ECLI:NL:RBMNE:2023:6681

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
16-136871-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot betrokkene met psychische stoornis

Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1987, die momenteel gedetineerd is in een Penitentiaire Inrichting. De officier van justitie had op 3 november 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging, waarbij verschillende bijlagen, waaronder psychiatrische rapporten en een zorgplan, waren gevoegd. De rechtbank heeft ter zitting op 22 november 2023 zowel het verzoek om zorgmachtiging als de strafzaak tegen de betrokkene behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een waanstoornis en een stoornis in cocaïnegebruik, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor de veiligheid van de betrokkene en anderen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Het eigen plan van aanpak van de betrokkene werd niet als toereikend beschouwd om het ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, waarbij verschillende vormen van zorg zijn goedgekeurd, zoals het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitoefenen van toezicht. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en moet binnen vier weken worden ten uitvoer gelegd. Tegen deze beschikking staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Rekestnummer: C/16/565203 FV RK 23-2694
Parketnummer: 16-136871-23
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] ,
momenteel gedetineerd in Penitentiaire Inrichting [verblijfplaats] , Penitentiair Psychiatrisch Centrum in [vestigingsplaats] ,
bijgestaan door mr. W.H.J.W. de Brouwer, advocaat te Rotterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht om een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 3 november 2023 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 12 oktober 2023, opgesteld door [A] , psychiater;
  • de zorgkaart van 11 oktober 2023;
  • het zorgplan van 11 oktober 2023, opgesteld door P.V. van Kempen, GZ-psycholoog;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur [B] van 16 oktober 2023;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van onder meer de volgende rapporten die over verdachte zijn opgemaakt en die in het dossier van de strafzaak zijn gevoegd:
- het Pro Justitia psychiatrisch onderzoek van 8 september 2023, opgemaakt door C.J. van Gestel, psychiater en D. Simons, arts in opleiding tot psychiater;
- het advies van Reclassering Nederland van 2 oktober 2023, opgemaakt door A.W. van Hernen, reclasseringswerker.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het verweerschrift dat op 21 november 2023 is ingediend door mr. W.H.J.W de Brouwer. Tot slot heeft betrokkene ter zitting een door hem opgesteld eigen plan van aanpak van 18 oktober 2023 overgelegd.
1.2.
Het verzoek is mondeling behandeld door de meervoudige kamer op 22 november 2023 ter terechtzitting van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, gelijktijdig met de strafzaak tegen betrokkene met bovengenoemd parketnummer.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsman van betrokkene, mr. M.R. de Kok, die betrokkene vanwege verhindering van mr. W.H.J.W. Brouwer ter zitting bijstond bij zowel de strafzaak als het zorgmachtigingsverzoek;
  • de officier van justitie, mr. L.H. van der Veldt;
  • de deskundige, de heer P.V. Van Kempen, GZ-psycholoog.
1.4.
Vervolgens is de beschikking bepaald op heden.

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift. De officier van justitie heeft benadrukt dat van doorslaggevend belang is dat verdachte een totaal gebrek aan ziektebesef heeft en niet medicatiegetrouw is. Dit blijkt zowel uit de stukken, als uit de toelichting van de deskundige Van Kempen ter zitting.

3.Standpunt van betrokkene

De raadsman van betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat het aanhoudingsverzoek, zoals verwoord in het verweerschrift van 21 november 2023 door de zorgmachtigingsadvocaat mr. W.H.J.W. de Brouwer, niet langer wordt gehandhaafd.
De raadsman van betrokkene heeft met betrekking tot de zorgmachtiging ter terechtzitting verwezen naar het verweerschrift van mr. W.H.J.W. de Brouwer. In het verweerschrift is aangevoerd dat het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging moet worden afgewezen.
De reden hiervoor is allereerst dat het door betrokkene op 18 oktober 2023 ingediende plan van aanpak niet is betrokken in de stukken die ten grondslag liggen aan het verzoek om een zorgmachtiging. De geneesheer-directeur diende eerst (binnen twee dagen) te beslissen of betrokkene toestemming krijgt voor een eigen plan van aanpak. Hierbij dient ook overleg plaats te vinden met de officier van justitie en met betrokkene en zijn naasten. Dit is (nog) niet gebeurd.
Daarnaast heeft de advocaat van betrokkene aangevoerd dat verplichte zorg door middel van een zorgmachtiging niet nodig is om ernstig nadeel weg te nemen. Met het eigen plan van aanpak van betrokkene kan namelijk de passende en geboden zorg verleend worden. Uit het eigen plan van aanpak blijkt – kort gezegd - dat het goed gaat met betrokkene en dat hij prima voor zichzelf kan zorgen. Wel zou betrokkene hulp willen van een psycholoog voor het bieden van een luisterend oor, het vinden van een eigen woning en het aflossen van zijn schulden. Ten aanzien van de medicatie die betrokkene nu neemt merkt hij in het plan op dat hij medicatiegetrouw is, maar dat hij het graag zou willen afbouwen.
Betrokkene herkent zich niet in het oordeel van de psychiater, zoals verwoord in de medische verklaring. Betrokkene heeft onder andere ter zitting verklaard dat er psychisch niets mis met hem is en er geen sprake is van wanen. Hierbij verwijst hij ook naar het feit dat hij altijd werkzaam is geweest in ingewikkelde functies en daarin goed functioneerde. Ten aanzien van het gebruik van cocaïne ziet betrokkene zichzelf als een recreatief gebruiker en hij heeft verklaard al geruime tijd clean te zijn.
Subsidiair is in het verweerschrift aangevoerd dat bij de aanvraag voor de zorgmachtiging geen maatwerk is betracht en dat alle aangekruiste vormen van verplichte zorg moeten worden afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten:
een waanstoornis;
een stoornis in cocaïnegebruik (in gedwongen remissie door detentie).
4.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of aanzienlijk risico op:
ernstige psychische schade;
maatschappelijke teloorgang;
de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
e situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden is verplichte zorg noodzakelijk.
4.3.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Zorg op vrijwillige basis stuit op onvoldoende mogelijkheden om het gedrag van betrokkene te begrenzen.
De rechtbank overweegt dat namens betrokkene terecht is aangevoerd dat zijn eigen plan van aanpak niet is meegenomen in de stukken die ten grondslag liggen aan het verzoek om een zorgmachtiging. De rechtbank zal echter niet alsnog de geneesheer-directeur in de gelegenheid stellen zijn bevindingen over het plan van aanpak kenbaar te maken. Het plan van aanpak is namelijk ter zitting besproken en deskundige Van Kempen is in de gelegenheid gesteld om op het plan van aanpak te reageren. Van Kempen had het plan van aanpak vóór de zitting ontvangen en heeft er aldus ter zitting adequaat op kunnen reageren. De rechtbank is van oordeel dat het plan van aanpak niet voldoet aan het in artikel 5:15 Wvggz gestelde uitgangspunt dat geen ernstig nadeel ontstaat. Het plan van aanpak vermeldt namelijk op geen enkele manier de stoornissen van betrokkene, terwijl de door de deskundigen vastgestelde stoornissen juist redengevend zijn geweest voor het aanvragen van een zorgmachtiging. Ook blijkt uit hetgeen tijdens de zitting is besproken en uit de houding van betrokkene ter terechtzitting dat betrokkene ontkent enige stoornis of waan te hebben. Tot slot blijkt uit de verklaring van de heer Van Kempen ter terechtzitting dat betrokkene niet altijd medicatiegetrouw is geweest en dat probleembesef en ziekte-inzicht ontbreekt. In het plan van aanpak heeft betrokkene ten aanzien van de medicatie opgemerkt dat hij deze zelfs wil gaan afbouwen. De rechtbank leidt uit dit alles af dat het plan van aanpak van betrokkene niet toereikend is om het ernstig nadeel te voorkomen of weg te nemen en concludeert dat om die reden verplichte zorg nodig is.
4.4.
De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
Toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
Beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
Insluiten
6 maanden
Uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
Onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
Controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
Opnemen in een accommodatie
6 maanden
Ter zitting heeft deskundige Van Kempen toegelicht dat de vormen van zorg die zien op het onderzoek aan kleding of lichaam en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten (waaronder het gebruik van communicatiemiddelen) niet noodzakelijk zijn in het geval van betrokkene. De rechtbank volgt deze conclusie ten aanzien van het aanbrengen van beperkingen, en zal deze vorm van zorg dan ook niet toewijzen. Anders dan deskundige Van Kempen vindt de rechtbank onderzoek aan kleding of lichaam bij vermoedens van drugsbezit of gevaarlijke voorwerpen (zoals vermeld in het verzoekschrift) niet te verstrekkend in verhouding tot de belangen van betrokkene, mede gelet op de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene. De overige voorgestelde vormen van verplichte zorg zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.5.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
4.6.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

5.Beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vorm van zorg
Duur
Toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening
6 maanden
Beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
Insluiten
6 maanden
Uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
Onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
Controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Opnemen in een accommodatie
6 maanden
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen vier weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze beschikking is op 6 december 2023 gegeven door mr. A.J. Reitsma, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en H.C. Piet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Bazaz, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 december 2023.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor verzoeker beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.