ECLI:NL:RBMNE:2023:6510

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
C/16/562862 / JE RK 23-1614
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een machtiging voor gesloten jeugdhulp met betrekking tot een minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 1 december 2023 een beschikking gegeven over de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2007. De kinderrechter had eerder op 28 september 2023 al een tussenbeschikking gegeven, waarin een machtiging werd verleend voor opname in een gesloten accommodatie van 13 oktober 2023 tot 2 december 2023. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op 1 december 2023 voortgezet, waarbij de minderjarige, haar ouders, en vertegenwoordigers van de betrokken instanties aanwezig waren.

De ouders hebben ingestemd met het verzoek van Samen Veilig Midden-Nederland (Save) om de minderjarige in een gesloten accommodatie te laten verblijven tot 13 april 2024. De minderjarige zelf was het niet eens met dit verzoek, omdat zij vond dat het beter met haar ging en zij naar huis wilde. De kinderrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de complexe problematiek van de minderjarige, een verlenging van de machtiging noodzakelijk is. De minderjarige heeft gediagnosticeerd autisme, ADD en PTSS, en er zijn zorgen over haar emotionele stabiliteit en gedrag.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige positieve stappen heeft gezet, maar dat er nog onvoldoende copingmechanismen zijn ontwikkeld om met stress om te gaan. De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlengen tot 13 april 2024, met de nadruk op het belang van het vinden van een passende vervolgplek voor de minderjarige. De kinderrechter heeft de betrokken instanties aangespoord om hun zoektocht naar een geschikte plek met hoge prioriteit voort te zetten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummer: C/16/562862 / JE RK 23-1614
Datum uitspraak: 1 december 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna: Save
als gemachtigde van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leusden, hierna: het college,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat mr. S. Makhloufi te Utrecht.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
In deze zaak heeft de kinderrechter op 28 september 2023 een tussenbeschikking gegeven. In deze beschikking heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 13 oktober 2023 tot 2 december 2023.
1.2.
Op 1 december 2023 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] met haar advocaat;
- de vader;
- de moeder;
  • mevrouw [A] namens Save;
  • mevrouw [B] en mevrouw [C] namens het Wijkteam (hierna; het Wijkteam).

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder hebben samen het gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft sinds 15 september 2023 op een gesloten groep van [jeugdzorginstelling] in [plaats] .
2.3.
Bij beschikking van 15 september 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 15 september 2023 tot 13 oktober 2023. Bij beschikking van 28 september 2023 is er vervolgens een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 13 oktober 2023 tot 2 december 2023.

3.Het verzoek en de standpunten

3.1.
Save handhaaft haar verzoek. Dat betekent dat zij namens het college vraagt om een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven tot 13 april 2024.
3.2.
De ouders stemmen in met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.
3.3.
[minderjarige] is het niet eens met het verzoek van Save. [minderjarige] vindt dat het over het algemeen de laatste tijd veel beter gaat. Zij maakt geen verkeerde keuzes meer, doordat de emoties minder snel de overhand nemen. Ook is ze niet meer suïcidaal. [minderjarige] wil het liefst naar huis, maar zij begrijpt dat dit nu misschien nog te snel is. Daarom wil zij zo snel mogelijk naar een passende vervolgplek, in een open of besloten setting. Op de huidige groep van [jeugdzorginstelling] voelt zij zich niet veilig en zij krijgt daar ook geen therapie of andere hulpverlening. Daardoor komt ze nu niet verder.

4.De beoordeling

De beslissing

4.1.
De kinderrechter wijst het aangehouden deel van het verzoek van Save toe. Dat betekent dat zij een machtiging verleend om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 2 december 2023 tot 13 april 2024. Hierna zal de kinderrechter uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
Wat zegt de wet?
4.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De toelichting
4.3.
De kinderrechter constateert dat [minderjarige] de afgelopen periode een goede start heeft gemaakt op de gesloten groep van [jeugdzorginstelling] . [minderjarige] heeft laten zien dat ze met vrijheid kan omgaan en verantwoordelijkheid kan nemen. Zij gaat namelijk met taxivervoer naar school, staat zelfstandig op voor school en levert haar telefoon na een schooldag weer in. Op de zitting is ook gebleken dat [minderjarige] het belangrijk en leuk vindt om naar school te gaan en dat het aantal uren dat zij naar school gaat op korte termijn verder wordt uitgebreid. Ook verlopen de wekelijkse verlofmomenten bij de moeder thuis over het algemeen goed en heeft [minderjarige] zich niet meer suïcidaal geuit.
4.4.
Hoewel de kinderrechter heel blij is om dit te horen, vindt zij toch dat aan de voorwaarden die de wet stelt is voldaan. De zorgen over [minderjarige] zijn nog altijd groot. [minderjarige] is gediagnostiseerd met een autisme spectrumstoornis, ADD en PTSS. Daarnaast wil [minderjarige] het graag goed doen en wanneer zij ervaart het niet goed te doen, raakt zij snel gefrustreerd en kan de stress zeer hoog oplopen. Uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper volgt dat [minderjarige] weinig helpende manieren heeft om met emoties en stress om te gaan. Zij reageert hier op door weg te lopen, zich te verdoven of suïcidaal te uiten. En hoewel [minderjarige] – zoals hiervoor beschreven – positieve stappen heeft gezet, heeft zij tot op heden nog onvoldoende helpende manieren aangeleerd om te kunnen omgaan met stress en emoties. Hierdoor kan de spanning bij [minderjarige] op momenten van stress nog zeer hoog oplopen. Zo is op de zitting gebleken dat [minderjarige] in de week voor de zitting opnieuw een aantal keren heeft geprobeerd om weg te lopen en ook fysiek is geweest naar de groepsleiding. [minderjarige] heeft hierover aan de kinderrechter uitgelegd dat zij haar verantwoordelijkheid hierin neemt en een herstelgesprek heeft gevoerd met de groepsleiding. Verder is op de zitting gebleken dat er inmiddels een intake heeft plaatsgevonden voor behandeling en [minderjarige] open staat voor traumatherapie en – indien nodig – ook voor dialectische gedragstherapie en schematherapie. De therapie zal waarschijnlijk in december van start gaan en zal onder andere zien op het aanleren van helpende manieren om om te gaan met oplopende spanning en stress. De kinderrechter is heel erg blij om te horen dat [minderjarige] inziet dat behandeling belangrijk is en dat zij zich daarvoor wil inzetten.
4.5.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter het met Save, het Wijkteam en de gedragswetenschapper eens dat een verblijf van [minderjarige] in en gesloten instelling nog langer noodzakelijk is. De ingezette positieve ontwikkeling is nog pril en het is van belang dat deze door [minderjarige] wordt voortgezet. Daarnaast is het noodzakelijk dat [minderjarige] de benodigde therapie ontvangt. De kinderrechter vindt het daarom niet verantwoord dat [minderjarige] nu teruggaat naar de moeder. Het risico dat [minderjarige] terugvalt in haar oude gedrag en daarmee in gevaarlijke situaties terecht komt is nog te groot. Bovendien is op de zitting gebleken dat de moeder het voor een thuisplaatsing ook nog te vroeg vindt en dat [minderjarige] dit ook begrijpt.
4.6.
De kinderrechter is het wel met [minderjarige] en de moeder eens dat er zo snel mogelijk meer perspectief moet komen met betrekking tot een passende vervolgplek voor [minderjarige] . Op de zitting is namelijk gebleken dat er nog geen zicht is op een passende vervolgplek voor [minderjarige] . Het Wijkteam heeft op de zitting uitgelegd dat het gezien de complexe problematiek van [minderjarige] moeilijk is om een geschikte vervolgplek te vinden. De kinderrechter begrijpt dat dit ingewikkeld is en dat het Wijkteam en Save geen invloed hebben op de voorwaarden voor een plaatsing op een open of besloten groep of op de wachtlijsten voor een dergelijke plaatsing. Toch vindt de kinderechter dat het Wijkteam, Save en de BSA Jeugdhulp (de jeugdhulporganisatie die toeziet op de plaatsing van [minderjarige] ) de komende periode hun zoektocht naar een geschikte plek met hoge prioriteit moeten voortzetten.
4.7.
De kinderrechter zal het resterende deel van het verzoek dan ook toewijzen en de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel tot 13 april 2024.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 2 december 2023 tot 13 april 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2023 door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. H.I.E. Mutsaerts als griffier, en op schrift gesteld op 6 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.