ECLI:NL:RBMNE:2023:6695

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
16.215281.23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal, bedreiging en overtreding van een gedragsaanwijzing

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 12 december 2023, is de verdachte beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, bedreiging en het overtreden van een gedragsaanwijzing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 augustus 2023 in Veenendaal een hond heeft gestolen van aangeefster [aangever 1], en op dezelfde dag [aangever 2] heeft bedreigd. Daarnaast heeft de verdachte op 26 augustus 2023 wederom [aangever 1] bedreigd en zich in haar woning bevonden, ondanks een eerder opgelegde gedragsaanwijzing. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van één feit, maar heeft hem voor de overige feiten schuldig bevonden. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 124 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met [aangever 1] en een locatieverbod voor de gemeente [gemeente]. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €584,70 aan de benadeelde partij toegewezen, bestaande uit materiële en immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.215281.23 en 16.202631.23 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1972 te [geboorteplaats 1] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres [adres 1] , [woonplaats] ,
gedetineerd in P.I. [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F.E. Leeman en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. F.S. Baardman, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij [aangever 1] , bijgestaan door [gemachtigde] , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 16.202631.23
Feit 1:op 13 augustus 2023 te Veenendaal een hond van [aangever 1] heeft gestolen;
Feit 2:op 13 augustus 2023 te Veenendaal [aangever 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door de uitlating: "Ik sla je in elkaar/mekaar";
Feit 3:op 13 augustus 2023 te [plaats] in de woning en/of de tuin van de woning gelegen aan de [adres 2] bij [aangever 1] wederrechtelijk is binnengedrongen;
Parketnummer 16.215281.23
Feit 1:op 26 augustus 2023 te Veenendaal opzettelijk in strijd heeft gehandeld met de gedragsaanwijzing door contact te zoeken met [aangever 1] en zich in de woning van [aangever 1] te begeven;
Feit 2:op 26 augustus 2023 te Veenendaal [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door de uitlating: "Als jij nog een keer de politie belt, dan maak ik je af";
Feit 3:op 26 augustus 2023 te [plaats] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten: [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een telefoon met een telefoonhoesje met daarin een rijbewijs, een kentekenbewijs, een ING bankpas en een briefje van 50 euro,
- een sleutelbos met auto- en huissleutel, van [aangever 1] heeft gestolen;
Feit 4:op 26 augustus 2023 te Veenendaal een personenauto (een blauwe Audi A3 cabrio voorzien van het kenteken [kenteken] ) van [aangever 1] heeft gestolen door middel van een valse sleutel;
Feit 5:op 25 augustus 2023 te Veenendaal een sleutelbos van [aangever 3] heeft gestolen;
Feit 6:
Primair: op 1 oktober 2023 te Bennekom, gemeente Ede, een fiets van [naam horecagelegenheid] heeft gestolen;
Subsidiair: deze fiets heeft geheeld;
Feit 7:op 1 oktober 2023 te Veenendaal een camera van [aangever 1] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 16.202631.23 feit 1 en feit 2 ten laste gelegde alsmede voor het onder parketnummer 16.215281.23 feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde. Zij heeft daarnaast partieel vrijspraak bepleit van de onder feit 3 van laatst genoemd parketnummer ten laste gelegde diefstal, te weten van het kentekenbewijs, de ING-pinpas, het 50 eurobiljet en de sleutels. De raadsvrouw refereert zich voor het overige aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 5 onder parketnummer 16.202631.23: vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 5 van de zaak met parketnummer 16-215281-23 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte degene is geweest die de sleutels heeft gestolen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van parketnummer 16.202631.23 [1]
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 november 2023:
Ik ben naar het huis van [aangever 1] gegaan op 13 augustus 2023. Het zou kunnen dat ik over de schutting ben geklommen om in de achtertuin te komen. Het hondje kwam toen aanlopen. Ik heb het hondje meegenomen.
- De aangifte van [aangever 1] [2]
Op 13 augustus 2023, werd ik gebeld door mijn dochter, [A] , dat mijn ex-vriend [verdachte] , roepnaam [verdachte] , onze hond gestolen had uit de achtertuin. De poort van de tuin was afgesloten.
- Een proces-verbaal van bevindingen [3]
Ik zag dat de deur geopend werd door een persoon die later opgaf te zijn: [B] ( [B] )
Ik vroeg haar naar het filmpje van wat er net bij de buren gebeurd was. Ik zag op dit filmpje de achtertuin van nummer [huisnummer] . Ik zag op de beelden een man in de tuin lopen. Ik hoorde de man roepen en schelden. Ik kan de man als volgt omschrijven:
-Blanke huidskleur,
-zwarte trui met capuchon,
-groene pet,
-lichtgroene korte broek.
Ik hoorde [B] zeggen dat deze man de verdachte was die het hondje had meegenomen.
- De aangifte van [aangever 2] [4]
Ik ben bedreigd met zwaar lichamelijk letsel door de manspersoon die bij mij bekend is als de manspersoon die een langere tijd een relatie met mijn buurvrouw van [adres 2] te [plaats] gehad heeft.
Ik liep via de achterdeur de achtertuin in en zag een manspersoon over de schutting tussen mij en de mijn buurvrouw van [adres 2] te [plaats] klimmen.
Ik hoorde dat de manspersoon tegen mij zei:
- "bemoei je er niet mee";
- "ik sla je in elkaar!";
Ik zag vervolgens dat de manspersoon het hondje van mijn buurvrouw, die door het kattenluikje weleens in de achtertuin loopt, oppakte onder de arm en met het hondje de tuin uit liep.
- Het verhoor van getuige [getuige 1] [5]
Ik zag dat er een manspersoon op de container van de buurvrouw van [adres 2] te [plaats] stond. Ik hoorde dat de manspersoon die op de container stond tegen mijn man zei:
- "ik sla je in mekaar!".
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging feit 1
Verdachte heeft bekend dat hij de hond van aangeefster onder zijn arm heeft meegenomen nadat hij de tuin van aangeefster had betreden door over de schutting te klimmen. Naar de uiterlijke verschijningsvorm is daarmee reeds sprake van wederrechtelijke toe-eigening.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat verdachte niet het oogmerk zou hebben gehad om zich de hond toe te eigenen.
Bewijsmiddelen 16-215281-23 [6]
Feit 1 tot en met 4
- De aangifte van [aangever 1] van 26 augustus 2023 [7]
Vandaag, 26 augustus 2023, stapte ik in de auto bij [getuige 2] . Toen ik net in de auto bij [getuige 2] stapte zag ik dat [verdachte] de straat in kwam fietsen en zijn fiets met karretje daarachter midden op de weg stilzette. Ik zag dat hij dreigend naar mijn portier liep en mijn portier opentrok. Ik hoorde hem zeggen: "Als jij nog een keer de politie belt dan maak ik je af." Hij stond daarbij met zijn hand in zijn broekzak.
Ik zag dat mijn telefoon weg was. Vervolgens zag ik dat mijn auto niet meer op de oprit stond. Hierna zag ik dat ook mijn sleutelbos met daaraan mijn autosleutel en huissleutel niet meer in het bakje lag waar deze hoorde te liggen. Mijn auto betreft een blauwe Audi A3 cabrio voorzien van het kenteken [kenteken] . Deze auto is mijn eigendom, staat op mijn naam. In het hoesje van mijn telefoon zaten nog diverse andere goederen. In ieder geval ook mijn rijbewijs, kentekenbewijs, ING bankpas en een briefje van 50 euro. De sleutelbos was voorzien van mijn autosleutel en mijn huissleutel.De auto is volledig mijn eigendom.
- Een aanvullend verhoor van aangeefster [aangever 1] [8]
V: Heeft [verdachte] nog een sleutel van jouw woning?A: Nee, ik heb mijn sleutel aan [verdachte] teruggevraagd op 5 augustus 2023.A: Ik ben de eigenaar van de Audi. Ik heb de auto gekocht op 5 juni 2023 bij autobedrijf [bedrijfsnaam] in [vestigingsplaats] . Ik heb mijn vorige auto, bij [bedrijfsnaam] ingeruild. Deze Transporter stond ook op mijn naam. [verdachte] heeft nooit op enige wijze geld betaald voor deze voertuigen.
- De verklaring van getuige [getuige 2] [9]
Ik was 26 augustus 2023 omstreeks 11.00 uur bij [aangever 1] . Toen wij de bocht in de straat naar links om waren zag ik een man op een fiets met daar achter een karretje.Ik hoorde dat [aangever 1] gelijk riep:"0 daar heb je hem. De man trok gelijk het portier aan de kant van [aangever 1] open. Ik hoorde dat hij riep: "Vuile hoer. Ik maak je kapot. En niet bellen want ik maak je af". Ik begreep dat hij bedoelde dat [aangever 1] niet met de politie moest bellen. Toen wij verdere reden merkte ik aan [aangever 1] dat zij compleet van de kaart en zeer emotioneel was.
- Een proces-verbaal van bevindingen [10]
Op 26 augustus 2023 zie ik een blauwe Audi A3 cabriolet ons tegemoet komen rijden. Dit was dezelfde Audi A3 als ik vanochtend had gezien op de oprit bij de woning gelegen aan de [adres 2] . Ik zag dat het volledige kenteken van de Audi A3 al volgt was [kenteken] . Achter het stuur zag ik de verdachte zitten.Ondertussen heb ik het kenteken van de blauwe Audi A3, [kenteken] , nagetrokken in ons politiesysteem. Ik zag dat het voertuig op naam staat van; Genaamd: [aangever 1] . Ik hoorde de verdachte het volgende verklaren;- Dat hij in de woning van zijn ex-vriendin is geweest.- Dat hij daar de telefoon van zijn ex-vriendin heeft gepakt.- Dat hij in de woning de autosleutels heeft gepakt.
Ik zag op de bijrijdersstoel in de blauwe Audi A3 een telefoon liggen met diverse pasjes in een roodlederen hoesje. Ik hoorde de verdachte zeggen dat dit de telefoon van zijn ex-vriendin was.
- Een proces-verbaal van bevindingen camerabeelden [11]
Door aangeefster [aangever 1] werd beveiligingsbeelden aangeleverd van de voorzijde van haar woning.De foto's zijn voorzien van de Engelse datum en tijd namelijk 2023-08-26 13:26 bij deze tijd moet dus één (1) uur worden bijgeteld voor de juiste tijd.Op foto één (1) is de blauwe Audi cabriolet voorzien van het kenteken [kenteken] te zien. Van rechts komt een man met een hand voor zijn gezicht aanlopen.Op foto twee om 13:30:05 loopt er een man vanuit de woning komen lopen. In zijn linkerhand lijkt de man een sleutel vast te hebben. In de linker broekzak is een rode telefoon te zien. Ik ken de man als [verdachte] . [verdachte] is door mij op 26 augustus 2023 als verdachte van diefstal auto gehoord. Op foto drie om 13:32:04 is de auto verdwenen.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Feit 6
Verdachte heeft het onder feit 6 primair ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 november 2023;
  • de aangifte van [aangever 1] van 1 oktober 2023.
Feit 7
Verdachte heeft het onder feit 7 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 november 2023;
  • de aangifte van [aangever 4] namens het slachtoffer [slachtoffer] .
Bewijsoverwegingen
Feit 3:
De raadsvrouw heeft om partiële vrijspraak verzocht voor de onder feit 3 ten laste gelegde diefstal, te weten van het kentekenbewijs, de ING-pinpas, het 50 eurobiljet en de sleutel. De rechtbank ziet echter geen reden om te twijfelen aan de aangifte waarin wordt beschreven dat de pasjes en het contante bedrag van € 50 in het hoesje van de telefoon zaten. Aangeefster verklaart ook dat haar sleutels weg waren. Uit de camerabeelden blijkt dat verdachte met een sleutelbos het huis van aangeefster uit komt lopen en dat in zijn linker broekzak een rode telefoon is te zien. De rechtbank acht daarom ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van deze voorwerpen.
Feit 4:
Verdachte is met de auto van aangeefster - naar eigen zeggen - een rondje gaan rijden. De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat verdachte en aangeefster het gezamenlijke eigendom van de auto hadden. Verdachte heeft niet kunnen aantonen dat hij mede-eigenaar is van de auto is. Voor zover er al van moet worden uitgegaan dat verdachte gedurende zijn relatie met aangeefster gebruik maakte van de auto en heeft bijgedragen in de kosten maakt dat niet dat hij ook eigenaar van de auto is geworden.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16.202631.23
Feit 1op 13 augustus 2023 te Veenendaal een hond, die geheel aan [aangever 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 2op 13 augustus 2023 te Veenendaal [aangever 2] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [aangever 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik sla je in elkaar/mekaar";
Feit 3op 13 augustus 2023 te [plaats] in het besloten erf, de tuin van de woning gelegen aan de [adres 2] , bij een ander, te weten bij [aangever 1] , in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen;
16.215281.23
Feit 1
op 26 augustus 2023 te [plaats] opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 14 augustus 2023, gegeven door de officier van justitie te Midden-Nederland, door [aangever 1] aan te spreken en zich bij en in de woning van [aangever 1] aan de [adres 2] [plaats] te bevinden;
Feit 2
op 26 augustus 2023 te Veenendaal [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [aangever 1] dreigend de woorden toe te voegen "Als jij nog een keer de politie belt, dan maak ik je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Feit 3
op 26 augustus 2023 te [plaats] , in een woning, te weten: [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een telefoon met een telefoonhoesje met daarin een rijbewijs, een kentekenbewijs, een ING bankpas en een briefje van 50 euro
- een sleutelbos met auto- en huissleutel
die geheel aan [aangever 1] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 4
op 26 augustus 2023 te Veenendaal een personenauto (een blauwe Audi A3 cabrio voorzien van het kenteken [kenteken] ), die geheel aan [aangever 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen personenauto onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door onbevoegd gebruik te maken van de autosleutel van [aangever 1] die hij eerder gestolen had;
Feit 6
op 1 oktober 2023 te Bennekom, gemeente Ede, een fiets, die geheel aan [naam horecagelegenheid] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Feit 7
op 1 oktober 2023 te Veenendaal opzettelijk en wederrechtelijk een camera, die geheel aan [aangever 1] toebehoorde, heeft vernield.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16.202631.23
Feit 1: diefstal;
Feit 2: bedreiging met zware mishandeling;
Feit 3: in het besloten erf bij een ander in gebruik wederrechtelijk binnendringen;
16.215281.23
Feit 1: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering;
Feit 2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 3: diefstal, in een woning, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
Feit 4: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
Feit 6 primair: diefstal;
Feit 7: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 180 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 124 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de (bijzondere) voorwaarden zoals deze door reclassering zijn geadviseerd;
- een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoel in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, inhoudende een contactverbod met aangeefster en een locatieverbod voor [plaats] op te leggen voor een periode van twee jaren en te bevelen dat vervangende hechtenis zal worden toegepast indien de maatregel wordt overtreden, in die zin dat bij iedere overtreding één week vervangende hechtenis wordt opgelegd, met een maximum van drie maanden.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden, het uit te oefenen toezicht en het contact- en locatieverbod dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank om rekening te houden met het reclasseringsadvies en om te volstaan met een gevangenisstraf conform voorarrest en een korte voorwaardelijke gevangenisstraf zodat de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden daaraan kunnen worden gekoppeld.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan negen feiten, waarvan bij veel van deze feiten zijn ex-partner [aangever 1] het slachtoffer is. Dit geldt voor het overtreden van de gedragsaanwijzing, het bedreigen van [aangever 1] , het binnendringen van haar huis en tuin, het vernielen van haar beveiligingscamera en het stelen van onder meer haar hond, telefoon met pasjes en haar auto. Verdachte zette zijn gedrag ook voort nadat al meerdere keren aan hem duidelijk is gemaakt dat hij niet meer bij de woning van [aangever 1] mocht komen of contact met haar mocht hebben en er in dat kader zelfs een gedragsaanwijzing is opgelegd. Door aldus te handelen heeft verdachte op grove en indringende wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [aangever 1] . Verdachte heeft zich hier kennelijk niet om bekommerd en heeft enkel gehandeld vanuit zijn eigen behoefte om met [aangever 1] in contact te komen. De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan. Daarnaast heeft verdachte de buurman van zijn ex-partner bedreigd toen verdachte in de tuin van [aangever 1] klom en heeft hij een fiets gestolen van een pizzeria.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 24 november 2023;
- een reclasseringsadvies van 27 november 2023, uitgebracht door IRISzorg.
Uit het strafblad blijkt dat verdachte op 16 december 2019 is veroordeeld voor onder meer bedreiging, vernieling, diefstal en mishandeling van zijn echtgenote tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Uit het reclasseringsadvies blijkt dat het leven van verdachte instabiel is en dat de voornaamste criminogene factoren alcohol en drugs zijn. Verdachte heeft geen stabiele huisvesting en dagbesteding. De delicten, allen gepleegd onder invloed van drank en/of drugs, passen in een patroon van eerdere delicten die binnen de relationele sfeer plaatsvonden. IRISzorg adviseert om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die op 30 november 2023 zal zijn afgerond zodat verdachte op deze dag naar de kliniek GGZ WNB (afdeling FPA [locatie] ) gebracht kan worden.
Daarnaast heeft de reclassering geadviseerd als bijzondere voorwaarden op te leggen een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling na ontslag uit de kliniek, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een drugs- en alcoholverbod, een contactverbod en een locatieverbod. IRISzorg adviseert deze voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren omdat het herhalingsgevaar hoog wordt ingeschat.
Straf
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS met betrekking tot diefstal uit een woning in geval van recidive gaan uit van een gevangenisstraf van 3 maanden onvoorwaardelijk. Verdachte heeft daarnaast nog meerdere andere delicten gepleegd, wat in beginsel een hogere straf rechtvaardigt.
Daar staat tegenover dat verdachte gemotiveerd is om aan zichzelf te werken. De rechtbank wil verdachte daartoe de kans geven met een zwaar pakket aan voorwaarden en zal om die reden afwijken van voornoemd uitgangspunt. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst per 30 november 2023 ten behoeve van opname in voornoemde kliniek. Om het ingezette traject niet te doorkruizen zal de rechtbank conform de eis van de officier van justitie geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen aan verdachte die langer is dan het reeds ondergane voorarrest.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 180 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 124 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals deze door reclassering zijn geadviseerd, passend en geboden is.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank acht het, net als de officier van justitie en de verdediging, van groot belang dat verdachte opgenomen blijft in de kliniek. Om dat te bewerkstelligen zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren. Gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten richting aangeefster [aangever 1] , de context waarbinnen deze zijn gepleegd en het strafblad van verdachte, moet er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam. De rechtbank betrekt daarbij ook dat de reclassering het risico op recidive inschat als hoog en het risico op letsel als gemiddeld. Op het strafblad van verdachte staat verder dat hij in 2019 is veroordeeld voor mishandeling van een ex-partner.
De op te leggen maatregel (38v Sr.)
De rechtbank legt daarnaast het contact- en locatieverbod ook op via de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank zal daarom ter voorkoming van strafbare feiten bevelen dat verdachte:
  • zich niet ophoudt in de gemeente [gemeente] ;
  • zich onthoudt van contact met [aangever 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1972 te [geboorteplaats 2] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van twee jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal 14 dagen hechtenis per overtreding worden opgelegd, met een maximum van zes maanden.
Gelet op het reclasseringsadvies is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens [aangever 1] . Daarom zal de rechtbank bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.

9.BENADEELDE PARTIJ

[aangever 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 584,70. Dit bedrag bestaat uit € 134,70 aan materiële schade en € 450,00 aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 16.215281.23 feit 2, feit 3 en feit 7 ten laste gelegde feiten. Het materiële deel bestaat uit het gestolen 50 eurobiljet en de vervangingswaarde van de door verdachte vernielde camera (€ 84,70).
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie verzoekt om volledige toewijzing van de vordering tot schadevergoeding, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om de vordering van [aangever 1] ten aanzien van het 50 eurobiljet niet-ontvankelijk te verklaren wegens de bepleite vrijspraak. De verdediging heeft ook ten aanzien van het immateriële deel verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van hetgeen hiervoor onder 16.215281.23 feit 2, feit 3 en feit 7 bewezen is verklaard rechtstreeks schade heeft geleden.
Materiële schade
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 134,70 aan materiële schade gevorderd voor het gestolen 50 eurobiljet en de vervangingskosten van de camera. Het is aannemelijk dat de benadeelde partij deze schade heeft geleden als gevolg van het bewezenverklaarde. De schade komt daarom voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom het gevorderde bedrag van €134,70 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling.
Immateriële schade
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij ‘op andere wijze’ in de persoon is aangetast in de zin van artikel 6:106 lid 1 onder c van het Burgerlijk Wetboek (‘BW'). Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is sprake indien de benadeelde partij aantoonbaar geestelijk letsel heeft opgelopen, of indien de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit meebrengen dat psychische schade zo voor de hand ligt, dat recht bestaat op een vergoeding voor immateriële schade. Naar het oordeel van de rechtbank is in deze zaak van die laatste categorie sprake, nu het handelen van verdachte een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijke integriteit van de benadeelde partij. Verdachte is meermalen haar erf/woning binnengedrongen, hij heeft spullen van haar gestolen, hij heeft haar bedreigd en hij liet zich daarbij ook niet tegenhouden door de gedragsaanwijzing die hem was opgelegd. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 450,00 billijk en zal dit bedrag dan ook toewijzen. De rechtbank zal dit bedrag vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling.
Totale schade
De rechtbank zal de vordering voor een totaalbedrag van € 584,70, bestaande uit € 134,70 aan materiële schade en € 450,00 aan immateriële schade, toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling.
Kosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 584,70, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 11 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 57, 138, 184a, 285, 310, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 16.215281.23 feit 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
180 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
124 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als algemene voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* meewerkt aan de meldplicht uitgevoerd door de Reclassering Novadic Kentron. De
reclassering zal in overleg met de kliniek de eerste afspraak plannen. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de opdrachten en aanwijzingen die hij krijgt van de reclassering. Het meewerken aan huisbezoeken dan wel bezoeken binnen de instelling zijn onderdeel van de meldplicht;
* zich laat opnemen en behandelen in GGZ WNB (afdeling FPA [locatie] ) of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering in overleg met GGZ WNB nodig vindt.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
* zich aansluitend op de klinische behandeling ambulant laat behandelen door een nader door de reclassering te bepalen instelling. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* in aansluiting op klinische behandeling meewerkt aan plaatsing binnen een door het NIFP / IFZ te bepalen instelling voor beschermd wonen. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* geen alcohol gebruikt, en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer, [aangever 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1972 te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
* zich niet in de gemeente [gemeente] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Op het moment dat de verdachte vrijheden krijgt in de kliniek en in de fase van het beschermd wonen kan de reclassering indien nodig, het locatieverbod middels elektronische controle controleren;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering
dadelijk uitvoerbaarzijn;
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel
  • legt aan verdachte op de
  • beveelt dat verdachte
  • zich niet ophoudt in de gemeente [gemeente] ;
  • zich onthoudt van contact met [aangever 1] , geboren op [geboortedatum 2] 1972 te [geboorteplaats 2] ;
waarbij de politie opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving;
  • beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 14 dagen hechtenis voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolgde de maatregel niet op;
  • beveelt dat deze vrijheidsbeperkende maatregel
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [aangever 1] toe tot een bedrag van € 584,70;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [aangever 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [aangever 1] aan de Staat € 584,70 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 11 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E.S. Dolmans, voorzitter, mrs. D. Riani el Achhab en J. Edgar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 december 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16.202631.23
1
hij op of omstreeks 13 augustus 2023 te Veenendaal een hond, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 13 augustus 2023 te Veenendaal [aangever 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangever 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik sla je in elkaar/mekaar", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 13 augustus 2023 te [plaats] in de woning, het besloten lokaal en/of het besloten erf, de tuin van de woning gelegen aan de [adres 2] bij een ander, te weten bij [aangever 1] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;
( art 138 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
16.215281.23
1
hij, op of omstreeks 26 augustus 2023 te [plaats] opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 14 augustus 2023, gegeven door de officier van justitie te Midden-Nederland door [aangever 1] aan te spreken en/of zich bij en in de woning van [aangever 1] aan de [adres 2] [plaats] te bevinden;
( art 184a lid 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, op of omstreeks 26 augustus 2023 te Veenendaal [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [aangever 1] dreigend de woorden toe te voegen "Als jij nog een keer de politie belt, dan maak ik je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij, op of omstreeks 26 augustus 2023 te [plaats] , in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten: [adres 2] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond,
- een telefoon met een telefoonhoesje met daarin een rijbewijs, een kentekenbewijs, een ING bankpas en een briefje van 50 euro
- een sleutelbos met auto
- en huissleutel,
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht )
4
hij, op of omstreeks 26 augustus 2023 te Veenendaal een personenauto (een blauwe Audi A3 cabrio voorzien van het kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen personenauto onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel door onbevoegd gebruik te maken van de autosleutel van [aangever 1] die hij eerder gestolen had;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
5
hij, op of omstreeks 25 augustus 2023 te Veenendaal een sleutelbos, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
6
hij op of omstreeks 1 oktober 2023 te Bennekom, gemeente Ede een fiets, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam horecagelegenheid] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 oktober 2023 te Bennekom, gemeente Ede, een fiets, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek
van Strafrecht )
7
hij op of omstreeks 1 oktober 2023 te Veenendaal opzettelijk en wederrechtelijk een camera, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 augustus 2023, genummerd PL0900-2023244026, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 52. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 13 augustus 2023, pagina 5 en 6.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 14 en 15.
4.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] van 13 augustus 2023, pagina 24 tot en met 26.
5.Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 13 augustus 2023, pagina 28 en 29.
6.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 28 augustus 2023, genummerd PL0900-2023259491, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 70. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
7.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 26 augustus 2023, pagina 8 tot en met 10.
8.Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [aangever 1] van 27 augustus 2023, pagina 11 tot en met 13.
9.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , pagina 31 en 32.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , pagina 17 tot en met 19.
11.Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] , pagina 27 tot en met 30.
12.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 1 oktober 2023, genummerd PL0900-2023300727-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , werkzaam bij politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 10 tot en met 12 van het proces-verbaal, genummerd PL0900-2023301191.
13.Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 2 oktober 2023, genummerd PL0600-2023454498-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam bij politie Eenheid Midden-Nederland, pagina 24 tot en met 26 van het proces-verbaal, genummerd PL0900-2023301191.