Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 mei 2001 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, meermalen gepleegd, en doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 februari 2007;
- de beslissing van deze rechtbank van 3 maart 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 9 januari 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 6 december 2022, opgemaakt door E.P.M.T. Brouns (plaatsvervangend hoofd van de instelling, directeur patiëntenzorg en psychiater) en W.J.P. Gaertner (GZ-psycholoog en behandelcoördinator), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 21 december 2021 tot en met 19 oktober 2022;
- de door betrokkene opgestelde stukken van 3 februari 2023.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.