Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de akte overlegging producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van Arvoo
- de pleitnota van Gemeente Utrecht.
2.Waar gaat dit kort geding over?
1. de door Gemeente Utrecht gevoerde aanbestedingsprocedure in strijd is met het
samenvoegingsverbod, het splitsingsgebod en het verbod om een opdracht toe te
schrijven naar een bepaalde ondernemer,
2. Gemeente Utrecht Arvoo rechtsbescherming had moeten bieden voordat zij tot
definitieve gunning van de opdracht overging.
Volgens Arvoo maken deze twee gebreken ieder op zichzelf dat de tussen Gemeente Utrecht en Sigmax gesloten overeenkomst wegens strijd met de wet of de openbare orde nietig of vernietigbaar is.
1. a. wordt geboden om de door haar met de winnende inschrijver gesloten
overeenkomst terug te draaien, of
b. wordt verboden om uitvoering te geven aan die overeenkomst,
2. wordt geboden om een aanbestedingsprocedure te organiseren waarbij de
opdrachten niet worden samengevoegd (geclusterd) of waarbij de opdracht is
opgedeeld in percelen, tenminste als Gemeente Utrecht de aanbestede opdracht nog
in de markt wil zetten.
1. Arvoo moet niet ontvankelijk in haar vorderingen worden verklaard, omdat sprake
is van een situatie zoals bedoeld in het Grossmann arrest [1] /rechtsverwerking.
2. De vorderingen moeten worden afgewezen, omdat:
a. ingrijpen in de gesloten overeenkomst op grond van het Xafax-arrest [2] niet
(meer) kan,
b. geen sprake is van strijd met strijd met het samenvoegingsverbod, het
splitsingsgebod en het verbod om een opdracht toe te schrijven naar een
bepaalde ondernemer,
c. Gemeente Utrecht Arvoo geen rechtsbescherming heeft onthouden.
3.De feiten
in te schrijven? Al dan niet in samenwerking met onderaannemers?
(b) Zo ja, zou u dit ook adviseren?
(c) Zo niet, welke onderdelen zouden dan niet tot de scope moeten behoren en waarom
niet?
(d) Zo niet, kunt u dan een voorstel geven om de aanbesteding te verdelen in percelen?
3. Welke voordelen ziet u bij een integrale opdracht voor een handhavingssysteem?
4. Welke nadelen ziet u bij een integrale opdracht voor een handhavingssysteem? ”
Gemeente Utrecht heeft drie Nota’s van Inlichtingen [3] opgesteld waarin de gestelde vragen en de antwoorden van Gemeente Utrecht staan opgesomd. In deze Nota’s van Inlichtingen zijn geen vragen gesteld of bezwaren geuit over het samenvoegen (clusteren) van opdrachten of het niet opdelen van de opdracht in percelen.
openbare ruimte (schoon, heel, veilig) en op parkeren. In het geval van een rijdend scanvoertuig
worden de waarnemingen gedaan ten behoeve van fiscale parkeercontrole, controle op
foutparkeren, controle op naleving Milieuzone, signalering van kentekens en metingen van parkeer-
druk.
parkeren/kentekengerelateerde feiten.
opdracht. Hierop heeft Arvoo geantwoord:
Arvoo adviseert om de opdracht in 2 percelen te verdelen (met per perceel de benodigde
koppelingen en rapportages):
Perceel 1: Parkeerhandhaving (inclusief, automatische routeplanning, scanauto, deskcontrole
(opleggen NHA’s op afstand);- (deskcontrole) geslotenverklaring, (deskcontrole) milieuzone,
inclusief Scantechnologie voor digitale parkeerhandhaving en ANPR camera’s t.b.v. handhaving
geslotenverklaringen en milieuzone
Perceel 2: Brede handhaving; fietshandhandhaving inclusief systeem fietsdepots, bestuurlijke
handhaving en toezicht, inclusief PDA’s of aanverwante hardware voor toezicht en handhaving;
leveranciers voor de diverse onderdelen. Bij het opdelen in percelen selecteert de Gemeente per
perceel de beste leverancier. Gemeente Utrecht maakt gebruik van een eigen datawarehouse,
waarbij de verschillende leveranciers de data aanleveren en Gemeente zelf geoptimaliseerde
rapportages heeft.
milieuzone anders dan voor de overige brede handhaafprocessen, omdat het merendeel van de
handhaving via Deskcontrole verloopt. Het is ook mogelijk om voor Fiscale parkeerhandhaving
andere medewerkers in te zetten, waarbij BOA’s brede handhaving moeten uitvoeren.
integraal uit te vragen, heeft Arvoo in de markt getracht met meerdere partijen een aanbieding te
kunnen doen. Gebleken is door de integraliteit van de Opdracht het ernaar uitziet dat alleen de
leverancier van het huidige handhaafsysteem CityControl een inschrijving kan en zal doen. Dit
druist in tegen het idee van Europese Aanbestedingen, dat meerdere partijen kunnen aanbieden en
de aanbestedende dienst de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI) kan selecteren.
huidige Opdracht in de genoemde twee percelen weer in de markt te zetten. Wij verwachten dat dit
zal leiden tot competitieve aanbiedingen van meerdere partijen, waardoor aanbestedende dienst de
beste en EMVI kan selecteren. “
Aanbestedende Dienst besloten uw verzoek niet in te willigen en de aanbesteding in zijn huidige
vorm ongewijzigd voort te zetten. Voor een toelichting op de wijze waarop de scope van de
Opdracht is vormgegeven en de redenen daartoe verwijst Aanbestedende Dienst naar de algemene
mededeling in de Nota van Inlichtingen 2 (Algemene mededelingen 2019-VTH-014, Ea
Handhaafsysteem).”
(CityControl) een inschrijving kan en zal doen.
Verder heeft Arvoo aan Gemeente Utrecht gevraagd of Gemeente Utrecht bereid is om de aanbestedingsprocedure alsnog in te trekken en een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren als zich maar één inschrijver aandient.
• van mening is dat het mogelijk is om samenwerking (al dan niet in combinatie)
te vinden, die inschrijving mogelijk maken,
• de vraag van Arvoo of zij bereid is om de aanbesteding alsnog in te trekken als
zich maar één inschrijver aandient te prematuur vindt om daarop een antwoord te
geven.
17 oktober 2022 om 15.00 uur te bevestigen dat dat de aanbesteding wordt ingetrokken, bij gebreke waarvan een kort geding zal worden gestart.
4.De beoordeling
moet bij haar beslissing om dat toch te doen in ieder geval rekening houden met:
a. de samenstelling van de relevante markt en de invloed van de
samenvoeging op de toegang tot de opdracht voor voldoende bedrijven uit
het midden- en kleinbedrijf (mbk),
b. de organisatorische gevolgen en risico's van de samenvoeging van de
opdrachten voor haarzelf (de aanbestedende dienst) en de ondernemer,
c. de mate van samenhang van de opdrachten.
(1.5 lid 1 Aanbestedingswet 2012)
meebrengt dat het aantal potentiële inschrijvers dusdanig moet zijn dat de
mededinging gewaarborgd blijft en de concurrentie niet merkbaar wordt beperkt.
(artikel 1.10 Aanbestedingswet 2012)
kunstmatige wijze wordt beperkt, wat het geval is als de opdracht is ontworpen
met het doel bepaalde ondernemers ten onrechte te bevoordelen of benadelen.
(artikel 1.10a Aanbestedingswet 2012)
dat niet passend vindt.
(artikel 1.5 lid 3 Aanbestedingswet 2012)
opdrachten samenvoegt/een opdracht niet in percelen opdeelt.
(artikel 1.5 lid 2 en 3 Aanbestedingswet 2012)
Het is in dit kort geding onvoldoende duidelijk geworden welke partij gelijk heeft over de samenstelling van de relevante markt.
Er is daarom een nader onderzoek naar de samenstelling van de relevante markt en mogelijk zelfs bewijslevering nodig om vast te stellen wie (Arvoo of Gemeente Utrecht) gelijk heeft. Gelet op het karakter van een kort gedingprocedure is daarvoor in het kader van dit kort geding geen plaats. Het valt daarom op dit moment niet te zeggen of er, zoals Arvoo stelt, maar één inschrijver op de opdracht kon inschrijven of dat er, zoals Gemeente Utrecht aanvoert, meerdere inschrijvers op de opdracht konden inschrijven.
Gemeente Utrecht heeft dit gemotiveerd betwist. Zij heeft aangevoerd dat uit de marktconsultatie, waaraan mkb ondernemingen zoals Arvoo hebben meegedaan, is gebleken
dat meer dan één inschrijver op de opdracht zou kunnen inschrijven. Gemeente Utrecht heeft tijdens de mondelinge behandeling geciteerd uit het rapport van de marktconsultatie. De strekking van deze citaten was dat er meerdere marktpartijen hebben verklaard dat het mogelijk was om (in samenwerkingsverband) op de opdracht in te schrijven.
Arvoo kan hierin niet worden gevolgd, omdat het feit dat er maar één inschrijver heeft ingeschreven, nog niet betekent dat daarmee vaststaat dat er door de omvang van de opdracht maar één inschrijver aan de opdracht kon meedoen. Een marktpartij kan immers ook om een andere reden hebben besloten om niet op de opdracht in te schrijven. Dat is ook gebleken. Tussen partijen staat vast dat er een marktpartij is geweest die niet heeft ingeschreven omdat zij te weinig tijd had om dat voor elkaar te krijgen. Dit is een andere reden dan dat er niet is ingeschreven vanwege de omvang van de opdracht.
“ De opdracht wordt in één perceel uitgevraagd. Hiermee stimuleert opdrachtgever de markt om met
een zo goed mogelijke integrale oplossing te komen voor de gevraagde functionele wensen. Dit om
o.a. te voorkomen dat in geval van storingen tussen hardware (scanapparatuur) en software door
verschillende opdrachtnemers naar elkaar wordt gewezen.”
“ (…) In de huidige uitvoeringspraktijk vergt de aansturing van de partijen de Gemeente Utrecht veel
inspanning en kennis over de werking van de verschillende systemen en koppelingen. Bovendien
zijn handhavers genoodzaakt met verschillende systemen te werken en moet de data voor
rapportages vanuit verschillende bronnen worden gehaald (met dubbelingen en in van geval van
discrepanties zoekwerk tot gevolg).
Vanwege deze risico’s en organisatorische gevolgen is naar het oordeel van de gemeente geen
sprake van onnodige samenvoeging opdrachten en is het voor de gemeente niet passend de
onderhavige opdracht op te delen in percelen.
Ook de belangen van de markt zijn daarin zorgvuldig meegewogen want de gemeente Utrecht heeft
middels een marktconsultatie zorgvuldig getoetst of de markt een dergelijke integrale opdracht kan
invullen om te voorkomen dat de toegang tot de opdracht disproportioneel wordt beperkt.
onderaannemers in te kunnen vullen. Op basis van die uitkomst verwacht de gemeente de beste
oplossing voor Utrecht te kunnen vinden, zonder de markt disproportioneel te beperken in de wijze
waarop de vraag wordt ingevuld. (…)”.
- de aansturing van de partijen veel inspanning en kennis over de werking van de
verschillende systemen en koppelingen vergt,
- handhavers genoodzaakt zijn om met verschillende systemen te werken,
- de gegevens (de data) voor rapportages uit verschillende bronnen moeten worden
gehaald, wat tot extra zoekwerk kan leiden.
Anders dan Arvoo meent, heeft Gemeente Utrecht daarbij ook oog gehad voor de organisatorische gevolgen en risico’s van de samenvoeging van de opdrachten voor de ondernemer. Zij heeft immers eerst door middel van een marktconsultatie getoetst of de markt de door haar gewenste integrale opdracht al dan niet in combinatie en/of met samenwerking van onderaannemers kan invullen, en uit die marktconsultatie is gekomen dat dit mogelijk was.
Daarbij komt dat Gemeente Utrecht op grond van artikel 2.127 lid 4 Aanbestedingswet 2012 in dit geval ook geen rechtsbescherming hoefde te bieden. Het is bovendien niet zo dat Arvoo geen rechtsbescherming had, want Arvoo had zelf naar de rechter kunnen stappen en de aanbestedingsprocedure door de rechter kunnen laten toetsen.
- na de sluiting van de inschrijvingstermijn terug te komen op de vraag van Arvoo
- niet tot definitieve gunning over te gaan zonder Arvoo daarvan voorafgaand in
kennis te stellen en een redelijke termijn te bieden om rechtsmaatregelen te treffen.
Deze toezegging/gerechtvaardigd vertrouwen ontleent Arvoo aan het antwoord dat Gemeente Utrecht heeft gegeven op haar vraag of Gemeente Utrecht bereid is om de aanbestedingsprocedure in te trekken als er maar één inschrijver zou inschrijven.
“ In de eerste plaats is Aanbestedende dienst van opvatting dat, (…) het mogelijk is om
samenwerking (als dan niet in combinatie)) te vinden, voor zover er al geen
samenwerking(en) is(/zijn) gevormd, die inschrijving mogelijk maken. (…)
Ten aanzien van uw vraag of Aanbestedende dienst bereid is om de huidige aanbesteding
alsnog in te trekken en om de huidige Opdracht in de twee percelen voor
Parkeerhandhaving en Brede handhaving weer in de markt te zetten en hiermee de
mededinging te herstellen geldt dat wij uw vraag te prematuur vinden om deze, mede in
het licht van het bovenstaande, te beantwoorden.”
Er wordt immers in de e-mail niet gezegd dat Gemeente Utrecht:
- na de sluiting van de inschrijvingstermijn op de vraag van Arvoo zal
terugkomen,
- niet tot definitieve gunning zal overgaan zonder Arvoo daarvan voorafgaand in
kennis te stellen en een redelijke termijn te bieden om rechtsmaatregelen te treffen.
Arvoo mocht er gelet op de tekst van het hiervoor geciteerde antwoord ook niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat Gemeente Utrecht dat zou doen.
te prematuur” vindt om te beantwoorden. Daarmee wordt slechts de reden voor het niet beantwoorden van de vraag tot uitdrukking gebracht.
Of de overeenkomst, zoals Gemeente Utrecht heeft betoogd, ook niet aantastbaar zou zijn als er wel geoordeeld zou worden dat er sprake is van één van de door Arvoo gestelde gebreken kan daarom in het midden blijven.
1.016,00