/of 5645 euro, althans enig geldbedrag, en/of een of meerdere horloge(s) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middelljk - afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf, terwijl hij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;