4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 27 november 2023
Het klopt dat ik op 13 juli 2023 bij de Jumbo in Utrecht meerdere levensmiddelen heb gestolen. Nadat ik deze goederen had gestolen, spraken aangevers mij aan. Het klopt dat ik toen wilde vluchten. Aangevers pakten mij vast en ik heb toen geprobeerd om mij los te rukken. Ik heb aan haren getrokken, geschopt en gebeten.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , genummerd PL0900-2023212882-4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 13 juli 2023 was ik werkzaam bij de Jumbo te Utrecht. Ik zag op de camerabeelden dat een man producten uit de winkel in zijn sporttas deed.Ik zag dat de man bij de zelfscankassa een bonnetje pakte van de vorige klant. De man scande het bonnetje waarna de poortjes open gingen. De man had op dit moment nog geen producten afgerekend. [slachtoffer 1] en ik liepen de man tegemoet en [slachtoffer 1] vroeg of hij met ons mee wilde lopen. Ik zag dat de man aanstalten maakte om de winkel uit te lopen. Ik pakte beide armen van de man vast. De man maakte bewegingen met zijn armen en probeerde zich met kracht van ons los te rukken om te vluchten. Hij wilde niet met ons meewerken. Hierop besloten [slachtoffer 1] en ik om de man naar de grond te werken. Dit lukte. Ik zag dat [slachtoffer 1] de man in een houdgreep had. Ik zag dat hij bleef worstelen terwijl hij op de grond lag. Op enig moment zag ik dat de man aan het haar van [slachtoffer 1] trok. Hierdoor viel er een pluk haar op de grond. Ik liet de benen van man, die op de grond lag, een beetje los. Ik voelde ineens een harde trap tegen mijn linker gezichtshelft.
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , genummerd PL0900-2023212882-3, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 13 juli 2023 was ik werkzaam bij de Jumbo in Utrecht. Toen de verdachte de winkel verliet, heb ik de verdachte aangesproken en gevraagd of de verdachte mee wilde lopen naar achteren. De verdachte ging direct in verzet en probeerde te vluchten
.Ik heb samen met een collega [de rechtbank begrijpt: aangever [slachtoffer 2] ] geprobeerd om de verdachte mee te nemen naar achteren. Ik heb de verdachte bij zijn rechterarm gepakt. Dit lukte niet omdat de verdachte zich direct probeerde los te wringen. Toen heb ik geprobeerd om de verdachte richting de grond te werken. Ik zag en voelde dat de verdachte zijn arm met kracht om mijn nek klemde.Daarna kon ik mij losmaken uit de greep waarna ik de verdachte in een houdgreep op de grond heb gelegd.Ik zag en voelde dat de verdachte mij in mijn rechter-oksel beet. Ik voelde dat dat heel veel pijn deed. Ik kreeg mijn oksel los van de verdachte waarna ik de verdachte meerdere malen tot rust probeerde te malen. Hierna begon de verdachte mij aan mijn haren te trekken. De verdachte heeft een pluk haar uit mijn hoofd getrokken. De verdachte gaf aan geen adem te kunnen halen waarna ik meer ruimte boven zijn borstkas heb gecreëerd. Pas toen de politie arriveerde, werd de verdachte rustig.
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL0900-2023212882-12, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik zie op de voor mij beschikbaar gestelde camerabeelden van de Jumbo het volgende.
Afbeelding 8
Nadat de verdachte aangesproken is lopen de Jumbo medewerkers met de verdachte
weg. Na enkele seconde sprint de verdachte weg van de Jumbo medewerkers.
Afbeelding 9
Ik zie dat er een worsteling ontstaat, ik zie dat de verdachte zich verzet tegen de
grepen van de Jumbo medewerkers.
Afbeelding 10
Ik zie dat de verdachte in een langdurige worsteling met de Jumbo medewerkers raakt.
Ik zie dat zij op de grond terecht komen. Ik zie dat de verdachte continu uit de grepen van de Jumbo medewerkers probeert te komen.
Afbeelding 11
Ik zie dat de verdachte zich blijft verzetten. Ik zie dat het gezicht in de oksel van de Jumbo medewerker zit vanwege de nek klem.
Afbeelding 12
Ik zie dat de verdachte meerdere malen het haar van de Jumbo medewerker vast pakt.
Afbeelding 13
Ik zie dat de verdachte los komt van de beengreep van een van de Jumbo
medewerkers. Ik zie dat er een trap in het gezicht van deze Jumbo medewerker belandt.
Afbeelding 14
Ik zie dat de verdachte weer aan het haar van een van de Jumbo medewerkers trekt.
Overwegingen
Het oogmerk van verdachte
Niet ter discussie staat dat verdachte op 13 juli 2023 in Utrecht meerdere levensmiddelen heeft gestolen van de Jumbo. Nadat verdachte hierop door de aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , medewerkers van de Jumbo, werd aangesproken en verdachte wilde vluchten, is een worsteling ontstaan tussen verdachte en aangevers. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte geweld heeft gebruikt, namelijk dat hij zijn arm om de nek van [slachtoffer 1] heeft geklemd, hem heeft getrapt, gebeten en haren uit zijn hoofd heeft getrokken. Daarnaast heeft verdachte [slachtoffer 2] getrapt.
Verdachte ontkent de genoemde geweldshandelingen te hebben gepleegd
met het oogmerk omte vluchten of het bezit van de gestolen levensmiddelen te verzekeren. Hij heeft verklaard slechts geweld te hebben gebruikt om aan de greep van aangevers te ontsnappen, omdat hij op dat moment niet kon ademen en in paniek was.
De rechtbank vindt deze lezing van verdachte niet aannemelijk. Uit de aangiftes en de beschrijving van de camerabeelden blijkt namelijk dat verdachte, nadat hij werd vastgepakt door aangevers, onophoudelijk heeft geprobeerd zich uit de greep van aangevers los te rukken. De rechtbank maakt hieruit op dat verdachte, zoals hij zelf ook ter zitting heeft verklaard, wilde vluchten om niet gearresteerd te worden. Anders dan de verdediging gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte pas met deze poging tot ontvluchting is gestopt toen de politie ter plaatse kwam. Dat verdachte zijn verzet tot aanhouding door aangevers zou hebben gestaakt op het moment dat hij op de grond lag, vindt geen steun in de beschrijving van de camerabeelden.
De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte het hiervoor genoemde geweld heeft gebruikt om (met de gestolen winkelgoederen) weg te komen en niet omdat hij op die momenten in ademnood verkeerde. Het dossier biedt voor het door verdachte geschetste scenario onvoldoende aanknopingspunten. Uit de aangifte van [slachtoffer 1] blijkt wel dat verdachte op enig moment heeft gezegd dat hij niet kon ademen, maar dit was pas nadat verdachte voornoemd geweld had gebruikt. [slachtoffer 1] heeft bovendien verklaard dat hij verdachte hierna meer ruimte heeft gegeven.
Gelet op het voorgaande vindt de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een diefstal heeft gepleegd, waarna hij geweld heeft gebruikt met het oogmerk om de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren.