3.4.De rechter vindt het belangrijk dat de kinderen goed bij de uitkomst van deze zaak begeleid en geïnformeerd worden, juist omdat zij hun vader graag vaker willen zien. Hierin is een rol weggelegd voor de GI en de moeder. Daarnaast zal de rechter, zoals afgesproken tijdens de zitting, de kinderen een brief sturen om haar beslissing zelf aan hen uit te leggen. De brief zal gelijktijdig met deze beschikking worden verzonden.
In die brief is het volgende opgenomen:
Beste [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ,
Zoals jullie weten speelt er al een tijdje een procedure bij de rechtbank tussen jullie ouders. Ik ben de rechter die met jullie ouders heeft gesproken.
Ik heb ook jullie reacties gelezen op de uitnodiging om met mij te praten. [minderjarige 1] , jij gaf aan dat je niks wilde opschrijven en ook niet wilde praten. Dat begrijp ik en dat is natuurlijk helemaal prima. [minderjarige 2] , jij schreef dat je graag vaker bij je vader wil zijn.
Ik schrijf jullie deze brief omdat ik het belangrijk vind dat jullie horen welke beslissing ik heb genomen. En belangrijker misschien nog, waaróm ik die heb genomen.
Bij het gesprek met jullie ouders (dat heet een zitting) was ook iemand aanwezig van de Raad voor de Kinderbescherming. Die nodigen we meestal uit in zaken die over kinderen gaan. Ook was [B] erbij, de gezinsvoogd. En jullie ouders hadden allebei een advocaat meegenomen.
We hebben uitgebreid gesproken over de situatie tussen jullie ouders, en wanneer jullie bij mama en bij papa zijn. Ik heb goed geluisterd naar wat iedereen vertelde, en wat iedereen graag wilde. We hebben het natuurlijk ook gehad over wat jullie graag willen.
Meteen na de zitting heb ik een beslissing genomen en ik heb die toen verteld aan jullie ouders. Misschien weten jullie dus al wat die beslissing is, maar toch vertel ik dat aan jullie. Ik heb besloten dat jullie om de week op zaterdag bij papa zijn van 10.30 uur tot 20.00 uur. Het blijft dus eigenlijk ongeveer zoals het nu is.Daarnaast heb ik bepaald wanner jullie bij papa en wanneer bij mama zijn tijdens feestdagen, zoals met jullie verjaardagen en Pasen.
Ik kan mij voorstellen dat jullie teleurgesteld zijn dat jullie niet vaker naar papa gaan, en dat jullie daar bijvoorbeeld niet zullen blijven slapen. Misschien zijn jullie daar ook wel boos over op mij. Ik kan het best begrijpen als dat zo is.
Als kinderrechter moet ik beslissingen nemen die ik voor jullie het beste vind. Ik neem die beslissing helemaal onafhankelijk, ik werk dus niet voor één van de advocaten of voor de gezinsvoogd. Ik kijk alleen naar wat ik voor júllie het beste vind.
Wat ik heb gezien en gehoord is dat jullie twee ouders hebben die ontzettend veel van jullie houden. Ze willen jullie allebei het liefst zoveel mogelijk zien. Maar omdat ze gescheiden zijn moet de tijd tussen hen verdeeld worden, want jullie kunnen maar op één plek tegelijk zijn.
Hoe kan het dan, dat ik vind dat jullie veel meer bij mama zijn dan bij papa, terwijl jullie van papa evenveel houden als van mama, en papa evenveel van jullie houdt als mama?
Dat zal ik uitleggen. Ik zie dat jullie het bij papa heel fijn hebben. Ik zie ook dat papa het niet altijd makkelijk heeft. Hij wordt soms best wel boos. En soms gebeuren er dingen die voor jullie lastig zijn, bijvoorbeeld toen hij in de zomer even ‘kwijt’ was. Of die keer dat jullie met hem op vakantie waren in [vakantieland] .
Ik vind het heel belangrijk dat jullie papa zien. Maar ik vind het ook heel belangrijk dat dat op een fijne manier gebeurt. En ik vind dat dat het beste kan met die regeling van eens in de twee weken een zaterdag. Het is misschien niet zo vaak, maar op die manier is en blijft het leuk.
Ik hoop dat jullie nu een beetje begrijpen waarom ik deze beslissing heb genomen.
Ik wens jullie heel fijne feestdagen bij mama en bij papa!”
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023 door mr. T. Dopheide, (kinder)rechter, in aanwezigheid van mr. K.A.H. Verhoeven, griffier, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt. De schriftelijke uitwerking van dit proces-verbaal is vastgesteld op 8 december 2023.
Tegen deze beslissing kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep
worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.