ECLI:NL:RBMNE:2023:6490

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
UTR 23/3229
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van het besluit

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de besloten vennootschap [eiseres] B.V. en een onbekende verweerder. Eiseres heeft op 15 juni 2023 beroep ingesteld, maar heeft nagelaten een kopie van het besluit waartegen zij in beroep ging in te dienen, zoals vereist door artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft eiseres op 22 september 2023 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken het ontbrekende besluit op te sturen. Deze brief is echter niet door eiseres afgehaald en is geretourneerd aan de rechtbank. Op 12 oktober 2023 is een herstelverzuimbrief per gewone post verzonden, waarin werd aangegeven dat de termijn niet opnieuw aanvangt. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen tegen welk besluit het beroep was ingesteld. Hierdoor was de rechtbank niet in staat om het beroep inhoudelijk te behandelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 Awb. Eiseres krijgt geen gelijk en er wordt geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3229

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2023 in de zaak tussen

De besloten vennootschap [eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres,

en

Onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingesteld op 15 juni 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar zij het niet mee eens. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiseres op 22 september 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar hij het niet mee eens is. De aangetekend verzonden brief is door eiseres niet afgehaald en is aan de rechtbank geretourneerd. Op 12 oktober 2023 is de herstelverzuimbrief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38 van de Awb, aan eiser ter kennisneming per gewone post toegezonden. In deze brief is aangegeven dat de termijn niet opnieuw aanvangt.
4. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brief. Dat betekent dat de rechtbank niet weet tegen welk besluit eiser beroep heeft ingesteld. Dat is wel nodig. Bijvoorbeeld omdat de rechtbank moet weten wanneer het besluit waar eiser tegen op komt is genomen, zodat zij kan vaststellen of eiser op tijd was met het instellen van beroep.
5. Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is uitgesproken op 24 november 2023 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.