ECLI:NL:RBMNE:2023:6653

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
16-081247-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eendaadse samenloop van oplichting, gebruik van valse geschriften, witwassen, opzetheling en valsheid in geschrift

Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1999, die zich schuldig heeft gemaakt aan een eendaadse samenloop van verschillende strafbare feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen oplichting heeft gepleegd door zich via Marktplaats en WhatsApp voor te doen als bonafide verkoper van elektrische bakfietsen. In de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 heeft de verdachte, door middel van valse framenummers en vervalste facturen, in totaal € 21.200,- van verschillende benadeelden verkregen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor medeplegen van oplichting, medeplegen van gebruik maken van valse geschriften, medeplegen van eenvoudig witwassen als gewoonte, medeplegen van opzetheling als gewoonte en medeplegen van valsheid in geschrift. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 200 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en bijzondere voorwaarden, waaronder toezicht door de reclassering en deelname aan een traject voor opleiding en werk. De rechtbank heeft ook vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is gesteld voor de schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-081247-23; 21-002681-18 (vord. tul) en 16-023300-22 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 december 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 juli 2023, 1 september 2023 en 21 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. V.H. van der Horst en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partijen [benadeelde 3] en [benadeelde 5] naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 in Utrecht, samen met anderen:
  • [benadeelde 1] ,
  • [benadeelde 2] ,
  • [benadeelde 3] ,
  • [benadeelde 4] ,
  • [benadeelde 5] , en
  • [benadeelde 6] ,
heeft opgelicht door zich via Marktplaats en/of Whatsapp in strijd met de waarheid voor te doen als bonafide verkoper van elektrische bakfietsen en deze bakfietsen heeft verkocht als ware die van hem en heeft voorzien van een vals framenummer en valse factuur als gevolg waarvan bovengenoemde personen werden bewogen tot afgifte van een totaalbedrag van
€ 21.200,-;
feit 2 primair
in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 in Utrecht, samen met anderen, een geldbedrag van € 21.200,- heeft witgewassen en hij van dit witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2 subsidiair
in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 in Utrecht, samen met anderen, een geldbedrag van € 21.200,- heeft witgewassen terwijl hij wist dat dat geldbedrag afkomstig was uit enig eigen misdrijf en hij van dit witwassen en gewoonte heeft gemaakt;
feit 3
in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 in Utrecht, samen met anderen, elektrische bakfietsen heeft geheeld en van die opzetheling een gewoonte heeft gemaakt;
feit 4
in de periode van 27 juni tot en met 22 maart 2023 in Utrecht, samen met anderen, aankoopfacturen valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken, zulks met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te (doen) gebruiken;
feit 5
in de periode van 27 juni tot en met 22 maart 2023 in Utrecht, samen met anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse en/of vervalste aankoopfacturen als ware deze echt en onvervalst en deze heeft verstrekt aan de kopers van de elektrische bakfietsen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle (primair) ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 ten laste gelegde, met uitzondering van hetgeen dat betrekking heeft op de verkoop aan [benadeelde 2] . Daar heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot de verkoop aan [benadeelde 1] heeft de raadsman bepleit dat verdachte de bakfiets wel heeft verkocht, maar dat hij niet wist dat deze uit diefstal afkomstig was, zodat hij van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. Met betrekking tot de verkoop aan [benadeelde 3] heeft de raadsman aangevoerd dat er meerdere witte Volkswagen Golfs in de buurt rondrijden. Dat de Marktplaatsadvertentie vanuit de woning van verdachte is geplaatst is onvoldoende. Ook het broertje van verdachte komt immers in het dossier voor. Daarnaast werd de laptop ook door anderen gebruikt. Het is dus mogelijk dat een ander dan verdachte de Marktplaatsadvertentie heeft geplaatst. Een enkele koppeling met het IP-adres van de woning is onvoldoende om tot een veroordeling te komen. Voor de zaak van [benadeelde 4] geldt hetzelfde.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 3 ten laste gelegde. Het in bezit hebben van een bakfiets, mogelijk in opdracht van een derde, is niet voldoende om tot opzetheling te komen. In de eerste zaak, die van [benadeelde 1] , wist verdachte van niets. Pas in de tweede zaak, die van [benadeelde 2] , kreeg verdachte een onderbuikgevoel dat er mogelijk iets niet klopte. Meer dan dat zit er echter niet in het dossier.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 4 ten laste gelegde. Niet kan worden vastgesteld dat de laptop aan verdachte toebehoort. Meerdere mensen hadden toegang tot de laptop en maakten daar gebruik van.
Voor wat betreft het onder feit 5 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, omdat verdachte wist dat er gebruik werd gemaakt van een blanco factuur.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2 primair
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Bewezenverklaring overige feiten / bewijsmiddelen
Vanwege de omvang van het dossier zijn de bewijsmiddelen ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis opgenomen in bijlage II die aan dit vonnis is gehecht. De bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. [1]
De rechtbank acht – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen – het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde. Hieronder zal de rechtbank waar nodig uitleggen waarom zij dat vindt.
Bewijsoverweging
Uit de in bijlage II van dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen volgt dat de verdachte in de periode van 27 juni 2022 tot en met 17 maart 2023 zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting via Marktplaats waarbij hij, althans zijn medeplegers zich voordeed/voordeden als bonafide verkoper(s) en gestolen elektrische bakfietsen aan derden verkocht(en). De werkwijze was daarbij als volgt. Er werd een advertentie op Marktplaats geplaatst waarin een elektrische bakfiets – vaak van het merk Urban Arrow – te koop werd aangeboden. Vervolgens werd telefonisch, via de berichtenservice van Marktplaats dan wel Whatsapp een afspraak gemaakt voor de verkoop van de bakfiets op een locatie in Utrecht. De koper betaalde de bakfiets direct terplekke, soms via een bankoverschrijving maar meestal op uitdrukkelijk verzoek van de verkoper contant. De bakfiets werd aan de koper overhandigd, waarbij het framenummer van de bakfiets steeds vervangen was door een sticker met daarop een vals framenummer. Ook werd een valse/vervalste factuur aan de koper overhandigd waarvan de tenaamstelling en het klantnummer was veranderd en waarin een framenummer stond dat overeenkwam met het valse framenummer op de bakfiets. Hiermee trachtte verdachte voor de koper te verhullen dat de bakfiets gestolen was.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de aan hem ten laste gelegde oplichting mede heeft gepleegd. De rechtbank somt hieronder (niet uitputtend) enkele constateringen uit de bewijsmiddelen op:
  • het bankrekeningnummer van verdachte is in meerdere oplichtingszaken gebruikt;
  • er is in twee zaken gebruik gemaakt van hetzelfde mobiele telefoonnummer dat aan verdachte gekoppeld kan worden;
  • verschillende e-mailadressen die bij de oplichtingspraktijken zijn gebruikt kunnen aan verdachte worden gekoppeld. Zo is bijvoorbeeld het e-mailadres van het bedrijf van verdachte gebruikt, [e-mailadres 1] , maar ook het e-mailadres waarmee het bedrijf van verdachte is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, [e-mailadres 2] , welk adres weer gekoppeld is aan het huisadres van de verdachte, [adres 1] te [woonplaats] ;
  • de voornoemde e-mailadressen zijn eveneens aangetroffen op een aantal van de in beslaggenomen telefoons;
  • op de inbeslaggenomen telefoons zijn teksten voor Marktplaatsadvertenties aangetroffen die betrekking hebben op de verkoop van elektrische bakfietsen;
  • enkele bij de oplichtingspraktijken gebruikte Marktplaatsadvertenties kunnen worden gekoppeld aan Marktplaatsaccounts en gebruikersnamen die via het IP-adres [IP-adres 1] aan het woonadres van verdachte, de [adres 1] te [woonplaats] , kunnen worden gekoppeld;
  • de verkoper van de bakfietsen reed steeds in een witte Volkswagen Golf. Verdachte had de beschikking over een witte Volkswagen Golf. Het kenteken van die auto is door een slachtoffer van de oplichting genoemd;
  • in de woning van verdachte is een laptop aangetroffen met daarop valse facturen voor elektrische bakfietsen;
  • steeds werd bij de oplichting een valse/vervalste factuur gebruikt waarbij enkele nummers, waaronder het klantnummer gelijk bleven;
  • in enkele zaken is hetzelfde valse framenummer van de elektrische bakfiets gebruikt;
  • op de bij verdachte aangetroffen telefoons zijn foto’s gevonden met daarop stickers met een vals framenummer;
  • op bij verdachte in beslag genomen telefoons zijn chatgesprekken aangetroffen die betrekking hebben op de aankoop van elektrische bakfietsen. Ook is een foto van het identiteitsbewijs van verdachte op zo’n telefoon aangetroffen;
  • verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat bij de verkoop van de elektrische bakfietsen blanco facturen werden gebruikt waarop de naam en het framenummer werden aangepast.
Ter terechtzitting heeft verdachte bekend dat hij voor een derde, die hij niet bij naam wil noemen, bakfietsen aan [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft verkocht, maar dat hij pas bij [benadeelde 2] doorhad dat het allemaal niet ‘koosjer’ was. De overige vier in de ten laste gelegde genoemde gevallen heeft verdachte ontkend. Gelet op de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaring niet geloofwaardig. Daar komt nog bij dat verdachte eerder voor dergelijke feiten is veroordeeld en hij ook heeft verklaard dat die derde juist contact met hem opnam omdat hij in het verleden ook al gestolen fietsen had verkocht.
Uit de bewijsmiddelen volgt ook dat het contante geld dat hij heeft verdiend met de handel in gestolen elektrische bakfietsen - zoals bewezen verklaard onder feit 1 - door verdachte op zijn rekening is gestort, dan wel daarop is gestort door de kopers, vervolgens werd overgeheveld naar zijn spaarrekening en weer teruggestort naar zijn betaalrekening en vervolgens contant door hem werd opgenomen. In zijn slaapkamer is bij de huiszoeking € 20.400,- aan contant geld aangetroffen. Voor dit geld is geen aannemelijke verklaring gegeven, verdachte had schulden en had in deze periode ook onvoldoende inkomsten uit zijn startende bedrijf. Verdachte heeft verklaard dat het in beslaggenomen geldbedrag van € 23.300,- aan zijn broer en zus zou toebehoren. De ter terechtzitting in het geding gebrachte verklaring van de boekhouder van de broer en de schriftelijke toelichting daarbij van de kantoorgenoot van de raadsman van verdachte, mr. S. Schilder, zijn daarvoor onvoldoende. Uit de verklaring van de boekhouder volgt immers alleen dat de broer van verdachte in de periode 1 november 2022 tot en met 4 april 2023 in totaal een bedrag van € 16.857,55 contant heeft ontvangen uit zijn bedrijf, [bedrijfsnaam 1] , en dat hij nauwelijks stortingen heeft gedaan op zijn zakelijke rekening. Dat het in beslaggenomen geld het contante geld van de broer van verdachte zou zijn kan uit die verklaring, die niet met verdere stukken is onderbouwd, niet worden afgeleid. Gelet op de tenlastegelegde periode en de bewezenverklaarde verkopen onder feit 1 acht de rechtbank ook bewezen dat hij hiervan een gewoonte heeft gemaakt. Hiermee is ook het onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande de tenlastegelegde opzetheling voor wat betreft de elektrische bakfietsen in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 wettig en overtuigend bewezen. Uit de opgenomen bewijsmiddelen volgt dat de elektrische bakfietsen die verdachte heeft verkocht en/of voorhanden heeft gehad afkomstig waren uit een misdrijf en dat verdachte dat wist. Uit de bij verdachte in beslag genomen telefoons en hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen volgt dat verdachte zich gedurende de pleegperiode bezig hield met de verkoop van gestolen elektrische bakfietsen. Daarnaast staat volgens de rechtbank voldoende vast dat verdachte ook wist dat de betreffende bakfietsen door misdrijf verkregen waren. Er is immers een veelheid aan bewijs dat direct aan verdachte te koppelen is, waarmee getracht is te verhullen dat de kopers van de bakfietsen zouden ontdekken dat de bakfietsen uit diefstal afkomstig waren. Uit het voorgaande volgt dat verdachte zich, op het moment dat hij de elektrische bakfietsen voorhanden kreeg of overdroeg, schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling. Gelet op de hoeveelheid bakfietsen waar het in deze zaak om gaat, acht de rechtbank eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van het medeplegen van de opzetheling een gewoonte heeft gemaakt. Om de kopers om de tuin te leiden zijn er door verdachte en/of zijn mededaders ook facturen vals opgemaakt of vervalst, door verzonnen klantnummers op te nemen, de tenaamstelling te wijzigen en door de framenummers op de facturen te laten kloppen met de valse framenummers op de bakfietsen. Hiermee heeft verdachte zich samen met zijn mededaders ook schuldig gemaakt aan de feiten onder 4 en 5.
Omdat verdachte bij de oplichting gebruik heeft gemaakt van de valse/vervalste facturen, is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van eendaadse samenloop van feit 1 en feit 5.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
meermalen, in de periode van 27 juni 2022 tot en met 17 maart 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, personen heeft bewogen tot afgifte/betaling van een of meerdere geldbedragen, te weten:
- [benadeelde 1] tot een bedrag van € 2.700,-, en
- [benadeelde 2] tot een bedrag van € 3.750,-, en
- [benadeelde 3] tot een bedrag van € 4.000,-, en
- [benadeelde 4] tot een bedrag van € 3.350,-, en
- [benadeelde 5] tot een bedrag van € 3100,- en
- [benadeelde 6] tot een bedrag van € 4300,-,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan op Marktplaats en/of (vervolgens) WhatsApp als een bonafide verkoper van een elektrische bakfiets, en
- de aangeboden elektrische bakfietsen voorzien van een ander framenummer door over het originele framenummer een sticker te plakken met een eigengemaakt framenummer, en
- een gefalsificeerde factuur op te maken en/of op laten maken, corresponderend met het eigengemaakte framenummer en deze aan de kopers getoond als zijnde een originele factuur van de elektrische bakfiets, en
- de elektrische bakfiets verkocht als ware die bakfiets van hem, verdachte, als gevolg waarvan bovengenoemde personen, werden bewogen tot afgifte/betaling van geldbedragen tot een totaalbedrag van € 21.200,-;
feit 2 subsidiair
meermalen in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023, te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, voorwerpen, te weten een geldbedrag van € 21.200,-, althans één of meer geldbedragen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
feit 3
meermalen, in de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, elektrische bakfietsen, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen en van opzetheling een gewoonte hebben gemaakt;
feit 4
meermalen, in de periode van 27 juni 2022 tot en met 17 maart 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meerdere aankoopfacturen, te weten:
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [A] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 8 januari 2021;
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [B] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 maart 2022;
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [C] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 oktober 2021;
- een factuur van Juizz, aangekocht door [D] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 juni 2022;
zijnde telkens een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers hebben verdachte, en/of zijn mededaders, telkens valselijk en in strijd met de waarheid genoemde facturen onder meer - zakelijk weergegeven - voorzien van een logo van een fietsverkoper/fietsfabrikant met daarop gegevens van de aankoopdatum en de koper en het klantnummer en factuurnummer en de gegevens van een elektrische bakfiets met een framenummer, terwijl in werkelijkheid de bedrijven Smart Urban Mobility en/of Juizz geen van deze facturen hebben uitgegeven en/of op deze factu(u)r(en) valse data/datum en/of koper(s) en/of klantnummer(s) en/of factuurnummer(s) en/of framenummer(s) zijn vermeld, zulks met het oogmerk om deze geschriften telkens als echt en onvervalst te gebruiken;
feit 5
meermalen, in de periode van 27 juni 2022 tot en met 17 maart 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse en/of vervalste aankoopfacturen, te weten:
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [A] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 8 januari 2021, en
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [B] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 maart 2022, en
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [C] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 oktober 2021, en
- een factuur van Juizz, aangekocht door [D] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 juni 2022,
zijnde telkens een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, bestaande dat gebruiken hierin dat verdachte, en/of zijn mededaders) genoemde factu)ren hebben getoond en/of verstrekt aan de kopers van de elektrische bakfietsen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 en feit 5:de eendaadse samenloop van:
medeplegen van oplichting
en
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals/vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
feit 2 subsidiair
van het medeplegen van eenvoudig witwassen een gewoonte maken;
feit 3
van het medeplegen van opzetheling een gewoonte maken;
feit 4
medeplegen van valsheid in geschrift.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 365 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 200 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden toezicht door de reclassering, het meewerken aan een traject voor opleiding en werk, het meewerken aan schuldsanering en een ambulante behandeling bij De Waag.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich voor wat betreft de strafoplegging en de eventueel daaraan te verbinden bijzondere voorwaarden aan het oordeel van de rechtbank. Wel heeft de verdediging verzocht om bij een eventuele strafoplegging rekening te houden met de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten, het tijdsverloop sinds de aanhouding van verdachte en het feit dat verdachte zich sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis keurig aan de schorsingsvoorwaarden heeft gehouden. Verdachte is naar het oordeel van de verdediging vooral gebaat bij hulp. Gelet op het voorgaande is de strafeis van de officier van justitie naar het oordeel van de verdediging dan ook aan de hoge kant.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan oplichting, valsheid in geschrift, witwassen en heling door via Marktplaats gestolen elektrische bakfietsen te verkopen, terwijl hij zich onder een valse naam voordeed als de rechtmatige eigenaar van die elektrische bakfietsen. Daarbij werden de bakfietsen van een vals framenummer en een valse althans vervalste aankoopfactuur voorzien, zodat de koper op het moment van de aankoop niet op eenvoudige wijze zou kunnen ontdekken dat het om een gestolen bakfiets ging. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij op geen enkel moment stil heeft gestaan bij de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers en zich enkel heeft laten leiden door zijn behoefte om geld te willen verdienen. Met zijn werkwijze heeft verdachte veelal jonge gezinnen – de doelgroep voor de betreffende elektrische bakfietsen – financieel op ernstige wijze benadeeld.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
  • een uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) betreffende verdachte van 26 oktober 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor een soortgelijk feiten is veroordeeld en dat hij op het moment van de bewezenverklaarde feiten nog in een twee proeftijden liep. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee;
  • het reclasseringsadvies van 25 mei 2023 van Reclassering Nederland, opgemaakt door mevrouw M. Broekstra, reclasseringswerker;
  • het aanvullende reclasseringsadvies van 31 oktober 2023 van Reclassering Nederland, opgemaakt door de heer A. Bouassa, reclasseringswerker.
Strafoplegging
De rechtbank heeft acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en op de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor de oplichting (feit 1) zoals die door verdachte is gepleegd, is het uitgangspunt van de LOVS een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een duur tussen 2 en 5 maanden en/of een taakstraf. Ook het witwassen (feit 2), het vervalsen van de facturen (feit 4) en gebruik maken van die valse facturen (feit 5) kunnen onder het hiervoor genoemde oriëntatiepunt van de LOVS worden gebracht. Voor de heling (feit 3) kent de LOVS geen oriëntatiepunt. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van eendaadse samenloop tussen de oplichting (feit 1) en het gebruik maken van de valse facturen (feit 5). Gelet hierop kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een straf, in overeenstemming met de eis van de officier van justitie, in dit geval passend en geboden is. De rechtbank zal aan verdachte daarom een gevangenisstraf opleggen van 365 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan een deel van 200 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Dat betekent dat verdachte op dit moment niet terug de gevangenis in hoeft. Aan het voorwaardelijke deel van de straf zullen algemene en bijzondere voorwaarden worden verbonden om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en om de kans op recidive te verkleinen. De rechtbank legt onder andere de volgende bijzondere voorwaarden op: toezicht en begeleiding door de reclassering, dagbesteding in de vorm van opleiding en/of werk, het meewerken aan schuldsanering en een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn, blijkens de ter zitting door de officier van justitie aan de rechtbank en de verdediging overhandigde beslaglijst, gedateerd 9 november 2023, de volgende goederen in beslag genomen:
Telefoontoestel, grijs, merk Apple (G3137671);
Telefoontoestel, zwart, merk Apple (G3137766);
Telefoontoestel, zwart, merk Apple (G3137776);
Papier, Univé (G3137785);
Horloge, zilverkleurig, merk Rolex (G3137743);
Tas, zwart, merk Louis Vuitton (G3137767);
Bril (zonnebril) in Dita doos, zwart, merk Louis Vuitton (G3137761);
Mes, Böker Kalashnikov (G3137765);
Geldbedrag van € 50,- (G3137711);
Geldbedrag van € 23.300,- (geen omschrijving);
Smartwatch, zwart, merk Apple (G3137760);
Autoambulance, [kenteken 1] , grijs, merk Citroën, met sleutels (G3107526);
Accu (3 stuks), zwart, merk Bosch (G3137688);
Fietscomputer, zwart, merk Bosch (G3137692);
Bakfiets, zwart, merk Urban (G3137696);
Geld vals (G3137768);
Printer, zwart, merk HP (G3137763);
Kabel, oplader voor de printer, zwart merk HP (G3137764);
Horloge, zilverkleurig, merk Rolex (G313777).
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de hierboven genoemde goederen het volgende gevorderd:
  • verbeurdverklaring van de goederen: 1, 3, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 14, 19;
  • onttrekking aan het verkeer van de goederen: 8, 16;
  • teruggave aan verdachte van de goederen: 2, 4, 11, 17, 18;
  • bewaring ten behoeve van de eigenaar van goed: 15.
Met betrekking tot het goed met nummer 12, de autoambulance van het merk Citroën, heeft de officier van justitie toegelicht dat deze inmiddels verkocht is en dat de opbrengst daarvan € 6.000,- bedroeg. Met betrekking tot goed met nummer 15, de bakfiets van het merk Urban, heeft de officier van justitie toegelicht dat hiervan tot op heden geen rechthebbende bekend is geworden en dat de bakfiets daarom bewaard dient te worden ten behoeve van de rechthebbende.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de autoambulance (goednummer 12) aangevoerd dat deze niet aan verdachte maar aan zijn oom toebehoorde. Zijn oom heeft de autoambulance betaald en er is een overeenkomst tussen verdachte en zijn oom dat, zolang verdachte de autoambulance niet aan hem heeft afbetaald, de autoambulance eigendom blijft van de oom. De autoambulance had om die reden niet verkocht mogen worden. De verkoop is overigens ook niet aan verdachte bekend gemaakt, wat wel had gemoeten. Het geldbedrag van
€ 6.000,-, waarvoor de autoambulance verkocht is, moet dus aan de oom van verdachte worden uitgekeerd. Ten aanzien van het geldbedrag van € 23.000,- (goednummer 10) dat tijdens de huiszoeking in de woning van verdachte in beslag is genomen heeft de raadsman betoogd dat dit geld voor een bedrag van € 15.000,- toebehoort aan de broer van verdachte en voor het overige aan de zus van verdachte. De verdediging verzoekt dan ook de teruggave daarvan. Dat zijn broer [broer] tijdens de aanhouding van verdachte niets over de herkomst van het aangetroffen geld heeft gezegd is niet vreemd aangezien zijn twee broers op dat moment werden gearresteerd. De aangetroffen accu’s (goednummer 13) zijn niet van een misdrijf afkomstig. Deze moeten dan ook worden teruggegeven aan verdachte. Ten aanzien van de overige goederen op de beslaglijst heeft de raadsman zich onthouden van opmerkingen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de goederen met goednummers 1, 3, 12, 13 en 14 verbeurd moeten worden verklaard. Volgens de rechtbank staat voldoende vast dat deze goederen zijn gebruikt bij het plegen van de bewezenverklaarde feiten en/of met de opbrengst daarvan zijn verkregen, een en ander als bedoeld in de artikelen 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht. Dat de autoambulance (goednummer 12) eigendom zou zijn van de oom van verdachte is onvoldoende door verdachte aangetoond. Van de betreffende afspraak tussen verdachte en zijn oom is geen enkel bewijs overgelegd. De rechtbank gaat hier dan ook aan voorbij.
Met betrekking tot de inbeslaggenomen geldbedragen (goednummers 9 en 10) geldt dat hierop conservatoir beslag is gelegd en dat de rechtbank hierop geen beslissing hoeft te nemen.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat de goederen met goednummers 5, 6, 7, 8, 16 en 19 op grond van het bepaalde in artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht aan het verkeer moeten worden onttrokken. Het gaat hier om goederen waarvan is gebleken dat deze vals zijn, althans van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de bewezenverklaarde feiten aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.
De goederen met goednummers 2, 4, 11, 17 en 18 zullen aan de verdachte worden teruggeven omdat niet is gebleken dat deze goederen bij de door verdachte gepleegde feiten zijn gebruikt.
De rechtbank zal bepalen dat de bakfiets (goednummer 15) dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

10.BENADEELDE PARTIJEN

[benadeelde 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 323,30. Dit bedrag bestaat uit € 308,74 materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit en een proceskostenvergoeding van € 14,56.
[benadeelde 5]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.340,-. Dit bedrag bestaat uit € 3.100,- aan materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit en een proceskostenvergoeding van € 240,-.
[benadeelde 6]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 4.300,- aan materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit. Dit betreft een voorwaardelijk vordering voor het geval [benadeelde 6] de bakfiets moet afgeven aan de voormalig eigenaar.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen van [benadeelde 3] en [benadeelde 5] geheel toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft verzocht om aan een op te leggen schadevergoedingsmaatregel bij niet betaling door verdachte geen aanvullende gijzeling te verbinden, omdat de door de benadeelde partijen gevorderde schade uit de bij verdachte in beslaggenomen geldbedragen kan worden voldaan waarop conservatoir beslag rust. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd om de vordering van [benadeelde 6] niet-ontvankelijk te verklaren, omdat er sprake is van een voorwaardelijk verzoek tot schadevergoeding en hij geen schade heeft geleden. Niet gebleken is immers dat [benadeelde 6] de bakfiets aan de voormalig eigenaar heeft moeten teruggeven.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de vordering van [benadeelde 3] primair op het standpunt gesteld dat deze niet-ontvankelijk dient te worden verklaard en zich subsidiair gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 5] heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 6] heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde 3]
Uit de schriftelijke toelichting bij de door [benadeelde 3] ingediende vordering tot schadevergoeding volgt dat het door haar gevorderde bedrag van € 308,74 bestaat uit:
(i) de kosten van rijklaar maken van de bakfiets van € 277,10, (ii) de reiskosten naar de ‘plaats delict’ van € 8,12 en (iii) de reiskosten van en naar het politiebureau om aangifte te doen van € 23,52. Naar oordeel van de rechtbank heeft [benadeelde 3] de kosten van rijklaar maken van de bakfiets en de reiskosten naar het politiebureau voldoende onderbouwd. Dit betekent dat de rechtbank deze twee posten hoofdelijk zal toewijzen. De reiskosten naar de ‘plaats delict’ zullen worden afgewezen. Tijdens de behandeling van de zaak ter terechtzitting is komen vast te staan dat [benadeelde 3] de bakfiets nog steeds in gebruik heeft. Dat betekent dat zij de reiskosten naar de plaats waar zij de bakfiets van verdachte heeft gekocht, door haar aangeduid als ‘plaats delict’, dus niet voor niets heeft gemaakt. Dat betekent dat deze kosten om die reden dus niet als vergoedbare schade kunnen worden aangemerkt.
De gevorderde wettelijke rente zal als volgt worden toegewezen. De wettelijke rente zal voor het bedrag van € 277,10 worden toegewezen met ingang van 6 december 2022. Dat is de datum waarop deze kosten aan [benadeelde 3] in rekening zijn gebracht. De wettelijke rente over de toegewezen reiskosten van € 23,52 zal worden toegewezen als volgt: (a) voor een bedrag van € 7,84 met ingang van 20 oktober 2022 en (b) voor een bedrag van € 15,68 met ingang van 25 november 2022.
Als waarborg voor de betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 3] aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 300,62 vermeerderd met de wettelijke rente zoals hiervoor weergegeven. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan [benadeelde 3] in mindering gebracht. Dat geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan [benadeelde 3] . De rechtbank zal aan het niet voldoen door verdachte aan de schadevergoedingsmaatregel geen gijzeling verbinden. Uit de toelichting van de officier van justitie is immers gebleken dat het door verdachte te betalen bedrag geheel uit de bij verdachte in beslag genomen gelden kan worden voldaan.
Naast de hiervoor genoemde schade heeft [benadeelde 3] eveneens verzocht om een vergoeding van haar proceskosten bestaande uit reiskosten van en naar de rechtbank voor het bijwonen van de zitting voor een bedrag van € 14,56. Deze kosten zijn voldoende onderbouwd en zullen door de rechtbank worden toegewezen.
[benadeelde 5]
heeft voldoende onderbouwd dat zij schade heeft geleden voor een bedrag van € 3.100,- omdat zij de door haar van verdachte gekochte bakfiets op enig moment na de aangifte bij de politie aan de politie heeft moeten afstaan en zij deze bakfiets niet heeft teruggekregen. Het gevorderde bedrag van € 3.100,- zal daarom hoofdelijk worden toegewezen. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen met ingang van 1 april 2023, omdat de rechtbank ervan uitgaat dat [benadeelde 5] in ieder geval vanaf die datum niet meer in het bezit was van de bakfiets en vanaf dat moment dus schade heeft geleden.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde 5] aan verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.100,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan [benadeelde 5] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan [benadeelde 5] . De rechtbank zal aan het niet voldoen door verdachte aan de schadevergoedingsmaatregel geen gijzeling verbinden. Uit de toelichting van de officier van justitie is immers gebleken dat het door verdachte te betalen bedrag geheel uit de bij verdachte in beslag genomen gelden kan worden voldaan.
Naast de hiervoor genoemde schade heeft [benadeelde 5] eveneens verzocht om een vergoeding van haar proceskosten bestaande uit gederfde inkomsten omdat zij een halve dag niet gewerkt heeft voor het bijwonen van de zitting. Dit betreft een bedrag van € 240,-. Deze kosten zijn onvoldoende onderbouwd met bewijsstukken en de benadeelde partij zal in zoverre door de rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard.
[benadeelde 6]
Uit de schriftelijk toelichting bij de ingediende vordering volgt dat [benadeelde 6] de door hem van verdachte gekochte bakfiets nog steeds in zijn bezit heeft en daar ook gebruik van maakt. Dit betekent dat [benadeelde 6] tot op heden geen schade heeft geleden. Om die reden zal [benadeelde 6] daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding.

11.VORDERINGEN TOT TENUITVOERLEGGING

De officier van justitie heeft de (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging gevorderd van twee eerdere voorwaardelijke veroordelingen. Het betreft parketnummers 16-0023300-22 en
21-002681-18.
Parketnummer 16-0023300-22
Bij vonnis van de politierechter Midden-Nederland te Utrecht van 16 mei 2022 is verdachte onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren met een proeftijd van twee jaren.
11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging toe te wijzen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht deze werkstraf toe te wijzen.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich voor het einde van zijn proeftijd schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. De vordering is derhalve toewijsbaar. De rechtbank zal de vordering in zijn geheel toewijzen. Bij deze beslissing is rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte.
Parketnummer 21-002681-18
Bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem van 10 juni 2021 is verdachte onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van 193 dagen met een proeftijd van twee jaren.
11.4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om een gevangenisstraf van 4 maanden toe te wijzen en deze om te zetten in een werkstraf van 240 uren.
11.5
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om de proeftijd te verlengen, dan wel de werkstraf te verminderen. Als verdachte ook deze werkstraf zou moeten uitvoeren, dan leidt dat in totaal (tezamen met de hiervoor gevorderde tenuitvoerlegging met parketnummer 16-0023300-22) tot een werkstraf van 280 uren, wat fors is. Er moet voor gewaakt worden dat een werkstraf zijn behandeling en werk niet gaat dwarsbomen.
11.6
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de verdachte zich voor het einde van zijn proeftijd schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. De door de officier van justitie gevorderde tenuitvoerlegging is derhalve toewijsbaar, met dien verstande dat de rechtbank het in een werkstraf om te zetten aantal van 120 dagen (4 maanden) jeugddetentie, overeenkomstig het bepaalde in artikel 77m lid 4 van het Wetboek van Strafrecht, zal bepalen op het in dat artikel bepaalde maximum van 200 uren. Bij deze beslissing is rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 36f, 47, 55, 57, 225, 326, 416, 417, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 primair is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het onder feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
  • veroordeelt verdachte tot
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van dan de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt
  • stelt daarbij een
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich binnen drie (3) dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Zwarte Woud 2 te (3524 SJ) Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
  • zijn medewerking verleent aan ambulante behandeling bij de Waag of een soortgelijke instelling, zolang dit noodzakelijk wordt geacht door de reclassering. Daarnaast houdt verdachte zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • zijn medewerking verleent en zich inspant voor het verkrijgen en/of behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van school en/of werk;
  • meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- waarbij de reclassering de opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van deze voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslag
- onttrekt de volgende goederen aan het verkeer:
  • Horloge (G3137743);
  • Tas (G3137767);
  • Bril (zonnebril) (G3137761);
  • Mes (G3137765);
  • Geld vals (G3137768);
  • Horloge (G313777);
- verklaart de volgende goederen verbeurd:
  • Telefoontoestel (G3137671);
  • Telefoontoestel (G3137776);
  • Autoambulance, [kenteken 1] , met sleutels (G3107526);
  • Accu (3 stuks) (G3137688);
  • Fietscomputer (G3137692);
- gelast teruggave aan verdachte het volgende goed / de volgende goederen:
  • Telefoontoestel (G3137766);
  • Papier, Univé (G3137785);
  • Smartwatch (G3137760);
  • Printer (G3137763);
  • Kabel (G3137764);
- gelast bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het volgende goed:
 Bakfiets (G3137696);
Benadeelde partijen
[benadeelde 3]
  • wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 300,62;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
  • 6 december 2022 voor een bedrag van € 277,10,
  • 20 oktober 2022 voor een bedrag van € 7,84,
  • 25 november 2022 voor een bedrag van € 15,68,
tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • wijst de vordering van [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 14,56;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 300,62 te betalen, waarvan:
  • € 277,10 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 december 2022,
  • € 7,84 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2022,
  • € 15,68 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2022,
tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
[benadeelde 5]
  • wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 3.100,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [benadeelde 5] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 3.100,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
[benadeelde 6]
  • verklaart [benadeelde 6] niet-ontvankelijk in zijn vordering;
  • veroordeelt [benadeelde 6] in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16-0023300-22
  • wijst de vordering toe;
  • beveelt de tenuitvoerlegging van de door de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht bij vonnis van 16 mei 2022 opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren;
  • beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 20 dagen hechtenis;
Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 21-002681-18
  • wijst de vordering toe;
  • beveelt de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 10 juni 2021 opgelegde jeugddetentie, zijnde 120 dagen;
  • gelast in plaats van deze vrijheidsstraf het verrichten van een taakstraf voor de maximale duur van 200 uren;
  • beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen jeugddetentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Terstegge, voorzitter, mr. L.E. Verschoor-Bergsma en mr. I.G.C. Bij de Vaate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 december 2023.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 te Utrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer personen (telkens) heeft bewogen tot afgifte/betaling van een of meerdere aankoop-/geldbedrag(en), te weten:
- [benadeelde 1] tot een bedrag van € 2700,-, en/of
- [benadeelde 2] tot een bedrag van € 3750,-, en/of
- [benadeelde 3] tot een bedrag van € 4000,-, en/of
- [benadeelde 4] tot een bedrag van € 3350,-, en/of
- [benadeelde 5] tot een bedrag van € 3100,- en/of
- [benadeelde 6] tot een bedrag van € 4300,-,
in elk geval enig geldbedrag, althans enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan op Marktplaats en/of (vervolgens) WhatsApp als een bonafide verkoper van een (elektrische) bakfiets, en/of
- de aangeboden (elektrische) bakfietsen voorzien van een ander framenummer door over het originele framenummer een sticker geplakt met een eigengemaakt framenummer, en/of
- een gefalsificeerde factuur opgemaakt en/of heeft laten opmaken, corresponderend met het eigengemaakte framenummer en deze aan de kopers getoond als zijnde een origineel factuur van de (elektrische bakfiets), en/of
- de (elektrische) bakfiets verkocht als ware die bakfiets van hem, verdachte en/of zijn mededader(s) en/of personen waarvoor zij handelen, als gevolg waarvan bovengenoemde personen, werden bewogen tot afgifte/betaling van een of meer geldbedragen (tot een totaalbedrag van ongeveer € 21.200,-);
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 2
primair
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023, te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, voorwerpen, te weten een geldbedrag van € 21.200,-, althans één of meer geldbedragen, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van voorwerpen, te weten één of meer geldbedragen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 420bis lid 1 aanhef en onder b Wetboek van Strafrecht, art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023, te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met ene of meer anderen, althans alleen, voorwerpen, te weten een geldbedrag van € 21.200,-, althans één of meer geldbedragen, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 420bis.1 lid 1 aanhef en onder b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 3
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meer (elektrische) bakfietsen, althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof en/of van opzetheling een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
(art 416 lid 1 aanhef en onder a Wetboek van Strafrecht, art 417 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 4
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 te Utrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer aankoopfacturen, te weten:
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [A] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 8 januari 2021;
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [B] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 maart 2022;
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [C] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 oktober 2021;
- een factuur van Juizz, aangekocht door [D] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 juni 2022
zijnde (telkens) een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid genoemde factu(u)r(en) (onder meer) - zakelijk weergegeven - voorzien van een logo van een fietsenmaker/fietsverkoper/fietsfabrikant met daarop gegevens van de aankoopdatum en/of de koper en/of het klantnummer en/of factuurnummer en/of de gegevens van een (elektrische) bakfiets met een framenummer, terwijl in werkelijkheid de bedrijven Smart Urban Mobility en/of Juizz geen van deze factu(u)r(en) heeft/hebben uitgegeven en/of op deze factu(u)r(en) valse data/datum en/of koper(s) en/of klantnummer(s) en/of factuurnummer(s) en/of framenummer(s) zijn vermeld, zulks met het oogmerk om dit/deze geschrift(en) (telkens) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
(art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van Strafrecht)
feit 5
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 27 juni 2022 tot en met 22 maart 2023 te Utrecht, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad een of meer valse en/of vervalste aankoopfacturen, te weten:
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [A] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 8 januari 2021, en/of
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [B] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 maart 2022, en/of
- een factuur van Smart Urban Mobility, aangekocht door [C] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 oktober 2021, en/of
- een factuur van Juizz, aangekocht door [D] nr. [factuurnummer] met klantnummer [klantnummer] d.d. 16 juni 2022,
zijnde (telkens) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, bestaande dat gebruiken en/of afleveren hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), genoemde factu(u)r(en) heeft/hebben getoond en/of verstrekt aan de koper(s) van de (elektrische) bakfiets.
(art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 aanhef en onder 1 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: de bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4 en feit 5
De verklaring van verdachte ter terechtzitting:
Ik ben benaderd door iemand om een fiets voor hem te gaan verkopen. In het verleden heb ik gestolen fietsen verkocht, dat wist die persoon, dus zo ben ik er weer in gerold. Hij zette de advertentie op Marktplaats. Hij chatte met mensen en soms deed ik dat om hem te helpen. Ik ging alleen naar de verkoop. Ik wist dat het niet helemaal koosjer was. De facturen kreeg ik van hem en hij plakte valse framenummers op de fietsen. Ik heb de fiets afgeleverd bij [benadeelde 2] . Ik wist dat de andere persoon blanco facturen gebruikte en telkens alleen het framenummer en de naam aanpaste.
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] van 2 juni 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
“De elektrische bakfiets is vannacht gestolen.”
Merk/type: Urban Arrow Family
Framenummer: [framenummer] [2]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] van 17 februari 2023, waarin, zakelijk weergegeven, het volgende staat:
Mijn vader zag op Marktplaats een Urban Arrow bakfiets te koop aangeboden. Hij heeft chatcontact gehad met de verkoper via de Marktplaatsapplicatie. De advertentie was op naam van een vrouw. Het contact verliep verder telefonisch/via WhatsApp met een man. Het betrof telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
Op 27 juni 2022 ben ik naar de [straat] in [plaats] gereden. Daar zag ik een man met de bakfiets. De man kon voor de Urban Arrow bakfiets een bon overhandigen van de winkel Smart Urban Mobility. Het framenummer op de bon kwam overeen met de stikker met framenummer die op de fiets zat. Dit betrof framenummer: [framenummer] . Ik heb in totaal een bedrag van 2700,00 euro voor de bakfiets betaald, waarvan 1.600 euro contant aan de man op de [straat] . Mijn vader heeft op 27 juni 2022 en een bedrag van 1100,00 euro overgemaakt op bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] , op naam van [A] . [3]
Een aankoopfactuur voor een Urban Arrow bakfiets die als bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] is gevoegd, waaruit – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
SMART URBAN MOBILITY
De heer [A] : [factuurnummer]
Klantnummer : [klantnummer]
Datum :08.01.21
URBAN ARROW FAMILY PERFORMANCE LINE ZWART
Framenummer : [framenummer] [4]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] van 28 september 2022, waarin zakelijk weergegeven, het volgende staat:
“Onze bakfiets is gestolen.”
Merk/type: Urban Arrow Family Performance Line Plus Wit 2022
Framenummer: [framenummer] [5]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] van 20 oktober 2022, waarin zakelijk weergegeven het volgende staat:
Op 16 oktober 2022 zag ik op marktplaats een advertentie staan voor een witte Urban Arrow elektrische bakfiets. De verkoper was genaamd " [accountnaam 2] " was. Op dinsdag 18 oktober 2022 heb ik aan de verkoper gevraagd om een afspraak te maken. Ik ben met de verkoper overeengekomen om op 20 oktober 2022 de bakfiets te kopen. Ik ben naar de [straat 2] gereden, waar de verkoper met de bakfiets stond. De man overhandigde mij een factuur. Het framenummer op de sticker, [framenummer] , kwam overeen met het framenummer op de factuur. Ik heb de man 4000 euro in contanten overhandigd. Ik zag dat man in een auto stapte en wegreed. Ik weet bijna zeker dat het een witte Volkswagen Golf was. Ik zag dat naast de sticker met het framenummer een ander framenummer ingeslagen stond dan op de sticker. Ik zag dat dit het volgende framenummer was: [framenummer] . [6]
Een aankoopfactuur voor een Urban Arrow bakfiets die als bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] en [verbalisant 14] , is gevoegd, waaruit – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
SMART URBAN MOBILITY
De heer [B] : [factuurnummer]
Klantnummer : [klantnummer]
Datum :16.03.22
URBAN ARROW FAMILY PERFORMANCE LINE WIT
Framenummer : [framenummer] [7]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 28 oktober 2022 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik bekeek de door Marktplaats toegezonden gevorderde gegevens behorend bij het advertentienummer [advertentienummer] . Ik zag het volgende:
Dit marktplaatsaccount is aangemaakt met de volgende gegevens:
E-mail: [e-mailadres 3]
Gebruikersnaam: [accountnaam 2] [8]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 27 juli 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
De volgende historische gegevens zijn gevorderd bij Marktplaats BV: Alle marktplaatsadvertenties, marktplaatsaccounts en of gebruikersgegevens die vanaf IP-adres [IP-adres 1] zijn aangemaakt, opgesteld of verzonden, in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2023. Het boven genoemde IP-adres bleek van de internetverbinding te zijn [adres 1] te [woonplaats] . Verdachte [verdachte] is op de [adres 1] te [woonplaats] ingeschreven. De gegevens zijn door Marktplaats BV verstrekt voor onderzoek. Ik zag dat er in totaal 70 marktplaatsadvertenties vanaf dit IP-adres in de gevorderde periode waren geplaatst. Ik zag dat tien advertenties Marktplaatsadvertenties betrekking hadden op de verkoop van elektrische bakfietsen. Ik zag de volgende geplaatste advertenties van elektrische bakfietsen vanaf het onderzochte IP-adres: Advertentienummers: [advertentienummer] , [advertentienummer] , [advertentienummer] , [advertentienummer] , gekoppeld e-mailadres: [e-mailadres 3] [9]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 14 januari 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op woensdag 12 januari 2023 hoorde ik dat er mogelijk een heling had plaatsgevonden op de [straat 3] te [plaats] . Ik heb daarop contact opgenomen met de betrokkenen [benadeelde 4] . Ik hoorde [benadeelde 4] het volgende verklaren: “Op marktplaats vond ik een Urban Arrow. Deze werd te koop aangeboden door een account met de naam [naam] . Wij hadden we contact via WhatsApp. Zijn emailadres was [e-mailadres 4] . Wij spraken af op de [adres 2] te [plaats] . Ik ben er samen met mijn dochter heen gegaan. Wij hebben contant het bedrag aan de man betaald.” [10]
Proces-verbaalnummer: PL0900-2023010623-2
Een proces-verbaal van verdenking van [verbalisant 6] van 14 januari 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op dinsdag 10 januari 2022 worden collega’s gezonden naar de [straat 3] te [plaats] waar een slachtoffer een bakfiets had gekocht die van diefstal afkomstig bleek te zijn. Zij verklaarden dat zij op marktplaats een elektrische bakfiets zagen staan en contact hadden opgenomen met de verkoper. Zij kwamen uit Friesland om de fiets te bekijken en eventueel te kopen. Na het maken van een proefrit werd besloten om tot koop over te gaan en werd er 3350,- euro contant betaald. De verkoper noemde zich [naam] en was bereikbaar onder telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Hiervan is een afzonderlijk proces-verbaal van bevindingen opgemaakt onder PL0900-2023010623. [11]
Een schermafbeelding, die als bijlage aan het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 14 januari 2023 is gehecht, waaruit – zakelijk weergegeven – blijkt dat de verkoper het volgende e-mailadres gebruikte:
[e-mailadres 1] [12]
Een aankoopfactuur voor een Urban Arrow bakfiets die als bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 14 januari 2023 is gehecht, waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
SMART URBAN MOBILITY
De heer [C] : [factuurnummer]
Klantnummer : [klantnummer]
Datum :16.10.21
URBAN ARROW FAMILYACTIE LINE PLUS
Framenummer: [framenummer] [13]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 25 januari 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
[benadeelde 4] had van de verkoper een afschrift gekregen van de aankoop van de Urban Arrow bakfiets. Ik heb het afschrift overlegd aan Urban Arrow Smart Mobility Center. Het bedrijf dat genoemd was op het afschrift. Het bedrijf verklaarde: “Deze factuur komt niet bij ons vandaan.” [14]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] en [verbalisant 7] van 30 maart 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op 22 maart 2023 was een autoambulance, voorzien van kenteken [kenteken 1] van het merk
Citroën, model Jumper, in beslag genomen van [verdachte] . Wij, verbalisanten hebben het inbeslaggenomen voertuig doorzocht Ik zag dat er honderden visitekaartjes in het midden console van de cabine lagen, met daarop de volgende informatie: " [bedrijfsnaam 2] , [e-mailadres 1] ". [15]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 14 april 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat.:
De officier van justitie heeft een bevel gegeven tot een vordering verstrekking historische gegevens aan het Infobox crimineel en onverklaarbaar vermogen. Deze vordering had betrekking had op [verdachte] geboren [geboortedatum] -1999 te [geboorteplaats] . Ik bekeek de gevorderde gegevens:
- Ik zag dat [verdachte] een bedrijf op zijn naam had staan genaamd: " [bedrijfsnaam 2] "
met KVK nummer: [KVK-nummer] .
- Ik zag dat bij het bedrijf de volgende gegevens hoorde, e-mailadres: [e-mailadres 2] en ingeschreven op de [adres 1] te [woonplaats] . [16]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] van 10 maart 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
“Mijn Urban Arrow Family Active Line Plus gestolen.”
Framenummer: [framenummer] [17]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] van 14 maart 2023 – waarin zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op dinsdag 14 maart 2023 was ik op het [straat 4] te [plaats] waar ik een bakfiets ging kopen die ik op marktplaats had gevonden. Deze bakfiets was van het merk Urban Arrow. Hierna volgende contact via marktplaats en Whatsapp. Ik ben met de verkoper een kooprijs overeengekomen van 3100 euro. De verkoper bood deze bakfiets aan onder de accountnaam aan van '' [accountnaam 1] '' uit [plaats] . Diezelfde dag zag ik een jongeman staan naast een bakfiets op het [straat 4] . Ik betaalde de man 3100 euro in contanten. Ter plekke heb ik via de site van de RDW het framenummer nog gecontroleerd, dit was [framenummer] . Hier kwam niet uit dat deze gestolen was. Ik zag een sticker zitten, ik haalde deze sticker eraf en zag toen een ander framenummer. Dit was nummer [framenummer] . [18]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 4 augustus 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Uit de vordering bij Marktplaats heeft politieambtenaar [verbalisant 12] de volgende gegevens
ontvangen:
Adverteerder: [e-mailadres 5]
IP adres: [IP-adres 2]
Naam bij advertentie: [accountnaam 1]
Plaats: [plaats] . [19]
Een geschrift dat als bijlage bij proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 4 augustus 2023, is gevoegd, waaruit – zakelijk weergegeven – volgt dat bij het Marktplaatsaccount met de naam [accountnaam 1] het volgende e-mailadres hoort:
[e-mailadres 6] [20]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 8] van 4 augustus 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Hierbij de uitslag van de BOB vordering van de volgende Marktplaats advertenties te
weten:
- [advertentienummer] ;
Adverteerder: [e-mailadres 6]
IP adres: [IP-adres 1] (NETHERLANDS)
- [advertentienummer] ;
Adverteerder: [e-mailadres 7]
IP adres: [IP-adres 1] (NETHERLANDS) [21]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] van 20 maart 2023 waarin – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende staat:
Ik heb op vrijdag 17 maart 2023 op de [adres 3] in [plaats] een Lovens Bakfiets Explore 65 gekocht voor 4300 euro heb contant betaald. Deze fiets werd te koop aangeboden op Marktplaats. De aankoopbon zat erbij. Het chassisnummer op de aankoopbon kwam overeen met het chassisnummer op de fiets. Op 18 maart kwam ik erachter dat de accu gloednieuw was. Ik heb toen alsnog het framenummer bekeken en zag toen dat er over het originele serienummer een nieuwe sticker was geplaatst met het serienummer wat ik gecontroleerd had. Vervolgens het serienummer onder deze sticker gecontroleerd en toen bleek de fiets als gestolen te zijn gesignaleerd. [22]
Een aankoopfactuur voor een Lovens bakfiets die als bijlage bij proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] , is gevoegd, waaruit – zakelijk weergegeven – het volgende volgt:
JUIZZ
De heer [D] : [factuurnummer]
Klantnummer : [klantnummer]
Datum :16.06.22
LOVENS EXPLORER 65
Framenummer: [framenummer] [23]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 3 april 2023 waarin– zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op donderdag 30 maart 2023 belde ik met aangever [benadeelde 6] . Ik vroeg hem of hij de acculader wilde bekijken omdat hij in zijn aangifte had verklaard dat deze gloednieuw was. Ik vroeg of er een stikker op de acculader zat. Ik hoorde hem zeggen dat dit het geval was en dat de naam die op de stikker stond [internetsite] was. [24]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 3 april 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op woensdag 22 februari 2023 deed ik onderzoek naar de bankgegevens van de heer [verdachte] . De volgende rekeningnummers zijn door mij onderzocht:
- betaalrekening [rekeningnummer 2] op naam van de heer [verdachte]
- spaarrekening [rekeningnummer 3] op naam van de heer [verdachte]
Ik bekeek de transacties op de betaalrekening en zag dat op 3 juli 2022 [benadeelde 2] een geldbedrag van 3450,00 euro naar dit rekeningnummer had overgeschreven. Ik zag dat het bedrag vervolgens direct werd overgemaakt naar de spaarrekening op naam van [verdachte] stond.
Op 27 juni 2022 had een oplichting/heling plaatsgevonden op de [straat] te [plaats] . Daar had het slachtoffer 1600,- euro contant betaald en 1100 over gemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [A] . Ik zag dat diezelfde dag een overschrijving plaatsvond naar de onderzochte betaalrekening van 1050,- euro vanaf rekeningnummer [rekeningnummer 1] op naam van [E] . Ik zag dat het rekeningnummer van [E] overeenkwam met het rekeningnummer van [A] . [25]
Spaarrekening
Ik onderzocht spaarrekening [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] . Ik zag dat er bij aanvang van de onderzoeksperiode 0,- euro op de spaarrekening stond. Ik zag dat aan het einde van de onderzochte periode op 3 februari 2023 opnieuw 0,- euro op de spaarrekening stond. Ik zag dat er in totaal wel 204 transactie van en naar de spaarrekening waren geweest. Ik zag dat er in totaal in de onderzochte periode 20.244,18 euro naar de rekening was gestort. Ik zag dat er in totaal ook weer 20.244,18 euro in diezelfde periode van de spaarrekening was opgenomen. Ik zag dat alle transacties vanaf en naar de onderzochte betaalrekening [rekeningnummer 2] waren. [26]
Een proces-verbaal van bevindingen [verbalisant 4] van 4 april 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik bekeek de bankafschriften die waren gevorderd van bankrekening [rekeningnummer 2] . Ik zag dat een betaling was gedaan op 5 januari 2023 van 120,00 euro bij [internetsite] . Ik heb telefonisch contact opgenomen met [internetsite] . Ik hoorde van de medewerker dat zij op 16 maart 2023 het kenteken hadden genoteerd van een auto van 2 klanten die hier vaker waren geweest om acculaders aan te schaffen. Het kenteken van deze auto is [kenteken 3] . Deze auto is 2 keer gecontroleerd voor verkeerszaken en toen was [verdachte] de bestuurder. Dit was op 17 januari 2023 en 13 maart 2023. [27]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 6] en [verbalisant 13] van 29 augustus 2022 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op maandag 29 augustus zagen wij over de [straat 5] te [plaats] een witte Volkswagen Golf GTI, voorzien van het kenteken [kenteken 2] rijden. Wij besloten de Volkswagen Golf controleren. De bestuurder bleek te zijn [verdachte] . Vervolgens doorzocht ik, [verbalisant 6] , het voertuig. Ik zag dat in de middenconsole van de auto 2 I-phones lagen, 1 grijze en 1 witte. Tevens zag ik dat op de bijrijdersstoel een blauwe I-phone lag en dat een zwarte in het vak naast de bestuurder lag. Ik, [verbalisant 6] , pakte de 2 I-phones uit het middenconsole en zag dat deze aangingen bij het aanraken. Ik zag dat op grijze telefoon een grote lijst van Marktplaats gesprekken zichtbaar was. Ik zag dat onder meer staan:
03.16: "E-Bike District: Hallo [accountnaam 3] , graag overnemen voor 3000 als dat mogelijk is mvg"
Gisteren 22:33 "Giant: Hallo [accountnaam 3] , ik wil het wel kopen voor 4000 Mvg"
Er bleek dat een advertentie op Marktplaats stond van iemand met de gebruikersnaam [accountnaam 3] met de tekst: "Urban arrow bakfiets performance line zgan ! ". In de advertentie stond een telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Ik, [verbalisant 6] , belde met mijn diensttelefoon naar dat nummer van [accountnaam 3] Ik zag op dat moment dat de grijze telefoon waarop alle marktplaats berichten stonden, direct overging. Hieruit concludeerde ik dat deze telefoon gekoppeld was aan het marktplaats account van [accountnaam 3] Voorts zagen wij dat op de andere telefoon die in het midden console was aangetroffen, de witte I-phone, eveneens een markplaats bericht stond. Ik zag dat daar hetzelfde bericht als op de grijze I-phone stond:
03.16: "E-Bike District: Hallo [accountnaam 3] , graag overnemen voor 3000 als dat mogelijk is mvg"
Alle aangetroffen telefoons werden door ons in beslaggenomen. Voorts had ik, [verbalisant 6] , naast de 2 telefoons in het midden console de pasjeshouder aangetroffen, deze lag op de telefoons, zijnde de grijze en de witte telefoons. Ik zag dat in de pashouder de navolgende passen zaten:
- ING-pas zat ten naam gesteld van [verdachte] met rekening nummer [rekeningnummer 2]
- Kentekenbewijs van de aangetroffen Volkswagen Golf, [kenteken 2] . [28]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 11] van 14 maart 2023, waarin – zakelijk weergegeven –het volgende staat:
Onze zwarte urban arrow bakfiets is gestolen.
Framenummer : [framenummer] [29]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 9] van 23 maart 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op woensdag 22 maart 2023 kreeg ik van het operationeel centrum het verzoek om te gaan naar de [adres 4] . Daar zo de beveiliging van [instelling] eerder op de avond twee mannen hebben gezien die in de fietsenstalling daar een bakfiets zouden hebben geplaatst. Ter plaatse liepen wij met de beveiliger naar de fietsenstalling. Ik zag een zwarte bakfiets van het merk Urban Arrow staan. Ik controleerde het framenummer van de bakfiets: [framenummer] . Ik zag in het politiesysteem dat de bakfiets met dit framenummer als gestolen gesignaleerd stond sinds 14 maart 2023.
Op diezelfde dag spraken wij de beveiliger die de melding had gedaan. Ik hoorde dat de beveiliger het volgende samengevat verklaarde:
- Dat hij vandaag op 22 maart 2023 twee jongens van mogelijk Noord-Afrikaanse afkomst de overgebleven bakfiets van het slot haalden en hem verderop verplaatsten in dezelfde fietsenstalling;
- Dat de jongens vervolgens instapten in een autoambulance en niet meer terugkwamen.
- Dat hij het idee had dat de jongens de bakfiets hadden 'koud gezet' om hem later
alsnog op te halen.
Ik zag op afstand dat de beveiliger naar ons aan het zwaaien was. Ik hoorde dat de beveiliger riep: "Daar staan ze! met die oplegger! Ze staan daar verder op bij de [adres 5] !" Ik zag vervolgens dat de jongens ons tegemoet reden op de [adres 5] in de richting van de [straat 6] . Ik zag dat het voertuig voorzien was van het kenteken: [kenteken 1] . Wij hielden diezelfde dag de twee jongens die in het voortuig zaten staande. De jongens bleken te zijn genaamd: [verdachte] en [medeverdachte 1] . Ik nam vervolgens telefonisch contact op met collega [verbalisant 10] die telefonisch contact had gelegd met de beveiliging. Ik zag dat de jongens voldeden aan de omschrijving die [verbalisant 10] gaf. In het voertuig werden later drie accu's en een computer van Urban Arrow aangetroffen. Ik zag dat de accu's van het merk Bosch, type Powerpack 500, kleur zwart zijn. Het is mij bekend dat deze accu's passen op de bakfiets van het merk URBAN ARROW. [30]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 6] van 23 maart 2023 waarin -zakelijk weergegeven – het volgende staat:
In de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] is de slaapkamer van verdachte en zijn broer [medeverdachte 1] doorzocht.
Qua geld werden de navolgende coupures in beslag genomen:
394 x 50 euro
2 x 100 euro
1. x 500 euro [31] .
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 11] van 31 oktober 2022 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
In dit onderzoek zijn een viertal telefoons in beslag genomen. Drie van hen zijn uitgelezen. Ik bekeek de witkleurige iPhone 11 met goednummer: 3037955 . Ik zag dat het laatst bekende MSISDN het volgende was: [telefoonnummer 4] . Ambtshalve is bekend dat het MSISDN het telefoonnummer is. Dit mobiele telefoonnummer stond geregistreerd op [verdachte] aan de [adres 1] in [woonplaats] . [32]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 11] van 15 november 2022 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik bekeek de data met betrekking tot de witkleurige iPhone 11, 3037955 . Ik opende het kopje 'user accounts'. Ik zag dat ook [e-mailadres 2] aan het account was gekoppeld.
De zoekterm 'Marktplaats' leverde in totaal 229 hits op in de telefoon. Ik bekeek daarbij de hits 'passwords'. Ik zag dat dit leidde naar een drietal (3) Marktplaats accounts, namelijk: [e-mailadres 7] (…). Deze accounts waren opgeslagen in de telefoon inclusief
wachtwoord.
Ik opende het kopje 'notes'. Ik zag dat hierin een tweetal (2) notities stonden welke leken op een advertentie ter verkoop van een elektrische bakfiets. Ik opende het kopje 'documents' om daarin te kijken of de eigenaar en/of gebruiker documenten op de telefoon hadden welke konden leiden tot één (1) van hen. Ik zag een document van 18 mei 2022. Ik zag dat dit een arrest was van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden welke betrekking had op [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1999, wonende [woonplaats] , [adres 1] . Ook stond het diploma van [verdachte] , MBO persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen op de telefoon. Verder stond ook het curriculum vitae van [verdachte] in de telefoon.
Ten einde het vaststellen van een eigenaar, gebruiker, Marktplaats accounts opende ik het kopje 'images'. Niet elk fotobestand op de telefoon is bekeken. Hieronder een opsomming van enkele bijzonderheden vanuit de foto's op de telefoon:
- Een tenlastelegging van 6 december 2021 van heling met daarin specifiek benoemd
Urban Arrow Active Line Plus. Ambtshalve is bekend dat verdachte [verdachte] op 6
december 2021 is aangehouden;
- Drie (3) verschillende screenshots van een bankrekening van de ING, met daarop: 'hr
[verdachte] ' [rekeningnummer 2] ;
- Een dagvaarding aan [verdachte] , [geboortedatum] 1999, [adres 1] , [postcode] in
[woonplaats] . Hierbij wordt verdachte gedagvaard te verschijnen op 16 mei 2022;
- Een foto van het Nederlandse paspoort van [verdachte] (voor- en achterzijde) [geboortedatum]
1999;
- Een veelvoud aan foto's van (elektrische) bakfietsen en fietscomputers.
Wat wel opviel is dat bij veelal de meeste gesprekken de verzender, vanuit telefoon, ' [verdachte] ' (owner) genaamd is. Hier staat dan het nummer [telefoonnummer 4] bij. [33]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 21 november 2022 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Op maandag 31 oktober 2022 deed ik onderzoek naar een inbeslaggenomen telefoon met goednummer:3037960. Het onderzoek richtte zich tot het achterhalen van de eigenaar, gebruiker, Marktplaats accounts. Ik zag dat dit een zwarte smartphone betrof van het merk Apple, type IPhone, versie 5s. Ik zag dat de telefoon de volgende koppelingen had
- Apple ID: [e-mailadres 8]
- telefoonnummer: [telefoonnummer 3]
Ik zag dat er op de telefoon gebruik werd gemaakt van de volgende drie emailadressen:
[e-mailadres 2] , (…), [e-mailadres 8]
Ik zag 38 WhatsApp gesprekken en dat deze gesprekken waren gevoerd in de periode van 26-5-2022 tot en met 28-8-2022 en dat de gebruiker van de telefoon correspondeerde onder de gebruikersnaam " [accountnaam 3] " Ik zag dat ten minste 17 van deze 38 chatgesprekken duidelijk betrekking hadden op de verkoop van elektrische bakfietsen. Ik zag dat " [accountnaam 3] " in deze chats de verkopende partij was. Ik zag dat er in de chatgesprekken prijsafspraken, verkooplocaties, datums en tijdstippen werden afgestemd.
Ik opende het mapje "Notities". Ik zag dat twee noties bestonden uit een opzet voor een
Marktplaatsadvertenties. Ik zag dat 4 advertenties betrekking hadden op Elektrische bakfietsen. Ik zag dat de verkoper op verschillende locaties met de geïnteresseerde afsprak. Dit betrof de volgende locaties: [adres 6] te [plaats] , [adres 7] te [plaats] , [adres 8] [plaats] en [adres 9] te [plaats] .
Ik bekeek de map met locatiegegevens om de identiteit van de gebruiker van de telefoon te kunnen vaststellen. Ik zag de telefoon in de periode 11-8-2018 tot en met 26-9-2022 vooral coördinaten gaf op de [locatie] . [34]
Een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 12] van 15 juni 2022, waarin, zakelijk weergegeven het volgende staat:
“Mijn fiets is vannacht gestolen”
Merk/type: Urban Arrow Family Active Plus
Framenummer: [framenummer] [35]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 10 november 2022 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik deed onderzoek naar de inbeslaggenomen goednummer:3037960. Dit betrof een zwarte smartphone van het merk Apple, type Iphone 5s.
Ik zag dat ik de chatgesprekken van applicatie WhatsApp op de bovengenoemde
gegevensdrager kon inzien. Ik zag dat de gebruiker van de gegevensdrager correspondeerde onder de naam “ [accountnaam 3] ” welke was gekoppeld aan telefoonnummer + [telefoonnummer 3] . Ik zag dat één van de chatgesprekken op 3 juli 2022 was met ene “ [benadeelde 2] ”. Ik zag dat in dit chatgesprek tot een locatie en tijdstip werd overeen gekomen, namelijk 17.50 uur op de [adres 10] te [plaats] op 3 juli 2022.
Ik zag dat “ [benadeelde 2] ” en “ [accountnaam 3] ” later op die avond opnieuw chatcontact hadden. Ik zag dat
[benadeelde 2] , om 20.58 uur, in de chat “ [accountnaam 3] ” confronteerde met het feit dat de bakfiets
gestolen was en dat hij verschillende gegevens van “ [accountnaam 3] ” had, waaronder bankgegevens,
een kenteken van een witte golf waarin “ [accountnaam 3] ” zou rijden en foto’s van “ [accountnaam 3] ” zelf.
Ik zag dat “ [benadeelde 2] ” zijn geld terug eiste en anders dreigde aangifte te doen.
Ik zag dat [benadeelde 2] een afbeelding van het framenummer deelde in de chat. Dit betrof
Framenummer: [framenummer] . Ik deed vervolgens onderzoek naar framenummer: [framenummer] door hier een integrale bevraging op uit te voeren. Ik zag dat hier onder andere twee aangiftes uit kwamen. Ik zag dat er op 15 juni 2022 aangifte was gedaan van de diefstal van een elektrische bakfiets onder BVH-nummer: PL1300-2022123103. Ik zag dat er op 7 juli 2022 een mutatierapport was aangemaakt onder hetzelfde BVH nummer.
Ik zag dat er in dit mutatierapport het volgende was vermeld:
Op 07/07/2022 kwam betrokkene [benadeelde 2] op het bureau met het verhaal dat hij een bakfiets via marktplaats heeft gekocht voor 3750 euro. Dit kan hij ook aantonen middels bankafschriften. Hij heeft via een markplaatsadvertentie contact gehad met [medeverdachte 2] . Die verkocht de bakfiets voor 3750. Hiervan is 300 euro cash betaald en de rest overgestort op het volgende IBAN nummer: [rekeningnummer 2] op de naam van [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] was bereikbaar onder telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Bij de verkoop kwam de verkoper in een witte Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2] . [36]
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 8] van 19 mei 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik heb de in beslag genomen telefoon van het merk Iphone en voorzien van goednummer 3137671 onderzocht.
Ik heb 7 chat berichten aangetroffen die relevant waren.
- Op 11-3-2023 11:30 uur komt een chat binnen van budget mob waarin gevraagd wordt om
een openstaande factuur te betalen en daarin wordt de emailadres [e-mailadres 2] genoemd.
- In deze chat gesprek fotografeert [verdachte] zijn identiteitsbewijs. Het is het identiteitsbewijs van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1999.
Ik heb daarin 63 foto's aangetroffen die relevant waren. Op deze foto's staan bakfietsen en stickers van framenummers ( [framenummer] ). [37]
Een proces-verbaal van [verbalisant 8] van 26 mei 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik heb de in beslag genomen Iphone, voorzien van goednummer 3137776 onderzocht. Ik zag dat de telefoon is gekoppeld aan de Apple ID: [e-mailadres 1] en de owner name is: iPhone van [verdachte] . Ik zag dat er werd gezocht op het merk Urban Arrow en onderdelen van een elektrische bakfiets zoals een Bosch accu en display. Tevens zag ik dat er werd gezocht op het adres [adres 11] en telefoonnummer: [telefoonnummer 5] . Ik zag dat dit de telefoonnummer is van de betrokkene [benadeelde 4] , die op 12 januari 2023 een bakfiets kocht op de [straat 3] . In het tabblad Notes zag ik twee notes staan die betrekking op een soort van Marktplaats tekst voor de verkoop van een bakfiets van het merk Urban Arrow. Ik zag 290 image bestanden staan waarvan 57 relevant waren. Ik zag dat 56 images
van een bakfiets waren en één image van een framenummer sticker. [38]
Een proces-verbaal van [verbalisant 8] van 28 juni 2023 waarin – zakelijk weergegeven – het volgende staat:
Ik heb de in beslag genomen Laptop van het merk HP Pavillion, goednummer 3137770, onderzocht. Ik zag drie Words bestanden staan. Het betreft bestanden van mogelijk een fake factuur van Urban Arrow. Ik zag drie bestanden. Twee bestanden betreft facturen van het bedrijf van Hidari en één bestand betreft de CV van [verdachte] . [39]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn, tenzij anders vermeld, als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal genummerd PL0900-2023053237, doorgenummerd 1 tot en met 916. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 681-682.
3.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 694-695.
4.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat als bijlage aan een proces-verbaal van bevindingen is gehecht, pagina 699.
5.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 669-670.
6.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 480-482.
7.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat als bijlage aan een proces-verbaal van bevindingen is gehecht, pagina 248,
8.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 510.
9.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 865-866.
10.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 702.
11.Een proces-verbaal van verdenking, pagina 592-593.
12.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat als bijlage aan een proces-verbaal van bevindingen is gehecht, pagina 705.
13.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat als bijlage aan een proces-verbaal van bevindingen is gehecht, pagina 707.
14.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 717.
15.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 646.
16.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 852.
17.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 671.
18.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 474-475.
19.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 897.
20.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat als bijlage aan een proces-verbaal van bevindingen is gehecht, pagina 899.
21.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 901.
22.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 725-726.
23.Een geschrift als bedoeld in artikel 344, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat als bijlage aan een proces-verbaal van bevindingen is gehecht, pagina 735.
24.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 742.
25.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 621-623.
26.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 626.
27.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 629.
28.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 97-101.
29.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 10.
30.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 12-14.
31.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 23.
32.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 113.
33.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 119-123.
34.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 334-337.
35.Een proces-verbaal van aangifte, pagina 675-676.
36.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 116-117.
37.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 752-753.
38.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 786.
39.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 825.