Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
- [benadeelde 1] ,
- [benadeelde 2] ,
- [benadeelde 3] ,
- [benadeelde 4] ,
- [benadeelde 5] , en
- [benadeelde 6] ,
€ 21.200,-;
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- het bankrekeningnummer van verdachte is in meerdere oplichtingszaken gebruikt;
- er is in twee zaken gebruik gemaakt van hetzelfde mobiele telefoonnummer dat aan verdachte gekoppeld kan worden;
- verschillende e-mailadressen die bij de oplichtingspraktijken zijn gebruikt kunnen aan verdachte worden gekoppeld. Zo is bijvoorbeeld het e-mailadres van het bedrijf van verdachte gebruikt, [e-mailadres 1] , maar ook het e-mailadres waarmee het bedrijf van verdachte is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, [e-mailadres 2] , welk adres weer gekoppeld is aan het huisadres van de verdachte, [adres 1] te [woonplaats] ;
- de voornoemde e-mailadressen zijn eveneens aangetroffen op een aantal van de in beslaggenomen telefoons;
- op de inbeslaggenomen telefoons zijn teksten voor Marktplaatsadvertenties aangetroffen die betrekking hebben op de verkoop van elektrische bakfietsen;
- enkele bij de oplichtingspraktijken gebruikte Marktplaatsadvertenties kunnen worden gekoppeld aan Marktplaatsaccounts en gebruikersnamen die via het IP-adres [IP-adres 1] aan het woonadres van verdachte, de [adres 1] te [woonplaats] , kunnen worden gekoppeld;
- de verkoper van de bakfietsen reed steeds in een witte Volkswagen Golf. Verdachte had de beschikking over een witte Volkswagen Golf. Het kenteken van die auto is door een slachtoffer van de oplichting genoemd;
- in de woning van verdachte is een laptop aangetroffen met daarop valse facturen voor elektrische bakfietsen;
- steeds werd bij de oplichting een valse/vervalste factuur gebruikt waarbij enkele nummers, waaronder het klantnummer gelijk bleven;
- in enkele zaken is hetzelfde valse framenummer van de elektrische bakfiets gebruikt;
- op de bij verdachte aangetroffen telefoons zijn foto’s gevonden met daarop stickers met een vals framenummer;
- op bij verdachte in beslag genomen telefoons zijn chatgesprekken aangetroffen die betrekking hebben op de aankoop van elektrische bakfietsen. Ook is een foto van het identiteitsbewijs van verdachte op zo’n telefoon aangetroffen;
- verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij wist dat bij de verkoop van de elektrische bakfietsen blanco facturen werden gebruikt waarop de naam en het framenummer werden aangepast.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
- een uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) betreffende verdachte van 26 oktober 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor een soortgelijk feiten is veroordeeld en dat hij op het moment van de bewezenverklaarde feiten nog in een twee proeftijden liep. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee;
- het reclasseringsadvies van 25 mei 2023 van Reclassering Nederland, opgemaakt door mevrouw M. Broekstra, reclasseringswerker;
- het aanvullende reclasseringsadvies van 31 oktober 2023 van Reclassering Nederland, opgemaakt door de heer A. Bouassa, reclasseringswerker.
9.BESLAG
- verbeurdverklaring van de goederen: 1, 3, 5, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 14, 19;
- onttrekking aan het verkeer van de goederen: 8, 16;
- teruggave aan verdachte van de goederen: 2, 4, 11, 17, 18;
- bewaring ten behoeve van de eigenaar van goed: 15.
€ 6.000,-, waarvoor de autoambulance verkocht is, moet dus aan de oom van verdachte worden uitgekeerd. Ten aanzien van het geldbedrag van € 23.000,- (goednummer 10) dat tijdens de huiszoeking in de woning van verdachte in beslag is genomen heeft de raadsman betoogd dat dit geld voor een bedrag van € 15.000,- toebehoort aan de broer van verdachte en voor het overige aan de zus van verdachte. De verdediging verzoekt dan ook de teruggave daarvan. Dat zijn broer [broer] tijdens de aanhouding van verdachte niets over de herkomst van het aangetroffen geld heeft gezegd is niet vreemd aangezien zijn twee broers op dat moment werden gearresteerd. De aangetroffen accu’s (goednummer 13) zijn niet van een misdrijf afkomstig. Deze moeten dan ook worden teruggegeven aan verdachte. Ten aanzien van de overige goederen op de beslaglijst heeft de raadsman zich onthouden van opmerkingen.
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.VORDERINGEN TOT TENUITVOERLEGGING
21-002681-18.
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
- verklaart het onder feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3, feit 4 en feit 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van dan de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt
- stelt daarbij een
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- zich binnen drie (3) dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, Zwarte Woud 2 te (3524 SJ) Utrecht. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zijn medewerking verleent aan ambulante behandeling bij de Waag of een soortgelijke instelling, zolang dit noodzakelijk wordt geacht door de reclassering. Daarnaast houdt verdachte zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zijn medewerking verleent en zich inspant voor het verkrijgen en/of behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van school en/of werk;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- Horloge (G3137743);
- Tas (G3137767);
- Bril (zonnebril) (G3137761);
- Mes (G3137765);
- Geld vals (G3137768);
- Horloge (G313777);
- Telefoontoestel (G3137671);
- Telefoontoestel (G3137776);
- Autoambulance, [kenteken 1] , met sleutels (G3107526);
- Accu (3 stuks) (G3137688);
- Fietscomputer (G3137692);
- Telefoontoestel (G3137766);
- Papier, Univé (G3137785);
- Smartwatch (G3137760);
- Printer (G3137763);
- Kabel (G3137764);
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 300,62;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
- 6 december 2022 voor een bedrag van € 277,10,
- 20 oktober 2022 voor een bedrag van € 7,84,
- 25 november 2022 voor een bedrag van € 15,68,
- wijst de vordering van [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 14,56;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 300,62 te betalen, waarvan:
- € 277,10 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 december 2022,
- € 7,84 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 oktober 2022,
- € 15,68 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 november 2022,
- wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 3.100,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [benadeelde 5] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 3.100,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart [benadeelde 6] niet-ontvankelijk in zijn vordering;
- veroordeelt [benadeelde 6] in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering toe;
- beveelt de tenuitvoerlegging van de door de politierechter van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht bij vonnis van 16 mei 2022 opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 20 dagen hechtenis;
- wijst de vordering toe;
- beveelt de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 10 juni 2021 opgelegde jeugddetentie, zijnde 120 dagen;
- gelast in plaats van deze vrijheidsstraf het verrichten van een taakstraf voor de maximale duur van 200 uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 dagen jeugddetentie.
Ik onderzocht spaarrekening [rekeningnummer 4] op naam van [verdachte] . Ik zag dat er bij aanvang van de onderzoeksperiode 0,- euro op de spaarrekening stond. Ik zag dat aan het einde van de onderzochte periode op 3 februari 2023 opnieuw 0,- euro op de spaarrekening stond. Ik zag dat er in totaal wel 204 transactie van en naar de spaarrekening waren geweest. Ik zag dat er in totaal in de onderzochte periode 20.244,18 euro naar de rekening was gestort. Ik zag dat er in totaal ook weer 20.244,18 euro in diezelfde periode van de spaarrekening was opgenomen. Ik zag dat alle transacties vanaf en naar de onderzochte betaalrekening [rekeningnummer 2] waren. [26]