Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.VOORVRAGEN
3.VORDERING
4.BEOORDELING VAN DE VORDERING
€ 39.276,07+
€ 16.800,00-/-
€ 5.000,00-/-
Rechtbank Midden-Nederland
Op 11 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde die betrokken was bij wapenhandel. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, dat is vastgesteld op € 75.276,07. De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie beoordeeld, waarbij de officier van justitie een bedrag van € 547.200,00 had gevorderd, maar uiteindelijk het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 499.200,00 heeft vastgesteld. De verdediging heeft betoogd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel nihil zou moeten zijn, maar de rechtbank heeft dit niet gevolgd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van 19 oktober 2013 tot 29 november 2016 betrokken was bij de handel in wapens en dat hij voordeel heeft genoten van deze activiteiten. De rechtbank heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op een ontnemingsrapport en heeft de opbrengsten van de wapenhandel geëxtrapoleerd naar eerdere perioden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de ontnemingsvordering, wat heeft geleid tot een vermindering van de betalingsverplichting met € 5.000,00. Uiteindelijk is de betalingsverplichting vastgesteld op € 70.276,07.