ECLI:NL:RBMNE:2023:6627
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning van rechtswege en bekendmaking door het college van burgemeester en wethouders
In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], op 16 maart 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanleggen van een woonschip op de locatie [adres 1]. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht heeft op 9 mei 2022 meegedeeld dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is, omdat de activiteit in strijd zou zijn met het bestemmingsplan. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en op 12 september 2022 heeft het college de aanvraag buiten behandeling gesteld. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig bekendmaken van de omgevingsvergunning van rechtswege, geregistreerd onder zaaknummer UTR 22/5387, en heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van 12 september 2022, geregistreerd onder zaaknummer UTR 23/538.
De rechtbank heeft op 26 mei 2023 uitspraak gedaan en geoordeeld dat de beroepen gegrond zijn. De rechtbank concludeert dat er van rechtswege een omgevingsvergunning is ontstaan, omdat het college deze niet tijdig heeft bekendgemaakt. De rechtbank oordeelt dat de besluiten van 12 september 2022 onbevoegd zijn genomen, omdat er al een omgevingsvergunning van rechtswege was ontstaan. De rechtbank heeft het college opgedragen om binnen twee weken de omgevingsvergunning bekend te maken en heeft een dwangsom vastgesteld voor iedere dag dat het college in gebreke blijft. Daarnaast moet het college het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoeden.
De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 100,- per dag, met een maximum van € 15.000,-, en heeft de verschuldigde dwangsom voor het niet tijdig bekendmaken van de omgevingsvergunning vastgesteld op € 1.442,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.