In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 november 2023 uitspraak gedaan over de aansprakelijkheid van een ontslagen bewindvoerder, [onderneming 2] B.V., na onregelmatigheden in meerdere dossiers. De zaak is aangespannen door [verzoeker], vennoot van [onderneming 1] V.O.F., die stelt dat de rechthebbende, [A], schade heeft geleden door tekortkomingen van [onderneming 2] in de zorg van een goed bewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat [onderneming 2] op 22 maart 2023 ambtshalve is ontslagen als bewindvoerder van [A] vanwege fraude in meerdere cliëntendossiers. Dit ontslag heeft geleid tot schade voor [A], die door [verzoeker] is ingediend ter hoogte van € 16.028,24, bestaande uit aanvangskosten, te veel in rekening gebrachte beloning en extra werkzaamheden die [verzoeker] heeft moeten verrichten als gevolg van het ontslag van [onderneming 2].
De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van [onderneming 2] vastgesteld op basis van artikel 1:444 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat een bewindvoerder aansprakelijk is voor schade die de rechthebbende lijdt door tekortkomingen in de zorg van een goed bewindvoerder. De rechtbank oordeelde dat [onderneming 2] tekort is geschoten in haar zorgplicht en dat deze tekortkoming aan haar kan worden toegerekend. De rechtbank heeft de schade vastgesteld op een totaalbedrag van € 4.563,64, dat [onderneming 2] aan [A] moet vergoeden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en [onderneming 2] is veroordeeld om het bedrag binnen twee weken na dagtekening van de beschikking te betalen.