ECLI:NL:RBMNE:2023:654

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
23/001856-00 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een man veroordeeld voor doodslag en verkrachting

Op 20 februari 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], een 61-jarige man die in 2001 is veroordeeld voor doodslag op Sybine Jansons en verkrachting van twee andere slachtoffers. De rechtbank heeft de tbs-maatregel met dwangverpleging opnieuw verlengd met twee jaar, omdat de kans op recidive als hoog wordt ingeschat. De rechtbank baseerde haar beslissing op een uitgebreid dossier, inclusief eerdere veroordelingen, verlengingsadviezen en de huidige toestand van de betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een narcistische persoonlijkheidsstoornis, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een verhoogde mate van psychopathie bij de betrokkene. Het recidivegevaar is onverminderd hoog, vooral gezien de eerdere behandelpogingen die niet tot een substantiële verandering hebben geleid. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van het uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling met twee jaar moet worden verlengd, gezien de complexiteit van de problematiek van de betrokkene en het gebrek aan behandelmogelijkheden op dit moment. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien om aan te sturen op een zorgconferentie, gezien de eerdere behandelpogingen die geen resultaat hebben opgeleverd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 23/001856-00 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 20 februari 2023
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [1962] te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 mei 2001 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, meermalen gepleegd, en doodslag;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 februari 2007;
  • de beslissing van deze rechtbank van 3 maart 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 9 januari 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 6 december 2022, opgemaakt door E.P.M.T. Brouns (plaatsvervangend hoofd van de instelling, directeur patiëntenzorg en psychiater) en W.J.P. Gaertner (GZ-psycholoog en behandelcoördinator), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 21 december 2021 tot en met 19 oktober 2022;
  • de door betrokkene opgestelde stukken van 3 februari 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 6 februari 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E. ter Braak;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te Amsterdam;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, drs. H. van Dongen (via een videoverbinding).

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie en verzet zich niet tegen verlenging van de tbs-maatregel. Wel doet de verdediging een verzoek aan de rechtbank om in een overweging in de beslissing aan te sturen op een zorgconferentie.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij arrest van 9 mei 2001 veroordeeld voor verkrachting (meermalen gepleegd) en doodslag. De rechtbank heeft in de verlengingsbeslissing van 21 februari 2017 overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een narcistische persoonlijkheidsstoornis, een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een verhoogde mate van psychopathie.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en het verhandelde ter terechtzitting komt naar voren dat op 28 februari 2022 een [verblijfplaats] -status is verleend voor betrokkene, omdat na drie - onsuccesvolle - behandelpogingen werd geconcludeerd dat er geen mogelijkheden meer gezien werden om middels behandelinterventies het recidiverisico te verlagen. Drie behandelpogingen hebben niet geleid tot een substantiële verandering van de aan de delicten onderliggende problematiek. De pathologie en risicofactoren zijn ondanks zijn inzet voor behandeling onvoldoende bewerkt of bewerkbaar gebleken. Risicotaxatie wijst dan ook al jaren op een onverminderd hoog recidiverisico bij het wegvallen van het huidige beschermende en dwingende kader van de tbs. Betrokkene leek met de inzet van schema focused therapie mondjesmaat meer inzicht te krijgen in zijn emoties en de rol van opgekropte frustraties en krenking in het risico. Er is echter een plafond bereikt in het leervermogen van betrokkene en hij is onvermogend om de geleerde kennis te generaliseren en om maatschappelijk verantwoorde (coping)vaardigheden verder te ontwikkelen. Dientengevolge is het recidiverisico niet in positieve zin beïnvloed. Er is eenzelfde dynamiek merkbaar binnen iedere kliniek, waarbij betrokkene imponeert als een zeer aangepaste man, bij wie in de kern sprake is van een beperkte angst- en frustratietolerantie, een verstoorde agressieregulatie, onvermogen is tot het aangaan van een gezonde relatie en inadequate coping vaardigheden. Hij is niet in staat om op enige kritische wijze op zijn gedrag en persoon te reflecteren. Zijn zeer geringe zelfinzicht en vermogen tot zelfreflectie, zijn krenkingsgevoeligheid en zijn narcistische afweer staan eraan in de weg om te kunnen profiteren van behandeling. Er blijft bijster weinig zicht in de belevingswereld, spanningsopbouw en seksualiteitsbeleving van betrokkene. Daarbij is de vraag in hoeverre betrokkene hier daadwerkelijk toe in staat is, gelet op zijn problematiek. Het adequaat vormgeven van risicomanagement om vervolgstappen veilig en verantwoord vorm te geven wordt hiermee bemoeilijkt.
Betrokkene verblijft sinds mei 2022 in de [verblijfplaats] . Vanwege de hardnekkige persoonlijkheidspathologie en het onverminderd hoge recidiverisico blijft hij nog langdurig afhankelijk van een extern risicomanagement teneinde het aanvaardbaar houden van de risico's. Hij is gebaat bij duidelijke kaders, waarbij de bejegening is afgestemd op zijn krenkingsgevoeligheid en sterke behoefte aan controle en regie. De focus ligt op het bewerkstelligen van stabilisatie, incidentvrij functioneren en het bieden van kwaliteit van leven. Een op verandering gerichte behandeling is vele jaren ingezet. Indien zich op termijn behandelmogelijkheden voordoen, zullen die worden benut, maar op dit moment wordt daarnaar niet actief gezocht. Binnen de [verblijfplaats] wordt nu gewerkt aan het bereiken van een constructieve samenwerking. De rechtbank begrijpt dat het voor betrokkene lastig is dat hij met veel verschillende behandelaren te maken krijgt, maar voor vervolgstappen is het van belang dat de kliniek hem goed leert kennen. Het kunnen praktiseren van begeleide verloven is een doel in de toekomst, maar is op dit moment nog niet aan de orde, omdat de risico’s voor de kliniek nog onvoldoende in te schatten zijn en eerst meer inzicht dient te worden verkregen in de factoren die de spanning bij betrokkene op laten lopen. Ook zal bij langer verblijf binnen de [verblijfplaats] duidelijk worden wat het perspectief van betrokkene op lange termijn wordt. Thans is dat het verblijf binnen de [verblijfplaats] en de focus op kwaliteit van leven.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.
De rechtbank ziet gelet op het hiervoor overwogene geen aanleiding om aan te sturen op een zorgconferentie. Er zijn in de afgelopen jaren door verschillende klinieken behandelpogingen gedaan. Deze hebben echter niet geleid tot resultaat. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de nu door de kliniek voorgestane route (eerst zorgen voor stabilisatie en incidentvrij functioneren en dan opnieuw bekijken of er behandelmogelijkheden zijn) een andere zou moeten zijn.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. C.A.M. van Straalen en G.A. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2023.